Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 DECEMBER 1930
No. 2795
Nieuwe Duitsche Boeken
,
l
JosepJi Roth. Hiob (G.
Kiepenheuer, Berlin)
Job'! de titel zegt geen woord
teveel. * Dit is in waarheid het boek
fob der twintigste eeuw. Er hoort
TOOT een kunstenaar een machtig
Zelfbewustzijn toe de roman van een
, armen Jood uit dezen tijd den naam te
geven van het indrukwekkendste boek
tiit het Oude Testament. Joseph
Roth heeft het gewaagd zijn levens
geschiedenis van den armzaligen
Joodschen schoolmeester Mendel Singer
uit het Russische gehucht Zuchnow
Job te noemen en hij heeft daarmee
geen hoogmoedige dwaasheid begaan.
Hij heeft een boek geschreven, dat
óns voortdurend aan Job herinnert
n in de ontzaglijke schaduw van dien
mensch, die zijn twist met God uit
vocht tot het bitterste van hem week
n het licht werd over hem, wordt
deze Mendel Singer niet belachelijk
tioch verzinkt hij in het niet. Wij
Volgen hem op zijn langen, zwaren
Weg en erkennen: zoo moet het een
maal Job zijn gegaan. Joseph Roth
heeft zich zijn stof waardig gemaakt.
Hy heeft het eeuwige drama van den
Jood, van zijn ellende en
verstootenheid, zijn lijdzaamheid en vrome
jïoop, zijn toorn en bitterheid, zijn
indelijke vrede herschreven en zich
daarbij weten te hoeden voor een
mislukking als van de herhaaldelijke
beproefde herscheppingen van Chris
tus' leven in dezen tijd. Hij heeft
voortdurend de hoogte van het eeuwige
drama in dien eenvoudigen,
armzaligen mensch weten te handhaven,
en al zijn beschrijvingen zijn van die
eeuwige beteekenis doordrongen, ner
gens zinkt hij weg in het drijfzand van
klein realisme, waar de beschrijving
van Joodsche ellende zoo vaak in
ondergaat. Zoo onaantrekkelijk als
de Joodsche romanlitteratuur in ons
land is, zoo indrukwekkend en van
een sobere grootschheid is dit werk
Van Joseph Roth.
* *
?! ? *
! Een boek als dit moest onze
Joodsche romanciers er voorgoed
van weerhouden de Joodsche ziel
tnet een onstelpbare vloed van
woorden aan den man te brengen,
}iet beeld van den Jood in een zond
vloed van straattooneeltjes, in een
rhapsodie van gijn en sagrijn te ver
drinken; hun werk verheft zich nau
welijks boven de stof, staat meestal niet
hooger dan het vochtig welsprekende
relaas van den Joodschen ooggetuige,
het is, nauwelijks doordacht, pathe
tisch doorvoeld, bijna nooit van een
hooger begrijpen doorlicht, rommelig,
roezig, groezelig als het ghetto zelf.
De stof wordt door hen niet beheerscht,
bewerkt, bedwongen, de bouwsteenen
worden met onuitputtelijk geduld tot
woordgruis geklopt. Joseph Roth
echter heeft met de bouwsteenen van
het oude joodsche gegeven een sterk,
sober beeld gebouwd, zijn boek is
geschreven in een taal van oud
testamentische pracht. Ook hij be
schrijft de joodsche ellende, in het
arme Russische dorp (soms doet hier
zijn werk aan L'ombre de la croix
denken, maar het is sterker), op
den armzaligen tocht der landver
huizers, in de Joodsche armoestraat
ergens verloren in het monstrueuse
New-York, maar er welft een hemel
boven dat smerige gehucht, er schijnt
een goddelijk licht door de kieren
van het duistere stadportaal, er is
voortdurend in dit boek de nabijheid
van den Eeuwige. Jaweh. den
straf
fendenenwonderdoenden.Geeiioogeriblik wordt Mendel Singer in zijn
sjofele eenvoud een toevallig, berooid
Jodenmannetje, aldoor, in zijn groene
verschoten kaftan met de lange waai
ende slippen, blijft hij mér dan
zichzelf, zijn volk, Job. Epische
grootheid is er in bijna elk tafereel
van dit boek, in den tocht van de
Joodsche moeder met het kreupele,
idiote kind naar den rabbi die het
zal redden en genezen, in de aardsche
lusten van Mirjam met den kozak in
het koren, in het bidden der Joden
op het veld bij nieuwe maan. Het
opgaan van zon en maan blijft boven
den schurftigen mierenhoop der
menschen een onvergankelijk wonder
Gods. Telkens straalt of sneeuwt of
schemert de eeuwigheid over de
beschrijvingen van wat zich in de
aardsche laagten afspeelt. Geen
oogenblik gaat dit boek in zijn onderwerp
onder, het houdt zich in een bijbelsche
grootheid staande. In Mendel Singer
herhaalt zich de eeuwige uittocht der
Joden.
Hij trekt mét de zijnen
alleen het ongelukkige kind blijft
achter naar Amerika, waar zijn
tweede zoon als Russische deserteur
een goed heenkomen had gevonden;
het Russische gehucht Zuchnow trekt
in de kleeren, in handen en huid,
in de ziel van Mendel Singer mee naar
New-York. Hij blijft een stuk Israël
in Amerika, hij blijft zijn volk.
Eenmaal voerde de Heer hen door
de Roode Zee, nu is het niet Jaweh,
maar een snel, sterk stoomschip,
dat een geul opent in de golven van
den oceaan. Doch het blijft hetzelfde,
Gods own country is het Beloofde
Land. Er verandert niets, God vouwt
de handen boven Zuchnow en
NewYork, God behoedt den Jood of
breekt hem onder Russen on Yankees.
Mendel Singer droomt zich in
NewYork naar zijn land terug. Hij wil
terug, maar tusschen hem en zijn
land ligt niet meer alleen de blauwe
oceaan, rood en verschrikkelijk bran
dend laait tusschen hem en zijn ge
boortegrond, tusschen hem en het
verlaten, kreupele kind de oorlog.
En nu breken de rampen los over het
hoofd van Mendel Singer, die den
gestadigen tegenwind van Gods stren
gen wil zijn levenlang had gevoeld,
maar zijn booze wervelstormen eerst
zou kennen, nu hij op jaren komt. Eén
zoon valt voor zijn Amerikaansche
vaderland, de ander verdwijnt spoor
loos in Rusland, waar hij streed voor
den tsaar, zijn vrouw sterft, zijn doch
ter wordt krankzinnig, van
Menuchim, het kreupele kind heeft hij
nooit meer gehoord. En Mendel
Singer, wiens dagen zijn leven lang
den kringloop der gebeden waren ge
volgd, toornt tegen God onheil
spellend is het oogenblik als hij in de
leege, vuile New-Yorksche kamer
een vuur rnaakt en '/Ach gereed maakt
zijn gebedenboeken, levenslange vrien
den in ontelbare rampspoeden, te ver
branden. Daar toornt nogmaals Job
tegen den hemel en nogmaals komen
zijn vrienden tot hem en spreken met
hem, doch hij wil niet luisteren, na
zestig jaren zich gebogen en gebeden
te hebben, wil Mendel Singer thans
God verbranden. Die bladzijden zijn
van een profetische grootheid: Jobs
vrienden, in Amerika lang van hun
geloofsplichten vervreemde maar in
nerlijk nog altijd God duchtende
Joden samen met den verbitterden
godslasteraar Mendel Singer, die een
vroom man was. in de kale
NewYorksche huiskamer. Dat is hot
3 O
foonkamers
fe Oosterbeek
te bezichtigen
STEUNZOLEN
SYST. PROF. HOFFA/
nAAR MAAT'
FA J.A.MASSING COMM.VEMH
O.Z.VOORBURGWAL334 Amsterdam
Va WET BINNENGASTHUIS
KWATTA'S
Manoeuvre
reepen
= MELK EN PUUR=
MEI GELDIGE KMTII-MLIMIIES
Sea~Horse
de allerbeste
i/ouiwyn Jenever
M.P.POLLEN fr ZOON ROTTERDAM
Adverteert
m
de G
roene
Dat is een zin dien ge
dikwijls leest.
Waarom juist in
DE GROENE ?
Omdai DE GROENE in
het geheele land gelezen wordt
door hetbesfe publiek door
het pubiek dat iets fe besteden
heeft. De adverteerder behoeft
niet te betalen voor een ver
spreiding, waarmee hij hon
derdduizenden bereikt, die
juist niet tof het koopkrach
tige publiek behooren, maar
het betaalt hem om in
dit blad te adverteeren, dat
hem direct in contact
brengt met hef publiek dat
hij zoekt.
U ZULT VERMAGEREN
op welk gedeelte van het lichaam U ook wenscht zonder gymnastiek,
zonder dieet, zonder geneesmiddelen in te nemen, zonder baden. Uit
sluitend uitwendig gebruik. Het resultaat is na den zesden dag zicht
baar. Schrijft aan Mme COLiESJBBAUDEB, Overtoom 445 B, Amsterdam,
die U gaarne gratis het eenvondige en doeltreffende recept zal zenden,
dat zij zelf met veel succes heeft toegepast.
WAARSCHUWING.
Daar enkele concurrente fabrikanten onze stopflesschen
met Mosterd gevuld in den handel brengen, geeft onze
naam in den bodem derf lesch GEEN voldoende GARANTIE
voor kwaliteit.
ALLEEN nevenstaand Handelsmerk, op het etiket,
waarborgt de bekende
SPOOR'S MOSTERD.
tKlaa WliXlam IY
O SCOTS WHISKY
VERTEGENWOORD 1GERS:
Ni HOOGEWERFF, CHABOT & VISSER's
WIJNHANDEL
DEN HAAG - ROTTERDAM - ARNHEM
hoogtepunt van liet boek. naar hot
eind neemt het dan onverwacht die
gelukkige wending, die ons hier
evenmin bevredigt als in zijn grooto,
oud-testamentische voorbeeld. Dat
Jaweh wonderen doet en een laat
licht laat opgaan over Jobs eenzamen
ouderdom, het y.ij zoo. doch hot valt
moelijk in den gloriouzon, jongen
componist, die plotseling als do pro
feet Kliahu op I'aaschavond binnen
treedt, Mendel Singcrs kreupelen,
idioten zoon te herkennen, die jaren
lang niet moor dan n enkel oorwoord
vermocht te stamelen. Men kan
goloovon in de bekwaamheid der
doktoi'on, maar hot geloof der Joden
is noodig om dit einde? te aan
vaarden. Dat neemt echter niet weg,
dat Uoth's I Hob. dat wol in de scha
duw der vele actuoolo en zelden, be
langrijke kronieken van oorlog en
revolutie in Duitschland verborgen
zal blijven, nog gelezen on bewonderd
zal worden, als die alle lang vergeten
zijn.
ANTI ION l E DONKEU