Historisch Archief 1877-1940
T NEG
\jah bij Tuschinski
L. J. JORDAAN
werking van blanken in dit werk
efthe uitgeschakeld, een factor van
gewicht, die wijst op een ernstigen
wil om het mili u van onwillekeurige
blanke" aberraties vrij te houden.
Verder kan ik althans in mijn appre
ciatie niet gaan. Het is mogelijk dat
deze luidruchtige, kinderlijke, soms
wel ontroerende, maar veelszins ver
moeiende uitbundigheid alles geeft,
wat de negerpsyche te geven heef t. Het
ismogelijk,datindeze eeuwig dansende,
zuigende enlarmendesamenleving, zich
; ras volkomen uitleeft. Ik kan dan alleen zeggen,
b ik denkende aan de zeer fijne en diepe geesten,
de negercultuur heeft opgeleverd ? iets anders
. verwacht.... iets, dat ook den leek zou
doorgen van de hoogere beteekenis der zwarte
liteit. En vooral het jammerlijke beeld
R?
Daniel Haynes
den laatsten tijd als klankfilm werd geboden. Ook
de bekeeringsmeetirig, de massadoop en de intocht
van dea prediker, hebben behalve een suggestieve
aanduiding van Waarachtigheid, een buitengewone
waarde als vloeiende, filmische beelding en han
teering der menigte. Het is evenwel kenmerkend
voor de bijzondere en verwarrende complicaties,
welke het onderwerp meebrengt, dat mij die scène
het diepste getroffen heeft, welke met het
negergeval als zoodanig niets te maken heeft: de vlucht
en de moord aan het slot. Dit is van een
obsedeerende, beklemmende werking iii beeld- en klank
die ik vrij en onbekommerd kon ondergaan
zonder hinderlijke bijgedachten als: Is dit nu mooi
omdat het negersch of is dit negersch omdat het
King Vidor, Daniel Haynes en
Mina Mae Mc. Kinney
mooi is?of is dit mooi en negersch tegelijkertijd
of is het geen van beiden?
Resumeerende zou ik zeggen, dat Halleluja !"
een belangrijke film is, met schoone en meesleepende
fragmenten en een brillante, nergens falende
tschniek soms zelfs al te fraai en van een lyriek
die niet der camera is (flou-opname der
huiswaartskeerende katoenwerkers). Wat het neger
probleem betreft, dat erin heet aangeraakt, moet
ik mij incompetent verklaren en (spoaking for
myself) herhalen, dat deze frequente hoogspanning
van luidruchtigheid mij dankbaar stemt, niet in
een negermaatschappij te leven. Althans, wanneer
deze versie, gelijk kenners beweren, de authen
tieke is.
Men beweert, dat in Amerika alle negerfilms,
welke in bewerking waren, opgehouden werder1,.
teneinde eerst het succes van ,,Halleluja !" t<>
coristateeren. Hiermede kom ik weer op den aanhef
van dit artikel terug, welke de eigenaardige en verre
van makkelijke positie van den béter-willenden
Arnerikaanschon regisseur raakte. King Vidor
heeft zich met deze, in ieder geval origineele en
gedurfde all-negrofilm, een der pionniers getoond
welke do platgetreden paden romdom Hollywood
verlieten . . . . de hemel weet, ten koste van hoeveel
tegenwerking !
Misschien is dit het vierde standpunt van waaruit
men Hallejula !" kan beschouwen een stand
punt, waarbij alleen voor een onverdeelde bewon
dering plaats is.
den cabaret-neger zou hebben uitgewischt !
sociale visie op deze film, is zoo mogelijk nog
pliceerder. Is de neger der Vereenigde Staten
nog deze wonderlijk gekleede en
opgele caricatuur, die hij in Halleluja !" evenzeer
in iedere andere zingende, dansende en
inde negerfilm? Het is voor mij persoonlijk
moeilijk te aanvaarden, wanneer ik deze
.en in lompen en groteske confectiepakken
vrouwen in hobbezakken en kapothoeden,
sbaren en zich gedragen op een wijze, welke
;ht samenvalt met het komische en lichtelijk
hattende beeld, dat het uitgaand
puzich nu eenmaal gaarne van den neger
?praat.
g Blqft tenslotte de artistieke waardebepaling.
iaarne erken ik, dat er deelen in voorkomen, die ik
C
(Onder aarzelen als prachtig en voortreffelijk
getaagd aanvaard. De tocht van den jongen Spunk
de tingeltangels met de superieure
verwerVler klankflarden in de ruischende stilte van
nacht, behoort tot het schoonste, wat ons