De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 10 januari pagina 6

10 januari 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

l' H. de Toulouse Lnutrtc. Inleid l n B Wanneer sommige schilders het portret kenden van Kosa la Rouge uit 18SS, dan zouden zij. wellicht met grooter genegenheid en eerbied spre ken over Lautrec-r.dan' zij nu doen. en wanneer enkelen, die uver hem schrij ven /uilen of reeds schreven, dat zelfde schilderij kenden, dan zou het hun gemakkelijker zijn, van uit hun Hollandschen aard. dezen wezentlijkeh kunstenaar te erkennen. Want er is in zoo'n werk een ?'Voordracht, een kleur, een dracht van die kleur op het doek, die zij zouden moeten, onwillig nog. toegeven te bestaan. Deze omvilligen, die Lautrec's werk niet in al zijn verschijningen kennen, zouden nog eenigszins rechtvaardig jegens hem kunnen worden - na tuurlijk worden' dat nooit die ethici en die verachters van de bloesems van het lichaam en van het licht, die met onzeekre handen naar de vreugden van het leven grepen - om ze te verwerpen. Maar evenmin kunnen ]>autrec Wel verstaan, die van uit een brute gezondheid" het getal der daden vermeerderen, zonder te weten, dat een liefde langdurig moet zijn als de verkenning van een zeer geschakeerd landschap, en die tevens, arme, tuintjes van omvezentlijke ken nis, niet in Lautrec de goedheid kunnen vinden, zoo openbaar in zijn gezicht, in zijn vriendschap, in. zijn onverschilligheid voor maatschappe lijke hiërarchie, in zijn» aristokratie, die teederder was dan de teederheid van menigen ,,goeieling" of 'dan de geëtiketteerde goedheid van, Verkon digers etc. Deze alleen zijn auto matisch tegen Lautrec en nog SCHILDERS EN TEEKENAARS H. de Toulouse Lautrec?Renée Sintenis k H. de Boer?Jan Voerman Jr DOOR A. PLASSGHAERT EN OTTO VAN TUSSENBROEK intellectueelen zijn niet kerksch. dat is dogmatisch, al gaan zij 's Zondags in 't /Avait niet naar door d'uichitekteU getypeeide gebouwen. Maar zelfs voor hen, die in dezen '/in niet ..kerksi-h" zijn, isLautrec niet gemakkelijk te zien, want wat wij tragisch noemen is een duisternis en wat in Lautrec ook onmiskenbaar tragisch is, werd door de gevoeligheid der teekening of door dim glans of de overwinning is! En weinig talrijk zijn zij, die het koddige zien in het zoogeheeten deftige zonder daardoor dat deftige te haten. Wij zijn tegemvoor1 ? t dig misschien feller, maar zeker meer beperkt; het alge geweten zuiverder menschelijk zooals hij zijn dansers gaf, en zijn danseressen, en zijn deftige lieden, allen maar kortstondige verschijnin gen op den dansvloer van den tijd, maar alle bij hem nog niet erkende persoonlijkheid (die een nieuwe wereld schiep !) ons doet genieten. Wanneer ik, dan nog steeds algemeen, het naar de technische uitvoering (die een geestelijk gehalte toch steeds openbaart; elke Averkwijs is een bekentenis van een veel anderen ! Ik vrees soms. dat er . in Lautree iets was., dat ging teloor: een nu'keli K »ze waarheid» lust, en een liber- , tijnsche mildheid. De meesten zijn voor de/o dingen te zakelijk ' i . al is dat maar uit nieuwe zakelijkheid. eenDuitsch exportartikel onder an dere. Ik vrees ook, dat te vt«len de psychologie i (mild. maar vol Avaarncming) A-an I^autrec eenigs zins uneigen Averd; er zijn t zóó ook reuken, die niet uit den neus maar uit de ge- '? woonten A'an i dien neus raken. Er is in Lautrec nog meer. Er is in hem een ironie. die van de harde ironie Aran Degas verschilt, doordat zij een onwil is een zachtheid te ' toonen, der waereld oneigen sinds lang, een ironie, die bij Degas echter werkelijke hardheid AVRS, en bij Lautrec, ik herhaal het, een schroom! Niet alles is kAvalijk te nemen in zulk gebrek aan Avaardeering. Ge1 moet een bepaalde ruimte in uw Avezen hebben, ? ? om, alsHollander.niet verkeerd testaan tegenoA'er dézen Franschman. Inder. daad een Franschman, met die eigendurend?? AvaereldbeschoUAA'ing !) u zou moeten definieeren, dan hoort dit Averk tot de v, impressionistische richting. Het heeft de groote vereenvoudigingen A-an den stijl niet; het is imLithographieën van H. de Toulouse Lautrec De tweede illustratie is een zelfportret; de derde is een portret vanYvette Guitkert ververfijning van de kleur geheven uit de ZAvaarte,. en haast tot gratie. Toulouse Lautrec, een naam en een daad die blijft, is alleen on middellijk te verstaan door de lijn-gevqeligen en de kleur-gevoeligen, het beste door hen; die dat beide meene is verA'angendoorsterk-bepaalde, sterk-cmpaalde bizonderheden met dogmatischen of oekonomischen inslag; inderdaad, de wezentlijke libertijn" is een zeldzaamheid; er is een geestelijke aristokratie voor hem noodig, die wij verspeelden ? En ik herhaal, dit alles zijn; want beide hoedanigheden, die was in Lautrec, den ook wel japanider lijn en die der kleur, zijn bij hem. seerenden schilder en teekenaar, wiens Ge kondt zeggen, dat spreekt van litho's, als materie nooit nadrukkelijk, door kleur, door lijn, door beide, door licht, door ruimte,, door psychologie. Benée Sintenis, bij van Hasselt te Rotterdam; . Wanneer ik het werk van Renée Sintenis in het algemeen zou willen bepalen, zooals het dus zich voordoet aan mijn oogen en ik den indruk dien het daarna wekt zou willen pressionistisch realistisch- Langza merhand komen wij dan tot de. persoonlijke eigenschappen, die deze beeldhouweres bepalen als afzon derlijkheid, en deze eigenschappen zijn bovenal een behagen in de beicegirtff, en een' zin voor het korni* ache in de bewegingen A'ooral van die ren. Ge vindt toch hier, naast enkele figuren vooral de bronzen van dieren, schap, inHolland zoo zeldzaam, van een zelf bij iederen schilder, en mij is zeer aandoenlijk konden wezen door stem-^, kenschetsen, zou ik het een aangenaam en in de droge-naalden eveneens zijn immer juist maatgeA'oel, met een afkeer A*an de oA'erdrijviing (die oA'erdriJA'ïng doet1 ieder werk snel verouderen!) De figuren die Lautrec toekende, en de kringen, waar hij die figuren A*ond, A*erre dat te betwisten, maar hoe velen zijn daaronder nog \-rij genoeg te aanvaarden, Avat huh oog aam-aardt. Het schijnt mij dikwijls toe, dat wij te zwaar \vei den. voor een diepen ming. En dan, als Lautrec de nutte-1 loozen'1 teekende als de koddige, preciëuze honden en raspaarden, of de cocottes", nu een element in ieder betoog tegen bijv. een maat werk gaarne noemen. Een aangenaam werk, dat beteekent dat het onzen lust behaaglijk streelt,, zonder dat het onze geestdrift stil en langdurig bezighoudt. Met andere woorden, zijn automatisch verbannen uit de scherts, die op^een medelijden of op schappelijk stelsel, dan gaf hij vooral l nog eens, dat het niet van den diepgaarne de beesten zóó gezien, als ik u ze beschreef. De beweging bij Henée Sintenis gaat tot het uitbundige toe, wanneer zij een looper als Nurmi ons in zijn loop vasthield; bij de dieren zijn deze bewegingen gewoonlijk kalmer, '^©'; kerksche kringenden hoevelen onzer een meegevoel toch een schoohe die^ cocottes" van uit een grooterl sten zin is noch een gansch nieuwe, maar zijjsijn toch uitgedrukt en wat f Averd gezucht is hét koddige, een onderdeel Aveer van liet komische. , en waarvan naast onverwaehtheid onbehol penheid ccn element is. De beste bronzen van dieren, die op de tentoon stelling te zien zijn, blijken het achteruitslaand veulen (10) en het krabbende veu len (7) de jonge st-ier (2J), terwijl tot de meer normale uitingen van deze bceldhouweres (het werk is dikwijls van een gelijke hoogte van ont roering) nog genoemd moeten Worden de hond (12), een ezel (14) een lama (15), een liggend paardje (21) een'zich-likkend veulen (20)In de droge naalden vindt ge dezelfde onderwerpen; de beste droge naalden zijn 51, 4U en -IS opnieuw zooals ge ervaart honden en veulens. Xaast de beesten of dieren komen bij haar de figuren.... Wanneer ik daaruit kiezen moest, koos ik het zelfportret uit 1023, een masker. Dit masker bezit toch meer nerveus leven dan de andere, meer ook dan de ranke loopers en boksers en dergelijken. Het was te venvachten, dat zij, niet beschroomd om impressi onistisch een loopend man weer te geven, dien loop in beeldhouwwerk en uitdrukking zou geven door moed willig een been etc. anatomisch eer te lang zou maken. Er is daar natuurlijk een grens; ge zoudt van haar kunnen zeggen; soms is die grens zeer dichtbij. Nog een opgave was dat zij figuur en dier in n voorstelling bond, dat deed zij in den Polospeler. PLA8SCHAEKT Tentoonstelling Kunstzaal W. llrok, Hilversum De schilder H. de IJocr is op zijn best in enkele teere sneeuwland schappen, waarin d,e bootnen ragfijn tegen een strakken hemel geteek^nd staan, '/ijn voorliefde schijnt uit t«» gaan naar het beheerscht en voor zichtig, bestudeerd en verhalend weergeven van fijne accenten eu het best zijn in dit streven de (slecht omlijste!) stukken, waarop niets als enkele rietpluimen of wat takken met dorrend blad. Daar zit iets personnlijksin, ondanks den eersten indruk van liefdelooze nuchterheid. doch wie mocht meenen dat hier inderdaad de dingen nuchter en zonder genegenheid, zij n aangezien en weergegeven vergist zich schro melijk. Eenzelfde beheersching(indit op zicht sluit het werk zich goed hierbij aan) herkent men in al het werk van Jan Voerman Junior. Hy is fijn, be schaafd, knap (er zijn litho's waarbij in zwart en wit, kleur wordt gesug gereerd ....) maar droog, ja zelfs wat saai en men zou kunnen vreezen dat dit jonge talent in de formule blijft steken, wat echter volstrekt niet zeggen wil, dat zijn werk geen innigheid zou bezitten: een blad met een -bloeiende cactusplant; een andere druk waarop een drietal potjes met cacteeën en yttplanteri voor n open raam, waarachterhuizen te zien zijn en een af geknotte boom geven Voerman op zijn best. Wat ?(}. Ltdof hier laat zien be hoort op een tentoonstelling niet thuis. Zulke bloeuistillevens zijn een parodie van wat het verstilde leven der bloemen J omhelst. Tenslotte verdienen de (overigens wat te druk versierde) bekende batiks van Rnyhnild d'Aillff hier vermelding. O. v. T.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl