De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 27 december pagina 10

27 december 1930 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

i r l*1' *r *; *?, ~ "< t"" ? K James Ensor Le pouilleux (Kunstzaal Huinck en Scherjon) Isaac Israëls WAT in Isaac Israëls steeds heeft getroffen is een zuivere ver fijning in de kleur. Het was dade lijk te zien, van meet af aan, dat wij hier een schilder hadden, wiens oog gevoelig was niet alleen voor alle schakeeringen der grijzen", maar ook dat wij de ontwikkeling mee zouden maken van dezen colorist" tot een schilder van het licht buiten en binnen, van figuren bewegend in dat buiten en binnenlicht, totdat ten slotte ook het licht zelf in zijn volumen en in beweging, onderwerp der schildering zou blijken. Ge vindt daar een natuur lijken gang, die gaat van de schilde ring van de kleur naar die van het licht; ge vindt bij Isaac Israëls de noodige snelheid voor zulke schilde ring, maar wat belangrijker is, ge vindt in hem de noodige verfijning. Want daar komt het hier het eerst op aan; wie de bloem van het licht wil plukken, hebbe fijne en snelle oogen. Is dit das reeds een verdienste bij Isaac Israëls, er zijn er meer. Deze schilder kan tot het uitbundige gaan zonder ooit zwaar te worden; een zonlichtvlaag kan als met een slag een voorwerp verlichten, toch houdt het werk het clat van de improvisatie en lijkt niet gewild. Isaac Isi'aëls speelt geen tooneel; hij galmt niet noch doet hij te dartel; vol tact en beschaving is wat hij neerzet, even zeer als het rap geschiedt dan als het langzamerhand ontstond. Altijd is er de ruimte in zijn werk, die voor den franschen impressionist of wat wij een luminist heeten synoniem is met licht. Het is met reden, dat ik daarstraks over de bloem van het licht heb geschreven; te midden van het werk van andere begaafden heeft I. Israëls' werk de afzonderlijke bekoring, die wij in bloemen vinden. Hij is als zoodanig de zeldzame in Holland, en waar rapheid compleet heid niet verhir.deide, overtreft hij door beschaving de meeste zijner me destanders. Het spreekt van zelf, dat deze colorist een schilder van kleur in het licht en van het licht een haac Israëls James schilder moest wolden van de vrouw, op een wijs weer zeldzaam in ons land. Hij is dat geworden in alle perio den van zijn werk en hij is dat gebleven. Dat kon niet anders ! Welke vernieuwingen naar de kleur etc. zijn niet voor zulk een schilder te vin den in de vrouwekleeren, bij de vrouwehoeden, die meer de vrouw maken dan dat zij door haar gemaakt wolden. Welke stoffen waren daar niet als vlagen licht zelf, cf welke doffe sonoriteiten (opnieuw nooit zwaar) waren daar niet voor een immer zoekend oog! Isaac Israëls is zon der twijfel de schilder etc. der vrouw gedurende een lange periode. En hij is dat niet alleen van de gekleede vrouw, maar ook van de ontkleede; hij wist wat een naakt is. Niet als een akademikus dat ervaart (beves tiging van zijn theorieën) noch zooals een hater der zinnen dat ziet (als een lokking en een ge vaarlijken val) zag ooit Israëls dat, maar hij wist dat schooner dan elke ruiker van bloemen (en ook daarvan kende hij den lichtvang. den kleurgang) het vrouwelichaani is op het koele linnen, dat niet wit is. maar ook kleur heeft. Een ander deel van het talent van dezen veel bereisd" is gevoelig te zijn voor het stadsgezicht, van af het stadsgezicht te Londi'ii en het subtiele te Parijs tot voor dat in Indie. waar het licht tusschen enom def igureri heerscht, maar bij hem zachtjes heerscht. Natuurlijk kon hij niet dan de zee schil deren met de figuren ijl DOOR ALB. P Isaac Israëls Isaac Israëls Naakt door het zonlicht erover, cf waar een enkele vrouw van het terras af, grijs van toon maar als een grijs dat terriauwernoc d alle kleeren maai' verzwijgt, staart naar een zee. die ook licht is. I let ondi-nverp \vas vanzelf bij Isaac Israëls niet beperkt. Dat kon immers niet; hij zocht kleur, licht. Waar hij die kon aanschieten als een vogel in de vlucht, daar was hij d.' jager, (ie kunt dan ook gerust zeggen, dat Isaac Israëls alle onderwerpen heeft gesthilldeid op zijn manier. Ook het portret. En omdat zijn geest geslepen is door allerlei weten eii zien. zoo zijn er onder zijn portretten een aantal, waarvan het psy chologische verrast bij een lichtschilder. C eest en oog zijn hier beide beweeglijk, warm en ontvanke lijk. De schoonheid der verschijning vindt in Isaac Israëls een immer frisch verdediger; daarom was een tentoonstelling van hem steeds iets, waar de oogen. gebet door zuiverheid, een verheuging vonden, die tekortkomingen door de rapheid soms begaan, deden vergeten. Te midden van de tragische werken der lateren is Isaac Israëls' werk vol vreugde en, wel eens met ironie, smetteloos, zooals lumiriisten dat hooren te zijn. Hij is in zijn manier van uiten, in Hol land niet overtroffen. Fleur van licht en van kleur van het fijne grijs

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl