De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 20 december pagina 16

20 december 1930 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

r Uit m ij n poësie-albu m door Alida Zevenboom Teekeningen voor De Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek 7 OU u het wel doen, tante, had nicht uit de Commelinstraat tegen me gezegd, maar met nichten die op je erfenis loeren, moet je voorzichtig zijn, want die vinden het jammer als tante wat van haar inboedel verkoopt en ik had al lang in de gaten dat ze mijn oude penantkast graag hebben wou, maar kleedt u u uit voor een nicht als je zelf nog gezond van lijf en leden bent al ben je dan ook een beetje stijf in dezen tijd van het jaar met dien noordoostenwind? Ik niet, had ik tegen nicht gezegd en daarom was ik van plan om die oude kast naar de veiling te brengen om er een nieuwerwetsch dressoir te koopen, zoo heet zoo'n ding, geloof ik, dat altijd staat te waggelen en waarin je niets bergen kan omdat de planken te smal zijn, ik zeg dat ik, voor dat ik mijn penantkast wegliet brengen, hem nog eens goed nakeek en toen vond ik in het bovenlaadje mijn poes'e-album als jong meisje en nu zal u er misschien om lachen maar ik heb er tranen van in mijn oogen gehad. Ja, dat zal zoo wat om en nabij 1890 ge weest zijn. Ik was pas bij mevrouw zaliger in betrekking als derde meisje en voor de schel en een echt groen ding en dan alleen in Amsterdam. En toen ik weg zou gaan, bond mijn goeie moeder me op het hart om toch vooral niet naar de mooie praatjes van knappe mannen 'te luis teren want die hebben het nooit goed met je voor, kind ik hoor het haar nog zeggen en je hebt zelf een aardig snuitje en dan is het dubbel oppassen, want een man kan je alleen vertrouwen als hij met je in het stadhuis voor den wethouder van den burgerlijken stand staat en dan zeggen ze ,,ja" terwijl ze inwendig neen" zeggen". En toen ik 's avonds bij haar alleen zat, want mijn vader was nog aluithuizig en het bier in het stadje, waar wij woonden, vond hij maar al te lekker, haalde zij een boekje uit haar werkmandje, waar ze het in geborgen had en gaf het mij en ik zag er buiten op staan: PoesieAlbum" en moeder, die niet erg ter penne was en nog al beverig schreef wordt maar niet beverig met een man als mijn vader, het is zonde dat ik het zeg, want hij was geen slechte kerel, maar had nooit moeten trouwen en vooral niet met mijn moeder, en ik hoor het hem zeggen: als je met de goeje trouwt, gaat er niets boven en als je met de slechte trouwt, gaat er ook niets boven" en dan werd moeder valsch, maar dit tusschen haakjes, en toen nam zij een penhouder met een pen en schreef er de volgende regels in en ik heb er boven zitten huilen toen ik ze na veertig jaar weer terug zag, verbleekt en met een paar vochtvlekken er tusschen. ,,Ali, lieve, oudste dochter, onthoud de woorden van uw moe Hoor steeds naar raad en blijft altijd deugdzaam Al wat maar goed is, wenscht zij u toe Nog menig jaar zij u gegeven, mocht ik steeds vreugd van u beleven Niets heb ik meer voor u neergeschreven, alleen dat u Gods Gunst behoe". Ik geloof dat het een vers van dominee Laurillard was want die dichtte erg mooi in die dagen en het is wel een verschil met nu, want nu dichten de dominees niet meer, maar als zij schrijven, schrijven zij over politiek en dan kwam er nog bij dat je de gedichten uit mijn tijd begrijpen kon, al las je ze van achteren naar voren, dan waren ze nog mooi maar tegenwoordig.... Vandaar misschien ook dat er geen poesie-albums meer zijn wat wel jammer is, want het jonge geslacht kan best wat poesie gebruiken tusschen al die sport en die machinerie. Worden er nu nog wel zulke mooie verzen gemaakt als wat ik zoo juist las: Rozen verwelken Bloemen vergaan Maar Liefde en Vriendschap Blijft eeuwig bestaan". Dat had die stuurman bij de groote vaart die op een Zondag met me in de Roomtuintjes" heeft gezeten en in eens wegbleef en nog terug moet komen ik ga wat sigaren in de Plantage halen", zei hij zoo onschuldig dat ik hem nog mijn beursje mee gaf omdat hij geen In mijn hals.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl