De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 29 november pagina 4

29 november 1930 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 NOVEMBER 1930 No. 2797 SPREEKZAAL Het maal- en menggebod MET het artikel van den heer Schilthuijs omtrent bovenstaand onderwerp kan ik begrijpelijkerwijze niet accoord gaan. Vooral moet ik ' opkomen tegen de zinsnede aan het slot van zijn artikel, nml. dat de kapitaal krachtige landbouwers, gevestigd in Groningen, sommige deelen van Noord-Holland, Zeeland en Westelijk Noord-Brabant, die vele voordeelige jaren hebben medegemaakt en voor wien een enkel verliesjaar geen calamiteit is." In de eerste plaats zou ik daartegen willen opmerken, dat het loopende crisisjaar, reeds het tweede voorhands vermoedelijk niet het laatste zal zijn. Alle verschijnselen wijzen er op, dat er met een langdurige crisisperiode gerekend zal moeten worden. Was het nu werkelijk zoo, dat alle boeren, die in bovengenoemde landsgedeelten van de onge twijfeld goede jaren tijdens en na den oorlog hadden geprofiteerd, ook thans nog het landbouwbedrijf uitoefenden, dan zou het voor de hand liggen met de hulpactie voorloopig nog te wachten. Immers het is een eisch van goede bedrijfspolitiek, dat in goede tijden, voldoende wordt gereserveerd voor eventueele kwade dagen. Zoo is echter de toestand niet. Onmiddellijk na de oorlogsjaren hebben vele landbouwers hunne bedrijven aan kant gedaan, om elders als rentenier hun laatste levensdagen te slijten. In versterkte mate deed zich dit ver schijnsel voor toen al spoedig na de jaren van hoogconjunctuur de prijsval kwam. Thans na ongeveer 10 jaren kan men wel zeggen, dat er niet meer dan 50 pCt. van de thans in het bedrijf werkzame boeren, de zeer voordeelige jaren, waasvan de heer 8. in zijn artikel rept, hebben medegemaakt. Verder doet de heer S. het voorkomen of na het eerste slechte jaar de boeren reeds om hulp roepen. Hij vergeet echter, dat reeds sedert jaren de bedrijfsuitkomsten van dien aard zijn, dat van winst eigenlijk weinig sprake is, nog minder van reserveeren. Zeer vele boeren hebben hun vermogen inge teerd of hebben schulden gemaakt. Hoe de bedrijfsresultaten de laatste jaren zijn geweest moge blijken uit de in de Verslagen en Mededeelingen van de Directie van den Landbouw gepubliceerde cijfers. Volgens deze gegevens bedroeg de nelto-opbrengst in guldens per H.A. in boekjaar boekjaar boekjaar 1928/29 1927/28 1926/27 De Groninger bouwstreek 63.71 33.81 15.78 Zeeland + 28.53 + 47.38 + 15.52 West Noord-Brabant + 36.70 + 34.75 + 43.21 Ieder zal het er mede eens zijn, dat men van een dergelijke winst,zoo ze al niet negatief is, onmogelijk kan leven, laat staan reserveeren. Vele'jonge landbouwers hebben ook schulden moeten maken of hebben onderstand van familie leden moeten aanvaarden. Niet te verwonderen is het dan ook dat zij zich door de catastrophale prijsdaling van bijna alle landbouwproducten met den ondergang bedreigd achtend, luidkeels om hulp roepen. Het gaat trouwens niet alleen om de boeren, maar ook om de landarbeiders. Gemiddeld wordt er in ons land 60.000 H.A. tarwe geteeld op naar schatting circa 10.000 landbouwbedrijven. Rekent men gemiddeld per bedrijf op 6 arbeiders, dan komt voor die bedrijven men tot een aantal van 60.000. Een eventueele maatregel tot steun aan den tarweverbouwer zal dus ten goede komen aan 70.000 boeren en arbeiders en hunne gezinnen. Stelt men ieder gezin op 4 personen, dan blijkt dus, dat 280.000 menschen van een maal- en menggebod zullen profiteeren. In dit verband wekt het wel eenige ergernis. de belangen van deze menschen te zien afwegen, zelfs ondergeschikt te zien gemaakt aan die van enkele tientallen meelimporteurs en meelfabri kanten met hun personeel. De geschetste moeilijkheden welke het maai en menggebod in het banketbakkersbedrijf zal veroorzaken lijken mij geenszins onoverkomenlijk, terwijl overigens een kleine prijs verhooging van de inlandsche tarwe geen enkelen banketbakker zal ruïneeren. De heer 8. stelt het schrikbeeld van de ambte narij ons weer eens voor oogen, het gewone middel om stemming te maken tegen een minder gewenschten maatregel. Ik zal daar niet op ingaan. GESCHENKEN door Melis Stoke Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door E. Harmsen van Beek E zijn weer midden in de feestdagen, en [bijgevolg verstrikt in psychologische voet angels en klem men. Wie zich op straat en in de winkels waagt ziet daar een gedrang van min of meer bedrukt uitziende lieden. die wanhopige blikken links en rechts werpen. en allen iets schijnen te zoeken dat in de prof usie der uitstallingen ontbreekt. Een stroom van menschen dringt, allen met een trek van wilskracht om de lippen, de warenhuizen binnen, en door de uitgangen sleepen zich lieden met doffe oogen. vermoeid en gedesillussioneerd naar buiten. We hebben ons allen te verdiepen in de geheim ste wenschen onzer medeschepselen. We willen ze verrassen met juist dat voorwerp dat ze noodig hadden, bewust of onbewust, dat ze dolgraag zouden hebben en zouden kunnen gebruiken indien muiden in de feestdagen . in de warenhuizen . ze er het bestaan van kenden. En de fabrikanten sloven zich uit in de productie van creaties, nieuwe kleine practische uitvindingen, welke bedoeld zijn ons een kleur van verrassing op de wangen te jagen, en op de lippen uitroepen als: hoe bedenken ze het. ..." en ,.nee-maai', dat is nu eens practisch. ." Zoo hebben we lucifersdoozen gezien, die aan den achterkant blocnotes zijn. blocnotes die aan den achterkant lucifersdoozen zijn. potlooden die tegelijk dienst doen als waterpas, koortsther mometer en barometer; sigarenaanstekers. die voorzien zijn van een betrouwbaar loopend uurwerk, bonbonnieres die tevens de kwaliteit van compas. barometer of speeldoos bezitten. Er zijn grenzen aan dit alles, en ondanks het feit dat zich jaarlijks dozijnen fabrikanten het leven benemen omdat zij niet in staat zijn gebleken iets absoluut nieuws aan de markt te brengen, blijven onze verwachtingen hoog gespannen en trekken wij er in de maand December maar steeds weer trouw op uit ir. de hardnekkige hoop zeer origineele dingen te zullen ontdekken. Laat ik direct verklaren dat ik een diep respect heb voor hetgeen dit jaar als nouveauté's wordt gepresenteerd. Ik zag ronde lucifersdoozen. waarin de lucifers straalsgewijs, aan een soort spil ver bonden, waren gerangschikt, ik zag gebruiks voorwerpen wier uiterlijk in alle opzichten een geheel anderen inhoud of bestemming verwachten deed. Cigarettenkokers gaan hoe langer zoo meer lijken op notitieboekjes en notitieboekjes herinne ren in de eerste plaats aan cigarettenkokers. Er zijn salontafeltjes waar muziek uit komt en muzieJckastjes muziekkastjes, die men op het eerste gezicht ver warren zou met slaapkamernieubelen. ~Wij zijn daaraan sinds jaren gewend geraakt. en deze figuur plaatst ons soms voor pijnlijke situaties. Wanneer men bijvoorbeeld de naieve gedachte heelt zijn vrouw een soliede ouderwetsche naai doos te schen ken, dan zal zij niet in de eenvoud des harten uitroe pen: ,,lla wat een mooie naaidoos. ..." Ach neen, zij zal het kistje in alle richtingen draaien, zoeken naar knoppen en regulators die zij slechts zal hebben om te draaien om de muziek van de stedelijke opera van Berlijn te hooren of van het 8avoy-restaurant te Londen. En wanneer dan blijkt dat de naaidoos, gelijk een rechtgeaarde naaidoos, niets van dit alles hoorbaar kan maken, dan durft uw vrouw pas te constateeren, dat het een echte naaidoos is. En waarschijnlijk zal zij u prijzen om uw origi neel cadeau. |Maar ook zonder deze impasse, waarin de vin dingrijkheid en onderlinge naijver der fabrikanten ons heeft gebracht, ook buiten het terrein van onze verwarring, leveren deze dagen moeilijkheden genoeg op. Wij hebben rekening te houden met alle eigenschappen van onze medemenschen waarin wij ons onder normale omstandigheden niet of nauwelijks plegen te verdiepen. Wat zouden de Dingessen leuk vinden..? Heeft zijeenelectrischetoastwarmer. . ? Is zijn por tefeuille niet een beetje aan den versleten kant? . . Tastend en snuffelend rondom elkanders smaak en verlangens draaien wij om elkaar heen. Negentig procent van de menschen die ge in de winkels ziet. hebben, uit luiheid, egoïsme of anders zins, geen resultaat daarmee bereikt. Hun systeem is het volgende: zonder eenige notie of notitie, trekken zij er op uit, zeulen langs de lok kende etalages in de hoop daar getroffen te worden. door een voorwerp dat. op het stuk van bestemming, uitvoering en prijs, geschikt is om aan dezen of gene vereerd te worden. In hun blikken leest ge uitdrukkin gen, wisselend van hoop tot langzaam do-ivende verwach ting en voorts in alle stadia van twij fel, vertwijfeling of wanhoop. Tenslotte blijven ze hangen aan portemuiinaies. dassen, en zelfs bonnen voor bandschoenen, altemaal zoogenaamde nood-sig nalen en tastbare bewijzen van geestelijke ar moede, egoisme en traagheid. Iedereen die iets te verkoopeii heeft, experi menteert baatzuchtig op deze gebreken, door de meest verschillende voorwerpen aan te prijzen als ..hét geschenk voor uw man, vrouw, ouders" of wat dan ook, voor de komende feestdagen. Men behoeft slechts een courant op te slaan om in wilden twijfel te geraken tusschen de pertinente bewe ringen dat een zestien-cylinder-auto, een kistje sigaren, of een vulpenhouder. . . . het, maar dan ook het allereeriigste passende geschenk is. En il oor het verifieereri van al deze suggesties aan den staat onzer middelen en onze gevoelens ten op zichte van den te beschenkene, komen wij ten slotte wel door dit jaarlijksche examen in menscbenmin, zelf verguizing en originaliteit. . . . (feestelijke armoede De regeering heeft, voor zij tot indiening van het ontwerp Tarwewet overging, de mogelijkheid van de uitvoering a tête reposée overwogen. Laat men daarom het resultaat dezer overwegingen rustig afwachten en zich niet uitputten in het maken van onderstellingen en gissingen, die allen gi'ond missen en welke er slechts toe leiden het wetsontwerp bij het groote publiek te discreditteeren. Ir. H. SMIT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl