Historisch Archief 1877-1940
12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 JANUARI
No. 2796
No. 2796
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 JANUARI 1931
Schilderkunst
Kelder, bij Kleykamp, den Haa«
Deze tentoonstelling toont als tot
nu toe iedere tentoonstelling een
vooruitgang in het werk van Kelder.
liet voorafgaande werk is den lezers
van mijn artikelen bekend: ik heb
d.us bij deze tentoonstelling alleen te
wijzen op wat hier is; te verklaren
welke wijzigingen het werk uit 1030
doet zU$i en waarom er vooruitgang
vast te stellen blijkt. En dan is ten
«erste voor iedereen, die ziet, gemak
kelijk duidelijk, dat het werk won aan
beschaving, en. aan een overreding
der schoonheid, die ieder geweld, dat
de beschouwer van dit werk vroeger
?wel eens werd aangedaan, overtreft.
Ge wordt hier overtuigd; vroeger
-werdt ge wel eens overrompeld I
^Natuurlijk erkent ge opnieuw de
persoonlijkheid van den schilder;
deze was reeds lang duidelijk in den
vorm zijner figuren en zij ging, dat
spreekt van zelf. bij zijn verdergaan
niet te loor. Maar in deze schilderijen
uit het laatste jaar zijn nog andere
dingen na te gaan. Nadat hij vroeger
de lijfelijke vorm steeds sterk model
leerde .en ons gaf tegen een min of meer
saamgestelden achtergrond, is nu de
figuur ten minste in het meeste werk
hier meer n geworden, met dien
achtergrond en werd die achtergrond
zeker meer secundair dan zij vroeger
Avas, ofschoon zij met de gestalten mee
aan innigheid won. De meeste schil
derijen zijn een bouwsel van figuren
in een eenvoudig hoewel
gevoeliggehouden gamma; bruine gouden
overheerschen. Waren in vroegere
tijden de figuren meer portret, tot
naakten toe, de/e laatste naakten.
hoewel gecontroleerd op eon model.
zijn verder van dat model af dan de
vroegeren ooit waren. Zij zijn meer
opgeslokt door het licht, dat rond ze
inderdaad leeft, liet licht is het be
langrijke geworden, on het werd
geheimzinniger omdat het dieper werd
van beteekenis. Knkele kleuren zooals
een oranje of een sterk geel kunnen
zulk werk soms plaatselijk een meer
openbaar accent geven; de meeste
zijn of doen aan als nkleurig. maar
zooals ik zag, vol schakeering in die
kleur. Eti ongetwijfeld is n der
beste vari deze voorstellingen de
vier naakten met in den linkerboven
hoek der voorstelling een vermoed
landschap, dat van den herfst wat
heeft en van het zuiden. Want ook
het Zuiden vindt ge bij Kelder op
een kleuriger portret ..geïnsinueerd,"
<>en Zuiden van ver* weg en van een
natuur, die ons meer gedroomd werd
dan werkelijk-getrouw nagebootst....
Maar In het jaar 1U30 is wat het
licht aangaat op het schilderij, dat
om een licht werd geschilderd en
steeds persoonlijker is geworden, hier
nog een wijziging te vermelden.
Kunnen wij zonder gevaar zeggen
dat vóór het einde van het jaar de
figuren gegeven werden, bijna -ver
zonken in het licht, dat ze omvangt
en omving, het einde van het jaar
bracht ons twee figuren, beide liggend
maar de eene met de knieën naar
voren, waar de blanke (niet meer
bruine) vrouwelichamen (alle naakten
bij Kelder uit den ganschen tijd
?waarover ik hier schrijf, zijn
vrouwenaakten 1) tot kernen werden van
«en licht, zij zonden dus nu het licht
uit! dat blank-verpoederd het werk
met zijn leven volmaakt. Omdat dat
licht het doel is van het schilderen
. en ..geen felheid is maar spreiding
alleen van uitgezonden stralingen-,
geen scherp of zilt accent heeft,
moesten de gezichten ook als terug
gezonken liggen in het licht. Het licht,
hoofdzaak, werd op deze schilderijen
een niet te storen edel verschijnsel.
M: Adamse, Bij van Hasselt te
Rotterdam
Het was te begrijpen, wanneer ge
het werk kent van den Dordtschen
schilder Adamse. dat, als hij naakt
zou schilderen, hij ook gaarne het
naakt zou schilderen van do Moeder.
Hij is niet de eerste, die dit doet; maar
het lag en ligt in zijn aard. Op deze
tentoonstelling vindt ge dan ook zulk
naakt; een vrouw, die de signatuur
van het moederschap duidelijk doet
zien, is zittende gegeven. Het werk
is met eerbied en zonder n onop
rechtheid of zonder n verzwijgen
van wat ook gemodelleerd. Het is het
beste der twee naakten hier, maar
de kleur moet tot haar diepste
diepten toe levender worden! De
kleur van Adamse heeft dikwijls
wat ik zou willen heeten een
te zwaar lichaam; ge voelt de materie
als een zwaarte; zij f lonkt niet genoeg;
zij leeft niet in voldoende spanning;
noch is zij, vlak als een email,
fonklend gestold. Ge zoudt dit met
andere woorden kunnen neerschrijven:
er moet in de kleur meer overwonnen
hartstocht, meer overwonnen roering
zijn. Doordat dat er niet is, krijgt het
kleurgeheel soms iets troebels. Maar
Adamse heeft dat gebrek niet altijd,
noch had hij dat steeds. Ik herinner m\j
van een vorige tentoonstelling kleine
stillevens van een vaasje met een takje
of dergelijke voorstel1 ingen, waar de
kleur, luchtiger neergezet, een bekoring
had, die te winnen het moeilijkst voor
Adamse blijkt. Ook hier zijn stillevens,
bloemstukjes. waarvan Adamse vond
wat zijn groote zorg steeds moet
wezen. Ge vindt die nocd zakelijke
eigenschap in de veldboeketten (2 en
24). Was het d? haast, bij de
snelwelkend? bloemen onmijdbaar, die
den schilder hier verhinderde door te
ijverigen of te geduldigen arbeid
d<stof van het schilderij te nadrukkelijk
als stof te doen gevoelen, of was het
de eenvoud der bloemen, die den
schilder naar den wezentlij ken hier pas
senden trant dreef? en lenig hield wat
bij hem lenigheid door de materie
verliest V Allicht was het beide: een
voud, en het snelle welken. Een stil
leven niet zonder grandeur voor
Adamse is de gekranste
Beethovenkop. Deze schilder toekent voorts veel
portretten. Gelukkig is de tijd der be
wonderde photo lang voorbij en keeren
de menschen zich meer en meer tot
de menschelijke uiting: het kunstwerk.
Da schilder, de beeldhouwer heeft
meer werk; de bronsgieter gedijt en de
verkooper der paneelen ziet hét hout
in den winkel slinken. Adamse had
vroeger een specialiteit, die ik op
deze tentoonstelling niet hervind. Het
was niet een portret van kinderen (No.
12 en 20 waren goed), het was het
innig -portret van menschen uit de
kleine burgerij, zooals een ander
D ordtsch schilder, ongelijk maar nog
steeds onderschat als Keus is, er kon
schilderen en teekenen in groepen.
Daar had Adamse het zeldzame, dat
hij deze figuren niet komisch of niet
uit de hoogte, maar met innigheid zag.
Ook daar was hij als in zijn
portretteekeningen nauwkeurig en geduldig,
maar zijn waarneming ging daar ver
der. Hij kon daar-wat komisch zou
kunnen werken binnen de perken .van
het gevoelige houden. Het is hier
te constateeren, dat deze menschen
.geen portret bestellen en dat zulke
_ beeltenissen weinig gezocht zijn, wat
voor een schilder zóó niet verhinde
rend toch eenigszins belemmerend
werkt, vooral als hij zich daartoe niet
alleen^voelfc gevoerd, maar ook tot men
schen uit andere kringen. Toch hoop
ik dat Adamse ook zoo'n portret nog 's
zal schilderen.
PLASSCHAERT
WINTER IN ZWITSERLAND
Van onderstaande plaatsen is het prospectus verkrijgbaar bij de
voornaamste Reisbureaux in Nederland
RIGI-SCHEIDEGG
ZWITSERLAND.
1650 Meter boven den zeespiegel.
HOTEL en KURHAUS.
150 bedden. Zeer sne2uwrijk In Rfgi-Scheidegg schijnt de zon
gcd. den Winter het langst (9 uur in Januari). Prachtig vergezicht
op wereldberoemd Alpenpanorama.
Pension van frs. 15.?tot frs. 18.?.
Vraagt prospectus.
RlGi-KALTBAD Grand Hotel en Kurhaus
1450 M. b. d. Z.
Pensionpr. van frs. 16?24.
PONTRESINA
1830 M. b. d. Z.
PARK HOTEL
130 bedden. Pens.pr. vanaf frs. 19.?.
MüRREN
1650 M. b. d. Z.
HOTEL EIGER
80 bedden. Pens.pr. vanaf frs. 15.
ENGELBERG GRAND HOTEL KURHAUS & REGIHA TIUIS
1070?1ÊOO M. b. d. Z. £00 bedden. Pensionpr. van frs. 15?17.
FUMS GRAND HOTEL i SURSELVt
1150 M. b. d. Z. 120 bedden. Pens. vanaf frs. 17.-.
GRAUBUNDEN
1150 M. b. d. Z.
360 Bedden PARK-HOTEL WALDHAUS 360 Bedden
Het groote Hotel in villatrant gebouwd. Domineerende ligging. Groot
eigen park. Garage (EO auto's). Pension vanaf frs. 17.?. (Hoog-seizoen
vanaf frs. 19.?).
FL1
(Graubünden)
1150 M. b. d. Z.
Kurhaus Adula. Zeer aanbev.w.
Fam. hotel. Gen. hernieuwd.
ST.MORITZHOTELWALDHATJS
Stroomend water, rustig gelegen aan het meer. Orchest. Garage.
Middelmatige prijzen. Eigenaar G. ROCCO, (Zwitser).
R A TT N W A L D (KANTON GLARUS)
K, A U IN W A JU \J \1300-1500 M. b. d. Z.)
GRAND HOTEL BRAUNWALD HOTEL ALPENBL1CK ,
HOTEL NIEDERSCHLACHT HOTEL ALPINA
l'YTF'
J^ l iJ
tfV Beau Riv*ee» Grand Hotel, in alle opz, Ie kl.
r* Fam. Hotel, meest mod. comf. Gr. tuin, gar.
Uitst. keuken. Alb. Döepfneri eig. en leider.
1X
?-*>!
N HOTEL INTERLAKENER HOF, aan de
li Hauptpromsnade. Familie- en
toeristenhotel. Eigenaar E. H IRSGH.
V HOTEL KREBS. Goed familiehötel. Vrij
i gelegen, heerlijk uitzicht, warm en koud
stroomend water in alle kamers. Eigenaar FAMILIE KREBS.
TF
A Jj
INTERLAKEN HOTEL METROPOLE
MODERN. MATIGE PRIJZEN.
A KPN HOTEL SCHWEIZERHOF. ie Rang,
Jxll\J:Jli prachtig gelegen aan den Höhenweg, geheel
modern. Eigenaar TH. WIRTH,
WALDHOTEL UNSPUNNEN. 15 min. Van
spoor en booten. Auto aan het station. Lid
.van den Toeristenbond v. Nederland.
LAUSAXNE HOTEL VICTORIA
Voornaam Famüiehotel. Ie Rang. Uitzicht op het me,er.
LES AVANTS: s.Moiitreux 1000 Meter b. d. zec
Heilzaam luchtkuuroord. 4 Hotels, garages', pensions.
«f»
r
t
f
De heele Skisport in twee artikelen
door Dr. R. Feenstra
L KT eens op ski-reclames, op prentjes van
Verkehrsvereine en berghotels; naast mooie,
stuifzwaaiende Telemark, zult gij vaak de
sneeuwploeghouding zien afgebeeld.
De sneeuwploeghouding, die deze stoklooze
knaap demonstreert, is een houding en brengt een
glijkunst, die als het ware de a is van een alphabet,
dat in den remboog culmineert. En de remboog
(Stemmbogen) opent u de bergen; veroorlooft u
<le oefenterreinen te verlaten en eerste tochtjes te
maken.
De sneeuwploeghouding is: wijdbeens; knieën
iets naar elkaar; voetpunten meer naar elkaar:
hielen verder dan ooit van elkaar; skipuntendicht
bij elkaar, de planken zijlings gekant.
. Het is ,,de" manier, waarop de beginner een
lielüng» die hem even te machtig is, die hem te
veel vaart naar zijn zin zou geven, af tracht te
komen; want natuurlijk is de sneeuwploeghouding
een remhouding.
Wanneer men nu een gemoedelijke 'helling met
het gewicht over
beide beenen ver
deeld, af
kankachelen, in deze houding.
dan moet men het
gewicht overbren
gen, door een flinke
schouderverplaat
sing naar rechts.
Meteen draaien we
naar rechts; de lin
ker ski krijgt het
meeste gewicht; het
meeste remeffect.
Zoo' hobbelglijden wij de helling in rechtsche
richting af, tot wij ,,om" willen. Nu draaien wij
weer eerst in de schouders om, flink het heele
lichaam mee laten gymnastiseeren; verminderen
den druk op den linker ski, verzwaren die op den
rechter, net op het goeie moment om; en hu
schieten wij reeds weder het lange eind helling in
linksche richting af. Dit is de remboog, de
onvolprezene; de schoonste boog ter wereld, mooier
dan de regenboog, of de triomf boog op de Etoüe;
die u den weg opent naar...-. touteslesgloiresvan
het winter-alpinisme, ...'..."
Het is, behalve het kickturnen, dat altijd gaat,
zelfs in duinzand of op sneeuwpap, de" manier
om bij eiken sneéuwtoestand de koers te wijzigen;
of men op
poedersneeuw of Harscht
glijdt. Het aantal zij
ner varianten is legio.
Bij de geroutineerde
skiloopers, ziet hij er
vaak uit als een Tele
mark. Er zijn ook
allerlei bastaarden
daartusschen, Maar
<le boog,zelf: draai in
de schouders, gewicht
op dalski, bergski wegschuiven; door den vollen
sneeuwploeg héndraaien; weer in den schouder om,
gewicht op buitenskioverhevelen, en dan de
sleebeenen weer mooi bij elkaar zetten is en blijft
de eenvoudigste draai, de braafste wending, die
u het verste brengt. De echte Telemarkers en
Oslo"-zwaaiers hebben remboogloopen vroeger
minderwaardig gevonden. Dat is er al lang af. Alle
ski-leeraren doceeren den remboog, zooals de auto
leeraren het overschakelen doceeren, als een
noodzakelijke primaire kennis. Die men echter in
de evenwichtsgevoelens van zijn eigen corpus moet
zien te pakken te krijgen. Er zijn verschillende
scholen; de techniek daarvan differeert; maar er is
maar n remboog, die u makkelijk zonder vallen
en horten ten slotte om en wér om laat komen;
dat is de uwe.
* #'
*
Zoo schieten wij al snel op. Kleinigheden als het
steil opwaarts werken, hetzij in vischgraatstap,
wat vrij moeilijk is; of in den traphysch, trapje
voor trapje, met het gezicht aldoor naar denzelfden
kant, de bovenski opwaarts horizontaal plantend,
de dalski bijtrekkepd laten wij loopen; ieder
kind kijkt zulke kunsten af.
I^aten wij óns liever nog even occupeeren met
het sluit- en vuurwerkstuk eener
goede opleiding, de Christiania.
Het is de zwaaiom voor mooie
snelbeglijdbare sneeuw.De Chris
tiania is een wending, die zonder
zichtbare beweging van het
lichaam (getrokken) gezogen"
wordt en die dan prachtig
aandoet, al maakt hij niet zulke
fraaie sporen alsdeTelemarken,
en ook op den leek niet dien
indruk.
Er zijn er die de Christiania
draaien met hun rug, daar waar
deze ophoudt rug te heeten;
dat is een zoogenaamde-
gerissene"; die maakt niet een
sportieven indruk; dat is de
boer.
deur kunt zonnebaden; en uitrusten; terwql
zwak duizend meter beneden u de hotelgongs
aankondigen, dat de schoonste uren van den korten
winterdag worden verdaan met in een zaal vol
etensluchtjes mekaar opnemen; en beuzelingen
verkoopen.
Ook eenvoudig niet-gehél sportief voortbewe
gen" op de ski's dat U de wijde natuur opent.
buiten de weinige gebaande winterwegen, geeft
lichaam en gemoed duizenderlei bevredigende
sensaties.
Daar is allereerst de sensatie van de zon, die een
zeldzame warmte spendeert,
die vaak zomersch aandoet,
en menig lichaamsdeel bij
de siesta ontbloot ziet; bij
sommigen zelfs het totale
bovenlijf, zoodat de winter
hut begint te lijken op het
zomerbad.
Daar is in de tweede
plaats: de sensatie van de
natuur, die in den winter
?wel een doodsche pracht
biedt, maar niettemin een
pracht, die plastisch nog
scherper uitkomt en schilder
achtiger dan in den zomer.
Daar is ten derde: de
inspanning van de sport,
die het hart hooger laat
kloppen, en het lichaam
weer tot harmonie voert.
Immers, wij ongelukzalige
autorijders door grauwland;
wij hebben een motor, die
het werk doet; wij hebben
een stuur dat nauw luistert;
en niets noodig dan oplet
Christiania
rti .
De gezogene" is de heer. In de meeste leerboe
ken staat: Het lichaam .naar binnen en achterwaarts
balanceeren, tot men het in de teehen tegen voelt
trekken. Zooiets is makkelijker gezegd dan gedaan.
Stellig moet het lichaamsgewicht naar de hiel toe.
Maar negert en negentig van de honderd, die op
deze manier de Christiania pogen te leeren, maken
slechts sneeuwkuilen.
Naar de helling toe is de Christiania het makke
lijkst te leeren. dan afwaarts. Men kan het beste
n helling schuin naar rechts afglijden. De rechter
ski een tikje voor, maar hoogstens een derde van
bij den Telemark. Beide beenen stijf. Het lichaam,
alsof gij een stok hebt doorgeslikt. Nu iets naar
achter leunen, en dan iets wenden; alsof iemand
pal van rechts u aanbrulde: Obacht. Daar suist
gij hem"; gij staat. Het is gelukt, smalspbrig. Maar
Stemmbogen
het is de vraag of het n zoo gauw wér lukt, en
zoo mooi. Want het is voor de meesteh een onleer
bare kunst. Beter kan men den remboog verbas-,
..teren/tot een boeren Christiania, door de bocht
snel te nemen en de voet, die nog in de verkeerde
glijrichting spoort, snel naast die in de goede
glijrichting bij te trekken.
Maar de skibaby van het eerste en het tweede
jaar mag tevreden zijn, als hij of zij de Christiania
slechts van zien en van probeeren kennen; als
men den Telemark bij kalmen vaart draaien kan;
en men met den remboog intiemer vertrouwd
raakt. Immers, men kan dan er op uit, prettige
stille hutten bereiken, waar niet iedereen kormV,
waar de wereld zonnig en licht is, en voor u,
waar gij ^ongestoord op een uit de hengsels getilde
« *.*^w 0 ^
tendheid, tegenwoordigheid van geest, en juist
wegbeleid. Dat is alles zoo goedkoop en zoo makkelijk !
Staat men echter op de twee lange glijplanken,
dan is men als het ware n wezen met verlengde,
snelglijbare voeten geworden; maar toch een
nheid. De tweeheid van wagen en bestuurder,
kent de sküooper niet. Hij is motor en stuur.
hersens en uitkijk. Hij heeft niet op 'n
kilometerteller te kijken. Hij voelt tegelijk zijn vaart, zijn
evenwicht, of hij vast ligt, xiet den weg vooruit;
en daar is niet n; daar zijn er honderd. ledere
mogelijkheid is de zijne.
* *
Mevr.lil BRINK
v CORSETIÈRE
KEIZERSmCHUlUMSTERDAM
TELEF. 37151
ATELIERS VOOR REPARATIÊN
IN DEN HAA8 ELKEH VRIJDAQ HOTEL CENTRAL
Ik heb natuurlijk den sprong buiten deze twee
artikeltjes gehouden; ook den dwarssprong in
het bergterrein; waarin
speciaal de Duitschers
vaak Pieten zijn; en u
misschien te weinig
onthuld de bruikbaar
heid van de stokken.
Maar ook dit is. gelijk
alles bij het skiloopen
een
evenwichtsgevoelkwestie. Waar zet ik
den stok wat dieper
in, om beter om te
komen; waar rem ik met beide stokken bij; waar
stuur ik een ietsje uit mijn koers ermee.
Maar. waar er tegenwoordig alleen reeds een,, vade
mecum" geschreven wordt over Hücksicht van
den skilooper, met zijn schoenen en planken buiten
het gebied van zijn eigenlijke sportbeoefening;
waar krant n tijdschrift er vol van staan, en de
skicopy niet meer bij het kilo maar per ton wordt
gewogen, hoop ik dat gij erkentelijk zult zijn voor
mijn comprimeerpoging om al het wezenlijke
over deze sport te geven: in a nutshell.