Historisch Archief 1877-1940
K*. 3795
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 DECEMBER 1930
De heele skisport in twee artikelen
door Dr. R. Feenstra
de ski vrijkomt en nu de voet zoo nabij mogelijk
180 graden laten draaien. Daarna dalbeen laten
zakken; vastplanten; en nu het bergbeen in een
lichten hoogboog bijtrekken.
IK wil een paar practische brieven aan ski-babies
schrijven, en allen die het hopen te worden.
3En dat zijn er tegenwoordig zoo eenigen. Wanneer
-wij zien, dat in het arme gesjochte Oostenrijk
de wintertrek naar de berghoogten verleden
jaar.... 60 % hooger was dan het jaar daarvoor;
?dat het ieder jaar stijgt; dat sportbonden en
jeugdvereenigingen ook de beoefening verjongen; haar
deels zelfs
proletariseeren" dan is het zon
der meer duidelijk, dat
hier een ventiel in de
glinsterende sneeuw op
het dak van Europa ligt,
voor onze moderne kwel
lingsspanningen die daar
onder, in tredmolen, fa
briek, school, maatschap
pij, hurriënde business en
herrieus vermaak ons het
leven zoo grauw en zoo
Huur maken. Gij kunt zuur zijn als een augurk, ergens
op de wereld ligt nog een correctief. Ga de witte
Tvinterpracht der hooge bergen in; en leert er
«een meesterschap over uzelf en uw terrein, die
-werkelijke hooge sport is; en vernieuw er uw
iboddie.
Enfin; gij gaat er dan eindelijk ook aan doen".
lEn gij moet nu eerst uw sportstation kiezen.
ZMaar ik wil mij niet in een wespennest steken;
?en partij kiezen; streef niet de gouden eerepenning
-van St. Moritz, of het eereburgerschap van
Kitzfoühel, of een levenslang gratis abonnement op
de Verkehrszeitung van het Berner Oberland na.
Daarom geef ik maar n griezelig-neutralen, maar
welgemeenden raad. Let vooral op het aantal
rzonne-uren; op de bergmuren, die naar het Zuiden
?om uw Kurort staan; want licht is leven; en
vervguldt uw tochten.
Kiest als gij in gezelschap van familieleden
reist, die er minder aan doen", plaatsen met
.behoorlijk gecultiveerde en verzorgde
wandelwegjes; en geen oorden, waar slechts een hoofdweg
doorheen leidt; ook al is het sportgebied er ver
lokkend.
Eischt stroomend koud en warm water, naast
?centrale verwarming. Een lichaam dat hard
-werkt en de noodige zweetdruppeltjes laat, heeft
recht op vlotte, gemakkelijke verzorging.
Nu de bullen ! Laten wij beginnen met de sokken.
Begin met een dun paar, zooals gij ze in de stad
draagt, en uw voet aan gewend is. Daarover
heen een paar z.g. Militarsocke uit schaapswol;
deze kriebelen en jeuken te zeer als gij ze direct
op den naakten voet aanlegt. Daarover heen
eindelijk de bekende skisokken, met hun ge
npregneerde wol, en hun felle vroolijke kleurig
Tandjes. Aldus aangekleed, bekussend, moet uw
voet makkelijk in de schoen gaan. Een skischoen
is het beste, even met een paar kopspijkertjes
voor het gewone loopen benageld. Maar wie voor
kort gaat of in het probeerstadium is, kan ook
desnoods een gewone stevige sportschoen nemen,
waar dan van onder op den hak een spijker of
een gleufbeugeltje wordt vastgeslagen. In alle
.sportplaatsen is de schoenmaker ten deze compe
tent.
Wat de ski's aangaat; neem ze ook waar de
proefcandidaat slechts huurt altijd een tikje
langer dan gij rechtopstaand er naast, kunt
reiken.*, En neem niet de smal
lere renmodellen; maar j ;
voetbreede. De vinding moet mak
kelijk aangelegd worden; en mak
kelijk zitten. De Huitfelds",
met niet te veel leerriemen,
zooals zij langzamerhand in het
mcdel Alpina t^veredeld zijn,
zijn van de populaire soorten de allerbeste.
Nu hebt gij nog stokken noodig. Er is een tijd
geweest dat korte stokken in de mode waren
?damespotlooden met aschbakjes er onderaan.
Alleen bij het klimmen waren ze makkelijk;
als de berg naar u toekomt; voor al het andere
~werk deugden ze niet. Neem flinke lange stokken;
tot den spits van uw hart hoog; want te lang
heeft ook zijn bezwaren. Er moeten niet te kleine
flinke bordjes aan zitten; liefst uit gevlochten
leer; die zijn ook het mooist; en de knoppen
moeten als een fauteuil zoo goed gewatteerd zijn;
want bij een val willen zij wel eens in de buurt
van den oogkas uitschieten, zoolang de oefenaar
daar niet op verdacht is.
Wie klimmen moet, en het niet op de ultra
moderne en makkelijke manier wil doen, dat
hij met een of andere liftkooi of Seilbahn naar
boven kachelt, en
dan slechts af suist
heeft vellen
noodig. Neem niet te
goedkoope van de
geit; die zijn direct
dóór. Het zeehon
denvel staat nog al
tijd no. l genoteerd;
al zijn er onder de
goedkoopere soorten ook bruikbare van het
borstelige zwijn, dat voor de gelegenheid dan
in zeehond is omgedoopt.
Zoo hebt gij dan alles bij elkaar ; en ook een klein
licht rugzakje, waarin de skiwas niet mag
mankeeren. ... en pas veel later, als gij werkelijke
tochten maakt, het lawinelint en het
sneeuwschopje.
Een fleschje Cognac is ook niet ohne mits
het alleen als stimulans bij hartzwakte of uit
putting gebruikt wordt. Bedenkt dat proviand
komt van pro via; voor den weg; en niet van pro
visie en viande. Neem niet te veel en weinig
vleesch mee. Wat belegde broodjes; wat suikertjes
en chocola; en een paar vruchten.
Wat de kleeding betreft: alles wat niet aanban gt
en niet doorlaat, is als stof goed; of het zeildoek
is van een Windjacke, peau de Suède met
Riegelverschlusz; of impermeabel laken van Noorsche
en modernere skipakjes; maar truien en wollen
goed is te verwerpen; vooral voor den beginner,
die er van het vele vallen, de vele sneeuw, die door
zijn dampende lichaamswarmte dooit, kletsnat
van wordt.
Zonder skihandschoenen, die den stokgreep
toelaten, maar verder de onmisbare handen warm
houden en beveiligen, gaat het evenmin.
En zich nu verder door plaatselijke ski-leer
aars laten bijwerken; of we kunnen op de
oefenvelden de zaak aankijken, de kunst afkij
ken, en zich verder de theorie eigen maken uit
een van de drie, ieder in zij n soort voortreffelijke
handleidingen, die van Mr. v. Rossem; die van
den Beier Winkler of van den Oostenrijker Jocberg.
Natuurlijk zijn er nog wel tien of twaalf anderen.
Het probeeren, zoeken waar de fout zit, zelf
corrigeeren is de beste weg. Ook de moderne
snelcursussen voeren in korten tijd tot een soms
benijdenswaardig resultaat; vooral bij de jongeren.
De skibaby kan het beste beginnen in de vlakte
te schuiven; om beurten met de knieën door te
zakken en kracht te geven ; af en toe ook met stok
ken en lichaam mee te werken.
De drie karakteristieke houdingen voor dit voor
waarts werken geeft het onderstaande plaatje aan.
Zoodra men nu wat skivast is geworden, is het
eerste wat men leeren moet het rechtsomkeert
maken; het kickturnen". Het beste oefent men
dit op licht glooiend terrein. Men plaatst zich daar
zoo horizontaal, als in het gevoel zit, opdat men
bij de verschillende bewegingen, die men gaat
maken, weinig glijkans krijgt. Een glijden toch met
gekruiste ski's is funest, speciaal voor het kruis
van uw broek, om van de armen en beenen, en
de opstaansmoeilijkheden niet eens te gewagen.
Dalwaarts keert men het makkelijkst. Hergbeen
vastplanten. Dalbeen hoog vooruit opgooien, dat
Gewoonlijk volgen hierop eenige suloefeninge
tjes, met het eene heen een halve voet voor het an
dere, zoowel rechtop als meer in hurkhouding, op
heele makkelijke zachte glijhellinkjes.
Dit keeren heeft men voortdurend noodig; en
moet men ook in andere standen bergwaarts,
achterwaarts op effen terrein, niet onder, maar,
in zijn knieën krijgen. Tot men een beetje fut
heeft gekregen; en niet iedere glij eindigt in een
Badewane; een tuimelgat dat men zelf in de zachte
sneeuw slaat; en waar het uitwerken heidensche
inspanning kost; tot de skibaby de truc in de
lamp krijgt; beenen in de lucht; uit den knoop;
dan effen en parallel plaatsen; nu met behulp van
de stokken je weer op de been werken.
Br zijn echter ook skileeraars, die vóór den
remboog de telemark" laten oefenen. Die maar
De Telemark"
eerst het afzeulen laten leeren; de eene knie licht
gebogen voor, het lichaamsgewicht over beide
planken gelijk verdeeld, tot men eensporig goed
loopt; en die dan zeggen: telemarken.
Verklaren zij deze instructie nader, dan zeggen
zij het zoo makkelijk, zoo prettig. U hebt niets te
doen dan het voorste been nog meer naar voren
te brengen, zoodat de achterste knie bijna tot op
uw skiplank doorzakt. Is het zoo laat, dan het
gewicht verplaatsen op de voorste ski en de punt
even door den wind sturen.
Met den rechtervoet voor naar links lukt het
beter dan met de linker en dan naar rechts vóór
zetten en omdrukken. Dat ligt in de natuur en de
ongelijke ontwikkeling van ons beenenstelsel. De
binnenbocht stok inzetten helpt beduidend. Toch
zijn er menschen, die de omstuif nooit leeren; en
anderen die het direct te pakken hebben. Voor de
ski leeraren is het een soort testproef.
Wat eten wij toe?
Een beschuitje met
zachte roomkaas van
OUD-BUSSEM