Historisch Archief 1877-1940
Kerstnummer
17
een glaasje stout
klein geld had ik zeg dat had die meneer met zijn gouden band
om zijn' arm, in mijn album geschreven en er was een bundeltje
vergeet-mij-nietjes bij geplakt.... hoe vindt u zoo'n huichelaar? Een
zilveren knipje met zeker drie guldens er in en wat kwartjes en dub
beltjes. Maar het zal hem er naar gegaan zijn. Een half jaar later las
ik dat een stuurman bij de groote vaart door inboorlingen in Indi
was opgegeten en ik mag een mensch niets kwaads tocwenschen en
daarom hoop ik dat hij die inboorlingen niet te /waar op de maag
heeft gelegen.
Ik blacbr verder in mijn albiim en daar staat met mooie trekletters:
Wel foei, een vou\vt]e op dit blad
En bovendien nog vastgeplakt
Geloof mij, Ali, beste meid,
Het is voorwaar geen'
Maar 't is dat ge onder al uw vrinden
Mij het eerst terug zult vinden".
slordigheid
En onderteekend met.... maar dat doet er niet
toe. Hij is nu netjes getrouwd en zal wel grootvader
zijn. Ik heb wel eens van meneer Stanislafski ge
hoord dat de politie er een zoogenaamd zwart boek"
op nahoudt, waarin alles omtrent de boeven staat
opgeteekend en ik moet zeggen, dat ik aan dat boek
begon te denken toen ik zoo bladerde in dat ver
geelde album dat net rook als sommige kransen
op een kerkhof.
Je vraagt je als vrouw af hoe iemand met zoo'n
zwarte ziel zoo'n mooi gevoelig versje kan maken en
hoe lief:
Wel foei, een vouwtje op dit blad....
U hadt dien meneer met dat vou\vtje in zijn ziel
moeten kennen toen ik hem onder het oog bracht
dat hij bezig was te trachten onder al mijn
vrinScheel van nijd . .
den zoek te raken en ik heel wat moeite gedaan had om hem terug
te vinden. Niet dat er iets gebeurd was dat. . .. enfin.... maar
een vromv hoeft zich toch maar niet altijd om den tuin te laten leiden
als ze wat al te goed van vertrouwen is. Hij was bediende bij Migny
in de Kalverstraat, bij wie mevrouw zaliger zich altijd liet kappen
als er wat bizonders te doen was. Er werd toen nog niet gepermanent
en iedere vrouw die wat in de melk te brokken had, droeg, bij haar
eigen haar, ook nog haar van een ander, en ik weet nog dat ze in de
keuken scheel keken van de nijd toen Krancois want zoo heette de
kapper mij a la Eédora" gekapt had en toen hij er mee bezig was,
hoorde ik hem achter mijn rug zeggen: ,, wat heb
je toch een mooie, blanke hals, veel mooier dan van
menige dame uit de Bocht" en meteen. ... er loopt
nog een rilling van woede over mijn rug als ik er
aan denk, gaf hij me een zoen in mijn nek en om
dat ik een kapmantel omhad, kon ik hem geen
labberdaan op zijn wang geven.
Drie maanden lang hadden we zoo'n beetje
losvaste verkeering en telkens als ik zei dat ik nu einde
lijk wel eens haring of kuit wou hebben, had hij weer
een andere smoes en ik weet het nog als de dag van
gisteren, dat hij op 23 September jarig was en ik gaf
hem nog een mooie meerschuimen pijp met drie, een
beetje bloot gekleedc, zeemeerminnen er in gesne
den, die hij moest doorrooken en ik deed er nog wat
extra fijne Portorico bij en, u zal het niet willen
gelooven, maar zes weken later was hij getrouwd met
Mina, onze schommelige keukenmeid, die een dik
spaarbankboekje had en is hij voor zichzelf in de
Pijp begonnen, die toen net zoo'n beetje in op
komst was en ik weet nog best dat ik met een
kameraad op een avond in de Gerard Dcustraat