De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 6 december pagina 1

6 december 1930 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene voor- Nederiand Telefoon 37964 Postgiro 72880 Gem. Giro G. 1000 ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHBLTEMA EN M. RANN. Secretaris dei Redactie: C. P. VAN DAM KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C. OPGERICHT IN 1877 No. 2792 ZATERDAG 6 DECEMBER 1930 Mobilisatie der fantasieën EIGENLIJK is het onbegrijpelijk, dat al dat gefantaseer over de parlementaire conseT <).ueaties via Albarda's anti-militaristische ver klaring nog niet uit is ! Laten wij oas dus ook maar schuldig maken aan het feit, daarop te dezer plaatse nog eens door te gaan al zullen wij trachten daarbij het gefan taseer zooveel mogelijk te vermijden om ons te bepalen tot de nuchtere werkelijkheid. Want waar gaat het eigenlijk om? De heer Albarda heeft dan ronduit verklaard, dat men er vooral niet op moest rekenen, dat de arbeiderspartij zou meedoen", wanneer de regeering bij internationale verwikke lingen tot een mobilisatie zou besluiten. Dus: «en kort en bondig voorbehoud van een mogelijke revolutionnaire houding. Dat was natuurlijk verschrikkelijk. Zóó maar openlijk en pirlemmtair te verklaren dat er zich ?bepaalde omstandigheden kunnen voordoen, naar aanleiding waarvan een belangrijke politieke partij het zich tot plicht zou kunnen rekenen, vierkant tegen gezag en wet te handelen. Het is waar aan zoo eerlijke parlementaire verklaringen zijn wij «inds lang niet meer gewoon. Maar ter zake. De omstandigheden, de situaties, waartegen men met een revolutionaire ontkenning van de rechtmatig heid van het gezag zal protesteeren wat zijn dat eigenlijk voor gebeurlijkheden? Alleen dit, dat, mocht de regeering ter verdediging van onze neutraliteit of onafhankelijkheid een mobilisatie gelasten, de S.D.A.P. waarschijnlijk voor het feest zou bedanken. Maar is dat feitelijk niet zuiver academisch gepraat? Neutraliteit ? onzin. Sinds 1918 bestaat die neutraliteit niet meer. Die kan dus ook niet meer worden verdedigd. Dat is wel heel jammer, maar daar is nu eenmaal niets aan te doen. Sinds de Volkenbonds-organisatie is ontstaan, was het daarmee afgeloopen. En het is misschien erg onpleizierig dat die neutraliteit al lang en breed dood is en begraven, terwijl er sinds tien jaar nog heel wat aan veiligheid en ontwapening mankeert. Maar met dat al keert de situatie van 1914 niet wér. Men kan evengoed delibereeren over de moge lijkheid van een schoorsteenbrand in een kamermet-centrale-verwarming. * * * Wat natuurlijk wel mogelijk is, al zal dat in afzienbaren tijd niet gebeuren is een algeheele wereld-conflagratie, een onder den voet loopen van alle pacten en tractaten. Dan plotseling aan komen met een verdedigbare neutraliteit, och kom dat kan geen mensch ooit meenen ! Maar daar gaat het in dezen niet om. Het gaat om de suppositie dat wij de taak moeten overwegen ons land te verdedigen tegen een vreemden aanslag. En om niets anders. En dan blijkt het dat nu deze suppositie te berde is gebracht, een zeer belangrijke groep zegt: Ja, hoor eens, vriendje, het is goed dat je daar over begint. Want daar doe ik niet aan mee." Gevolg: groot kabaal. Het is niet de bedoeling van dit artikel, de overi gens geheel logische politiek van Albarda te steu nen. Wij willen alleen dat merkwaardige kabaal eens nader onder de loupe te nemen. De strekking van Albarda's betoog zal wel niemand verbaasd hebben. De anti-militaristische geloofsbekentenis is de S.D.A.P. nu eenmaal niet vreemd. Ouder dan de partij zelf, is het een ideaal dat door de politieke praktijk niet steeds werd gehonoreerd. Dat bewees echter niets. Een kind kent, op dit stuk, de socialistische principes. En die zullen er zeker niet onbelangrijker op worden sinds in de internationale organisatie ieder jaar veiligheid, rechtspraak en ontwapening een heel klein beetje vooruit gaan. Het is dan ook niet de inhoud van deze antimilitairistische confessie, die de gemoederen zoo in beweging heef t gebracht, maar de consequentie van Albarda's verklaring. Dus", zoo redeneerde men, ,,als wij de mobilisatie zouden afkondigen en als jullie dan niet mee zouden doen, weet je dan wel dat je met het wettig gezag in conflict zou komen ?" Ja zeker, dat wisten ze wel. En zelfs over deze revolutionaire consequentie behoefde ter andere zijde" geen mensch zoo beteuterd staan te kijken, tenzij dan dat hij het geheel en al ontwend was, dat men elkaar eens een enkelen keer vierkant de waarheid zei. Alle verbazing en alle misbaar over zoo een suppositioneele revolutionaire houding is immers de puurste huichelarij. En het geeft geen pas, hierop fantasieën voort te borduren over het al of niet deelnemen aan de regeeringsverantwoordelijkheid door iemand die iets zóó voor de hand liggends zegt. Er is geen politieke partij, maar dan ook geen enkele, die niet in bepaalde omstandigheden rustig het odium op zich zou durven laden, in conflict te komen met het gezag. Zelfs de anti-revolutionairen niet, getuige de aanvang der afgescheiden" be weging, de onwettige aanval op een vreedzame Amsterdamsche kerkdeur. Goed, dat is een afgezaagd chapiter. En laten wij die akelige partijen dan maar terzijde laten en op het werkelijke politieke leven, op de geschiedenis zélf terug grijpen. Och, iedere uitweiding is hier overbodig. In zooverre is Nederland een werkelijk protestant land. Het protesteert. Het legt zich er niet bij neer, wanneer iets hem niet bevalt, zelfs wanneer het gezag dat ordonneert. Wordt het meenens", dan is het eigen oordeel, eigen inzicht, eigen rechtsbewustzijn, dat in laatste instantie beslist. En het is dan maar beter daar voor nit te komen. Mee doen aan een mogelijken oorlog ? Wij niet !" Is dat nu zoo een verschrikkelijk dwaas standpunt ? Wie de oorlog van dichterbij heeft meegemaakt, of zelfs wie ook maar met eenig oordeel des onderscheids lm Westen Nichts Neues" gelezen heeft, zal de redelijkheid van dit standpunt volkomen toegeven. * * * Het groot misbaar en de gefantaseerde zooge naamde consequenties der verklaring, zijn dan ook pas ontstaan toen men tot de ontdekking kwam dat dit standpunt in een bepaalde constellatie revolutionair was en daarbij over het hoofd zag, dat ieder principieel standpunt in een daarmee strijdende constellatie revolutionair zou kunnen worden. Wanneer men hier rigoureuze leekenwetten zou invoeren, dan zou de roomsche geestelijkheid ongetwijfeld wel eens probeeren daadwerkelijk in verzet te komen. En het zou niet moeilijk zijn actueeler voorbeelden te vinden, op ieder gebied. Hoe komt het eigenlijk dat men deed, alsof men van deze conditioneele revolutionaire aspiratie's der socialisten zoo geschrokken is? En daarop geheel met de haren erbij gesleepte consequenties fantaseerde? Hoe meer men daarover nadenkt hoe moeilijker het te verklaren wordt. Of zou het alleen maar dat zijn, dat men ten slotte buiten den waard gerekend heeft? Men was er al zoo aan gewend dat op alle gebie den des praktischen levens van het revolutionair karakter der socialisten niets en heelemaal niets meer overeind stond, zoodat men op een goeden INHOUD: 1. Mr. M. Kann, Mobilisatie der fantasieën. 2. Mr. Ch. Jacobs, Prof. Dr. J. O. Sleeswijk, Dr. E. F, Enklaar. Eviunis (spreekzaal}. 3. Joh. Braakensiek, De Duitsche noodverordening Ds. W. Mackenzie, Prof. Dr. de Graaff. 4. Melis Stoke, Sint Nicolaas en de Wet, teekeningen door Harmsen van Beek. 5. Constant Wessem. Muziek L. J. Jordaan, De beklaagdenbank. 6 Dr. R. Feenstra, Tikblaadjes. 7 Dr. Jac. P. Thijsse, December Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Mr. H. Schotte, Dram. Kroniek. 10?11. L. J. Jordaan Bioscopy. 12. C. E. Thiérie, Horoscoop. 13. A. Plasschaert en A. E. v. d. Tol, Schilderkunst 15. B. A. Klaasse, De verklaring van Deterding. 16. Kadio-Critiek Spreekzaal. 17. Lou Lichtveld, Zang van negers. 18. Dr. C. F. Haje, Taalschut Melis Stoke, Rijm Charivarius, Charivaria. Uit het Kladschrift van Jantje Alida Zevenboom's Croquante Croquetjes. Leüerraadsel Cel 2, Telefoon. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Wibaut's aangekondigd afscheid uit^den Gemeenteraad. 19. 20 morgen verbaasd ontwaakte met het nare gevoel dat er in een zuiver ondersteld geval toch nog kans bestond op een revolutionaire politiek. De S.D.A.P. heeft het er zelf naar gemaakt. In duizend en n kwesties bleken het zulke nette menschen, met wie best te praten was. Waar het ging om een verdeeling van invloed, om een tegen elkaar uitwegen van fractionaire belangen, daar bleek geen principe een beletsel te zijn voor koe handeltjes. Gemeenteraads-politickjes, evenredige vertegenwoordiging", doorgevoerd tot bij hoogleeraarsbenoemingen toe, de heele verdachte bevoogding der geestelijke vrijheid, die de eigen lijke opzet was van de ridicule radio-verdeeling dat alles heeft de S.D.A.P. gemaakt tot frère et compagnon van de kerkelijke partijen. Dat alles, die heek* atmosfeer van afspraakjes en machtsbedeelinkjes, was ooi-zaak dat principieele politieke vraagstukken op den achtergrond kwa men, zoodat langzamerhand niemand zich meer voor de politiek interesseerde. Wanneer de S.D.A.P. zich schrapzette togen de levende of doode coalitie dan was dat om een onbelangrijke kwestie hier, of om een slecht behandeld»» milicien of gevangene daar. Het veilig gevoel van zekerheid van de rechter zijde, dat ze de S.D.A.P. in hun zak hadden", is nu plotseling verdwenen. Niet de antimilitaristische strekking van Albarda's verklaring, en zelfs niet de mogelijkerwijs revolutionaire consequenties zijn de werkelijke oorzaken van al het misbaar. Maar wel: de plotselinge overtuiging van rechtsch" dat men met de socialisten toch niet letterlijk alles kan doen. Of er ter rechter zijde iemand zat, die er belang bij had, dat men daar eensklaps tot dat inzicht zou komen, laten wij hier voorloopig in het midden. M. KANN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl