De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 3 januari pagina 1

3 januari 1931 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

V £ I **? i S» e Qrocaie derf Telefoon 37964 Postgiro 72880 Gem. Giro G. 1000 ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JTTTA Redacteuren: L. }. JORDAAN, F. O. SCHBLTBMA BN M. KAN N. Secretitti dei Redictiet C. F. VAN DAM ' KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C OPGERICHT IN 1877 No. 2796 ZATERDAG 3 JANUARI 1931 Het Kernvraagstuk der Indonesische Beweging door Rn. Ms. Noto Soeroto E "EN vraag, dio in den tegenwoordigen tijd onge"twijfcld de gemoederen bezig houdt van de Nederlanders, die niet zonder bezorgdheid den loop der dingen in Indonesiëgadeslaan is zeker: ,,\Vat is in wezen en in laatste instantie de zin van de Indonesische beweging?" Mijn antwoord'luidt als volgt: de Indonesische beweging is in wezen een kreet van de ziel, welke zich in de vormenwereld uitdrukt als een beweging met deels een politiek, deels een sociaal karakter. Waarschijnlijk zullen n landgenooten n Ne derlanders om mijn antwoord lachen vanwege zrjn schijnbare simpliciteit. Toch zal het antwoord van den Indonesiër, Jie zichzelven goed gepeild heeft en in zijn wezen een tropenmcnsch is gebleven, niet andere kunnen luidori. Dat ik ondanks mijn lang verblijf in het Westuu een tropenmenseh ben gebleven bewijst wel het feit, dat ik onmogelijk ..zuiver economisch" kan denken in den /gn. burgerlijken zin van het woord, hetgeen straks zal blijken. Op politiek, sociaal en economisch crebied denk en handel ik meer Indonesisch dan velen mijner landgenooten, die in den geest adepten zijn geworden van do verkondigers der Westersche. maatschappelijke leerstelsels. ' * * * Tk zeide. dat de Indonesische beweging, deels een poHtiek. deels een sociaal .karakter heeft. Het moge blijken eonerzijds uit het streven naar meer politieke medezeggenschap, dus het verlangen om ten volle deel te nemen aan het staatsleven en anderzijds uit het: zich ontwikkelende vakveroen igingsleven. ?_ ? ,,Maar wat heeft dat alles met de Indonesische ziel te.maken? De Indonesiër zal zijn politieke zelfstandigheid krijgen, zoodra hij getoond heeft in economisch opzicht de gelijke te, zijn van den Nederlander en met betrekking tot Indonesiëdiens rol kan vel1 vu Hen in het economische wereld ver keer." Zoo zal men mij tegenwerpen. Hier raken wij de kern aan van het Indonesische , vraagstuk en ik hoop een vingerwijzing te kunnen' geven voor het onderzoek naar de waarheid. in hoeverre alles met de Indonesische ziel te maken heeft. Wanneer de Indonesiër, die een tropenmensch is, inderdaad tot zelferkenning is gekomen, zal hij op de bovengestelde argumenten antwoorden, dat déNederlander even goed zou kunnen zeggen . bewust of onbewust de politieke zelfstandigheidsverklaring van Indonesiëte willen uitstellen tot fct. Juttemis. Het is zoowel van Indonesische als van Nederlandsche zijde werkelyk naief om te gelooven, dat de tropenmensch ooit een noorderling zou kunnen worden. Men zou even goed kunnen probeeren om van een koe een paard te maken of omgekeerd J En waartoe zou het noodig zijn van Indonesiërs in letterleken zin Nederlanders tweede kwaliteit te willen maken? Het kan nooit in Gods bedoeling liggen en het is trouwens in tegenspraak met den zin der geheele schepping om van de aarde een woes tenij te maken van eentonigheid en eenvormigheid ! ' ? #'*..' ' ' Het groote Indonesische probleem is de wor ding van een nieuwe Maatschappij in een tropisch land. Waarin verschillende rassen met hun eigen aardige talenten en vermogens hun organische plaats zullen zoeken in te nemen. In de diepste diepte van haar onderbewustzijn nu is de beweging der inheemsche Indonesiërs de cisch om in dat wordende organisme als volledig mensch te worden opgenomen. En dit kan alleen plaats vinden, indien die nieuwe maatschappij zoodanig ingericht zal worden, dat het wezen van den tropenmensch volkomen tot zijn recht komt, m.a.w. dat de Indonesiër zoowel geestelijk, staatkundig als eco nomisch deel uitmaakt der nieuwe samenleving. Hieruit is te verklaren de groote, doch onbewuste drang van den inheemsche naar het verkrijgen van politieke medezeggenschap >. opdat het politieke staatsleven niet. gelijk i« v"t Westen, het terrein worde voor de vorming v .n machtsmiddelen van het economische 'leven, terwijl de invloed van het geestelijke leven op het staatkundig levens gebied tot een minimum is gereduceerd. Die drang vloeit voort uit de menschelijke vrees, die goddelijk van oorsprong is. dat. wanneer in een tropisch land een Westersche sociale ordening met een Westerschc dynamiek woixlt tot stand gebracht, de ziel van den Indonesischon mensch. in wiens tropengemoed liet strenge economisch denken van den noorderling nooit wortel zal kunnen schieten, geen inhoud kan krijgen en dat daardoor in geestelijken zin. een proletariaat zal ontstaan van <JO millioen zielen. , Men behoeft bij mij niet aan te komen met een vertoog omtrent de noodzaak van het economisch leven, van de inschakeling van Indonesiëin het economische wereld verkeer, van de veiligstelling van buitenlandsch kapitaal enz. enz. Want deze dingen spreken even duidelijk tot mij als dat iemand zou willen betoogtm, dat de zon warmte en licht geeft! De Indonesiër, die de sclf-ovencinriiny heeft behaald en tot zelferkenniwj in yekomen, zal nooit willen en kunnen wenschen, dut de blanken, i. c. de Nederlanders, uit Indonesiëzouden u-orden verdreven. Want Indonesiëzonder den inslag van het Westersche economische leven in zijn sociaal organisme wordt in de technische en economische nwording der wereld een menschelijk wezen met het hoofd van een volwassen man en een infantiel of gerudimenteerd lichaam, en zal dus geen vol waardig lid kunnen zijn in de Wereldgemeenschap. Omgekeerd zal Indonesiëmet een Westersch ge organiseerd staatsleven (dus een staatsleven dat versmolten is met het economische leven) en een autochtone bevolking als geestelijk proletariaat, de gedaante vertoonen van een wezen met een infantiel geestesleven en een lichaam van een reus. En wereld en menschheid worden geen stap verder gebracht door de geboorte van steeds nieuwe slokoppen of carni vore staten! De angst van den blanken homo economicus, dat hij in Indonesiëniet tot zijn recht zal komen bij de Indonesieering van het staatsleven, zal hem volkomen ongegrond blijken, indien hij bet vermogen bezit en dit in werking stelt om de diep ste diepten der Indonesische ziel te peilen. Deze angst leidt onbewust de Nederlandsche staat kunde op verkeerde banen, en diezelfde angst Inhoudsopgave staat op pag* 20 vei smoort het ethische gevoel van menigen kolo nialen Nederlander, doet menigen blanke zich van zijn zwartste zijde kennen en doet hem ongewild de waardigheid van zijn ras neerhalen ! De Indonesische beweging, voorzoover zij een vijandig karakter vertoont tegen de economische werkzaamheid der Westerlingen in Indonesië. is s^chts de weerspiegeling van een euvel in de Westersche maatschappelijke organisatie zelve. Dat karakter is niet het wezen der Indonesische beweging:' men ziet daarin slechts de weerkaat sing van het streven naar opheffing van een evenwiehtsverstoring in het sociaal-economisch bestel in het Westen zelf. dat in de Indonesische beweging een bondgenooti' heeft gevonden in een ziel in nood. Zoodra echter de Indonesische ziel uitzicht heeft op liet verkrijgen van een inhoud bij het wordings proces der moderne samenleving in Indonesië, m.a.w. zoodra de Indonesische geest inde gelegen heid wordt gesteld zich uit te drukken in het toe komstige staatsleven. dan zal de Indonesische beweging ook haar karakter afleggen van verzet tegen de economische taak der Westerlingen in Indonesië. Het komt er maar op aan voor Indo nesiëeen zoodanig staatkundig stelsel te vinden. dat de Indonesieering van het staatsleven geschiedt door middel van de ..besten" d.i. de zelfoverwinnaars onder'de. Indonesiërs, Dan zal ook de eco nomische taak der XederUmders in de wordende Indonesische samenleving vóór yoed zijn beveiligd en beter dun door politieke machtsmiddelen, u-elke toch op den duur door nótj sterker politieke Machts middelen rcrniet.itfd zullen u-ordcn. ? ' ' *?*?.' '? * Wanneer men nu dezen gedachtegang goed heeft gevolgd en het met de richtlijnen eens is geworden, dan diene men nader zijn aandacht te schenken aan doel. wezen en taak van het Ne- en i,eiang derlandsch-Indonesisch Verbond." |(1., j« J. Hoe idealistisch, utopisch of onpractiscii mischc krachten de organisatie ook op het eerste gezicht mogfrschijnt mueten maken omdat zij gebaseerd is op dichterlijk" aandoend., klasse-haat en leidende gedachten, men zal, na de overwinning -Welgezindheid van de traagheid van den eigen geest, moeten ,0<jj?. dat de erkennen, dat het N. I. V. in zijn wezen zeer reëel,, ' nuchter en practisch gezind is. Het is de Westersche geest, die verschillende idealen de wereld heeft ingedragen, welke fascineerend werken op alle menschen en volkeren, die in eenigerlei opzicht: geestelijk, politiek of eco nomisch, in verdrukking zijn geraakt. En als waarlijk ook die Westersche geest een leermeester is van het Oosten, dan is bet de natuurlijkste zaak ter wereld, dat de modem-denkende Indonesiër, die het product is van het door het Westen gedy namiseerde Oosten, die idealen ook tot de zijne heeft gemaakt. . r gemeer.juwen als ement op onomische ?rden, dat ke staats;en, naargaan van J ij k leveii kelijkheid de ecc v.' eigen aard'' w van die eeft raar ikaanscbe ustige etx )po." /EB BID (Slot op pag. .3).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl