De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 29 november pagina 19

29 november 1930 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2791 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 NOVEMBER i93o De fare is cheap an' all cango De rich an' poor are dere, No second clan aboard dis train, No diffrunce in de fare. Waar zou het elders in de gedachte kunnen opkomen het kerkgenoot schap voor te stellen als een trein, waarin de ware democratie heerscht, die geen eerste en tweede klas (geen aparte compartimenten voor ..coulored people") kent? Ook dit lied is een aardig voorbeeld van melodische plastiek, in al zijn haastige opgewektheid, rumoerig als een druk station. Zie het voorbeeld 2. Gelijk ook de film het veraan schouwelijkt, zijn liederen in marschtempo voor de hand liggend, omdat de Evangelische en Methodistische negers vaak processies houden, die een opgewekt en soms fanatiek karak ter hebben. In Hallelujah" is het 't kinderkoor dat zulk een geestelijke marsch zingt, op de tekst: Great day, great day, de righteous marchin', great day ! God's gwine ter buiM up Zion's walls En in een latere strofe: Dis is de day of jubilee God's gwine ter build up Zion's walls De Lord has set his people free God's gwine ter build up Zion's walls. Hier spreekt de tekst voor zich; het ,,setting free" van de neger heeft in het religieuze verband natuurlijk een tweeledige beteekenis, die voor de aanwezigen de waarde van het gezang verhoogd. De melodie is die van een statige triomfale marsch: Zie voorbeeld 3. Dit lied brengt ons meteen temidden der practische godsdienstoefeningen, die soms het karakter dragen van een boetedienst (mournin'). soms ook een uitbundige opgewektheid bezitten, welke culmineert in feesten, Jubilee's. waarbij in opperste geestdrift het gezang met de rhythmischo slag van handen en voeten begeleid wordt. (,.To jubalee") Het particularisme bij dit alles is erg groot, en dikwijls ontstaan er zooals ook in deze film, kleine, incidenteele seeten. Die dan somtijds weer hun eigen liederen bezitten, gelijk hier de Wederdoopers. met hun jubelzangen ,,Hallelujah, carry me to the water" en het meer dan twintigmaal herhaalde: ,.I belong to that band, Hall.'lujah". Uiteraard zijn deze liederen minder algemeen, eri ook niet opgenomen in de repertoire's van Fisk- en. St. Helena-Island-zangers, noch in de vele grootere spiritual-collecties. Kleine godsdienstige twisten en onder linge minachting zijn natuurlijk de prozaïsche achtergrond van. dit alles, en daarom is wél algemeen de spiri tual die hier ook gezongen wordt: Gimme dat ol'-time religion, It's good enough for me. It was good for de Hebrew children An' is good anough for me It will do when de wold's on fiah, An' is good enough for me. En ofschoon de melodie ervan, klaarblijkelijk vrij jong, lang zoo mooi niet is als die van de meeste spirituals, is dit een geliefd lied van. de oudere negers; een lied waarmede waarschijn lijk heel wat sectarisme bezworen of althans getemperd wordt. De groote liederenschat van ons land mist iets dergelijks. Het wereldlijke negerlied is liiev minder rijk vertegenwoordigd, heeft ook niet zulk een sterke onderlinge samenhang en zooveel zuivere stijl kenmerken. De meeste arbeidsliederen zijn, wat zich begrijpen laat. zeer locaal. In de streken waar katoen plantages zijn, worden de liederen van bergwerkers of houthakkers niet gezongen. En omgekeerd. Daar ,,Hallelujah" gedeeltelijk om en bij de katoen-pluk speelt, zingen de negers daar een tweetal typische arbeidsliedjes: ..Koll the cotton", en ,,My buddies an' my buddie's friends, they picked mo' cotton". De zoogenaamde ..soeial songs". die van een meer algemeenen inhoud zijn, genieten vanzelfsprekend ook een grootere verbreidheid. In het bizonder is dat zoo met de wiege liederen, waarvan er een hier gezongen wordt, die gelijk het met zulke ge zangen steeds gaat in grootere of kleinere varianten onder bijna al de negers van Amerika bekend is. en overgang naar het tot volkslied inge burgerde kunstlied, waarvan de makel1 nog steeds bekend is. En wellicht niemand ter wereld heeft in zoo korten tijd zijn scheppingen gemeengoed zien worden van geheel een natie (die nog nauwelijks ,,natie" te noemen valt) dan Stephen Collin's Foster, de auteur van een heele reeks liederen, die elke Amerikaan, blank of zwart, reeds in zijn prille jeugd heeft leeren kennen. In dit opzicht is Foster een unieke verschijning, al vindt men zelfs in de uitgebreidste; handboeken zelden iets meer dan zijn naam vermeld. Hij werd meer dan een eeuw geleden ge boren, in KS2(i. precies .50 jaar na de onafhankelijkheidsverklaring van Opname op een katoen-plantage vroeger veel door de neger-mammy's gezongen werd voor de blanke kinde ren van hun meesters, die ze te ver zorgen hadden. Een versie ervan, uit Texas, luidt aldus: Hushaby Don 't you cry Go to sleep, little baby". Merkwaardig mag het heeten. dat noch de tekst, noeli de muziek ervan negroïde kenmerken vertoont. Imporl is dan ook niet uitgesloten bij de melodie, zooals te zien is bij het begin, dat voorbeeld l geeft. Ken lied als dit vormt de anonvme Amerika. Hij was vroegrijp, schreef zijn beste liederen (én tekst n melodie ontstonden gelijktijdig) tussehen 1X.">0 en ISliO, en stierf reeds in ISlil. Zoo wel over zijn persoon als over die liederen valt veel op te merken. Als persoon is hij de Toe van de Amerikaansclie muziek geworden; feitelijk even miskend, ondanks zijn even groote populariteit. Door zijn groote jeugdroma.nt iek greep hij terug op de negermuziek die hij uit zijn jeugd en zijn omgeving kende. En na hem heeft geen blanke de elementen da,ar\<in zóó goed in zich opgenomen en \vr\Verkt. dat de nieuwe producten op hun beurt ge meengoed werden onder de negers. Toch werd dit het geval met Foster's beste liederen: Nelly was a lady. Mij old Keiitucky home, Old uncle Xed, Louisiaïia Belle, Oh Susanna, Massa's in the cold ground. Boys carry me along, en Old folks at home. Ze zijn vol heimwee en een zachte weemoed, met een allerinnigst Ver band tussehen tekst en zangwijs. En desondanks, evenals de Spirituals, bijna alle in Dur. ..Old folks" wordt ook in ..Ifallelujah" gezongen, en is een der nieest-verbreide liederen van Foster; w.is dat reeds onmiddellijk na zijn publicatie. Firth Pond cX: ('o te Xew-York. bij wie dit lied het eerst verscheen, moest al na twee jaar aan Foster 1(1.000 dollar auteursrechten betalen. H eed s toen waren er dus Amerikaansche schlagers, die zich echter generaties lang weten te hand haven ! De prachtige melodie, waarin sober enkele typische neger-syncopen te vinden zijn. is genoegzaam bekend. Hiei' moge dus alleen een strofe van Foster's prachtige tekst volgen: 'Way down up-on de Swanee Ribber, Far, for away. Dere's wha' my heart is turning ebber, Dere's wha' the old folks stay. AH de world arn sad and dreary Ebrywhere I roam, Still longin' for de old plantation An' for de old folks at home. Een directe navolger heeft Foster helaas niet gehad. Wie hem het dichtst nabij komt is de neger \V. C. Ilaridy. de oudvader der Blues, die op popu laire gegevens de vreemd-grillige com posities heeft gemaakt, welke de oudste blues zijn. Ook daarvan wordt er een gezongen in Halleluja!], en Wel de St. Louis Blues, met haar sugge stieve, doodelijk-iiostalgieke begin. Volkomen equivalent is ook de trieste, chromatische melodie van deze blues, al onmiddellijk heel wat interessanter dan de flauwe aftreksels uit de moderne schlager-fabrieken. Handy, die evenals Foster zoowel de woorden a,ls de muziek schrijft. maakte dit prachtige thema voor de St. Kouis-hliies. Ifandy heeft wel vele navolgers gevonden, en een daarvan, niet de minst-talentvolle, ofschoon hij den neger niet kan evenaren, is de blanke Irving Berlin. na-ir aanleiding van wiens blues Handy teekenend heeft opgemerkt: ..in de blues van de negers is het de vroolijklieid, in die der blan ken de weemoed, welke gefingeerd is". Df-t men op de moderne blues danst, is het daadwerkelijke bewijs van deze waarheid. Berlin heeft speciaal voor ..Halle luja!!" een ..Theme-song" en een foxtrot geschreven, waarvan de laat ste. Swanee shuffle. weinig verdiensten heeft. Het is. vooral in de chorus. een ..over-syncopated" foxtrot, met drie verschoven accenten in elke maat. Maai' aanleiding om het stuk een schlager-toekomst te voorspellen, is er niet. Die vindt men veeleer in de theme-song ..Waiting at the end of the road". Wel is dit geen bijster oorspronke lijke schepping, integendeel een weinig gecamoufleerde omwerking van een ouder lied. maar op het gebied van de ..fake" telt dit nauwelijks als een bezwaar. Men voelt onmiddellijk hoe mijlen ver wij hier zijn van de prachtige melodieën der spirituals, van de nobele poëzie der oudere liederen. H'et is mijn overtuiging dat het Amerikaan sche lied een even belangrijk hoogte punt heeft gekend als het lied uit welke natie van de oude wereld ook. Het is een fascineerende. maar buiten gewoon kortstondige bloei geweest.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl