De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 20 december pagina 6

20 december 1930 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DIE GOEDE OUDE TIJD ... door Melis Stoke K< 3K, IT^LACE de l'Opéra.... omstreeks zes uur des namiddags. Een J{J zee van kunstlicht.... een eindelooze zesdubbele stroom van automobielen. Lichtreclames fonkelen en kronkelen; honderden < claxons en signaalhorens gieren, de bellen waarmee het verkeer geregeld wordt ratelen. Hoog boven de menigte schieten de letters van de lichtkrant voorbij. Een geur van uitlaatgassen prikkelt den voorbijganger. Taxis jagen en flitsen voorbij. Autobussen dreunen. . .. En verderop is het als hier. In lange rijen, twee, drie wagens naast elkaar schuift het verkeer naar en over de Seine-bruggen en weer .verder, langs de boulevards.... Maar dan slaat ge een hoek om, en nog een hoek, en opeens staat ge in een smalle, hellende straat waar een oude lantaren hangt in een vervallen portiek, boven een wrakke koetsdeur, waardoor ge in een rommelige cour kijkt.... Dit is oud Parijs.... het oude Parijs dat nog voortdroomt buiten de beddingen van het moderne verkeer.. .. De tijd vergaat zoo snel. Wij constateeren de verandering, maar wij hebben hare stadia nauwelijks waargenomen. De fotografieën die hiernevens staan afgedrukt komen ons wonderlijk voor en een beetje grotesk. En toch is het nog niet lang geleden dat ze ons zeer normaal, doodgewoon toegeschenen zouden hebben. ,,Gunst ? lachen de kinderen wat heeft Grootmama een gekke jurk aan....", en dan bedenken we met een beetje weemoed dat Grootmama inderdaad een malle jurk draagt, maar dat wij diezelfde jurk toch eenmaal doodgewoon en zelfs zeer mooi hebben gevonden. En onze kleinkinderen zullen, wanneer ze later onze portretten zien, of de illustraties van oude jaargangen, onze jurken en pakken gewoonweg belachelijk vinden, en schateren bij de idee dat Grootvader een hoed had met een gleuf en een omgekrulde rand, en dat men de beenen van Grootmoeder zoo goed kon zien, of heelemaal niet zien of een beetje zien.... Er is een dag geweest waarop tienduizenden menschen deze foto van een zonsverduistering hebben gezien zonder dadelijk te denken: .... zou daar een vliegmachine of een Zeppelin overgeslagen zijn? En er zullen er zelfs zijn geweest die verbaasd hebben gestaan over die machtige gaslantaren en zulk een modern reuzen-gebouw op den achtergrond. Er zullen kinderen geweest zijn die den bokken wagen aan den ingang van het Bois de Boulogne met verlangen hebben bekeken als het toppunt van weelde en genot.... en zonder de bijgedachte dat toch een trap-auto of een race-step ook genoegen oplevert.... In de tuinen van het Luxembourg spelen nog altijd kinderen. . . . Kinderen met nurses en kinderen met moeders met lange zichtbare beenen, kinderen met mechanische bootjes en met miniatuur-autotjes en speelgoed-vliegmachines.... kinderen die zouden lachen om een nurse met een geruite plaid om de schouders, een wiebelig kapothoedje en rokken tot aan den grond... . Zooals er straks kinderen zijn die zullen lachen bij het denkbeeld dat men in Parijs bleef om te spelen en niet even overvloog naar de Kiviera of minstens naar de kust, maar dan liefst niet in gezelschap van zoo'n mal gekleede vrouw met een sluier en manchetten en een boord.... En er zullen menschen zijn die schateren bij de gedachte dat er een tijd was, zoo tegen de helft van de twintigste eeuw, dat het geheele verkeer zich samendrong langs den beganen grond, terwijl daarboven een ruime lucht ter beschikking was.... Menschen met gemiddelde snelheden van honderdvijftig tot driehonderd kilometer per uur om naar kantoor te gaan of weer naar huis, of zoo maar om een luchtje te happen.. .. Want wij zelf lachen om het verkeer van dertig jaar geleden, om vigelantes, en koetsiers met hooge hoeden en fiacres met afge beulde paarden van een halve P.K. W7ij vinden het een vermakelijk idee dat er eens, ach, lang geleden, verkeersagenten hebben bestaan die rustig, met hun handen op den rug, de sjokkende rijtuigjes konden nakijken en de groenten-karren dirigeeren. En we zijn er ons nau welijks van bewust dat de goede oude boomen langs de Seine-oevers met ons getuigen zijn geweest van dien tijd, en dat er aan de planken van de boekenstalletjes van de Ouai Voltaire misschien geen hout is vernieuwd sinds de dagen toen een boek over automobielen en luchtschepen nog slechts verschenen was van de hand van een zekeren Jules Verne, die niet onvermakelijke onmogelijkheden en fantasieën schreef. . .. Goede oude dagen, toen het verkeer nog niet zoo snel was dat lichtreclames als het ware met geweld den blik moesten trekken.... toen de snelheid der voorbijgangers nog die was van den wandelaar of die van een moe paard. Gaslampen wierpen hun rozig licht over de uitstallingen. . .. O zeker. ... de Nombreuses Attractions, de Occasions en de Nouveautés waren er toen ook, zooals ze er nu zijn en morgen zullen worden gelanceerd. En nog altijd zijn er te Parijs en bezuiden Parijs de steden waar die nieuwigheden en aantrekkelijkheden aan den openbaren weg te kijk liggen.... En de koopers komen en gaan, en er worden nieuwe koopers geboren en met die nieuwe koopers nieuwe verlangens, begeerten en eischen.... En de koopwaar verhuist van de etalage naar den kooper, en van de kleerenkast naar de rommelkoffer en van de rommelkoffer naar de mestvaalt of de curiositeitenwinkel.... De kostbare nouveautés van gisteren en eergisteren gaan achter vitrines van verzamelingen, musea of antiquiteitenwinkels.... en de goedkoope nouveautés verdwijnen of worden vergeten. En als ze door een toeval nog eens zichtbaar worden, dan bespotten wij ze, want het is een won derlijk feit dat een onbegrijpelijke attraction", een onwaardeer baar gevormd artikel, den mensch tot lachen prikkelt.... Hier hangen ze te koop, de japonnen, jupes, corsages en jaquettes die eens begeerd werden en zuchtend verlangd.... Vergeten ver langens, vergeten begeerten.... en toch.... eenmaal onze ver langens. .. . onze begeerten, en die van onze ouders en grootouders....: eenmaal hun trots.... thans mikpunt van onze grappen.... zooals wij, dwazen, morgen bespot zullen worden om hetgeen wij heden zuchtend begeeren en ademloos bewonderen.... Goede oude dagen.... van gisteren.... Laat ons dankbaar be denken dat al ons leven en streven, al onze uitingen van heden, niet vergeefsch zijn. ... al ware het slechts omdat wij er het materiaal mede leveren dat straks onzen kinderen en kleinkinderen stof tot. . . . vroolijkhcid zal geven....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl