De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 29 november pagina 7

29 november 1930 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2791 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 NOVEMBER 1930 Wetenschappelijke Varia Invloed van kleuren op dieren door Dr. P. van Olst AAN den invloed van de maan op het weer is even onjuist en toch even hardnekkig geloofd door den leek, als aan de irriteerende werking, die een roode lap op een stier zou hebben. Het dier schijnt zich, volgens wetenschappelijk onderzoek, heel weinig om rood te bekommeren, zoodat ik ten onrechte dezen zomer in angst heb gezeten, gekleed in een roode zwembroek, aan den goeden kant van een wrak hek, waaroverheen een nijdige stier stond te snuiven en mijn gewicht te taxeeren. Maar dat kleuren toch wel iets anders oproepen dan een zuivere kleur-aandoening was bekend, reeds lang voordat Dr. Bierens de Haan promo veerde over een onderzoek, dat daarover' liep. Verschillende kleuren veroorzaken V.ij ons nog kinderlijk menschengemoed zeer uiteenloopende stemmingen. Niet voor niets noemt men rood een warme vroolijke kleur, paars een ernstige, kille, sombere kleur. De kleuren met een lange golflengte (dus rood en geel) geven een opwekkende, vroolijken indruk, de kleuren met korte golflengte (blauwgroen tot paars) geven een drukkenden, ernstigen indruk. Wundt noemde rood de kleur der energieke kracht, violet die der melancholieke ernst. De invloed kan zoo opvaTL>nd zijn, dat men er bepaald last van krijgt. Zoo werkten in een der afdeelingen der Lumièrefabrieken de arbeiders in een werk plaats, die alleen roode ruiten had. Zij werden luidruchtig, bewegelijk, zongen luidkeels, gedroegen zich minder gepast tegen het vrouwelijk personeel, en waren allen aan het eind van den arbeidsdag doodop.?Men heeft zelfs gemeten hoeveel arbeid een zelfde mensch verricht bij- verschillend gekleurd licht. In gelijke tijden presteerde hij in rood licht bijna tweemaal meer arbeid dan in blaiiH' licht. Wat de reden is van dit niet meer te ontkennen verschijnsel, dat bij den eenen mensch zich alleen sterker uit dan bij den ander, is nog niet vast te stellen. Men heeft er wel over gedacht of het ook mogelijk was dat de gedachten-associatie erbij in het spel KLEINE MEUBELEN EXPOSITIE VAN DEZE DOOR HUN APART AANZIEN ZEER GEWILDE GESCHENKEN IN HARMONISCHE OMGEVING MET STOF EN BEHANGSELS 'S-G R AVE N H AG E AMSTERDAM R OTTERDAM ZOMIN was. Rood zou bij voorbeeld de h vinnering oproepen aan een vlammend vuur, aan bloed en dergelijke opwekkende heerlijkheden; de groene kleur deed ons denken aan het groen dei' bossch'-n 's zomers en de blauwe kleur: aan de kalme zee. fo aan den rustigen hemel. De kleur zelf /.ou dus eigenlijk geen indruk op ons maken, maar de herinnering, die erdoor werd opgewekt zou onze stemming ver anderen ten goede of ten kwade. Maar niet iedereen is zóó fascistisch dat bloed hem de aangenaamste en opwekkendste herinneringen geeft, terwijl niet iedereen door den blauwen h«mel pessimistische beschouwingen gaat h -uiden over het hiernamaals. Ongetwijfeld zullen dergelijke associaties wel een rol spelen, vooral bij volwassen en beschaafde menschen, die veel indrukken in hun leven hebben opgedaann e verwerkt in hun zieleleven. Maar hun rol is toch vermoedelijk secundair, en alleen in staat om den onmiddellijker kleur-invloed te versterken, niet nieuw ie maken. Om dit nader uit te maken onderzocht Dr. Bierens de Haan een paar dieren, omdat een dier weliswaar gedresseerd kan worden om een bepaalde; kleur te herkennen, te vermijden, enz., ma-w h'jt zieleleven der dieren, zelfs der hooger ontwik kelde, toch veel eenvoudiger is dan het onze. Het dier denkt niet meer aan het blauw van den hemel van gisteren, evenmin als aan het groen van den vorigen zomer, en het is zelfs de vraag of het dier er ooit op let ! liet lag dus voor de hand bij de dieren, waar h"t vraagstuk eenvoudiger is dan bij een mensch uit de moderne samenleving, proeven te nemen om na te gaan of bepaalde kleu ren een aansporende of remmende werking uit oefenen op de bewegelijkheid van eenige hooger ontwikkelde dieren. Wegens praktische redenen koos de onderzoeker witte muizen en kanaries uit als materiaal. Het onderzoek ging als volgt. Het diertje werd gezet in een hokje of kooitje, dat stond op n poot. die gedragen werd door een gummi-plaat. die uitge spannen was over een luchtdoos. .Bewoog het dier. dan ging de kooi mee op en neer. deed de gummiplaat trillen, en deze trillingen veroorzaakten luchtdrukverschülen in de luchtdoos. Deze drukverschillen werden door een lichte stift opgetee kend op een draaiende trommel met beroet papier bedekt. Bewoog het dier niet. dan schreef de stift een rechte lijn; bewoog het, dier dan vertoonde de lijn op en neergaande h'ialtjes. grooter bij sterker beweging. Steeds werd het dier eerst gelegenheid gegeven een tijdje te wennen aan het nieuwe woonhokje. eer men het opteeken-apparaat in werkingbracht. Het kooitje werd nu belicht door een lamp. waar voor men telkens een anders gekleurd glas kon plaatsen. Met zeer veel zorg werd eraan gedacht de glasplaten zoo te kiezen dat de helderheid van de verschillende gekleurde lichtsoorteri ongeveer hstzelfde was. zoodat dus eventueele verschillen in gedrag der dieren niet aan verschil in licht sterkte kon geweten worden. Verder bracht men de eigenaardige gewoonten der dieren ook in rekening, want een muis heeft zestien rustperioden in een etmaal, dus heeft om zoo te zeggen zestien ,,dagen" en .,nachten" tegen wij n dag en nacht. Bovendien hebben muizen zoowel als kanaries tegen het einde van den middageen verhoogde activiteit. Brengt men dit alles in rekening dan leverden de proeven het volgende resultaat: de activiteit der beide diersoorten neemt toe door rood licht, en neemt af door blauw licht. Zooals te verwachten is bij een kanarie, die meer een typisch ..lichtdier" is dan een muis. is de invloed bij de kanarie grooter en spoediger. Al blijft de uitlog der werking wel duister, toch mag men wel zeggen, dat bij de dieren een kleurinvloed bestaat, buiten associatiemogelijkheden. Bij den mensch zal het dus ook nu voor de hand liggen aan te nemen, dat er een onmiddellijke invloed der kleuren is, afgezien van erdoor opge wekte herinneringsbeelden. KRONIEK DOOH 's lieeren Albarda's verklaring, dat de S.D.A.P. aan een eventueele toekomstige mobilisatie zeker niet mee werken zal, heeft deze zichzelve. op alleszins lofwaardige wijze, naar mij voorkomt, den aspirant-ministerieelen nek om gedraaid. Het moest er blijkbaar nu maar van komen, dat het eens openlijk gezegd werd. En daarmee heeft de partij zich inderdaad de mogelijk heid van een sniadelijken afval als in 191 t afgesneden. En tevens, in afzienbaren tijd, de kans op meeregeeren. Maar haar positie als nog min-of-meer idealistische partij en daardoor haar principieele afscheiding van de andere partijen, is er door bevestigd en zal haar winst wel afwerpen. Het was allicht niet verstandig van die andere partijen haar zoolang buiten de regeering te houden. Ministerieel geworden, had zij een verklaring als deze zeker niet kunnen afleggen, maar was. als de ..burgerlijken," gedoemd geweest de affaire op denzelfden miserabelen voet voort te zetten. Thans kon de S.D.A.l', en zij alleen die immers toch van de toekomst niet veel te verwachten had uitspreken, hetgeen waarschijnlijk vele duizen den tegenwoordig denken. Dat in de toekomst oorlog voeren, hoe ook en tegen wien ook. voor een klein land absolute zelfvernietiging beteekent. Want eer men 't weet. zwermen Ji onderden on zichtbare, straks onhoorbare, vliegtuigen over den ongelukkige!! kleinen staat en vernietigen er de ..centra der verdediging" laat ons zeggen alvast Amsterdam. Den Haag. Zaandam, l't recht aldus elke mobilisatie van begin aan onmogelijk makend. Natuurlijk waserdan eerst wel. fatsoenlijk, een ultimatum, dat twaalf uur bedenktijd gaf. . . . Is het dan niet wijzer liever den ..aanrander" binnen te laten en het aan ~ijn allicht meer respec tabele luchtmacht over te laten, dit territoir tegen den ..vijand" te beschermen r1 Er werd begrijpelijker wijs, in de Kamer weer hard op de sentimeiiteel-romantisch-naturalistiscbe trom geslagen. Men sprak van het va derland-in-nood, van verdedigings-oorlog. van het behoud-der-dierbare-vrijheid, en wat dies meer zij. en bleek nog altijd vast te houden aan de kinderachtige meening, dat de mobili satie ons in '11 en later waarlijk buiten den oorlog gehouden had. Terwijl toch elk kind thans beter weten kan. Maar het is moeilijk van oude en geliefde tradities af te zien. En ook: het soldaatje spelen is altijd nog een niet te verwerpen werk verschaffing, die bij feestelijke gelegenheden wat fleurig zijn kan. Daarom juist echter was de nuch tere verklaring van den leider der socialistische fractie zoo verdienstelijk. En het leek al buiten gewoon onvriendelijk, dat de heer De Visser hem er aan herinnerde, hoe de socialistische partijen in het buitenland meest een gansch anderen toon doen hooren. Maar daar rei/eeren zij immers mee en moeten velerlei stoffelijke belangen ontzien. Blijf daar eens idealistisch, of zelfs maar eenvoudigredelijk bij ! Zelfs een Communist zou het niet vermogen. En het is dan ook net op 't nippertje dat de S.D.A.P. het wél kan. F. C. VAM HELLES ? TABAK is

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl