De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 20 december pagina 51

20 december 1930 – pagina 51

Dit is een ingescande tekst.

Sherlock Holmes bemoeit zich er mee Een allegorie op de negentiger jaren" door Cornelis Veth PLAATS der Handeling; De Heiicon. Tijdstip: aankomst van Sir Arthur Conan Doyle in de gedaante van Sher lock Holmes. (Ter toelichting diene dat op den Heiicon geen taalverschil bestaat. De aanwezige beroemdheden uit de negentiger jaren" hebben den tijd gehad, kennis te maken en weten alles van elkaar af. Ook weet de laatst aangekomene precies wat er op aarde in zijn tijd is voorgevallen. Dat Conan Dovle de gedaante van zijn groote creatie heeft aangenomen, is slechts een bewijs van de macht van den geest over de stof). Dramatis Personae EMILE ZoLa HENRIK IBSEN OSCAR WILDE AUBREY BEARDSLEY SARAH BERNHARDT TH. A. STEINLEN ALBERT LANGEN Louis COUPERUS HERMAN HEYERMANS Sir ARTHUR CONAN DOYLE. Op het oogenblik dat Sir Arthur (Sherlock Holmes) optreedt, zijn Zola en Ibsen in een ges'prek over herediteit gewikkeld. Wilde en Beardsley (die elkaar nog steeds niet kunnen uitstaan) zitten met den rug naar elkaar toe. Ruwe Handen spoedig zachi mei De een is bezig zijn wenkbrauwen bij te schilderen, de ander teekent Mme Bernhardt, die een jong leeuwtje onder den arm heeft. Steinlen en Albert Langen be kijken samen jaargangen van Chambard Socialiste, Gil Bias, en Simplicissimus. Louis Couperus, die thans eindelijk den tijd heeft gevonden zoo lui te wezen als hij gaarne voorgaf te zijn, ligt languit en Herman Heyermans soupeert. SHERLOCK HOLMES: Goeden morgen. IBSEN: Hm. Wie en wat is u ? Wat hebt u gedaan om hier te mogen komen ? SHERLOCK HOLMES: Sir Arthur Conan Doyle. Kortste, helderste en nuchterste detective-verhalen. IBSEN: Detective-verhalen. Nooit van gehoord. Is dat kunst ? SHERLOCK HOLMES: Thans het meest gelezen genre. Ik ben op alle manieren nagemaakt. IBSEN: Teufel auch ! Is er iets in van psychologie, van gevoel? Wordt er eenig levensprobleem in behandeld? U zwijgt. Is er dan tenminste atmosfeer, stemming? HEYERMANS: Wacht eens. Daar heb ik verstand van. Ik zou zeggen van wel. Kijk eens, als Sherlock Holmes en zijn vriend dr. Watson bij een knapperend haardvuur zitten te rooken, en zich vervelen, en buiten is het noodweer, en als er dan een zenuwachtig cliënt komt aanbellen met een mysterieus geval.... En als dan de detective opeens geanimeerd wordt en de man op zijn gemak zet door de slik op zijn broekspijpen te determineeren.... l jawel, ik zou zeggen daar zit iets van atmosfeer in wat de anderen nooit bereiken. IBSEN: ,. ^ Dan heet ik u wel kom, meneer. ZoLa: Zeg eens meneer, word ik nog gelezen? SHERLOCK HOLMES (ontwijkend). U is pas opgetreden op het tooneel en in de bioscoop in een stuk dat Dreyfus heet. U leek heusch wel. ZoLa: Tant pis. Word ik nog gelezen, vraag ik u. SHERLOCK HOLMES: Helaas neen. IBSEN: En ik. Word ik nog gespeeld? SHERLOCK HOLMES: Helaas ja. WILDE : Zeg eens, meneer, we blijven hier altijd beleefd. IBSEN: U begrijpt hem niet. Hij maakt mij een compliment. SHERLOCK HOLMES: juist. IBSEN: Dus ik ben nog niet verouderd ? SHERLOCK HOLMES: Uw kunst blijft jong. Uw menschen zijn historisch geworden. Bijvoorbeeld: iedereen leeft nu zijn leven, maar het is niet altijd een succes. PIANOSO&tó DENHMG IAANVAN IMEERDERVOOOT 100 TELEF::37Ö67

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl