De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 13 december pagina 18

13 december 1930 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

:** DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 DECEMBER 1930 No. 2795 HET OPSCHRIFT door Karel Gapek Vertaling van P. Kaptein?Schröder EVEN uitrustend stond Kvi all stil bij de deur en dacht verheugd: IMatijs is ziek, het zal hem plezier doen, ?dat ik gekomen ben: ik zal hem het ?een en ander vertellen, als ik naast ?2|jn bed zit, om hem wat af te leiden. De bel klonk zoo afgebeten, dat het Kvisala een pijnlijk gevoel van beklemming gaf;. het was hem alsof de klank daarbinnen opgeschrikt en blind zich een weg baande door de al te oude stilte, en hij luisterde met de hand aan de bel. Het oude moedertje op pantoffels deed hem open en vroeg hem fluiste rend, binnen te komen. Kvicala liep Op zijn teenen, hij wist zelf niet, -waarom; door de open deur zag hij Hatijs met het gezicht naar den muur gekeerd, in bed liggen, alsof hij sliep. Wie is daar?" vroeg de zieke on verschillig. Meneer Kvicala," fluisterde de oude vrouw, en verwijderde zich. Met opgeklaarde oogen keerde Matjjs zich tot zijn vriend. Dat is aardig-van je. O, 't is niets; alleen maar een borstvliesontsteking, «en of ander exsudaat. . .. over veer tien dagen sta ik weer op." Kvisala glimlachte gedwongen. Het ?was benauwd in de kamer, waar het rook naar omslagen, urine, thee en eieren. De ongeschoren kin van Matijs en. zijn stralende oogen ontroerden hem; het speet hem, dat hij vergeten had, een koele sinaasappel, of een vochtig boeketje mee te nemen, om ze te leggen op het nachtkastje, tusschen verkreukelde zakdoeken, etensresten en ongelezen boeken. Een gevoel van matte onpasselijkheid overmande hem. Hij deed moeite tot een gesprek; vertelde een nieuwtje en ergerde zich over zijn vreemde, als 't ware beslagen stem; hij voelde de oogen van den ?zieke aandachtig en toch ver op hem rusten; en toen slikte hij een nieuwtje in en verlangde ernaar, weg te gaan. Matijs vroeg naar bekenden; maar Kvicala merkte het bijzondere ontzag van den zieke voor de gezonden, en antwoordde steeds moeilijker. Ten slotte was alles uitgeput. Als het venster maar open was! Hooren, Zoo juist verschenen : J. H. f. KOHLBRUGGE SYSTEMATISCH EN BESCHRIJVEND LEERBOEK DER VOLKENKUNDE PRIJS, GEB. F. 11,50 Naast een practisch bruikbare indee ling wil dit boek een korte ethnoloische beschrijving der volken geven, estemd in de eeiste plaats als leer boek voor studenten. De schetskaartjes zijn in een atlasje achter in het boek vereenigd. UITGAVE VAN J. B. WOLTERS GRONINGEN - DEN HA.AG wat buiten gebeurt! een deel van jezelf daarheen overbrengen! Be klemd ontweek Kvicala de starre, afwezige blik van zijn vriend; zijn oogen vermeden het warme, omge woelde bed; hij vermeed de ingedroogde leelijkheid van het nacht kastje; en richtte zijn blik op het venster, het bleeke, half-ondoorzich tige venster, het venster, dat naar de vrijheid leidde. Kijk hier eens," zei de zieke plot seling, en wees met zijn vinger op den muur aan het hoofdeinde van zijn bed. Kvioala, boog zich voorover; op den muur stpnd grauw en uitgewischt en tweemaal onderstreept het woord terug" geschreven. Terug," las Kvicala. Wat zeg je daarvan?" vroeg Matijs stil. Iemand heeft het daar blijkbaar lang geleden neergeschreven." Hoeveel jaar geleden, denk je?" Ik weet het niet. Misschien vijf of tien wanneer is hier voor 't laatst geschilderd." Ik heb het dat vrouwtje gevraagd," zei Matijs, en keek naar het treurige plafond. Meer dan tien jaar geleden. Ik wilde het nooit toestaan." Kvicala's blik keerde haastig terug naar het venster. Kijk toch eens," vroeg de zieke, valt je niets op?" Kvicala boog zich weer over het bed. Het is door een man geschreven. Iemand schreef het opgewonden en ongeduldig, zoodat hier, het potlood afgebroken is. Hij heeft bijna in den muur gesneden ! En in het donker. Dit haaltje is wat zonderling. . . . deze lange halen zien er zoo vastberaden uit." Terug," herhaalde Matijs. Weet je niet, wat daarmede misschien bedoeld is?" God weet, misschien 't een of ander besluit. Misschien om wat terug te geven." Of zelf tot iets terug te gaan?" Mogelijk. Waarom vraag je het?" Zoo maar. Ik denk er aldoor over, waarom het hier geschreven staat." Misschien kreeg iemand een in geving. Hij schreef alleen het grond idee op, om het niet te vergeten. Waarom interesseert het je zoo?" Omdat het mijn handschrift is. Ik heb het blijkbaar zelf geschreven, maar nu weet ik er niets meer van. en kan me niet herinneren, wanneer en waarom. Voortdurend denk ik erover na, wat het te beteekenen heeft." Nu beteekent het niets meer." Nu niet, maar toen. Ik ontdekte het, terwijl ik ziek was. Nooit eerder had ik erop gelet, tot nu. En zoo peins ik uit verveling " Waarover?" vervolgde Kvicala na een poosje. Nooit heb ik gedacht aan de jaren, die voorbij zijn." zei Matijs met gesloten oogen. Waarom ook? Al het gebeurde is zoo vanzelfsprekend. De mensch went aan wat voorbij is. Het komt hem bekend Voor. .Maar nu weet ik niet, wat ik toen besloten had: ik weet niet, waartoe ik terug wilde en waarom het me zoo ondragelijk was. en weet niet, wanneer het was. Nooit zal het me duidelijk worden.... Heb " jij het niet dikwijls, dat iets uit het verleden je verrast en verontrust?" Neen," zei Kvioala oprecht. Ongeduldig bewogen de schouders van den zieke. Ik weet niet, wanneer en waarom," begon hij, maar er zijn me veel mo menten in de herinneringen gekomen waarin dit woord mij de verlossing kon toeschijnen, en voortdurend vind ik nieuwe oogenblikken, waarin ik het schrijven kon. Of liever: ver vullen. '' Hoe vervullen." Ik weet het niet. Al lang bezin ik me erop, hoe het zich liet vervullen. Terug, ja terug, maar tot wat? Ik lig hier maar en herinner me van alles; tot wat daarvan terug ? I k her inner me veel moois. Veel doet me pijn. Veel liefde. Hier en daar licht een oude gedachte op. En veel, oneindig veel heb ik vergeten, en daaraan denk ik het meest. Er zijn onstellend veel voorbije dingen. Het verleden is d uizeli ngwekkend.'' Kvicala zuchtte. Het werd steeds benauwder. Ach, die straat achter het venster ! Licht ! Ruimte ! Snel heid en beweging daar buiten ! Het verleden is niet zoo van zelfsprekend, als ik me had voor gesteld," zei Matijs als tot zichzelf. Het is onnoemelijk onduidelijk. Soms gebeurde er iets merkwaardigs en onmogelijks. Het is me, alsof ik aan den rand sta van een half onbekende wereld; iets heb ik al ontdekt, maar de rest is oneindig wijder en breeder dan ik geloofde. Ik had er geen voor stelling van. . . . Dat is een erbarme lijke dwaling, dat we ons eigen verle den bekend vinden; we kennen slechts iets, maar al het overige.... het meeste moesten we eigenlijk nog be leven !" Kvicala luisterde: buiten rinkelt de tram, de voetstappen worden tal rijker, breed stort zich wagengeratel over alles heen; dun en helder vliegt de roep van een kind op. Maar hier komen slechts de schaduwen der onstoffelijk door het glas gedrongen geluiden; ze zijn beroofd van al het nabije en werkelijke; vervreemd van de geluiden, die zich buiten tegen het venster drukken; met de stilte ver mengd. liet is stil hier," zei de zieke, en de tijd is lang. Ik denk aan dingen, die voorbij zijn. Ze hadden nog niet moeten vergaan. En waaraan ik ook denk, niets had moeten vergaan. Ik moest het pas beloven, aandachtig zelfs in de ergste oogenblikken. Ik heb alles tusschen mijn vingers laten doorglijden, onwetend van wat liet is en er was veel zeldzaams bij " Je bent te veel alleen," zei Kvicala. Ja. Eii over veertien dagen sta ik weer op en herinner me misschien niet eens meer, dat ik eens ..terug" geschreven heb. Maar nu staat het op een muur. Terug ! Alles wat voorbij is. slechts een herkenningswoord; alles is onvoltooid gebleven, aange duid als begin, als vermoeden. . . . Terug ! Misschien voelt ieder het ns. en zou hij willen terugkeeren, alsof het naar huis was tot de eerste schreden; maar terug tot het eind. tot de verklaring en voltooiing van jezelf, tot de laatste schreden. . . . Onmogelijke terugkeer ! Nooit te rug !" Kvicala stond op. ..Over veertien dagen." glimlachte -Matijs. ..Neem me niet kwalijk. Ken week lang heb ik met niemand gesproken. Groeten aan allen." Zijn hand was warm en droog. O. naar buiten ! Louter koelte, straat. mensclien, niensciieii en .. voor waarts'' in dat alles ! GHARIVARIA SJeutfdjtanb, $eutfcf)fonb, iteber 9lIIe Zijjoeïlief t Jtcf) in den charmanten Storey." (Hbl.) Hij heeft zijn broer opnieuw acmgepompt." (O. H. C.) Hier is ze met haar prijëgetroonbe beenen en al." (Leven) Prof. Albert Verwey schrijft in het Hbl.: ,,Wie zich eenigszins ingaanfi met zijn werk heeft beziggehouden, weet dat de tekst van de gedichten niet zonder meer vaststaat," maar van Duitsche handelsreizigers hebben wij nog veel erger Hollandsen gehoord. NAARVORENBRENGSELEN Zij kreeg de gelegenheid het talent der soubrette weer n. v. te b." (N. R. C,) Dit is alleen, om een paar omstandighe den n. v. te b." (Sum P.) Een krachtig streven om de ontwikkeling van onze beschaving n. v. te b. Men kan in ieder geval deze periode n. v. b." (Gr.) B. tijdig n. v. de belangen van handel en nijverheid," (Maatsch. Bel.) Een enkele dilettante kan deze rol zeer gaaf n. v. b." (Ons Toon.) De kampioen heeft meermalen de wenschelijkheid n. v. g." (Kamp.) NAASTINO ,,Naast zijn dialect heeft hij geen besef om zijn argumenten voor te dragen." (Ons Toon.) Hij toont zich ook hier, naast excellent bespeler zijner wondermooie viool, dirigent met benijdenswaardige gaven." (H D..) ONS GEHEUGENSTREEPJE Evenals de speler zelf, heeft meer nog de spelleider daarvoor te waken." (Ons Toon.) Niet onmogelijk is, dat de roover nog in gezelschap van een tweede persoon moet zijn geweest." (Tel.) Een bekend Rotterdamsch geneesheer lag een lorgnet neer op een der vensterbanken." (N. K. C.) Legde het daar niet wat gevaarlijk:' CORRESPONDENTIE M. te H. Ik las uw rijm Vaderlandsliefde" en de corr. daarover. Mag ik uw aandacht vestigen op Hans' Parlementsfilm in de Vrij heid van 2 Dec., waarin hij zegt: Vaderlands liefde is een deugd: een goed burger heeft zijn vaderland lief en geeft blijk van gezond patriotisme. Maar zoodra deze deugd tot een fanatisme wordt en men niets anders ziet dan het eigen vaderland, zoodra men over andere volken en naties op verkeerde wijze oordeelt en hun rechtmatige belangen verblind voorbij ziet, dan is men geen patriot meer maar chauvinist." Juist. Antw. Vaderlandsliefde is een deugd petitio principii. H. acht een axioma, wat ik een stelling noem, die bewezen moet worden. Hij moet de redeneering van mijn couplet, eindigende: Vergeefelijke zwakheid is het, en niets meer" weerleggen. Bij deugd" denk ik aan iets dat opoffering vergt, niet aan iets dat je extra-prettig vindt. Menschenliefde, met offers, zoo noodig, en zonder streeling van de ijdelheid. Wat beduiden zulke vage termen als die ik onderstreept heb? Een eerlijk chau vinist acht zich in 't geheel niet blind voor anderer rechtmatige belangen. Maar hij acht de belangen van andere naties niet rechtmatig. als zijn vaderland er door benadeeld wordt. En daar heeft hij gelijk in. Dat eischt zijn vaderlandsliefde. Right or wrong, my country, zooals de mooie christelijke spreuk luidt. En zou hij toegeven, dat hij op verkeerde wijze oordeelt? Ik ken u als overtuigd afschaffer. vijand van bedwelmende dranken. Hoe is het mogelijk dat gij zulke narcotica slikt? Right or wrong, my country opium. MIJMHA Bi) Apotb. en Drogiiten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl