Historisch Archief 1877-1940
Kerstnummer
39
GARDE-MEUBLES DEN HAAG
BATENBURG & FOLMER
HU IJ OENSPARK 2 2. T E t. 11O3O
Blllllke Tarieven-Verzorging - Garantie
gedrang. Dames vielen flauw, kinderen
liepen kneuzingen op en zakkenrollers namen
de gelegenheid waar om horloges en beurzen
te ontfutselen.
Vlak bij me kreeg een jonge vrouw het te
kwaad. Een paar kerels, die tegen haar
aangedrongen stonden, maakten, inplaats
van haar- te helpen, onwelvogglijke opmer
kingen en dit ergerde me zoo, dat ik er me
mee ging bemoeien. Het werd een formeele
kloppartij. Ik ben anders geen held, maar
toen sloeg ik er op los dat het een aard had.
Toen de politie tusschenbeide kwam, namen
de kerels de beenen.
Ik dank u !", snikte de dame, geheel
overstuur. Ik vroeg haar, of ik haar van
dienst kon zijn en zij nam mijn geleide er
kentelijk aan.
Toen we eindelijk
het tourniquet waren
gepasseerd, noodigde
ik haar uit om in een
van de vele gelegen
heden ons ietwat te
recreëeren en van den
schrik te bekomen.
We vonden nog een
plaatsje onder de
zonnetent van de
mailboot.
Spoedig waren we
in een aangename con
versatie gewikkeld.
I k herinnerde haar er
aan, dat
opdezenzelfden Prins Hendrik"
de helden van Lom
bok kortgeleden wa
ren gerepatrieerd. Zij
wist het, want ze had
ze dien Zondagavond
in Mei zelf mee afge
haald, toen ze, verwel
komd door de muziek
van het Zevende, aan de Handelskade aan
land stapten. Haar verloofde was er zelf
nl. bij geweest; hij had als luitenant den
krijgstocht mede beleefd.
Gister was ze ook nog in Den Haag bij
den intocht van generaal Vetter geweest.
O, wat was die gehuldigd. Maar hij had het
dan ook verdiend ! Hij was een echte held;
heel wat anders dan die landverrader in
Frankrijk, die kapitein Dreyfus, wien ze
van den winter de epauletten van den schou
der hadden gerukt en wiens sabel ze midden
door hadden gebroken, de lafaard !
Zoo praatten we door over heldenmoed;
ik herinner me alles nog van stukj e tot beetj e:
hoe we 't gehad hebben over den oorlog
tusschen China en Japan, over de
Armenische gruwelen en over de nieuwe geweren,
die onze marine gekregen had. Want van al
die dingen was ze, door haar verloofde, gosd
op de hoogte.
Ze was zeer vaderlandslievend en vond het
jammer, dat de koninginnen de tentoonstel
ling niet hadden geopend. Maar dat kon men
ook moeilijk van ze vergen, tusschen al dat
reizen en trekken in. Pas waren ze in Enge
land geweest, zou daar iets waar zijn van
die huwelijksplannen met een Engelschen
prins? en toen moesten ze weer naar Den
Bosch en Maastricht en Nijmegen en Venlo.
En eergister waren ze alweer naar Tyrol
vertrokken en in 't najaar zouden ze naar
Overijsel en Drente gaan. 't Was óók niet
alles, koningin te zijn ? ! Maar wat waren
't een lieve menschen, de koningin-moeder
en het prinsesje !
Ik was wel een beetje jaloersch, wanneer
ze al maar over haar verloofde vertelde.
-5F1L X JLi
cHAKCL
-IP'AMSTEQOAM
naar maat
Bi) ons'verkrilgbaarSN.R.V. MONTA SCHOENEN
.... allen staarden de lucht m ....
Donderdag zou ze met hem de feesten van
generaal Vetter's inkomst in Amsterdam
bijwonen; er zou dan 's avonds een vuur
werk op den Amstel zijn en de minderen
zouden in het Panopticum op een feest
maal worden onthaald.
Waar bleef haar verloofde? Ze hadden
afgesproken, samen op de Tentoonstelling
te komen, maar in het gedrang hadden ze
elkander zeker gemist.
We zouden maar eens gaan zoeken; een
luitenant is spoedig te herkennen, vooral
een luitenant van het Indische leger. We
besloten, naar Oud-Holland te gaan; daar
zouden we de meeste kans hebben.
Toen we den luitenant niet dadelijk von
den, gebruikten we de gelegenheid om te
zoeken meteen maar voor ons beider ver
maak. Ik kocht een lot voor het meisje en
zei zeker te zijn, dat ze de gouden zuil win
nen zou, die honderd duizend gulden waard
wras. Maar zij zei, dat ze in de loterij nooit
D. G. SANTEE LANDWEER
KUNSTHANDEL Heerengracht 396, AMSTERDAM C.
TOT 5 DECKMBKR TEKTOOXSTELXIXG
laatste werk van AART v. DOBBKB.BURGH
erg gelukkig was. Juist een paar minuten
vóórdat wij Oud-Holland betraden, was de
honderdduizendste bezoeker gehuldigd. Het
was een dame; zij had een bouquet gekregen
en haar man was de eerewijn aangeboden
in het bestuursgebouw.
Onze stemming werd allengs vroolijker,
onze verhouding intiemer. Wij vergaten den
luitenant.
Wij vroegen een hellebardier den weg naar
het oude raadhuis en kwamen op weg daar
heen in een nieuw gedrang. Zij werd nerveus
en hield mij angstig bij den arm, toen het
vendel voetvolk een charge maakte om de
orde te bewaren. Eindelijk kwamen ook wij
aan beurt, om ons in het Poorterboek
te laten inschrijven en het was, of er reeds
een betrekking tus
schen ons was ont
staan, toen wij onze
namen gemeenschap
pelijk op n en het
zelfde stuk perkament
haddenlaten schrijven.
Wat grappig", zei
ze, toen we op den
Poorterbrief ook onze
voornamen hadden
moeten opgeven, dat
u Felix heet, net als
de nieuwe president
van Frankrijk. Ik zal
u Felix Faure noe
men !"
En zoo spraken we
elkaar reeds als Felix
en Aline aan, toen we,
knusjes gearmd, de
Duisternis van Afrika
doordwaalden. Aline
durfde niet in de
Rutschbaan; het
oorverdoovend geraas,
waarmee de wagentjes
de ijzeren staven afgleden, maakte haar on
gerust. Maar gewillig liet ze zich naar den
Olifant geleiden; aan mijn arm klom ze al
de drie verdiepingen op en waagde zich
zelfs in de groote flesch, welke de Chineesche
toren boven op den rug van het reuzendier
bekroonde. Van een der omgangen genoten
wij het panorama van Amsterdam en we
bespraken het plan, waarover de kranten
schreven, om inplaats van de oude Beurs
een nieuwe te bouwen en het Damrak te
dempen. Och, die kranten schrijven zooveel,
en in den raad beuzelt men zoo ! Er zou wel
weer niets van komen en dat was maar goed
ook.
GIDDINGHi
TUYNENBURG MUYS