Historisch Archief 1877-1940
2795
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 DECEMBER 1930
NOVITEITEN
door G. A. Klaasse
c
t'
w
t'
£
WANNEER men denkt aan nieuwigheden
dan verbindt men daaraan over het alge
meen de gedachte van economischen vooruitgang.
13n inderdaad, de toenemende welvaart is in den
loop der eeuwen slechts mogelijk gemaakt door
jieuwe vindingen, nieuwe werkmethodes. Wanneer
«en periode van depressie plaats maakte voor een
Teeks jaren van voorspoed dan was die ommekeer
vaak te danken aan een , ,nieuwigheid. "Spoorwegen,
«lect?iciteit, vrede (na eiken oorlog een novum)
Automobiel, alle even zoovele haussefactoren.
JËn langs den moeizamen gang van vallen en op
staan, van hoog- en laagconjunctuur, zijn wij door
telkens nieuwe nieuwigheden" op het huidige
welvaartspeil gekomen, waarbij de arbeider zich
heel wat meer luxe kan veroorlooven dan een vorst
it de tiende eeuw.
Wat niet wegneemt dat al dat nieuws, dat inder
daad op den duur en statisch beschouwd
een noodzakelijke voorwaarde is voor de wel
vaartsvermeerdering, ons tijdelijk in een moeilijk
parket kan brengen. Ik denk hier niet in de eerste
plaats aan het feit dat iets nieuws steeds leidt
?tot overdrijving. Dat is nu eenmaal de maatschap
pelijke toepassing van de wet van actie en reactie.
Heeft niet de automobiel-industrie zich zoo snel
uitgebreid dat ondanks de voortdurend toege^
iomen vraag er verleden jaar zomer een teveel
was, dat later nog geaccentueerd werd door ver
mindering van de vraag (ook dit laatste verschijn
sel is bij duurzame verbruiksgoederen trouwens
Volkomen normaal)? En op de spoorweghausses
van eertijds volgde eveneens een ernstige terug
slag, niet zoo zeer omdat er teveel spoorwegen
werden aangelegd, maar omdat de industrie van
;rails en rollend materieel zich instelde op de groote
Vraag die ook al weer in verband met het duur
zame karakter der goederen gedoemd was
tijdelijk te zijn. En die consequentie zal het nieuwe
-altijd moeten hebben: reactie hetzij in de nieuwe
industrie zelve, omdat men de afzetmogelijkheden
overschat (kunstzijde is hiervan al een heel typisch
voorbeeld; kunstmatige stikstof mest een tweede)
hetzij in de bedrijfstakken welke de nieuwe nijver
heid voorzien van outillage, en die noodwendig
de vraag scherp zien terugloopen zoodra de nieuwe
industrie voltooid is.
Maar dit is niet de eenige oorzaak waardoor
een nieuwigheid tijdelijk het welvaartspeil kan
«drukken. Men denke slechts aan het geval dat
.naast een oude productiewijze een nieuwe .opkomt,
?die weliswaar aanmerkelijke voordeelen oplevert
boven de oude, maar die toch niet instaat is deze
.geheel te verdringen. In zulk een geval is het
volkomen begrijpelijk dat het nieuwe opkomt,
?omdat namelijk de producent die voldoende kapi
taalkrachtig is om zich daarvoor de outillage aan te
iSchaffen, daarin een middel tot scherpere
concurren;tie ziet, omdat hij immers goedkooper kan werken,
?dan wel aan den afnemer een waardevoller artikel
of dienst kan aanbieden. Een van de meest recente
voorbeelden voor zulk een geval levert wel de
^scheepvaart. Alle krachtige scheepvaartmaatschap
pijen hebben in de laatste tien jaren haar vloot
? aanmerkelijk uitgebreid, of juister: gemoderniseerd
door aanbouw van steeds sneller varende schepen.
Deze snellere vervoermiddelen moeten in dit
verband worden beschouwd als het nieuwe" dat
op den duur bestemd is om het oude te vervangen.
En het valt niet te ontkennen dat inderdaad de
wereldeconomie gebaat is bij sneller en goedkooper
transport. En dus zijn ook de scheepvaartbedrijven
i
in the long run van rendabele vaart verzekerd.
In deze tak van bedrijf doet zich echter heel sterk
het bezwaar voelen dat men niet in staat is is dadelijk
te profiteeren van die voordeelen, juist omdat
de oude schepen niet geheel uit de vaart ver
drongen worden. Weliswaar worden- zij meestal
door de oorspronkelijke eigenaars die hun vloot
moderniseerden afgestooten, maar zij worden niet
definitief uit de vaart genomen. Met het gevolg
dus dat oude en nieuwe vloot beide op de markt
blijven. En in dien concurrentiestrijd staan de
oude schepen ondanks minder snelheid vrij sterk,
eenerzijds omdat zij veelal geëxploiteerd worden
onder nationaliteiten, welke zeer lage eischen
stellen aan de exploitatie (bemanning enz.) en
anderzijds omdat naar verhouding de kosten van
afschrijving zeer laag zijn, daar immers de schepen
veelal voor uiterst lage prijs gekocht worden.
De hier omschreven factor is ongetwijfeld een van
de oorzaken van de malaise in de scheepvaart,
welke reeds eenige jaren (al voordat de algemeene
depressie in het bedrijfsleven haar intrede had
gedaan) voortduurt. In de wilde vaart worden de
vrachttarieven verknoeid door booten onder
Levant-vlag, die door reeders aldaar gekocht zijn
van de groote Europeesche maatschappijen. Waar
door tenslotte deze laatste dus met hun eigen
afgedankte wapens te lijf gegaan worden. En
wanneer nu de vooruitgang gestadig voortgang
maakt zou dat proces van een tijdelijk een bijna
permanent karakter kunnen krijgen, waardoor
natuurlijk het scheepvaartbedrijf danig verzwakt
zou worden. Het schijnt dat verschillende maat
schappijen, dit gevaar bevroedend, reeds zijn
begonnen om oude schepen niet te verkoopeii,
althans niet voor de vaart, doch uitsluitend voor
de sloop.
Er zijn ongetwijfeld nog meer dergelijke Voor
beelden. Men denke bijv. slechts aan de woning
bouw in de groote steden. De moderne huizen, de
flatbouw aan den rand van de stad zijn nieuwig
heden", die alweer bestemd zijn om de oude
binneristadwoningen op den duur te verdrijven. Maar dat
neemt niet weg dat die woningen nog blijven staan.
en op de huurmarkt concurreeren met de nieuwe.
Met het gevolg dat de binnenstadhuren worden
verlaagd, hetgeen niet kan nalaten ook weer de
waarde der nieuwe woningen te beïnvloeden.
Weliswaar kunnen deze uithoofde van meerdere
comfort en moderner inrichting naar verhouding
hooger prijzen bedingen, maar een zekere correlatie
valt toch niet te loochenen. Natuurlijk beteekent
niet alle nieuwe aanbouw een evenredige ver
meerdering van het woningaanbod, omdat de
uitbreiding van de stad toch vermeerdering van
het woningaantal eischt. Maar de bouwers gaan.
ook nadat aan de meerdere behoefte is voldaan.
dóór, om de bewoners der oude en ouderwetsche
huizen tot zich te trekken. En dan treedt onver
mijdelijk het reeds genoemde verschijnsel: prijsdruk
over de heele linie op.
Zoo gaat het met schepen en niet huizen, maar
een soortgelijk verschijnsel, zij het veel minder
scherp en meer verwaterd, kan zich ook bij heele
industrieën voordoen .Noemen wij bijv. slechts
het geval: kolen-olie. Nu is liet wel waar dat lang
niet alle petroleum-producten zijn te beschouwen
als de nieuwe verdringer van kolen, zelfs niet de
voornaamste, maar op het gebied van de stookolie
komen beide producten toch bij elkaar. Toen de
stookolie en ruwe olie de kolen begonnen te ver
dringen en waarschijnlijk medewerkten om de
crisis in de kolennijverheid zoo niet te doen ont
staan dan toch te verscherpen heeft de sterke
prijsdaling der kolen ook haar terugslag op de
olie niet gemist. Kn is niet juist de afzetmogelijk
heid en de prijs van stookolie geruimen tijd een
probleem voor de olieriijverheid geweest, zoo zelfs
dat de Standard uil geen poging achterwege heeft
gelaten om het stookolie-rendement zoo laag moge
lijk te maken, en de benziueopbrengst op te voeren 'i
Sedertdien heeft de positie van de olie-industrie
een wijziging ondergaan, waardoor de moeilijkheid
is verplaatst naar de totale productie. Maar eenige
jaren geleden was de band tussrheri de noviteit :
stookolie en kolen toch een factor van beteekenis.
liet nieuwe moet ons voorwaarts brengen:
maai' zonder hindernissen gaat het niet !
Kunstzaal van Lier
Rokin 126 Amsterdam*
Tot 14 Januari 1931 Tentoonstelling van
werken van Elisabeth de Saedeleer
SPREEKZAAL
De Pornographische Rijkscommissie
Mr. J. DONNER's circulaire en commissie
tegen de pornographie zijn voor den
litterator J. Greshoff aanleiding tot een critiek (in dit
blad, d.d. 13 Dec. j.l.), welke zelfs aan menigen
voorstander der leuze l'art pour l'art verward en
gebrekkig moet voorkomen.
Waar houdt de kunst op en begint de porno
graphie?" vraagt letterlijk de heer Greshoff, alsof
beide dingen niet in nzelfde werk vereenigd
kunnen zijn, en alsof ernstige denkers gelijk Plato
dwaalden, wanneer zij spraken over het zoete gif
eener slechte kunst. En als hij die vraag gesteld
heeft, roept hij uit: Daar zit de kneep !"
Of de dwaling?
De kneep" zit veeleer in het vraagstuk, wat van
grooter belang, wat primair is: de volksmoraal of
de kunst? En wanneer ik dan den heer Greshoff
hoor declameeren-?echo van de romantische immo
raliteit, die V. Hugo in zijn voorwoord bij Hernani
formuleerde*) o\er de vrije geest der kunste
naars" alsof de kunstenaar aan geen moraal
gebonden is dan weten wij natuurlijk, welk zijn
antwoord op die vraag zou zijn. De quaestie is nu
alleen maar, of zij die er een andere waarde
hiërarchie op na houden en in ieder geval de meer
derheid in onze natie vormen, per se ongelijk hebben.
Dat het optreden van minister Donner duidelijk
en evident een aanslag op de kunst is geworden"
is een uitspraak, die van jammerlijke oppervlakkig
heid getuigt: de aanslag geldt alleen de porno
graphie. Men zou met meer recht kunnen poneeren,
dat M. Greshoff's verdediging van de vrije geest
der kunstenaars" een evidente aanslag op de mora
liteit is.
Dat, behalve prof. lludig, de commissie geen
flauwe notie van kunst bezit is zeker niet erger
dan het feit, dat de litterator Greshoff blijkbaar
geen flauwe notie van moraal bezit. Bij zijn over
schatting der kunst mag hij dit verwijt aan zijn
adres niet zoo zwaar tillen, als zijn eigen verwijt
aan de commissie.
I1UB. CUYPEUS Jr.
*> ..Lc romantisme n1 est. . . . que Ie liberalisme en
littératiire. . . . La liberlédans l'art, la libertédans
la société. volliïIe doublé, bui" etc.
Tentoonstellingen
Kunsthandel IIuinck en Scberjon. Amsterdam.
Werk van James Erisor. Tot l Januari.
Kunstzaal de Bois, Haarlem. Schilderijen door
J. C. Tiele. Tot l Januari.
Kunstzaal Willem Brok. Hilversum. Schilde
rijen en toegepaste kunst. Tot l Januari.
Botterdarnsche Kunstkriiig Rotterdam. Nieuwe
aanwinsten Oude kunst, collectie Goudstikker.
Tot i Januari.
Muziek-Lyceum. Amsterdam. Tentoonstelling
School en l,even in de Sowjet-l:nie. Tot l Januaii.
Kunsthandel Jack Niekerk iV: ('o, 's-Gravenhage.
Werk van G. Birnie. Tot ;) Januari.
Oranje-Nassaunuiseum. 's-Gravenhage. Tentoon
stelling betreffende Prins Hendrik der Nederlanden
(1820?1X7!)). Tot 12 Januari.
Kunsthandel \V. J. (i. van Meurs. Amsterdam.
Oud-Japansehe Kunst. Tot 12 Januari.
Kunsthandel P. de Boer. Amsterdam. Joost
de Momper zijn voorloopers en tijdgenooten. Tot
12 Januari.
Antiquariaat Spijer cV Hoon, Amsterdam. Werk
van lïemsly (Wim Willemse). Tot 12 Januari.
Hui/.e van Hasselt, Kotterdam. Werk van
Kenée Sintenius. Tot 17 Januari.
VAM
? TABAK
is