Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 DECEMBER 1930
No. 2795
oude Kunst
JOOST DE MOMPER
door AéPlasschaert
Kunsthandel de Boer
Ongetwijfeld zijn van vele vroegere
schilderlevens de omtrekken nog niet
zuiver bepaald. Dat spreekt van zelf.
Want wij zouden toch moeten zeggen,
dat -toen de tucht voor den leerling
strenger was, en dat niet-moedwillig,
HMtar ate-vanzelf, langzaam - aan,
ongedwongen de persoonlijkheid van
«üfefi leerling zich ontpopte uit en
boven dat leerlingschap. Er is in die
perioden steeds een sterker verband
, tusschen het vroeger werk van den
f;, leerling en dat van zijn meester dan
in. délatere eeuwen het geval is.
Ongetwijfeld is dat verband hechter;
de vroegere eeuwen kenden niet als
ome tijd de angst om de
persoonlijkx- heid t De vroegere eeuwen waren
wellicht minder wantrouwend; de
schilders wilden niet van den beginne af
gelden als reeds vaststaande afzonder
lijkheden; hun kracht had een lang
zaamheid. die onze mist. En wanneer
wij dan zien, dat zelfs voor hen, die
niet leefden in het Holland sch im
pressionisme, sommige toewijzing reeds
niet zonder moeite geschiedt dan
kunnen wij ons begrijpen, wat zulke
toewijzing van lang geleden-werken
aan moeiten moet kosten.
Uit dit standpunt bezien heeft
deze tentoonstelling van Joost de
Momper met voorloopers en
tijdgenooten reeds haar verdienste; zij
helpt een' omtrek bepalen van meer
dan n schilder en zeker geeft zij
een inzicht in het werk van Joost de
Momper en dat was toch hier het
doel. Het werk van Joost de Momper,
zooals wij het hier vinden is in zijn
leste en beste uitingen het werk van
een landschapschilder, diéeen natuur
stemming begreep en die niet zonder
grootschheid weer-gaf. Natuurlijk is
hij een schilder uit de eeuw waar de
figuur grooter belangrijkheid had dan
in een later periode (waar het land
schap als landschap alleen kon gelden)
maar toch vindt ge bij de Momper
(een ? der zeer vele
berglandschapschilders) alle hoedanigheden van den
wezentlijken schilder van het land
schap, en is de stoffeering van het
landschap, niet altijd door hem zelf
geschilderd, dikwijls, naar hetons lijkt,
meer een toegeven aan and
ererverlande uitki
F
l
L
M
T
H
E
A
T
E
R
Dagelijks2.3O,7.3O,9.30
FILM EN MODERNE
MUZIEK
prinsengracht bij
de leidschestraat
telefoon 37460
k
gens dan voortgekomen bij den schilder
zelf uit een drift een noodzakelijke
combinatie te verwerkelijken. Wanneer
wij dan die laatste landschappen niet
meer nauwkeurigheid onderzoeken,
dan zien wij dat de détails minder
geworden zijn en dat de kleur zekerder
gericht is naar een eenvoudiger een
heid. We zien, daarbij, dat in zulke
sneeuwlandschappen de lucht en de
atmospheer als vormen-omhullend
werden ondervonden, en ook dat de
grootere kennis der geschilderde voor
werpen (rotsen enz.) het de Momper
mogelijk maakt met minder meer
indruk te maken; we zien ten slotte
dat de phantasie, die openbaar is in
vroeger werk, meer n wordt met de
natuur zelf, en dat deze phantasie
alleen als een activeerend, een l
venwekkend element erkenbaar blijft. Do
vroegere berglandschappen van de
Momper vertoonen voor wie gewend
is te zien een zekere onervarenheid
tegenover de natuurverschijningen,
die hij wilde afbeelden. De vorm der
rotsen is zoogenaamd grooter ge
houden (verkeerdelijk wordt hierbij
in den katalogus het cubisme ge
haald ) maar dit grooter houden is niet
een wezentlijk groot zien en voelen
maar een angstvalligheid tegenover
iets, waarmee de schilder niet ten
eenenmale was vertrouwd. De
phantaisie had nog geen stelligheid door
kennis, en liep daardoor rond de
vormen wat heen. De kleur was ver
schillend, naar geaardheid met wat zij
in 't eind zou zijn. De vroege kleur
is minder, en de schilder geeft haar
te veel uiterlijken tooi als om ons
daarmede verrassend, haar ons be
langrijker te maken; de vroege kleur
heeft tegenover de latere werken gezien
veel meer deelen, afzonderlijkheden.
Later is zij n ! Zij is dan ten minste
n na de voorstelling, die ge op het
eerste plan, of liever op den voorgrond
vindt. Zooals bij vele der schilderijen
hier, (niet bij alle; niet bij sommige
Grimmer's bijvoorbeeld) is die voor
grond donker gehouden om daardoor
wat er achter is picturaal meer
wijking te geven. Hierdoor ontstaan
verschillen, die het schilderij in twee
deelen verdeelen, maar die verdeeling
is zelden de meest baatgevende;
meestal doet zij ons, wier oogen
vol aan later landschap werden ge
schoold, nooit aan als geheel ver
antwoord. Daarenboven zijn de fi
guren (ongetwijfeld nu en dan er
ingezet) niet in het buitenlicht gezien,
maar van uit het atelier er bij ge
komen. Ook daar zijn ongetwijteld
in het later werk echter sporen van
beter begrip
Wanneer wij de Momper dus moeten
kenschetsen naar zijn persoonlijkheid,
dan kunnen wij zeggen, zeker, dat
hij meer en meer wordt tot een
wezentlijk romantisch schilder (dat alles dus
in gemeenzaamheid leejt); dat hij
werd tot een schilder van een
grootsche natuurstemming riu en dan,
waar vorm en licht, niet meer aange
duid dan stipt noodig, zijn gewonnen
meesterschap verkondt, een meester
schap van een schilder over het
landschap.
PIETER BREUGHEL d. J.
TENTOONSTELLING
JOOST DE MOMPER
en tijdgenooten
o J_)ecember?15 Januari _L)agel. 10^-5
N.V. Kunsthandel P. DE BOER
eerengracnt 474
A
msterdam
Toegepaste kunst
DOOK
Otto van Tussenbroek
Zweedsche Nijverheidskunst
De Firma Metz & Co te Amsterdam
heeft eene kleine tentoonstelling in
gericht van Zweedsche werkstukken
door verschillende kunstenaren,metaal,
glas en weefsel, welke ook in Stock
holm waren uitgestald.
Het metaalwerk in tin door Estrid
Erikson, Robert Hult, Bo Notini,
Nils Fougstedt en Bjorn Fragardt is
vanuit eenzelfde vormbeginsel ont
staan, men ziet dadelijk: dit zijn
geestverwanten en hun werk past in
de verzuivering der hedendaagsche
moderne binnenhuiskunst.
Het is eenvoudig en strak van lijn;
het is onversierd en de vorm moet
dus alles doen. Van eerstgenoemde,
Erikson, zag ik hier een handspiegel,
welke aan de fraaie metalen spiegels
der Japanners deed denken, rond met
een plat, langwerpig vierkant handvat;
Bjorn Tragardt deed een aardige
vondst door een cylindervormige doos
in drie vakken te verdeelen en als
deksel een fijn passende, ronde schijf
van zwaar kristalglas toe te passen.
Dat is iets heel nieuws en volkomen
logisch.
Nils Fougstedt maakte
bloemstandaards door op een plat, rond voet
stuk vier huisjes rechtstandig tegen
elkander te bevestigen, zoodanig,
dat elk dezer iets van lengte en dikte
verschilt. Minder geslaagd zijn dezelfde
dingen, waarop de buizen
schuin zijn opgesteld.
Hier 'ging het evenwicht
verloren en er is een gemis
aan stijl. Geestig is ook
een handvloeiblok om
de werkelijk zeer
origineele samenstelling waarin het top
punt van practischen eenvoud werd
bereikt.
Wat het glas betreft zijn hier"
driekunstenaren der bekende
Orrefordsfabriek aan het woord, welke industrie
juist als die ten onzent in Leerdam
aanvankelijk slechts flesschen maakte.
nml. Simon Gate,Edward Hald als oude
getrouwen en een derde Lindstrand.
Hald toont twee kommen, ovaal,
waarvan de wanden van dikte ver
schillen. Aan de lange zijden is het
glas dunner genomen dan aan de
korte zijden. Maar nu valt hier iets
te leeren: een der kommen is volkomen
onversierd gebleven, de andere is
voorzien van twee geestig gegeven
visschen met wat ijle luchtbellen
er omheen en ziet: het is toch in het
weinige een te veel. Het is of het
gansche object kleiner werd aan in
houd; alsof dus de als meerder tooi
bedoelde versiering" den eenvoud
schaadt en van iets dat door zuivere
lijnen en smetteloos blankmateriaal
eene zekere zelfbewuste houding heeft
als bezielde stof, plotseling iets
liefelijks en zoets is geworden. . . .
Ten slotte de weefsels, collectief
gehangen en zonder naams vermeld ing
der kunstenaressen en kunstenaren,
die zich op zoo uitzonderlijke knappe en
gevoelige manier in deze echt Zweed
sche techniek hebben uitgesproken.
Zoo is dan, samenvattend, de indruk
een van pure schoonheid en wat mij
wederom trof bij het zien van het
werk der Zweden is hun klaarheid.
hun eerlijkheid en hun saamhorigheid.