De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 29 november pagina 9

29 november 1930 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2791 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 NOVEMBER 1930 BIOSCOPY door L. J. Jordaan ZWEI WELTEN" E. A. Dupont, ,,S6wei Weiten". Tnschinsky WAT zal men over een film als deze Zwei Weiten" nog zeggen? Het is er een, zooals wij er reeds meer gehad hebben en zooals wij er, helaas, nog vele zullen krijgen. De tallooze, die zich moedeloos van het tooneel afwendden, omdat zij er veeleer de luidruchtige uiterlijkheid vonden, dan de diepte der gedachte en de schoon heid van het Woord, zullen het in gelatenheid hebben te dragen. De klankfilm moest logischer wijze de toevlucht worden van in hun métier bedreigde acteurs en het tooneelgedoe zal haar teisteren als een uitputtende kinderziekte gelijk het de zwijgende film overkwam. Het is alleen maar bedroevend en ontstellend, dat een dergelijk proces zich kan herhalen, zonder de massa te raken, die het opnieuw ondergaat alsof er niets gebeurd ware. Want men lacht thans om de voor-oorlogsche iilms, waarin Shylock onmachtig om Shakespeare's taal en gedachten weer te geven zich klauwend krabde, als een schurftige aap en wan kelde, als een dronken boer in de quadrille. Maar men schreit thans, wanneer diezelfde Shylock het zelfde manuaal vertoont, vergezeld van wat bulkende geluiden en nare gemeenplaatsen. En de vraag rijst of daarvoor de donderende stilte van een Potemkin" de zwijgende passie van een Jeanne d'Arc" over ons heen moesten gaan ! Men zoekt men experimenteert. . . . het zij gaarne erkend. WTij hebben alle streven te proeven en als zoodanig te waardeeren. . . . het zij evenzeer toegegeven. Maar niet in een vorm, die zóó blin delings in vroegere fouten vervalt die dermate alle fierheid verloochent, dat zij zich opnieuw met den afval van een andere kunst tooit. * * * Acht jaar geleden draaide in het Bembrandttheater een door weinigen opgemerkte, onaan zienlijke film Baruch" of zooals zij hier heette: De Oude Wet". Naast de daverende TienGeboden" en Valentino-stijl dier dagen viel zij geheel in het niet. Het simpele en bescheiden gegeven van de nooden in een joodsche familie sprak niet aan en het kostte de grootste moeite, de wereld te overtuigen van de sobere en voor de film ongekend innerlijke schoonheid, welke de onbekende journalist E. A. Dupont in deze eerste ling had weten te openbaren. Sindsdien is het onderwerp populair geworden: Amerika heeft het ,,jocdsche drama" gepousseerd en de jammerende joodsche vader werd een ge zochte attractie, gelijk de smartelijke clown en de zingende Wolga-sleeper. En het staat te vreezen, dat het evenveel moeite zal kosten de wereld te doordringen van het feit, dat de beroemde re gisseur E. A. Dupont in zijn laatste groote film Zwei Weiten" zichzelf vergrofd, gebanaliseerd en-verindustrialiseerd heeft. Immers De Oude Wet" met haar eerste schuchtere poging tot ver innerlijking van het onderwerp haar eerste zoekend tasten naar een zuivere, filmische expressie greep te hoog voor het groote publiek en de buiten gewoon gave creatie van een der bijrollen in het drama, de directeur der Weensche Opera, door een zekeren Hermann Vallentin werd door nie mand opgemerkt. Zwei Weiten" daarentegen zakte welwillend, via Al Jolson's Jazz-zanger," tot het niveau der groote massa. De delicate aan duiding van een zuiver psychische controverse: het leed van den orthodoxen jood, die zijn zoon «KSBBAAL AttEMTKM VOOK AMATKC K-MIN O-UITKU»TïM« FOTO-SCHAAP & Co. ? PCI 8 AMSTERDAM (hoe nobel en kuisch was Ernst Deutsch in dit karakter ! ) ziet vervreemden terwüle van andere geeste.ijke waaiden verving men door een duidelijker geval: de jongen werd doodgeschoten .... op dat stuk was tenminste geen misverstand meer mogelijk: Het rassenconflict, gegeven in de even-aangeduide sympathie tusschen den jongen, joodschen kunstenaar en zijn voorstelijke bescherm vrouw werd aangedikt tot de verhouding" tusschen een joodsch meisje en een blinkenden kavallerie-luitenant. En de barsche, strakke fi guur van Hermann Vallentin werd naar voren gehaald uit zijn beheerschte, teruggehouden re aliteit, om in een storm van luidruchtig, uiterlijk misbaar de goê-gemeente van zijn perikelen te doordringen. Dit alles nu hoe betreurenswaardig als teeken van vulgarisatie en terugval bij een kunstenaar die zoo veelbelovend begon behoefde nog niet over het lot der film te beslissen. Maar dat een Dupont, wien het beschoren was, als een der eersten het nieuwe wondere land eener zelfstan dige kunst te ontdekken, terugkeert tot de mecha nische imitatie van de ergste planken-schmiere, veroordeelt werk en schepper. Dat hij, die als weinig anderen, de waarde en de kracht van de filmische uitdrukkingsvorm kende, deze uitdruk kingsvorm, meent te moeten onderstreepen en te ridiculiseeren door naturalistische kreten beteekent een jammerlijke vaandelvlucht. Nog eens: wij zoeken wij zoeken gezamelijk .... zij de kunstenaars, die scheppen en wij pu bliek, die ons als klankbord zoo zuiver en aandach tig mogelijk hebben in te stellen. En niemand kan nog voorzien, welke resultaten in al die onge wisse experimenten, als blijvend richtsnoer kunnen dienen. Maar n ding weten wij zeker n criterium hebben wij ongeschonden behouden; Los van het tooneel ! Geen ge-bouwmeester, geen gijnige dia logen, geen zuchten-in-blik . ... en o, om godswil geen liedjes en zenuwlachbuien! Dit alles behoort bij de Hollywoodsche amusementskraam. Wie durft gelooven in de nieuwe, oorspronkelijke kunst, welke ook de klankfilm kan worden, die heeft dezen vorm van zin-loos plagiaat af te wijzen. En aldus de scheiding te handhaven tusschen twee werelden, welker aard en karakter geen ver menging gedoogt, op straffe van zelfvernietiging. EEN VERRASSING Juli en Dïvivïer, 4,A Dames". Rembrandt bonheur Een verrassing, als in den goeden ouden tijd, toen men op avontuur naar de bioscoop ging soms popelend van verwachting, soms zonder de minste illusie. En altijd het onverwachte ontmoette! Heel vaak in den vorm van een knallende teleur stelling. maar ook niet zelden als een blijde ver rassing. Een film van Duvivier, weinig bekend realisateur van wien men zich flauwtjes het matige Tragédie de Lourdes" herinnert. Met als hoofd figuur Dita Parlo, een der vervelendste en meest machtelooze onbeduidendheden, die wij sinds de dagen van het ,,star"-systeem omhoog zagen vallen. Daarbij een scenario naar Zola, gemoder niseerd" d.w.z. hopeloos uit de sfeer gerukt. In trouwe een weinig aanlokkelijk vooruit zicht, alleen dragelijk gemaakt door een wederzien van Nadia Sibirskaja, de overgetelijke Sonja uit . , Ménilmonrant' ' . Maar zie reeds de eerste beelden pakken en doen ons opveeren uit onze onverschilligheid. Een voortreffelijke ouverture met de aankomst van een trein in het Gare d'Orléaus en vervolgens een herschepping van het grootsteedsche straat leven, zoo rap, zoo levend en zoo verbluffend knap, als ik na Buttmann's Berlin" nog niet zag. Dan vervlakt de film een tijdlang in speelscene's serieus maar wat zwak gerealiseerd en een vlotte, handige reportage van het warenhuisbedrijf. Tot de pauze na de vierde acte heeft men het gevoel tegenover ernstig en zeer knap vakwerk te staan, dat echter nergens ontroert of meesleept. Dan echter stijgt het werk met een verbijsterende vaart naar een climax, die men hier geenszins verwachtte. De bejaarde, ouderwetsche winkelier Baudu, door Armand Bour tot hiertoe weinig opvallend voorgesteld, wordt onder de hamerende slagen van den tegenspoed en het obsed eerend e geweld van het alles opvretend groot-bedrijf, waanzinnig. Dit moment, hetwelk men reeds voelt naderen in de prachtige shot's van instorKunstzaal van Lier Rokin 126 Amsterdam. Oostursche & Europeesche antiquiteiten Oude en Modarna schilderijen en plastieken Negerkunst & Ethnographlca tende muren en puinlawines, is kortweg grandioos van visie en magistraal van uitvoering. Door de onverbiddelijke, nimmer aflatende mokerslagen van een gigantischen slooper, telkens als een mach tig silhouet tegen jagende luchten verschijnend, wordt het beeld van den gemartelden vader, die aan het sterfbed van zijn dochter zit. letterlijk weggehamerd. Sneller wentelen de beelden: kra kende balken, neerploffende steenmassa's, casca den van puin. . . . een cataclysme, een orgie der vernieling in het geteisterde brein van den ouden man. Telkens flitst, in helschen cadans, het enorme silhouet van den slooper voorbij.... de fantomen verwarren zich, vloeien ineen tot een razende, kolkende wieling. . . . fragmenten van het oude winkelhuis het beeld van de stervende, die in dit pandemonium ligt te zieltogen.... een ouderwetsche lamp, trillend onder het omringend geweld.... het zwakke, broze masker van den ouden man, doorlicht van de vlam eener oplaaienden waanzin. . . . het Ondergaande tenslotte, dat zich in machteloos verzet zoekt staande te houden! Dan grijpt de oude naar een revolver en snelt in een vlaag van verstandsverbijstering de straat op, om vernieling met vernieling te beantwoorden. Geheel alleen keert zijn magere, gebogen gestalte zich tegen het daverend verkeer, tegen de moderne groot-stad, tegen den Nieuwen Tijd. In het groote warenhuis, dat zijn ondergang veroorzaakte vlucht een ontstelde menigte voor deze spookgestalte uit een voorbije wereld. Opnieuw rent hij de straat op langs jachtende menschenmassa's en voortijlende auto-gevaarten. Tot alles na een draaiende wenteling uiteenspat in een zwarte stilte. De vaart der beelden is gestuit rondom de auto, die den ouden man verpletterde, staan verschrikte voorbijgangers en terwijl de wagen behoedzaam woidt teruggeschoven, om het lijk vrij te maken lezen wij op de achterzijde in triom fante gulden letters Au Bonheur des Dames" * * * Dit alles is gegeven met een meesterschap en een zekerheid van greep, die in een onbekend cineast als Duvivier buitengewoon verrassen. De montage der waanzinscene is van een bezetenheid en rythmische beklemming-, als wij alleen van de Bussen kennen. En de film zou als geheel naast de besten hunner genoemd kunnen worden, wan neer niet de individueele emotie de speel"scene's, zoo men wil tegen de vigoureuse kracht der collectieve handeling wegvielen, door een onmiskenbare matheid en een enkele maal (de liefdesscène in het herfstpark !) zelfs door een storende banaliteit. Maar het is een onverwachte weelde een verrassend geluk, temidden van de bulkende, loei ende tooneel-imitaties de film weer eens haar eigen taal te hooren spreken sterk, fier en oorspron kelijk. Ook al heeft men de houten Dita te verdragen. die miserabeler is dan ooit en deswege dan ook met groote letters als attractie staat aangekondigd. Zeist als Woonplaats» BOUWTERREIN TE KOOI» In net ce.itruin van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht Arnhem, In de onmiddellijke nabijheid van het Raadhnls, de Hotels Hermitage en Flgl en het Slot van Zeist. Prachtig opgaand geboomte, stofvrije wegen, voorzien van rloleertng, ga», water en elektriciteit. Kadere gegevens worden verstrekt door de K.V. PARK KERSBERGE1Ï, Montauban?traat 4, Zeist.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl