De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 20 december pagina 53

20 december 1930 – pagina 53

Dit is een ingescande tekst.

Kerstnummer 53 4?'Veel lekkerder! Chocolade en daarbij de lange beschuitjes van Verkade, bestrooid met suiker en kaneel. Fijn voor de kinders, trou wens - probeer ze zelf eens, 't kopje cacao smaakt met Verkade's lange Beschuitjes heel anders.... veel lekkerder. 13 cent per pakje. VERKADE'S LANGE BESCHUITJES \ i :f r STEINLEN: En de Fransche geest5 Zijn er nog Willettes, Chérets, Caran d'Aches? Leeft er nog een Chat Noir? Zingt er nog ? een Bruant ? SHERLOCK HOLMES: De Fransche spotbladen zijn alleen nog maar vies. HEYERMANS: Speelt men mij nog? SHERLOCK HOLMES: Nu en dan. Maar ik zei u reeds dat de democratie in discrediet is. COUPERUS: En de litteratuur? Hoe staat het daarmee in mijn land, Holland ? Ik was cosmopoliet, ik was de eenige cosmopoliet in Nederland. En toch, een criticus heeft gezegd: Eline Vere is nieuw.en hollandsch, het is hollandsch, het zou geen fransch kun nen zijn. Hij moet nog leven. Hij viel de menschensoort gegoede burgerij" aan, fat soenlijke Heeren en Dames, aangekleede gemeenplaatsen. Fatsoenlijke menschen die veel liefhebberij in de letterkunde hadden en hebben. Zijn er nog zulke critici? Zijn ze nog noodig? SHERLOCK HOLMES: Ze zijn even noodig als ik. Ik tegen de misdadigers. Zij, als het niet meer tegen de fatsoenlijke menschen in de litteratuur is, dan toch tegen de blagueurs, de poseurs, de fabrikanten, de ethici, de snobs en de scha- duwen. Maar een zooals u bedoelt, is er niet. COUPERUS: U is scherpzinnig. U observeert en deduceert. Wat is de geest van de wer eld, die u zoo juist verlaten hebt ? Wat interesseert haar? \Vat beheerscht haar? SHERLOCK HOLMES (peinzend, afwezig): Je gaat weer uit van een vooropgezette meening, Watson. Waar is Watson? Ik mis Watson. COUPERUS: Beschouw ons allemaal als Watsons. Doe ons een plezier en noem ons zoo. Wij zijn Watsons. SHERLOCK HOLMES: Dank u. (Hij opent zijn valies en -pakt het uit) Wat heb ik hier, Watson ? IBSEN : Dat is blijkbaar de psycho-analyse. COUPERUS: En dat een neger. HEYERMANS: Een auto. SARAH BERNHARDT: Een film. ZoLa: Een luidspreker. BEARDSLEY: Een lichtreclame. WILDE: Een vliegenier. STEINLEN: Een bakvisch.... SHERLOCK HOLMES: Je gaat vooruit, Watson. Er komt methode in je manier van observeeren. Toch heb je alles over het hoofd gezien wat werkelijk de moeite waard is. ALBERT LANGEN: Wat hebben we dan over het hoofd gezien ? Wacht eens, daar zie ik iets heel vaags. Kijk eens aan, den Vol kenbond ! SHERLOCK HOLMES: Ja, die is er ook nog. Maar die is ook niet van zooveel belang. Komaan, nog eens geraden Niets? Watson, Watson, ik vrees dat je het nooit teert. Zie, nu pak ik alles weer in het valies. Wat zeg je nu van het valies? SARAH BERNHARDT: Het is vol. SHERLOCK HOLMES: Mis, Watson. Het is leeg. Dat is het juist. Het eenige waar het op aankomt, is dat het valies leeg is. Kijk, ik weeg het op mijn hand. Het weegt allemaal niets. Wi] je nog een bewijs dat liet leeg is? Er kan nog van alles bij. (Hij neemt handenvol theorieën, machinerieën, /lobbies en modes uit zijn zakken en stopt, ze er in.) Het is nog leeg. IBSEN: U zult wel gelijk hebben En toch.... Maar wat is dat? Zoi.a: Gisting. (Het valies springt open. Ei' stijgen dampen uit op. Sherlock Holmes kijkt er in als de, dampen vervlogen zijn.) SHERLOCK HOLMES: Ik zie iets op den bodem. IBSEN: Laat mij eens kijken. Ik heb ver stand van symboliek. Dat houd ik vol. SHERLOCK HOLMES: Dat is juist een van de weinige dingen, waar ik geen verstand van heb.... Wat zie je? IBSEN: De Hoop. Uw valies is de doos van Pandora.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl