Historisch Archief 1877-1940
A/b. 2793
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 DECEMBER 1930
Radio en Grammofoon
Een liedje en 'n instrument
door Lou Lichtveld
HET liedje is natuurlijk Sous les toits de Paris",
want we zijn actueel. Daarom valt er ook
zonder groote profeten-kunst te voorspellen dat
heel Nederland dit liedje niet zal zingen, evenmin
als het zich kleedt in de gewaden Chaplins. Dit
liedje is een opgegraven lijk. Heerlijk
ouderwetsch", zegt ge. Best, maar toch zóó ouderwetsch,
dat onze affecties ervoor geen andere kunnen zijn
dan die voor een niet-onaardige museum-curiositeit.
De gelijknamige film van RénéClair is een
tema con variatione". Thema is het liedje;
variaties zijn de sentimenteele, ironische, sarcas
tische en hypersensitieve scènes rondom dit
deuntje. Ik kan mij hetzelfde voorstellen ten aan
zien van een werkelijk mooi lied; dan zouden die
varieerende episoden ook wel dieper-gevoeld en
; mooier geweest zijn, ofschoon niet noodzakelijk
' beter verfilmd. Maar in muzikaal opzicht moet
II het er wel iets toe doen, of men een mooi lied, dan
'* wel een slappe zeur-melodie tot hoofdmotief
neemt. Een film als Showboat" is volgens film
critici lang zoo goed niet als Sous les toits de
Paris", maar vol muzikale vondsten, die men nog
lang na de bioscoopvertooning onthoudt.
De eigen vormbehoeften van de klankfilm
stellen ook noodzakelijk geheel aparte, nieuwe
eischen aan de muziek. Men gaat, nog niet tot
klaar inzicht gekomen, voorloopig naar
operavoorbeelden te werk, gebruikt leitmotiven"
nog teveel in illustratieven zin, Wagneriaansch,
of anecdotisch. Dit laatste bijvoorbeeld in Sous
les toits de Paris". Er had net zoo goed een ander
lied kunnen zijn Dans la mansarde" bijvoor
beeld, een lied dat misschien niet eens bestaat,
en toch precies dezelfde film. Het best zullen
natuurlijk die films zijn, waarin de muziek tegelijk
groeit met de geheele film-opzet. Waarin de muziek
wellicht alleen als gesty leerde voorbijgaande
episode optreedt van het levensrumoer, van de
gedruischen rondom ons. Zoo zijn immers ook de
centrale film-acteurs gestyleerde zichtbaarheid;
een bewuste greep uit al het filmbare van de wereld
m ons.
*
* *
Van cinematografisch standpunt bezien heeft
l het liedje Sous les toits de Paris" in de
film ook een te autonoom karakter. Al zijn er
dingen bereikt van een zeldzame harmonie tusschen
! klank- en filmbeeld, bijvoorbeeld de klankkleur
melodie welke ontstaat als ons oog met de camera
langs alle tages daalt, en ons gehoor dezelfde
melodie verneemt, steeds door andere stemmen
voortgezet.
Denkt men zich een zoo nauwe correlatie in een
geheel filmwerk aanwezig, dan heeft men pas een
zuiver voorbeeld van de nieuwe kunstvorm
i klankfilm". In Sous les toits de Paris" heeft
men alleen het klankfilm-mechanisme, maar verder
bijna altijd: echte zwijgende film plus gesynchro
niseerde muziek-adaptatie. Het domineeren van
het muzikale element is dikwijls genoeg hieraan te
herkennen: dat het den camera-man dwingt tot
meer of minder of andere opnamen dan voor een
juiste uitbeelding" noodig zijn.
Naast de ouderwetsche walsdeun, bloedeloos
zooals de meeste dansmuziek uit democratisch
Frankrijk afkomstig (de goede stierf met de
koningen en keizers) is er ook nog in deze film de
foxtrot C'est pas comme c.a", eigenlijk evenmin
nieuw, want eveneens voor het overgroote deel
of een letterlijk overname óf een bewerking van
een oud dansmopje, dat zich over een langer leven
mocht verheugen dan zijn derivaat beschoren zal
Zeist als Woonplaats»
BOUWTERREIN TE KOOP in bet centrum
van Zeist, aan den verkeersweg C'trecht
Arnhem, In de onmiddellijke nabijheid van
bet Raadhuis, de Hotels Hermitage en Figi
en bet Slot van Zeist. Prachtig opgaand
geboomte, stofvrije wegen, voorzien van
rloleering, ga», water en electrtcttelt.
Nadere gegevens worden verstrekt door de
N.V. PARK KEBSBEROEN,
Hontanban?traat 4, Zeist.
zijn. Het zijn, zelfs als bastringue" beschouwd,
deunen waar men verder niet over praat.
Waar wél over te praten valt. is de begeleiding
van dit moois, de begeleiding met de trekharmonica,
die (gelijk trouwens alle geluidsreproductie) zoo
bizonder goed overgebracht wordt dom' de Fransche
Tobis-film en door de Ultraphoonplaat (A 540).
die de wals en de foxtrot brengt uit ..Sous les toits
de Paris", gezongen door Leo Emm, met bege
leiding van Juliari Fuhs en zijn orkest.
Bijna alle stemming" in deze muziek wordt,
afgezien van het filmbeeld, veroorzaakt door de
trekharrnonica-begeleiding, wier klank, dank zij
het uitgesproken karakter daarvan en de relatieve
scherpte, zeer goed wordt gereproduceerd.
Als Paul van Ostayen een van zijn gedichten
getiteld heeft: Hijke armoede van de trek
harmonica", dan ligt er ook een tactische waarheid
aan zijn woorden ten grondslag. Het instrument
heeft een schijnbare armoede, die toch in werkelijk
heid eerder de naam rijkdom" zou verdienen.
Hoe populair ook, is de trekharmocnia in de
muziekwereld een ten. onrechte miskend instru
ment.
In de officieele" muziek zijn de voorbeelden
dat dit instrument gebruikt wordt uiterst schaarsch.
Saint Saëns, die nogal eens vreemde dingen deed,
schreef in zijn even geestige als origineele suite
Le carnaval des animaux" enkele
accordeontonen voor, ter illustratie van de sloome melan
cholie der visschen. Die paar langgerekte tonen
hebben daar een werkelijk verrassende werking.
Hij schreef dit stuk overigens reeds in 188(5, en
het scheen dat de trekharmonica, toen nog betrek
kelijk jong en met toekomst", meer aanzien
genoot dan later.
Het eerste instrument van dit type is in 1822
door Buschmahn te Berlijn vervaardigd en
Handaeoline" gedoopt, en dit type onderging
allerlei veranderingen en verbeteringen, werd nu
juist honderd jaar geleden, door de verbinding
van een blaasbalg met het
mondharmonicasysteem zoowel door den Weener Damian, in
langwerpige vorm, als door den Engelsclimari
Oh. Wheatstone in een kleinere, achtkantige vorm
geconstrueerd. De eene noemde zijn fabricaat
accordeon", de tweede concertina".
Tegen 1840 kwam deze laatste soort ook op het
vasteland, en het is aan dit instrument dat Berlioz
in zijn beroemde instrumentatieleer lange blad
zijden wijdt; of liever: een constructie-princiep
dat hij bestrijdt (de aanwezigheid van het
enharmonisch interval, met de nadeelen van dien) tot
aanleiding gebruikt voor algemeene uiteenzettingen
voor orkestrale enharmoniek. Hij wijst de
Erigelsche concertina af, maar erkent de bruikbaarheid
van de Duitsche, getempereerde.
Hij merkt op, dat het instrument jarenlang
speelgoed was, maar: Ie son du concertina est a
la fois mordant et doux; malgrésa faiblesse il
porte au loin; il se marie aisément avec Ie timbre
de la harpe et avec celui du piano." Dat is
toenmaals niet tegen dooven gezegd; er ontstond een
heele serieuze" accordeon-literatuur, van welke
overigens niets in de mode bleef. Er waren bij
voorbeeld twee Concerto's en een Sonate van
Molique, een Quintet voor concertina en strijkers
van Macfarren, een Adagio voor acht
trekharmonica's van Silas !
Gelijk met echte orkestinstrunienteii geschiedde.
bouwde men een heele familie van deze instru
menten: sopraan-, alt-, tenor-, bas- en contrabas
accordeons. En het aantal bastaards was legio.
Om er slechts enkele te noemen: een duitsche
vorm met 88 tonen, naar den Crefeldsche handelaar
Band bandoneon" genoemd, die tezamen met
de achthoekige engelsche de populairste soort
werd; de aeola", een verbeterd fabrikaat van
Wheatstone; de chromatine". een Beijersch
fabrikaat van veertig jaar terug, dat bij uittrekken
en induwen dezelfde tonen gaf; de Eoli-courtier
en de harmoni-flüte, die een overgangsvorm naar
het gewone harmonium (serafine) was, en nog
veel dergelijks.
Deze instrumenten hebben zelfs een paar
Albert Préjean
de zanger uit Sous les Toits de Paris.
Kunstzaal van Lier
Rokin 126 Amsterdam*
Oostersche & Europeescha antiquiteiten
Oude en Modorne schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographlca
befaamde virtuozen gekend, van wie nu niets
meer dan de naam over is: Blagrove, Case, Kogondi.
Het lijkt wel alsof de ..serieuse" kant van dit
instrument voorgoed verdwenen is.
Maar voorloopig blijft het. ook dank zij de jazz,,
nog populair genoeg. Er zijn straatmuzikanten,
die op nieuwe fabrikaten met vele uitbreidingen
in den volksmond vier- en vijfrijers," een
buitengewoon groote virtuositeit ten toon spreiden,
halve opera's en symphonieën bijna
letterlijknauwkeurig spelen. En het is evenzeer een elegisch
instrument van schippers en matrozen, dat in
sommige streken van Duitschland daardoor zelfs
den naam van Schifferklavier" draagt, wat her
innert aan het hollandsche eufemisme van
trekpiano". De naam harmonica" heeft het instru
ment geërfd van de eens zoo beroemde glas
harmonica, (waar Gluck zooveel van verwachtte !>
toen deze in het curiositeiten-kabinet werd bij
gezet.
Wie wel oens naar volkscher muziekuitingen
dan symphonie of opera-bewerkingen luistert,
weet hoezeer de harmonica tolk kan zijn van
avondlijke nostalgie en feestelijke humor. Hij
weet. . . . Maar laten wij de lyriek aan de dichters.
over. Aan de Banville, die in accordeon" meer
malen een prachtig rijmwoord vond voor ..Odéon";
aan Hervieu, die in zijn Bagatelle" iemand
(minder vleiend voor ons instrument) laat op
merken: Vos lectures sont somnifères. Quand
vous avez un livre entre les mains, par les sons
que vous en tirez cela devient un accordeon"; en
aan onzen l'aul van Ostayen die het liedje van
Hodica en Dodica dichtte, niet als lier-", maar
als harmonica-zang":
..Met een lanije ruk is Jict liedje uit <>/> de trek~
harmonica
fan Rodied en Dodlett
Dodtca is dood en Jiodtcu ift rood
toch icas Ji'odic.a net zoo i/root tiln Dodica.''