De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 10 januari pagina 10

10 januari 1931 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

o-; ,V GROENE AMSTERDAMMER KAN 10 JANUARI 1931 No. 2797 Japansche Prenten TOEN, in den aanvang van l DUO, na do veiling tier collectie Barboutau bij U. W. P. de Vries in 11)08, eindelijk in Amsterdam weer eens Japan sche prenten woiilon vertoond, leek het ondenkbaar <lat nog vóór het einde van dat/elfde jaar opnieuw voor zulk een tentoonstelling de aandacht van het publiek zou worden gevraagd. Nu evenwel de heer Van Mctirj er in geslaagd is een aantal goede prenten in zijn bezit te krijgen, heeft hij geineend deze in y.ijri nieuwe knust/aal op te moeten hangen en voor deze kleine expositie de belangstelling in ruimen kring te moeten wekken. Wat thans in het gebouw Keizersgracht No. 578 is bijeengebracht is zeker belangrijk genoeg om vertoond te worden en is van zulk een keuze en kwaliteit dat het tot vergelijking uitlokt met ?die laatste, in de Nederlandsehe Vrouwenclub gehouden tentoonstelling. Toen waren er een 140 tal prenten uitgestald, zoo gerangschikt dat zij een overzichtelijk beeld konden geven van de stijlontwikkeling, die de Ukiyoye heeft doorge maakt, thans is het een veel kleiner aantal, een dertig prenten ongeveer, waarmede uit den aard dor zaak niet in denzelfden instructieven geest gewerkt kon worden en dat dan ook met juist inzicht, zonder eenig school-of opvolgingsverband. over de wanden der tentoonstellingszaal is verHarunobu. BOEKBESPREKING 'JoJnm Elsensohn. Arie. Roman ia7 tle JortJaan. Amsterdam, z, ?. A. J. «7. StrengJtolt. Elsensohn, dien wij allemaal kennen als tooneelspeler en toüneelschrijver, heeft een roman uit gegeven. Een eigenaardig boek; een werk dat in veel opzichten de artistieke persoonlijkheid van Elsensohn. zooals die zich tot nu toe geopenbaard had, typisch doet xntkomen. In veel opzichten, maar niet geheel. Elsensohn is als tooneelschrijver, en vooral als actour gaver, volkomener, dan als romanschrijver, al is dit'prozawerk volstrekt niet zonder kwaliteiten. Het is een Jordaangeschiedcnis met een niet al te origineel gegeven. ,.Arie de Waterduiker" on zijn vrouw hebben een kind aangenomen, e(-n meisje, waarvan ze zijn gaan houden alsof ze de Werkelijke oudere waren. Als het kind een jaar of vijftien is, komt de moeder, een vrouw Van lichte zeden, het Weer-opeischen en ze krijgt haar zin. liet is w,aur. dat het onder werp de beteekonis van een kunstwerk niet kan bepalen, maar dit is v.ekor: naarmate dat onder werp onbelangrijker of banaler is, wordt een grooter meesterschap vereischt ter compensatie. En wat deeld. Maar waren er toen, juist om dit verband te vormen en vast te houden, naast een aantal prenten in onberispelijken staat, ook verscheidene, wier frischheid en kleur in den loop der jaren had geleden, Ihanu bevindt zich onder het dertigtal niet n enkele prent, die niet in alle opzichten aan de eisehen van den meest verfijnden smaak kan voldoen. liet is een kleine, haast al te kleine tentoon stelling, liet publiek moet hier echter niet worden aangelokt door de massa van hetgeen er te zien is. maar door de geraffineerde en daardoor tot uiterste beperking geworden selectie, die tot resultaat heeft gehad dat de hier geboden voorwerpen stuk vooijr/stuk tot het allerbeste gerekend mogen worden. ? Onder de ten toon gestelde prenten zijn er enkele die reeds bekend zijn van de vorige expositie en waaraan dus de kwaliteit dezer bladen het beste kan worden gemeten, D.xar zijn bijv., in een mij tot nu toe nog onbekenden druk, de beide prentjes van Hokusai uit do iliaku Monogatari: De lantaarn, die in den schemer van den avond een door een vreeselijke ziekte geschonden menschenkop ver toont, en de heks llannya. die in haar klauwachtige vingers het van bloed druipende kinderhoofdje opgeheven houdt. Bij Van Meurs zijn beide blaadjes veel minder felkleuvig dan de exemplaren die in de Vrouwenclub te zien waren, de sterk getemperde contrasten doen evenwel een harmonieuzer eenheid ontstaan en geven, misschien juist daardoor, aan de gruwelijke pracht dezer prenten een nog ver hoogde ontzettingsmacht. Van Hiroshige* is er de bekende Stortbui uit de groote Tokaidoserie. de prent waarop door den stormwind de boomen y.ich zwiepend ter aarde buigen, en de niensclien op den weg. verblind door den stroomenden regen, voorovergebogen zich voortspoeden. Hoewel het exemplaar dezer prent, dat op de vorige tentoonstelling werd ver toond, volstrekt niet slecht genoemd kon worden, geeft toch het thans getoonde blad den indruk van groot er kracht, van een wilder spel der elemen ten en van grootere gaafheid. Hoe gaafheid, scherpte van druk en kleurenfrischheid de schoonlu-ulswaarden van een prent kunnen verhoogen, nier te ik weer op bij de houtsnede met de kraanvog- -Is uit de HU Fujigezichten van Hokusai. Nimmer i och trof mij in deze prent. die ik in verscheidene goede exemplaren ken en die ik reeds herhaaldelijk zorgvuldig beschouwde, de buitengewone schoonheid van conceptie en de rijke decoratieve waarde zóó als in het exemplaar, dat ik hier voor oogen kreeg. Van sommige meesters heeft de heer Van Meurs prenten weten machtig te worden die tot de aller beste van hun oeuvre behooren, van anderen zijn er die hun goede kwaliteiten op gelukkige wijze illustreeren. Van de rste dezer twee categorieën noem ik den prachtigen reiger van Kyosai, een sobere ' prent, waarin het fel-blanke, slechts door het fijne relief der veeren en h-,-t geel van pooten en snavel, eenigszins verle\*endigde vogeüijf. scherp tegen de zwarte, door regenlijneri gebroken nacht staat, terwijl van de tweede categorie het zeer zuivere, uiterst beschaafde blad Van Harunobu, een dit betreft, heeft de schrijver zich gesteld voor een lastige taak. Om te beginnen beheerscht Elsensohn de techniek van het schrijven niet voldoende. Taal en stijl vertooncn op verschillende plaatsen een pijnlijk*aandoeride onbeholpenheid. De auteur hoeft ztio weinig begrip van de eenvou digste epische eischen, dat hij nu en-dan op 'de gemoedclijkste manier uit zijn verhaal stapt en didactisch begint te praten over den aard'en do gewoonten van de Jofdaan-bcwoners. Dat maakt een wonderlijk-naïeven indruk; eenigs/.ins alsof een tooneelspeler. voelend dat hij niet de uit beelding van zijn rol niet voldoende over het voet. Huilt -kwam, tegen de toeschouwers zou zeggen: dat moeten jullie1 zoo- en zoo opvatten .... Verder grijpt de roman psychologisch niet diep genoeg. I)c figuur van'Arie, hoe prachtig getypeerd in sommige, onderdeden, is in het. ver haal* verband veel te weinig verklaard; de auteur laat hem zelfmoord plegen aan het slot. maar zoo makkelijk als hij dat .voorstelt, gaat liet1 niet. De verandering, «lie in Mientje plaats heeft, als zo mot haar moeder in aanraking komt, zoo, dut ze zich van haar pleegouders afwendt, is ook niet verantwoord, en «oo i>, er meer; het is niet zoozeer oppor.vlakkig, als onvolledig. . ?., Toch voelt de lezer, dat hier een kunstenaar MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 6O« Kiespijn-Tabletten.. 6O <" Laxeer-Tabletten. 60et Zenuw-Tabletten .75ct Maag-Tabletten 7 5ct Bij Apoth. en Drogisten vrouw in transparante kleeding en een bij haar staand knaapje, een voorbeeld is. Als buitengewoon fraaie exemplaren van goede prenten zijn verder te notéeren: De oiran Wakamurasaki met de Vischkom, een prent van Yeisho, die den aan dezen meester zoo eigen, lichtzinnigen trek om den mond vertoont, de oiran Meizan van Koryusai met haar twee kamuro zittend naast een tafeltjeVnet eendvormige koro, verschillende prenten van Utamaro, waar onder in het 'bijzonder de voorovergebogen, haar haren kammende vrouw opvalt, en zoovele andere. Een paar goede schermen met bloemen in prach tige kleuren zijn aan de tentoonstelling toegevoegd. Het is een kleine tentoonstelling, maar het is de moeite waard haar gezien te hebben. B. MODDERMAN. Stoffenhandelaar van Utamaro. spreekt. De typeering van verschillende personen "buiten de directe compositie om, is uitmuntend, allerlei tafereeltjes van liet Joi(laan-volkje; zijn niet treffend plastisch veimogen beschreven. Op die bladzijden voelt men, dat men zich bevindt in zeer goed gezelschap: daar is Elsensohn op zijn best!, de-diep'-voelende mensch, de groot-begrij pende, mee-levend met het volk, metend hun krachten en zwakheden. Ja, dit boek is stellig niet zonder verdienste; het is zelfs een boek, waar men. al lezend, veel van gaat houden. Maar in aan merking nemend, Wat ik hierboven schreef, zal men het billijken, dat ik gedacht heb: Klsensohn, voor wieri ik zeer groote w«ardeering voel. heei't hier een terrein betreden, dat eigenlijk zijn do mein ni»-t is; en wat er goeds gevonden wordt in zijn werk, had in andere richting beter besteed kunnen zijn. HEKMAN MIDDENDORP. IB l T. B* BENNER & ZOON | J PIANOHANDEL ^'.H^iS l DEN HAAG 97 N OORDBIN DB >*>?: * si No. 2797 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 JANUARI 1931 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE J, Groquante Croquetjes door Alida Zevenboom ?UU1UII IN de afgeloopen week heb ik een meneer als betalende logéop de boven-suite gehad, die mij gerecom mandeerd was door meneer Pierre. Hij was over uit Italiëom zijn familie hier te bezoeken ? en hij heeft me macaroni leerciv maken, zooals wij het hier niet kunnen, en ook leereii eten. want dat is ook niet ieders werk. En terwijl hij' zoo stond te kokkerellen, vertelde hij me bet een en ander over meneer Mussolini en zoo /.ei hij ook dat er in Italiënooit een ongeluk gebeurde, nooit een moord wordt gepleegd en er nooit de een of ander met de kas van zijn patroon van door gaat en waarom niet? Omdat het verboden is dat de kranten over zulke nare dingen schrijven. En als iets niet in de krant staat, is het dan gebeurd, mevrouw? Neen, niet waar, zei hij, en hij was daarbij heel ernstig. ' l k moet u zeggen dat ik wilde dat het schrijven over .nare dingen ook hier aan de kranten verboden was ik voor mij geloof dat de wereld dan heel wat rustiger zou zijn, want het is nog een gezegde van mevrouw zaliger, die altijd zei: Aal, wat niet weet, wat niet deert." En tegenwoordig weet de krant alles en deert je daar door alles. Wat leest een mensch .niet v«or narigheid en wil u wel gelooven, dat het bijvoorbeeld niet misten kan of ik moet aan die gevallen bij Luik denken en ik voel mij dan al benauwd op de borst worden, waar ik toch al een tikje gevoelig ben. En zou dat het geval zijn als de kranten er over gezwegen hadden? Van de week kwam ik met Lijn 14 van nicht uit de Commelinstraat over den Dam, omdat ik nog een paar inkoopen in de ,,Bijenkorf" te doen had en het stond er zwart van de menschen en waarom? Omdat wat opgeschoten slampampers de politie aan het sarren en plagen waren. En waarom stonden al die menschen er? Omdat zij het in de krant gelezen hadden en hoopten, op een bloeuiger kloppartij. Als de krant dit kwajongensgedoe verzwegen had, had geen liaan en naar gekraaid. Kn daarom sla ik in den laatsten tijd heele ko lommen maar over want er staat toch niets dan narigheid in en de heeren van de krant weten het je zoo smakelijk te vertellen ook nog. net of je het meemaakt en daar kunnen mijn oude zenuwen niet meer tegen en gelukkig dat de advertentierubriek 7,00.veel anders te lescen geeft waar een mensch .gezond bij , blijft. Heeft u' van de week die advertentie gezien van dien C! raaf die een dochter met 10U.OOU gulden vraagt om te trouwen, in ruil voor zijn graven-titel? Ik voor mij vind het een koopje. Voor een ton niets dan graven en gravinnen ter wereld te mogen brengen voor een ton je leven lang aange sproken te worden met?mevrv>uw de Gravin" en al je vriendinnen de oogen uit te steken en je schoonvader, den ouden Graaf, van zakgeld te mogen voorzien en door je schoonmoeder. de echte Gravin, onderricht te worden in de adellijke gebruiken en gewoonten en voor een ton een heele voorraad voorvaderen tó koopen het is eigenlijk te geef. En heeft u ook ge lezen van dien zwarten bemiddelden Af rikaanschen heer met academischen graad en zeer goede positie die een vrouw zoekt uit zeer goed milieu ? U weet, dat ik een jaar of wat geleden bij de ,,Olympische Spelen" een paar zwarte heeren uit Afrika in huis heb gehad» en ik moet zeggen dat menige blanke heer uit Holland n puntje aan ze kon zuigen, zulke nette, fat soenlijke heeren waren het. En als ik een dochter had, zou ik heelemaal geen bezwaar maken als ze bij me kwam en tegen me zei: ..moeder, ik ga trouwen met een zwarten heer." Ik zou haar mijn zegen geven al zou ik er aan moeten wennen dat mijn eerste kleinkind misschien pikzwart, mijn tweede wit en mijn derde ge spikkeld zou zijn, want dat schijnt volgens de leer der erfelijkheid, zoo heeft bet acteurtje me uitgelegd» mogelijk te zijn. Dat doet me In eens denken aan dat jongemensch dat me bezworen had, dat hij met het Nieuwe GHARIVARIA P DE GLIBBERIGE PADEN Dat is nog eens een kluitje naarde hand Jer Valkeniers, welke er op gebeten zijn, om de Eindhovensche ploegen in hun klauwen gevangen te houden." (Mfier. tn pindh. Ct.) Waarom hebben de goden een dergelijken rijkdom in ons vastgezet, waarvan we slechts druppelsgewijze een kruimel opvangen." ? (Clubkr.) ,.Een roman van ten jongeman uit dezen wilden, snellen tijd. zwevend over tle huive rende afgronden van een hartstochtelijk leven, dat tot alie uitersten ging. Een boek, dat aU ten bloeiend wonder van leven en denken in de *ne!le beeldvormen van heden aan den lezer upwaait.1' (Uitg. Foreholle) DAT LASTIGE HOLLANDSCH Meisje, als het hart je dringt om te 'scheiden, scheidt." (Clubkr.) ,,Er is voor hem geen kruid gewasschen." (Meier, en Eindh. Ct.) Ook aan deze hoop is den bodem inge slagen." '(Gr.) De Vries lag het er niet te dik op." (H.D.) ,,Én proces wegens mijnced." (Tijd) Hier zijn groote verwachtingen den bodem ingeslagen, is de nationale trots weder een zwaren klap toegebracht." (Hbl.) GESLACHTELIJKE MOEILIJKHEDEN Het nieuwe gedeelte van den straatweg nadert haar voltooiing." (X.R.C.) Er is in het paviljoen veel dat de$ t\:ntoonstellings is." (Hbl.) De waard bracht op de vraa? der ruiter vilt zijn kelder sinaasappel-likeur." ' Vad.. Het scheepvaart kon worden hervat." 'Sum. P., Hij hoopt dat hij den charmantcn zal krijgen." (Nbl. v. ii. .V..) ONS GEHfclGENSTREEPJE . M^n heelt maatregelen genomen, om te voorkomen, dat het Schipbeekwater niet meei in de gracht zal vloeien." (N.R.C.j ,.Tegen,over geen ander lar.d zou de regee ring dat niet meer dulden." fTijd.) ,,Er wordt slechts weinig vermist, oh a. ? een gouden horloge." (Tel.) ..Hij maakt toekomstplannen." schrijft prof. van Loghcm in de Tel. Hij heeft gelijk; wat heb je aan plannen voor verleden jaar? HET JUISTE WOORD OP DE JUISTE PLAATS ,,ln de stapvoetsche stilte ving hij de trilling van geluid uit nog ongezienen weg." (DéBranding) Hij heeft in zijn eigenschap van minister van B. 2. de vertooning van lm Westen ver boden." (Tijd) Zij had haar dood te danken aan de con sumptie van Lissabon-wijn." (H.D.) De rijwielen waren totaal versplinterd." (O.H.C.) .,De opheffing der vrouw." (Bat. NbL) 4,35. Voormiddagconcert." (Kat. Radiob.) Svenn, de oudste der twee mannen, wa* al vele jaren in Africa. Clancey, de andere was jonger." (T.el. Acooord. i CORRESPONDENTIE Charivarius verzoekt hem geeu radio-charivaria toe te zenden, noch knipsels, ter beoordeeling, waarvan bijzondere taalkennis vereischt wordt. Hij is dilettant. A. te H. Wilt u dékwestie ,,het huishou delijk reglement" of ,,het huishoudelijke re glement" eens behandelen? (Ik vind Jaarsma's roman Het gelukkig jaar" heel mooi, maar den titel niet). Antic. t?raag. Maar ik kan het niet. De kwestie ligt op het terrein van Dr. Ha je. Wat Het gelukkig jaar" betreft, ikken het mooi boek niet. i jaar zijn boekje zou aanzuiveren. n met welke frissche boodschap kwam hij van de week thuis? Dat zijn directie hem maar 50 pCt. had uitbetaald en er geen geld meer was ! Ik.heb hem eens goed in zijn oogen gekeken» want ik dacht dat, hij bezig was mij te bezwendelen, maar toen hij mij had uitgelegd dat er directeuren zijn die twaalf duizend gulden verdienen en acteurs eu ac trices die van negen tot tienduizend gulden salaris hebben, werd het me wel wat duidelijker, hoewei voor ali' de groote Kunst die de heeren ons geven, het eigenlijk niet eens te veel is. Aal, haali het was chgoedin, de schuit met de comedianten van Roosevelt is aan!" Ik hoor het mijn goede moeder nog roepen en tegenwoordig is het allemaal bont en zij wat de klok slaat. Maar gelukkig spelen ze net zoo mooi alw vroeger. Dat Is tenminste een troost.. 5V

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl