Historisch Archief 1877-1940
No. 2793
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 DECEMBER 1930
\t
De Pornografische
Rijkscommissie
door J. Greshoff
Onjuiste samenstelling
Mr. J. DONNEK heeft een circulaire opge
steld, waarin hij voorschriften geeft voor don strijd
tegen de pornographie. Tevens is bij ministerieele
beschikking van 19 November een commissie van
deskundigen op dit gebied ingesteld, welke tot
taak krijgt om de overheden van advies te dienen.
Wanneer ik dit nuchtere bericht lees, dan drin
gen zich plotseling tal van vragen aan mij op,
en begin ik ook te vreezen dat dit alles een bron
van eindeloos misverstand gaat worden.
Wat is pornographie?
Waar houdt de kunst op en begint de porno
graphie ?
Daar zit de kneep ! Het door Mr. Donner aan
gevoerde probleem staat in direct en nauw ver
band met essentieele vraagstukken der kunst.
M et zou dus logisch, rechtvaardig en nuttig
geweest zijn, indien in die commissie-van-advies
eenige kunstenaars benoemd waren. Maar dit
heeft men angstvallig vermeden, omdat men
natuurlijk in de milieu's waarin Mr. J. Donner
evolueert doodsbenauwd is voor de competentie
en de vrije geest der kunstenaars. Veel liever
liet men de beoordeeling van deze met de kunst
verbonden verschijnselen over aan rechtsgeleerden
en schoolmeesters van verschillende graden.
Hola. ... er is een letterkundige" in de com
missie. Dat is waar ook ! Een der sieraden onzer
letterkunde, een onzer edelste grootmeesters: de
heer D. Wouters uit Zeist. Schilders kwamen vooral
niet in aanmerking, omdat die allemaal, zonder
uitzondering, wel eens een ontkleede dame
nageteekend hebben, en dus niet onpartijdig meer
kunnen zijn. Weg met de schilders, de vuilbaarden.
De heer D. Wouters, prozaïst uit Zeist, met zijn
medeleden, moet dus uitmaken wat pornographie
en wat kunst is. Ik ken de heer D. Wouters uit
Zeist niet, maar ik vrees, dat hij nooit de
pornographische" litteratuur grondig bestudeerd heeft.
Ik vrees" is eigenlijk het goede woord niet. Ik
zou moeten zeggen ik hoop", ik hoop het voor
hemzelf en de zijnen. En zijn openbare persoonlijk
heid geeft ook geen waarborgen voor zijn inzichten
in kunst. Ik heb zoo'n vermoeden dat de heele
commissie en bloc niet weet wat pornographie is,
noch ooit echte doorgewinterde pornographie
gelezen heeft en dat de commissie met uit
zondering van prof. Hudig geen flauwe notie
van kunst bezit.
Men zou de heeren willen examineeren !
Erotische houtsneden der Japansche grootmees
ters, etsen van Rops, litho's van Vertes....
kunst of ?
Erotische sonnetten van Malherbe,
manteltexten van Verlaine, van Pierre Louys. . . . kunst
óf ?
Is Si Ie grain ne meurt" (Gide) of Le Dieu
des Corps" (Romains), hooge litteratuur of prik
kellitteratuur ?
En de populaire handboekjes van Dr. Van de
Velde, hoe staat het daarmede?
En dan al die naaktheden van al die moderne
schilders, die er geen doekjes omwinden of voor
hangen. . . . Hier raken wij al dadelijk aan de
netelige capillaire quaestie. En ik zou willen
vragen: hoe staat de commissie tegenover de
natuurlijke stoffeering van den mensch?
Zoo kunnen wij wel doorgaan met vragen. Het
DE SUIKERRESTRICTIE
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Johan Braakensiek
CHADBOURNE
VAN AALST
(Deze voorslag was goed in het oog van Pharao en al zijn dienaren; zoo
zal die mondvoorraad den lande opgespaard blijven. Genesis).
zou een ridicule geschiedenis zijn, indien het per
slot van rekening niet weer een verkapte aanval
op de vrije uiting was.
Dat men zwijnderij verbiedt is natuurlijk
opperbest. Maar de echte, goede, gegarandeerde
pornographie is zoo kostbaar dat zij niet in handen
van het groote publiek en niet in handen van de
commissie komt, en maar heel hél zelden, bij
toeval, in handen van de politie. Dit genre treft
men hier niet.
Tegen vieze briefkaarten, boekjes, blaadjes
en ander fraais is men altijd met succes tekeer
gegaan. Daar zijn tot nu toe geen commissies bij
noodig geweest en zijn ook in den vervolge geen
commissies bij noodig.
Het is duidelijk en evident een aanslag gewor
den op de kunst, altijd een doorn in het oog van
Mr. J. Donner's partijgenooten.
Hoe dit alles ook zij: in leder geval is de samen
stelling der commissie onjuist. De bekwaamheden
en bevoegdheden der commissieleden, die niemand
in twijfel zal durven trekken, liggen elders dan op
de aan elkaar grenzende gebieden van kunst en
pornographie.
Kunstenaars behooren te beoordeelen of werken
wel of niet tot de kunst behooren. Zij zijn de
eenigen die het kunnen. Zij zijn de nigen die
er direct belang bij hebben om juiste, recht
schapen onderscheiding te maken; om te verde
digen en te verwerpen.
Mr. J. Donner die de kunst uitleverde aan een
stel ambtenaren en den litterator D. Wouters uit
Zeist; die de mogelijkheid schiep, dat door een
onbevoegde commissie een dwingend oordeel over
kunstwerken kan worden uitgesproken, heeft een
daad gedaan, welke zoo positief mogelijk tegen het
artistieke leven in Nederland en tegen onze
geestelijke vrijheden gericht is.
Ik ben zoo gewend aan kwaadwillige misver
standen, dat ik niet eindigen kan zonder nog eens
nadrukkelijk vast te stellen dat dit stukje niet
dient om de pornographie te verdedigen, maar
uitsluitend om de wijze waarop men haar bestrijdt
te laken en om het middel dat men koos te,
verwerpen.
Nieuwe Uitgaven
Historische s<-7iets van de Nederlandsehe letterkunde
roor sehoolijebruik en Iwofdacicstwlie, door Prof.
Dr. (!. X. de Vooys. Veertiende herziene druk.
Uitgave van J. B. Wolters, (ironingen?Den Haag.
A. Sparenburg. De Bijbel, gelezen door een
nuchter mensch. Critische beschouwing der gere
formeerde leer. Uitgave van de Hollandia Drukkerij
te Baarn.
C. Hache, Choses de France. Uitgave van W. J.
Thieme te Zutphen.
Ir. W. Harmsen e. i., Hoe maak ik m'n eigen
rad io-ont ram/station, zoowel voor korte als voor lange
ijol j ontvangst. Vijfde, geheel gewijzigde druk, met
21 afbeeldingen. N.V. Uitg. Mij. Kosmos" Am
sterdam.
Ir. J. A. Pennink, Het boek der Elecirischc
Wonderen. Uitgave W. J. Thieme &(.'ie., Zutphen.
J. A. Lieshout, De belijdenissen van den H,
Au/iustinus. Uitgave: Wereldbibliotheek, Am
sterdam.
«v«V~tVf*Y...<V. tt»* 1
V^^