De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 27 december pagina 11

27 december 1930 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

DEZEN TIJD i l nsor Jan Boon Sr. SSCHAERT tesaam een eenheid ? vor men bij optelling. De eerste manier is de wezentlijke, zóó door lijn of volume daarenboven de kop, als bij de primi tieven, in grootere ge deelten weer wordt saamgevat. Maar laten wij geen theorieën hier neerschrijven of zeker heden constateeren de Heer Jan Boon tee kent op den meesten menschen aangename wijs een hoofd. Wij, die niet behooren tot de meeste menschen, zou den niet tevree zijn met al deze wellevend-welwillend geteekende hoof den, maar wij zouden alleen als de beste hier uit een mansportret en nog n, gekleurd (16 en 25) een meisjesportret en dat van een kindje kunnen aanwijzen. Niet zonder reden gebruikte ik het wooid welwillend; ik had juister nog, kun nen schrijven, dat de heer Jan Boon Sr. zich steeds hoffelijk verhoudt tegenover wat hij voor stelt uit de natuur. Cue merkt dit het meest bij de bloemstukken; hij stelt ze u voor als be minnelijke kennissen, de bloemen, en in de ze kerheid, dat zij u even eens beminnelijk zullen toeschijnen. De kleuren en do lijnen, die ze be grenzen, zijn inderdaad mondain, het beste, meest werkelijke werkje uit dezen groep is een aquarel 35, van Magno lia's. In de schildering van het landschap is de Heer Jan Boon Sr. hier het gelukkigst. Zonder ooit een werk van diepgang te maken, kunnen wij vaststellen dat zijn hof felijkheid tegenover het James Ensor La gamme d'amour (Kunstzaal Huinck en Scherjon) landschap een grooteren graad van sterkte bereikt en wordt tot vroolijkheid, met de zuiverheid, die 't vroolijke steeds of gemeenlijk ken merkt. De beste schilderijen zijn twee gezichten over een besneeuwd dorp in Oostenrijk. Vincent van Gogh. Een late opmerking Wanneer wij het werk van een schilder goed zien, goed begrijpen en zuiver ondergaan, dan is er veel wat bewust is in ons. naast veel dat latent is. Wij zijn feitelijk zoo zeer meester van het karakter van het werk. van den geest van den schilder en van de verschillende schakeeringen in de ontroering, dat \ve een u'inirschuirinij ontvangen voor ieder werk, dat daarbuiten ligt, en dat gezegd wordt toch van hem te zijn. liet verstand wil uit lust tot zoo geheeten zekerheden wel eens te keer gaan tegen ..een eersten indruk", liet verstand is gewoonlijk onverstandig, dat merkt ge later. Ik heb dit gemerkt. Er was op de Amsterdarnsche tentoonstellingvan Vincent een zeetje uit den lateren tijd, met de neerploffende golf, waar voor mijn ..eerste indruk" mij waar schuwde: dat was noch een kleurerisemble voor Vincent noch zijn spanning in de vormen. (Kr waren meer onzekere Vincent's in Amster dam !) Het was een aardig werk, maar zonderling het bracht de roe ring niet, die Vincent mij veroorzaakt. Uit een bepaalden onwil, die in het verstand ontstond, een lust niet hyper-kritisch te zijn, heb ik later toch dat schilderijtje aanvaard; de waarschuwing dus verworpen. Maar ondergrotidsch bleef de waarschu wing door-klinken; en wat steeds ge beurt: de klank weid van ondergrondseh: bovengrondsch. Ik zie het y.eetje nu als ik het eerst zag; als zonder de roering, die Vincent mij steeds brengt; dus als vreemd bij de andere werken. Neger-bokser het zomersene open licht toe is in hem en bij l. k>k het avondlicht. Ook het licht waar de bokser Jokst, waar de gamelang in gespeeld woidt; waar exotische zanger in zingt; het licht van het Dtieel, en van de natuur ! het licht, dat menschen maken, en dat wat over hen rijst als een over heuvels. . . . f V Jan Boon Sr bij Kleykamp, «en Haag bloemstukken en landschappen zijn geschilderd, de sste portretten zijn geteekend. Dan zijn er water; en houtsnee en ets. ... De schilder Boon Sr. cent een mensch op een manier, die ligt tusschen trant van Jan Veth en dien van Jan Toorop. Dat lus eer een algemeene manier, en die, zóó zij een eren graad van kracht maar bereikt, kan gelden n der klassieke wijzen van het réalisme. Cle 't hoe zóó een teekenaar te keer gaat of begint, noest beginnen. Hij begint den geheelenden kop nt die alleen zijn de portretten hier; de kleeren geduid met enkele lijnen, den plooienvaldus, zijn ?k gebleven) dien kop te zien zonder veel détails, zoo >ch een gevoel hield voor den grooten vorm, of, en is feitelijk verkeerd, als een getal détails, die »->? O UT/ Naakt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl