De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 20 december pagina 9

20 december 1930 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

?\" , l Kerstnummer f, k vereenigen ! schertste haar zuster. In godsnaam, De Woude, beweer eens wat. We kakelen allemaal door elkaar, en jij loopt stilletjes verzen te maken, geloof ik. Georges sprak lachend tegen en zij baanden zich thans allen een weg door het loover, de twijgen afwerend, die achter hen met een geruisch van bladeren weder dichtsloegen. Lui schrikte voor een spin, die aan een langen zilveren draad naar beneden zakte, en toen De Woude het dier verwijderde, werden zij beiden zeer geplaagd: zij, als een schuchtere jonkvrouw, hij, als een dapper ridder, die de monsters om haar heen versloeg. Maar wat doen wij toch voor buitengewoons, dat wij het altijd moeten ontgelden? riep Georges. Ach, Georges, trek het je toch niet aan ! sprak Lili. Ze doen het om geestig te zijn. O, Paul, wat laat je ons klimmen en dalen in die warmte en ik glijd telkens uit. Het is een heele reis naar dat lieve plekje. En dan die vervelende takken. Ze vermoeien me. Ai! Zij bezag hijgend haar viriger, dien een doorn geschramd had. Laat mij vóór je loopen ! fluisterde Georges, en hij fluisterde het zoo zacht en gleed zoo behendig vooruit, dat de anderen het in plagende vroolijkheid over Lili's klacht niet bespeurden. Zij beiden bleven een weinig achter en Lili ging glimlachend het laatst, terwijl Georges de takken zoo lang tegenhield, tot zij haar niet meer in het gelaat konden zwiepen. Laat ze maar lachen ! Kan het je iets schelen? vroeg hij, geheel en al verloren in zijn geluk. Niets ! antwoordde zij zeer kalm, haar blond hoofdje onder den grooten hoed vol veldbloemen schuddend, terwijl een spotziek trekje om haar lippen speelde. Wij lachen ze achter hun rug uit. Wie gilt daar zoo? ??Etienne natuurlijk ! sprak Georges. Paul en Etienne namelijk hadden onder kastanjeboomen een mossige plek gevonden, van waar men een klein panorama zag; eenig weiland, doorsneden met de rechte strepen der slooten, die flikkerden onder den tintelenden hemel, en hier en daar een koe. Een molentje in de verte en daarachter een zoom van populieren, regelmatig en slank. Lili en Georges naderden en zij vonden de anderen in verrukking. Hier is het heerlijk ! sprak Paul. Koel mos om op te liggen en een ruim uitzicht. Zij beaamden het allen, dat het heerlijk was en lieten zich neer op den grond, moede van den onderzoekingstocht. Zij zetten hun hoeden af, die met de kanten of roode parasols der meisjes het donkere mos aanstonds met gloeiende, lichte kleuren bezaaiden, terwijl enkele zonnestralen, door de bladeren zinkend, strepen van lichtende atoompjes als glinsterend stof deden dansen over het kreukelend lichte katoen harcr rokken en het blond en bruin heurer haren. l ? t-ft', Het is hier nu niet zoo erg schaduwrijk. Ik zit ten minste heelemaal in de zon ! meende Lili, zich in de rozige schaduw van haar en-tout-cas verbergend, en zij keek verontwaardigd naar Paul, die het hoogst en in veel schaduw, zoo lang als hij was, neerlag, het hoofd zalig in een uitgespreiden zakdoek verbergend. Chut Lili, niet spreken slapen ! fluisterde hij, met gesloten oogen. Ja, je bent amuzant, slaap maar toe ! Maar ik brand hier ! Willen we een beter plekje gaan zoeken, Lili ? sprak Georges. Ja, doe dat, dat is een idee, meende Paul. En fluit dan, als je wat gevonden hebt ! sprak Etienne. Georges beloofde te zullen fluiten. Zij stonden op, waarna Lili, steunende op zijne schouders, het duin afkwam, terwijl het zand onder hun voeten weggleed.... Je begrijpt, ze zullen ons laten fluiten, in plaats van zelf te fluiten; zeide Etienne. Onrustig is die Lili altijd ! geeuwde Paul op zijn zakdoek. Maar Etienne werd geërgerd over zijn luiheid en trok hem bij de beenen naar beneden, tot groot vermaak der meisjes. Het was echter zeer warm, en er was niets aan te doen; zij ook werden lui. Zij zouden na het déjeuner wel wat wandelen en verderop de duinen ingaan. Toen de vrede tusschen Paul en Etienne gesloten was, ging Frédérique met haar hoofd op Eetjes knieën liggen, terwijl hij haar met een halmpje in de ooren kietelde; Paul sliep bijna in, loom van warmte en zaligheid, en Marie zag peinzend, met iets zwaarmoedigs om den mond, uit naar de weilanden en de slooten en de koeien.... Het pad, waarlangs Georges en Lili daalden, was zeer gemakkelijk. Zij zweefde als het ware naar beneden, terwijl zij met de handen op zijn schouder steunde, en hij op een draf j e afwaarts ging. En hij ging al vlugger en vlugger, terwijl zij licht lachte. Het was, alsof zij vleugels aanschoot....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl