De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 20 december pagina 31

20 december 1930 – pagina 31

Dit is een ingescande tekst.

Kerstnummer 31 DILETTANTEN-TOONEEL het balboekje, wat uit de hoogte en begint geagiteerd een zwarte waaier, beschilderd met roode bloemen en vogels, voor haar gezicht te bewegen. Och, nu je toch eenmaal aan het vertellen bent, praat nu maar door. Ik ben nieuwsgierig geworden en wie weet, misschien laat ik me wel stichten. Ik heb al zoo vaak gedacht: wat is er dan zoo aardig geweest aan dien stijven, ouden tijd en hoe konden meisjes er zich vermaken, die nooit alleen met een heer uitmochten en altijd gecha peronneerd door een vader, een moeder of een oudere vrouwelijke bloedverwante kwamen dansen? Ga door, ik zal je niet meer uit lachen." ,,De oude tijd was niet zoo stijf als jullie nu denken. Hij was alleen anders. Hij was ook gezelliger. Men leefde meer binnenshuis, men had zijn clubs, zijn ,,jours", zijn avonden", maar ik verzeker je, dat je moeder zich in haar tijd niet heeft verveeld, al is zij nooit zoover heen geweest, dat zij diep na middernacht achter in een auto van een vriend moest worden geheschen, die haar naar huis tufte...." Dat is een uitzondering. Je moet niet generaliseeren." Zoo'n bal vroeger. Het was een gebeurtenis. Wat een voorberei dingen, wat een overwegingen, wat een verwachtingen. Die nerveusc agitatie vooruit. De vrees muurbloempje" te zullen worden deed de jonge meisjes er voor zorgen reeds verscheidene dansen van te voren met de jongelui te bespreken, zoodat er op het bal zelf nog maar weinige te vergeven overbleven. Midden in het bal, in de pauze, was het souper, dat besprak men ook zooveel mogelijk van te voren met een heer. Deze stuurde het jonge meisje dan vooruit een bouquet thuis, die zij 'VU Net een lijzenpop Bals waren vroeger wat anders op het bal meebracht. Die bouquet vergeten mee te brengen zou hoogst onwelvoeglijk zijn geweest. Zelfs wanneer men op het geschenk om de een of andere reden niet zoo gesteld was, ondervond de gever het thuislaten van zulk een bouquet terecht als een beleediging. Er zijn gelegenheden genoeg om op het bal zelf den bewusten heer te laten voelen zijn attentie niet meer te herhalen. In ieder geval moest men voor die bouquet bedanken/' Het is veel aardiger je partner aan het souper aan het toeval over te laten. Laatst vroeg Johnny of ik met hem wilde afspreken. Maar ik zei: Laten we nu niets afspreken. Het is veel aardiger op het bal zelf te zien met wien en waar men te land komt. Johnny keek wat sip, maar ik bracht hem aan het verstand, dat hij wel eens een meisje kon treffen dat hij veel aardiger vond dan mij. En voor mijzelf behield ik het zelfde voor. Ik mag Johnny zoo graag een beetje jaloersch maken, dat is goed voor hem, dan gaat hij zich niet te veel verbeelden recht" op mij te hebben. Want verloofd zijn we nog heelemaal niet. En trouwen, als het daar ooit van komt ? Maar toen het tegen de pauze liep zorgde ik wel, dat ik wat meer in zijn buurt kwam en toen stonden we ineens tegenover elkaar en gingen Johnny en ik samen soupeeren. Dat plotselinge was veel aardiger. En Johnny heeft een fijne flesch laten komen. Een andere heer had me al een glas champagne aan geboden toen ik dorst kreeg." ,,(), hemel, dat zou vroeger nooit voorgekomen zijn. Men dronk

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl