Historisch Archief 1877-1940
No.2793
DE GROEN E AMSTERDAMMER VAN 13 DECEMBER 1930
Wetenschappelijke Varia
Erotische Astronomie
door Dr. P. van Olst
AARDE
Eros en de Aarde
DE mogelijkheid bestaat dat deze titel meer
lezers lokt, dan gewoonlijk een oog slaan
in deze wetenschappelijke varia, want de mensch
is van nature pervers. Voordat ik mij door mijzelf
laat verlokken verder te gaan op deze glibberige
paden, doe ik beter mij te remmen en dadelijk te
bekennen dat ik niet erotische astronomie"
bedoel (in dit geval tenminste) astronomische
gegevens betreffende Eros, die nu natuurlijk niet
de god der liefde voorstelt, maar de naar hem ge
noemde planetoïde.
Tusschen Mars en Jupiter bevond zich voor de
atronomen van vroeger eeuwen een geweldige
ruimte-gaping, waarin eigenlijk nog best een
planeet zou kunnen passen. Maar deze ontbrak.
Totdat op den Nieuwjaarsdag van 1 80 1, dus op
den eersten dag der negentiende eeuw een uiterst
miniem planeetje ontdekt werd, dat spoedig
andere ontdekte planeetjes naast zich kreeg,
zoodat op dit moment een klein duizendtal aan den
hemel gevonden is dezer planeetjes induodecimo,"
die men den naam van planeten niet waardig
achtte, en die slechts planetoïden (=
planeetachtigen) of asteroïden gedoopt werden. Hun
namen loopen uiteen van de hoogstdravenden tot
Aaltje" toe. Hun gemeenschappelijke massa
is slechts het negenhonderdste deel der aarde,
dus een fatsoenlijke planeet zouden zij,
samengebald, niet opleveren, maar wat erger is, hun banen,
waarvan alleen het gemiddelde eenigermate past
tusschen Mars en Jupiter, varieeren zóó sterk,
dat er enkelen naaste buren van Jupiter zijn en
enkelen naaste buren van Mars. Zij komen zelfs
wel buiten deze grenzen.
Ben der planetoïden, die op dit gebied een groote
vermaardheid heeft gekregen is Eros. Haar ont
dekking dateert uit recente jaren, want pas op
14 Augustus 1898 werd zij gevonden door M.
Witt op de Urania-sterrewacht bij Berlijn. Haar
nummer was, tusschen haakjes, 433, dus men ziet hoe
sinds dien tijd het aantal nog gegroeid is ! Reeds
dadelijk viel op dat deze planetoïde zich zeer snel
langs den hemel verplaatste, want dit wijst op een
betrekkelijk geringe afstand tot de zon; hoe
dichter een planeet bij de zon ligt, des te harder
loopt zij. Bij de berekening der baan van Eros
bleek deze gemiddeld nog dichter bij de zon te
loopen dan Mars. Neemt men den afstand aarde
tot-zon als eenheid aan, dan is Mars gemiddeld
1.524 dezer eenheden van de zon verwijderd en
Eros gemiddeld 1.458. Maar dit komt ook doordat
de Erosbaan een vrij sterk uitgerekte ellips is, wat
dadelijk in't oog valt als men nagaat dat de klein
ste afstand van Eros tot de zon 1.133 is, en de
grootste 1.783. Dit beteekent dat onder gunstige
omstandigheden Eros veel dichter bij de aarde kan
komen dan Mars ! Haar afstand tot ons kan ver
minderen tot 0.116 ! of slechts een goede zeventien
millioen kilometers. Onze andere buren Mars en
Venus komen nooit dichter bij dan resp. ruim 56
en 40 millioen km. Eros is dus onze naaste
hemelbuur. Voorwaar een symbool !
JCHAKCL
WEIUSEWES Hi17«AMSTEQQAM
Kleermakerij
Bfl «w verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN
Maar er zit veel meer aan vast dan
een waardeloos symbool. Anders zou
men ook niet op het moment zich zoo druk
bezighouden met Eros.
De zaak is deze: zooals wij op aarde alles meten
met de eenheid meter" zoo meet men de hemelen
liefst met een grooter m^at, nU; de reeds vermelde
afstand aarde tot zon." Deze afstand is bijna 150
millioen kilometer. Maar wij willen hem wel iets
nauwkeuriger kennen, evengoed als de aardsche
meter ook zoo nauwkeurig mogelijk is vastge
steld. Wat heeft men immers aan een maat-eenheid
die niet absoluut vaststaat?
De afstand van een hemellichaam kunnen wij
vinden door gebruik te maken van het principe
dat in de hierbijgaande figuur is aangegeven.
Vanaf de aarde ziet men de hemellichamen C
en D geprojecteerd op het verre hemelgewelf,
hier door een deel van een cirkelboog aangegeven.
Gaat men nu eens na in welke richting men het
dichtstbijzijnde hemellichaam C ziet vanuit twee
zoo ver mogelijk uiteenliggende punten op aarde,
bijv. uit A en B, dan blijkt dat men van hieruit
het lichaam C ziet, hetzij in f hetzij in e, dus sterk
verschoven aan den hemel.
Voor het verderop gelegen hemellichaam D is
deze schijnbare verschuiving veel geringer nml.
tusschen de punten g en h. Hoe dichter een lichaam
bij ons ligt, des te sterker verschoven zien wij het dus
aan den hemel als het uit twee ver uiteenliggende
plaatsen op aarde wordt bekeken. Uit de mate
dezer verschuiving en uit den onderlingen afstand
van A en B kan men meetkundig d en werkelijkeii
afstand MC of MD berekenen.
De zon zelf moeten wij vanuit twee plaatsen op
aarde ook zoo verschoven zien aan den hemel,
maar daar zij zoo helder is dat de vergelijkingspunten
(de sterren) op den hemelachtergrond onzichtbaar
zijn is de meting dezer verschuiving niet mogelijk.
Wel is deze meting echter uit te voeren bij de
planeten ! En natuurlijk is de meting het gemak
kelijkst bij de zeer nabijkomende planeten, want
hoe grooter de verschuiving aan den hemel is
des te beter is zij waar te nemen en te meten.
Heeft men nu door deze waarneming den juisten
afstand der planeet zoo nauwkeurig mogelijk be
paald, dan laat een der wetten van Kepler toe om
uit dezen planetenafstand tot ons ook den afstand
der zon tot ons nauwkeurig te berekenen.
ledere keer als een planeet dus zeer dichtbij
komt is de gelegenheid gunstig om haar afstand
nog eens zér nauwkeurig te bepalen en daaruit
den zonne-af stand te berekenen. Dit geldt natuurlij k
eveneens voor de planetoïden. Zooals ik reeds
gezegd heb is Eros het hemellichaam dat ons het
dichtst nabij komt. Het ligt dus voor de hand dat
juist Eros zich goed leent voor de hier vermelde
methode der zonsafstandbepaling.
In 1900 is Eros reeds dichtbij de aarde geweest.
Men heeft toen talrijke metingen verricht op ver
schillende sterrenwachten. Uit 295 fotografische
en 1400 micrometrische waarnemingen heeft men
een zonne-afstand van 149.500.000 lm gevonden
met een onzekerheid van 170.000 km, wat dus
even nauwkeurig is alsof men den afstand Amster
dam?Haarlem gemeten heeft en zeggen kan:
't kan ook 20 meters meer of minder zijn."
Dat is dus nog maar erg matig nauwkeurig !
Gelukkig komt in 1931 Eros opnieuw zeer dicht
bij de aarde en op 29 Januari a.s. is zij nog de
helft dichterbij dan in 1900 ! Men heeft dus de
beste verwachtingen om in het komende jaar de
afstand van Eros nog nauwkeuriger te bepalen en
daarmee ook de grondmaat der sterrekunde nl.
den afstand aarde tot zon met grooter stelligheid
vast te leggen.
CHAMPAGNE K RU G & CO
REIMS
IN KWALITEIT AAN DE SPITS!
AGENTEN
ON GRONING
KRONIEK
O
Het Euvel der Omkooperij
NLANOS kon men het volgend berichtje in
de bladen lezen:
Sinds eenige tijd bestaat een commissie uit de Ned. Mij.
voor Nijverheid en Handel, het Ned. Verbond van Werk
gevers en de Ver. van Ned. Gemeenten, die tot taak heeft
na te gaan wat gedaan kan worden om te komen tot af
doende bestrijding van het steeds ernstiger vormen aanne
mende euvel van omkooperij.
In het door die commissie uitgebrachte rapport wordt er
bij den minister op aangedrongen wettelijke maatregelen te
nemen. Verder wordt noodig geacht, dat ook het bedrijfs
leven zelf zich met bovengenoemd vraagstuk gaat bezig
houden. De gedachte is geopperd om, zooals dat reeds in
enkele landen het geval is, een bepaalden organisatievorm
te stichten, waardoor de bestrijding der omkooperij kan
plaats vinden. De mogelijkheid is overwogen om een cen
traal bureau op te richten.
Een commissie instellen is steeds het begin
van herstel aller euvelen. Maar toch ook niet
meer dan een begin. Want behalve herstel is 't ook
uitstel, nademaal het, desgewenscht, lang kan du
ren eer zoo'n commissie met haar rapport gereed
komt. Het kan jaren duren. En het rapport kan
ook tot in eeuwigheid op zich laten wachten....
Intusschen is ons geweten, althans eenigszins,
gerust. In Amerika, waar inen nog een kinderlijke
ziel deelachtig is, worden commissies ingesteld
voor de meest gecompliceerde als voor de
eenvoudigste zaken. Bijv. Waarom de menschen zoo
geneigd zijn de wetten te overtreden, waarom er
onzedelijkheid bestaat of hoe het komt, dat de
hooge hoeden uit de mode raakten. En men schijnt
bij ons ook deze gewoonte te willen overnemen,
Met wat dan vervolgens aan de orde is: wettelijke
maatregelen", een centraal-bureau", thans tegen
de omkooperij", die ernstige vormen" heeft aan
genomen. Men mag hopen, dat het helpen zal,
maar het lijkt niet waarschijnlijk. Immers, wie
omgekocht worden, zijn, om te beginnen, lagere
ambtenaren en dito employés van groote zaken,
die meest hartelijk bereid zouden blijken de deugd
der onomkoopbaarheid te beoefenen, mits iedereen
dit deed en zij voldoende betaald werden om
voordeeltjes te kunnen ontberen. Noch het een
noch het ander doet zich echter voor. Het euvel"
der omkooperij is algemeen en sedert lang in de
zeden opgenomen, terwijl het leven heel duur is.
En wie omkoopen, doen dat ook niet uit
Mephistofelisch cynisme, maar wijl de concurrentie in deze
overvolle wereld met gewone middelen niet meer
mogelijk is. Wat zal men dan tegen dezen blijkba
ren stroom des tijds" met wetsgeboden en een
centraal bureau aanvangen? Het is deze stroom",
in Amerika iets gewoons, die het enkel natuurlijk
acht te nemen wat men krijgen kan en van de
gelegenheid te profiteeren. Terwijl dan de moraal
iets voor Zon- en feestdagen blijft. Evenmin, als
bijv. tegen het toenemende zedenbederf" en
zulke akeligheden, kan men met wet en dwang
middel iets uitrichten tegen wat het al moeilijker
materieele leven vanzelf meebrengt: een strijd om
het bestaan, die de primitiefste eri scherpste
instinkten oproept en op den duur alle generositeit
en menschelijkheid doodt. Wij zullen in deze
opzichten nog wel andere dingen zien, als wij tijd
van leven hebben.
F. C. ;
P. W. De oplettende lezer zal hebben begrepen.
dat in de Kroniek van do vorige week waar
rjiboorh dag stond sü-rfdag bedoeld was. Bilderdijk
was geen negentiendeeeuwer.
BENNER & ZOON
PIANOHANDEL
GEVESTIGD
l DEN HAAG
HOFLJSVEBANC1EKS ?
97 NOORDEINDB f