Historisch Archief 1877-1940
l'
H. de Toulouse Lnutrtc. Inleid l n B
Wanneer sommige schilders het
portret kenden van Kosa la Rouge uit
18SS, dan zouden zij. wellicht met
grooter genegenheid en eerbied spre
ken over Lautrec-r.dan' zij nu doen. en
wanneer enkelen, die uver hem schrij
ven /uilen of reeds schreven, dat
zelfde schilderij kenden, dan zou het
hun gemakkelijker zijn, van uit hun
Hollandschen aard. dezen wezentlijkeh
kunstenaar te erkennen. Want er is
in zoo'n werk een ?'Voordracht, een
kleur, een dracht van die kleur op
het doek, die zij zouden moeten,
onwillig nog. toegeven te bestaan.
Deze omvilligen, die Lautrec's werk
niet in al zijn verschijningen kennen,
zouden nog eenigszins rechtvaardig
jegens hem kunnen worden - na
tuurlijk worden' dat nooit die ethici
en die verachters van de bloesems van
het lichaam en van het licht, die met
onzeekre handen naar de vreugden
van het leven grepen - om ze te
verwerpen. Maar evenmin kunnen
]>autrec Wel verstaan, die van uit
een brute gezondheid" het getal
der daden vermeerderen, zonder te
weten, dat een liefde langdurig moet
zijn als de verkenning van een zeer
geschakeerd landschap, en die tevens,
arme, tuintjes van omvezentlijke ken
nis, niet in Lautrec de goedheid
kunnen vinden, zoo openbaar in zijn
gezicht, in zijn vriendschap, in. zijn
onverschilligheid voor maatschappe
lijke hiërarchie, in zijn» aristokratie,
die teederder was dan de teederheid
van menigen ,,goeieling" of 'dan de
geëtiketteerde goedheid van, Verkon
digers etc. Deze alleen zijn auto
matisch tegen Lautrec en nog
SCHILDERS EN TEEKENAARS
H. de Toulouse Lautrec?Renée Sintenis
k
H. de Boer?Jan Voerman Jr
DOOR A. PLASSGHAERT EN OTTO VAN TUSSENBROEK
intellectueelen zijn niet kerksch. dat is
dogmatisch, al gaan zij 's Zondags in 't
/Avait niet naar door d'uichitekteU
getypeeide gebouwen. Maar zelfs voor hen, die
in dezen '/in niet ..kerksi-h" zijn,
isLautrec niet gemakkelijk te zien, want wat
wij tragisch noemen is een duisternis en
wat in Lautrec ook onmiskenbaar
tragisch is, werd door de gevoeligheid der
teekening of door dim
glans of de
overwinning is! En weinig talrijk zijn
zij, die het koddige zien in het
zoogeheeten deftige zonder daardoor dat
deftige te haten. Wij zijn
tegemvoor1 ? t
dig misschien feller, maar zeker meer
beperkt; het
alge
geweten zuiverder menschelijk
zooals hij zijn dansers gaf, en zijn
danseressen, en zijn deftige lieden,
allen maar kortstondige verschijnin
gen op den dansvloer van den tijd,
maar alle bij hem
nog niet erkende persoonlijkheid (die een
nieuwe wereld schiep !) ons doet genieten.
Wanneer ik, dan nog steeds algemeen, het
naar de technische uitvoering (die een
geestelijk gehalte toch steeds openbaart;
elke Averkwijs is een bekentenis van een
veel anderen ! Ik
vrees soms. dat er .
in Lautree iets was.,
dat ging teloor: een
nu'keli K »ze waarheid»
lust, en een liber- ,
tijnsche mildheid. De
meesten zijn voor de/o
dingen te zakelijk ' i .
al is dat maar uit nieuwe
zakelijkheid. eenDuitsch
exportartikel onder an
dere. Ik vrees ook, dat
te vt«len de psychologie
i
(mild. maar vol
Avaarncming) A-an I^autrec eenigs
zins uneigen Averd; er zijn
t
zóó ook reuken, die niet uit
den neus maar uit de ge- '?
woonten A'an i dien neus
raken. Er is in Lautrec nog
meer. Er is in hem een ironie.
die van de harde ironie Aran
Degas verschilt, doordat zij een
onwil is een zachtheid te
' toonen, der waereld oneigen sinds
lang, een ironie, die bij Degas
echter werkelijke hardheid AVRS, en bij
Lautrec, ik herhaal het, een schroom!
Niet alles is kAvalijk te nemen in zulk
gebrek aan Avaardeering. Ge1 moet een
bepaalde ruimte in uw Avezen hebben,
? ?
om, alsHollander.niet verkeerd testaan
tegenoA'er dézen Franschman.
Inder. daad een Franschman, met die
eigendurend?? AvaereldbeschoUAA'ing !) u zou moeten
definieeren, dan hoort dit Averk tot de
v, impressionistische richting. Het heeft de
groote vereenvoudigingen A-an den
stijl niet; het is
imLithographieën van H. de Toulouse Lautrec
De tweede illustratie is een zelfportret; de derde is een portret vanYvette Guitkert
ververfijning van de kleur geheven uit
de ZAvaarte,. en haast tot gratie.
Toulouse Lautrec, een naam en
een daad die blijft, is alleen on
middellijk te verstaan door de
lijn-gevqeligen en de
kleur-gevoeligen, het beste door hen; die dat beide
meene is
verA'angendoorsterk-bepaalde, sterk-cmpaalde bizonderheden met
dogmatischen of oekonomischen inslag;
inderdaad, de wezentlijke libertijn" is
een zeldzaamheid; er is een geestelijke
aristokratie voor hem noodig, die wij
verspeelden ? En ik herhaal, dit alles
zijn; want beide hoedanigheden, die was in Lautrec, den ook wel
japanider lijn en die der kleur, zijn bij hem. seerenden schilder en teekenaar, wiens
Ge kondt zeggen, dat spreekt van litho's, als materie nooit nadrukkelijk,
door kleur, door lijn, door beide, door
licht, door ruimte,, door psychologie.
Benée Sintenis, bij van Hasselt
te Rotterdam; .
Wanneer ik het werk van Renée
Sintenis in het algemeen zou willen
bepalen, zooals het dus zich voordoet
aan mijn oogen en ik den indruk
dien het daarna wekt zou willen
pressionistisch realistisch- Langza
merhand komen wij dan tot de.
persoonlijke eigenschappen, die deze
beeldhouweres bepalen als afzon
derlijkheid, en deze eigenschappen
zijn bovenal een behagen in de
beicegirtff, en een' zin voor het korni*
ache in de bewegingen A'ooral van die
ren. Ge vindt toch hier, naast enkele
figuren vooral de bronzen van dieren,
schap, inHolland zoo zeldzaam, van een zelf bij iederen schilder, en mij is zeer aandoenlijk konden wezen door stem-^, kenschetsen, zou ik het een aangenaam en in de droge-naalden eveneens zijn
immer juist maatgeA'oel, met een afkeer
A*an de oA'erdrijviing (die oA'erdriJA'ïng
doet1 ieder werk snel verouderen!)
De figuren die Lautrec toekende, en
de kringen, waar hij die figuren A*ond,
A*erre dat te betwisten, maar hoe velen
zijn daaronder nog \-rij genoeg te
aanvaarden, Avat huh oog aam-aardt.
Het schijnt mij dikwijls toe, dat wij
te zwaar \vei den. voor een diepen
ming. En dan, als Lautrec de nutte-1
loozen'1 teekende als de koddige,
preciëuze honden en raspaarden, of
de cocottes", nu een element in
ieder betoog tegen bijv. een maat
werk gaarne noemen. Een aangenaam
werk, dat beteekent dat het onzen lust
behaaglijk streelt,, zonder dat het
onze geestdrift stil en langdurig
bezighoudt. Met andere woorden,
zijn automatisch verbannen uit de scherts, die op^een medelijden of op schappelijk stelsel, dan gaf hij vooral l nog eens, dat het niet van den
diepgaarne de beesten zóó gezien, als ik
u ze beschreef. De beweging bij Henée
Sintenis gaat tot het uitbundige toe,
wanneer zij een looper als Nurmi ons
in zijn loop vasthield; bij de dieren zijn
deze bewegingen gewoonlijk kalmer,
'^©';
kerksche kringenden hoevelen onzer een meegevoel toch een schoohe die^ cocottes" van uit een grooterl sten zin is noch een gansch nieuwe, maar zijjsijn toch uitgedrukt en wat
f
Averd gezucht is hét
koddige, een onderdeel
Aveer van liet komische.
, en waarvan naast
onverwaehtheid onbehol
penheid ccn element is.
De beste bronzen van
dieren, die op de tentoon
stelling te zien zijn, blijken
het achteruitslaand veulen
(10) en het krabbende veu
len (7) de jonge st-ier (2J),
terwijl tot de meer normale
uitingen van deze
bceldhouweres (het werk is dikwijls
van een gelijke hoogte van ont
roering) nog genoemd moeten
Worden de hond (12), een ezel (14)
een lama (15), een liggend paardje
(21) een'zich-likkend veulen
(20)In de droge naalden vindt ge
dezelfde onderwerpen; de beste droge
naalden zijn 51, 4U en -IS opnieuw
zooals ge ervaart honden en veulens.
Xaast de beesten of dieren komen
bij haar de figuren.... Wanneer ik
daaruit kiezen moest, koos ik het
zelfportret uit 1023, een masker.
Dit masker bezit toch meer nerveus
leven dan de andere, meer ook dan
de ranke loopers en boksers en
dergelijken. Het was te venvachten,
dat zij, niet beschroomd om impressi
onistisch een loopend man weer te
geven, dien loop in beeldhouwwerk en
uitdrukking zou geven door moed
willig een been etc. anatomisch eer te
lang zou maken. Er is daar natuurlijk
een grens; ge zoudt van haar kunnen
zeggen; soms is die grens zeer dichtbij.
Nog een opgave was dat zij figuur
en dier in n voorstelling bond, dat
deed zij in den Polospeler.
PLA8SCHAEKT
Tentoonstelling Kunstzaal
W. llrok, Hilversum
De schilder H. de IJocr is op zijn
best in enkele teere sneeuwland
schappen, waarin d,e bootnen ragfijn
tegen een strakken hemel geteek^nd
staan, '/ijn voorliefde schijnt uit t«»
gaan naar het beheerscht en voor
zichtig, bestudeerd en verhalend
weergeven van fijne accenten eu
het best zijn in dit streven de (slecht
omlijste!) stukken, waarop niets als
enkele rietpluimen of wat takken
met dorrend blad. Daar zit iets
personnlijksin, ondanks den eersten
indruk van liefdelooze nuchterheid.
doch wie mocht meenen dat hier
inderdaad de dingen nuchter en
zonder genegenheid, zij n aangezien
en weergegeven vergist zich schro
melijk.
Eenzelfde beheersching(indit op
zicht sluit het werk zich goed hierbij
aan) herkent men in al het werk van
Jan Voerman Junior. Hy is fijn, be
schaafd, knap (er zijn litho's waarbij
in zwart en wit, kleur wordt gesug
gereerd ....) maar droog, ja zelfs
wat saai en men zou kunnen vreezen
dat dit jonge talent in de formule
blijft steken, wat echter volstrekt
niet zeggen wil, dat zijn werk geen
innigheid zou bezitten: een blad
met een -bloeiende cactusplant; een
andere druk waarop een drietal
potjes met cacteeën en yttplanteri
voor n open raam,
waarachterhuizen te zien zijn en een af geknotte
boom geven Voerman op zijn best.
Wat ?(}. Ltdof hier laat zien be
hoort op een tentoonstelling niet
thuis. Zulke bloeuistillevens zijn
een parodie van wat het verstilde
leven der bloemen J omhelst.
Tenslotte verdienen de (overigens
wat te druk versierde) bekende
batiks van Rnyhnild d'Aillff hier
vermelding.
O. v. T.