Historisch Archief 1877-1940
2795
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 DECEMBER 1930
Radio en Grammofoon
Radio op 600 Meter hoogte
door L. J. van Looi
De Indische post machine van de K. Ij. M.
n^BSHONDERD meter hoogte is vlieghoogte.
£jDe vliegmachines, d.w.z. onze Hollandsche
machines, vliegen meestal zoo tusschen de vier
en achthonderd meter hoog, in tegenstelling tot
bijv. de Duitschers, die zich prettiger voelen op
150 tot 200 meter. De Hollanders hebben daarbij
gelijk, want als er hoog in de lucht iets scheef gaat,
heeft de piloot meer tijd om een hard plekje op te
zoeken om de machine er op neer te zetten, dan
wanneer hij zoo vlak bij moeder Aarde is.
Dat er in de vliegmachines tegenwoordig bijna
steeds een radiozender en -ontvanger aanwezig is,
behoef ik niet als een nieuwigheid te vermelden.
Iedereen die wel eens beneden Oslo heeft zitten
zoeken, heeft ongetwijfeld het verkeer tusschen
de vliegmachines en de grondstations beluisterd.
Wie het nog niet deed, kan ik het aanraden, want
het is een gezellige en interessante bezigheid.
Het is reeds jaren geleden, dat de eerste radio
zenders op de vliegmachines werden geïnstalleerd
eigenlijk heeft men na den oorlog, toen het
mogelijk bleek om met geringe energie tamelijk
groote afstanden te overbruggen, er direktalaan
gedacht om vliegmachines voor passagiersverkeer
uit te rusten met radioapparaten, nadat men in den
oorlog al proeven had gedaan, die een minder veilig
doel hadden. De eerste radiozenders op de
vliegDe Do-X met de korte-golf antenne
machines hadden een betrekkelijk geringe reik
wijdte, niettegenstaande zij niet met telefonie
doch met telegrafie werkten. Daarbij kwam de
moeilijkheid, dat er steeds een marconist mee
vliegen moest, omdat men den vlieger niet kon laten
telegrafeeren. De telefoniezenders, die daarop
volgden, waren al veel beter. Ook uit economisch
opzicht, omdat zij bediend konden worden door
den vlieger zelf. Een pretje was dat niet, want de
vlieger, die waarlijk al genoeg te doen heeft met het
besturen van zijn toestel, moest bovendien ge
durende de heele vlucht met de knellende koptele
foon zitten luisteren naar een mogelij ken oproep.
Ik herinner me nog goed, welk een kwelling dat
was voor Geyssendorfer, die het eerste toestel
met telefonie op de lijn Amsterdam?Londen vloog.
Ik vloog een van de allereerste tochten met hem
mee en om de haverklap brulde hij mij in het oor:
Hou die kist even recht, want dat ding drukt zoo op
mijn ooren I" Dan zat ik met een gewichtig gezicht
en een eenigszins benepen hart de F III in evenwicht
te houden, terwijl Geys zijn ooren even lucht
gaf. Passagiers hadden wij goddank niet, want die
zouden wellicht het niet erg prettig gevonden
hebben, dat Geyssendorfer het stuur aan een ander
overliet. Overigens bleek op dezen tocht, dat de
MOTOR-in ZEILJACHTEN
Lijsten van aanbiedingen
gratis en franco op aanvrage
mKHMSlUtT-lfiSclieipsziken
Pind NIEMHMEH 136 hoek Koestraat l - ROTTERDAM.
bediening van de radio door den vlieger zelf niet
zonder bedenken was, want door het gescharrel
met het toentertijd nog niet heelemaal zonder
fouten werkend zendapparaat, werd vergeten om
op tijd de tweede benzinetank in te schakelen en
midden boven het Kanaal zuchtte de motor een
paar keer langzaam uit en gaf het op. Doordat Geys
onmiddellijk hoorde wat er aan de hand was en de
tweede tank opendraaide, ontkwamen wij aan een
landing" op het water bij een scheepje, dat hij
er al onmiddellijk voor had uitgezocht. Langzamer
hand zijn de vliegers natuurlijk aan het werken
met de radio vertrouwd geraakt en er zijn tal van
vliegers, die er zoo op vertrouwen, dat zij bezwaar
maken om met een toestel te vliegen, waarvan het
radiotoestel niet werkt. Een groote verbetering
is echter ingevoerd op tal van groote toestellen,
waarop twee piloten en dikwijls ook een
boordmonteur meevliegt. De boordmonteur bedient de
radio en de vlieger zelf heeft er niet meer mee
te maken. Hij krijgt zijn weerberichten en de
mededeelingen over den toestand op de landings
terreinen op een stukje papier van den
monteurmarconist en als hij bijv. in den mist den weg is
kwijtgeraakt en hij wil weten waar hij is, behoeft
hij niet meer, zooals vroeger, zelf in deze toch
eenigszins moeilijke oogenblikken een
grondstation op te roepen en voor de peiling dikwijls vier,
vijf maal tot twintig te tellen. Hij kan al zijn
aandacht aan de besturing wijden en de marconist
zorgt voor de verbinding met de peilstations.
De eischen, die aan het radiostation op een
vliegmachine worden gesteld, zijn allengs grooter
geworden. Ik behoef slechts even te herinneren
aan de proeven, die op het oogenblik zijn geëin
digd door den bekwamen leider van het station
Waalhaven, den heer A. Strijkers, die met een van
de postmachines naar Indiëmeevloog en gelegen
heid kreeg om zijn kortegolfzender, waaraan hij al
jaren werkt, in de meest zware praktijk te beproe
ven. Erg jammer is het dat het zendapparaat
onderweg kapot is gegaan, zoodat Strijkers er
niet den heelen tocht mee kon werken. Op den
terugtocht is het, gelukkig, beter gegaan. In
middels is gebleken, dat met het
kortegolfzendertje verbinding met het moederland kon
worden onderhouden over vél grooter afstanden
dan met het lange-golf-apparaat het geval was.
De heer Strijkers heeft daarmee nu bewezen,
dat de uitrusting van de Indië-machines met zulk
een zender zeer gewenscht is.
Er zijn echter nog andere eischen voor den
toekomstigen vliegmachine-zender gesteld. Tot dusver
werden de radiozenders op vliegmachines alleen
benut voor het navigeeren. Door het bouwen van
monstervliegtuigen als de DO X wordt aan den
radiozender een uitgebreider taak opgedragen.
Niet alleen is het radioverkeer voor den
navigatieofficier van zulk een groote machine omvangrijker
geworden, doch evenals op de passagiersbooten
noodzakelijk is gebleken, zal op vliegtuigen als de
DO X het verkeer tusschen vlieggasten en de
gewone telefoonnetten tot stand moeten worden
gebracht. Daarom ziet de radio-cabine van de
DO X er meer uit als de radiohut op een schip.
Het toestel wordt niet meer door den vlieger of
den monteur bediend, het staat niet meer in een
hoekje van de passagiersruimte, maar er is een
tamelijk groote aparte ruimte voor gemaakt. In
een der vele vleugels is een geluiddichte cabine
gebouwd, door de ruimte met hout en
gummispons af te schermen. In dit kamertje heeft de
firma Lorenz in het gewone typische vliegtuig
formaat een zendertje gebouwd, dat een antenne
energie van ongeveer 120 Watt heeft. De zender
is geschikt voor telegrafie en telefonie, waardoor
onder gunstige omstandigheden een afstand van
1000 Kilometer kan worden overbrugd. Die gun
stige omstandigheden komen in de praktijk niet
voor op de oogenblikken, waarin men er gebruik
van zou wenschen te maken, zoodat wij de wer
kingssfeer van den zender gerust op 500 Kilometer
kunnen bepalen. Dat is voor een vliegtuigzender
een zeer groote afstand, doch voor de DO X,
waarvan verwacht wordt, dat een driemaal groo
teren afstand zonder landing kan worden afgelegd
is dat natuurlijk niet voldoende. Ook niet om
geDe Lorenz kortegolfzender voor 20.60 Af..
durende bijv. een Oceaanvlucht met het moeder
land gedurende den heelen tocht in verbinding te
blijven. Daarvoor wordt dan ook nog een korte
golfzender en ontvanger ingebouwd, die een energie
van 50 Watt zal krijgen. Voor de gewone vluchten
is een kortegolfzender van 10 Watt antenne
energie aanwezig. Beide zendertjes kunnen werken
op golflengte tusschen 25 en 80 Meter, waarbij de
golflengtewisseling wordt verkregen door andere
stuur-kristallen in te zetten. Door de kristal-af
stemming wordt een constante golflengte ver
kregen, die anders in een vliegtuig nogal moei
lijkheden oplevert. Met de 50 Watt-zender meent
men afstanden tot 6000 K.M. te kunnen over
bruggen. Zulk een afstand lijkt in verband met
de geringe energie erg groot, maar de verhouding
tusschen energie en reikwijdte is bij korte golven
zér gunstig. De kortegolf ontvangst geschiedt met
een bijzonderen ontvanger van het heterodyne
type, die door de firma Lorenz geschikt gemaakt is
voor het ontvangen van golflengten van 25 tot,
3000 Meter.
Het nieuwste in deze radio-installatie is; dat
het toestel twee antenne's bezit: de gewone
sleepantenne, die onder het toestel hangt en een antenne
op de vleugels gespannen. Dat is natuurlijk door de
groote afmetingen van het vliegtuig mogelijk
geworden en is bij een kleiner toestel niet uit te
voeren. Door deze twee antennes is nu ook het
verbinden van de passagierscabine, waar een
telefoonapparaat is aangebracht, met een
telefoonabonnéergens op den beganen grond mogelijk
geworden. De vlieggast spreekt dan uit de cabine
over den kortegolfzender, die op de vaste antenne
is aangesloten en hoort over den ontvanger, die
aan de sleepantenne vast zit. Op deze wijze zal men
tijdens de Oceaanvlucht in Januari probeeren om
gesprekken tusschen het vliegtuig en Berlijn tot
stand te brengen.
Als laatste bijzonderheid vernield ik nog, dat
er een telefonische verbinding bestaat tusschen de
radio-cabine en de kapitein van het vliegtuig,
die eventueel ook van den commandobrug over de
zender kan spreken. Omdat op de commandobrug
veel motor-lawaai is, spreekt de commandant niet
door een gewonen microfoon, doch door een
keelmicrofoon, waarbij de microfoon niet voor den
mond wordt gehouden, doch direkt tegen de keel
wordt gedrukt op de plaats waar de stembanden
zitten.
Zeist als Woonplaats»
BOUWTERREIN TE HOOP In het centrom
van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht
Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van
het Raadhuis, de Hotels Hermitage en Flgi
en het Slot van Zeist. Prachtig opgaand
geboomte, stofvrije wegen, voorzien van
rloleering, ga«, water en electrlcitelt.
Nadere gegevens worden verstrekt door de
N.V. PARK KERSBERGEN,
Slontauban?traat 4, Zeist.