Historisch Archief 1877-1940
i',
E TT* TT 1T"% T"^ T^T
ELDEN
UNSTEN
Wandtapijten van Wanda Bibrowicz
Renée Sintenis
(Huize van Hasselt, Rotterdam)
Wandtapijten van Wanda Bibrowicz
en Prof. Max Wlslloenus. In de
AmsterdamHche Ateliers voar
Blnnenhuiskunst.
DE moderne muurschildering?, het moderne
fresco?, het is reeds verscheiden jaren als
probleem aan de orde. Niet alleen bij de schilders,
onder wie velen den muur verre verkiezen boven
linnen, paneel of papier voor het opnemen en verder
dragen van hun scheppingen > maar ook onder
de architecten en opdrachtgevers, die als hoogste
(zelfs wel eenijje, thans nog gerechtvaardigde)
opgave der schilderkunst van het tot staixd brengen
van de mxiurschildei'ing in het moderne
gemeenschapahuis" spreken.
Ongetwijfeld hing deze belangstelling voor een
ouden vorm van beeldende kunst ten nauwste
Polospeler
samen?, ja vond zij groten
deels haar uitgangspunt in de
principes die ten grondslag liggen
aan de moderne architectuur,
waaronder dat hetwelk gebiedt
het karakter van ieder afzonderlijk bouwelement
zooveel mogelijk te eerbiedigen en dit karakter
vrij uit te laten spreken, wel n van de voor
naamste was. Zoo werd dan ook de muur als
zoodanig meer en meer vrijgegeven liet men
den muur eerlijk en naakt mee sproken en ver
oordeelde alles wat zijn ware natuur zou kunnen
verdoezelen of verbergen. Mannen als Berlage
gingen in den eersten tijd zelfs zoo vér, dat zij
den muur. ook in binnenkamers, niet anders
wenschten te geven dan in zijn vrijwel primaire constructie
van bijv. gevoegde baksteen, zonder eenig ver-der
versiersel" of bijkomstigheid". Dit was zeer
zeker gedeeltelijk een reactie-verschijnsel, dat. hoe
zuiverend 't ook werkte, toch in */ulk een
rigoureusen vorm niet gehandhaafd kon blijven. Wat wel
Wanda Bibrowicz ' .. ?
(Amsterdamsche Ateliers voor Binnenhuiskunst)
S. Franciscus
en Max Wislicenus
Beeldi
houwer k van ffenée Sintenis
bleef bestaan was de stelregel, die nog altijd geldt,
dat iedere decoratie, iedere bijkomstige verfraaiing
of aankleeding die men toelaat" moet zijn door
trokken van hetgeen de oorspronkelijke muur aan
karakter bezit.
Intusschen is dit een vrij vage ..formule":
immers wat is het karakter van een muur,
wat het karakter van den modernen 'muur?....
Hoe dit te bepalen? Kr werken immers zooveel
factoren in de geboorte van dit karakter mee:
omgeving, ligging van het gebouw, bestemming,
klimaat, lichtgesteldheid. die allen hun terugslag
Genoeg echter om al erkent men het tendeele
| waarschijnlijk foutieve der bovengenoemde
sugi gestie"?te doen inzien, dat men sceptisch kan
staan tegenover de vraag óf het moderne wand
tapijt in het moderne huis" zelf wel als probleem
in principe te stellen valt!
Wat men tot nu tóe voor oogen kreeg aan
moderne gobelins door hedendaagsche
kunstenaars; ontworpen en door hedendaagsche ateliers voor
weefkunst uitgevoerd, kon mij nog niet van dit
hebben op dit karakter ! De technische constructie ^^scepticisme verlossen, hoe schoon o/> zichzelf het
is tenslotte onder de vele slechts een der factoren.
Toch kan men van die constructie uitgaan en alvast
zonder meer die zaken afwijzen die er niet bij passen
en niet bij aansluiten, evenmin als
bij het gebezigde materiaal.
Kn kan men in eei^ste instantie
..toelaten" wat er wél bij past. Al
spoedig begreep men, met de oude
voorbeelden in kerken en elders
voor oogen, dat er gén versie
ring was die mér geschikt is om
die eerste instantie" te passee
ren dan het fresco, dat schier
yanzelf, organisch uit de
muurconstructie en het muur-materiaal
kan opbloeien.
* *
Maar [hier begon dan het
probleem: hos de oude
frescoidee zóó te doen herboren wor
den in het moderne bewust
zijn, zóó beeldend te verwerke
lijken, dat zij ook organisch ver
bonden zou blijven met de mo
derne muur-idee en haar volle
digheid? Dat de mogelijkheid,
de schoone mogelijkheid daartoe
bestaat,.werd intusschen de laat
ste jaren door vele moderne pogin
gen in deze richting afdoende
bewezen, al zal niemand zeggen,
dat het probleem" reeds ten
volle is opgelost.
Heeft, kan men nu vragen, het
moderne wandtapijt, de moderne gobelin, dezelfde
kans eveneens tot zulk een levend probleem, dat
in principe voor oplossing vatbaar is, te worden?
Deze vraag werd tot nu toe nog ternauwernood
gesteld, maar zij komt den allerlaatsten tijd aan de
orde, nu reeds enkele of f icieele lichamen overgingen
tot het geven van opdrachten aan moderne schil
ders tot het ontwerpen van gobelins, waarmede
openbare gebouwen versierd zullen worden.
Het begrip gobelin" , het woord zelfs!
suggereert als vanzelf: weelde, luxe, plechtstatige
pracht, toept aanstonds beelden op van r|jke
(particuliere!) zalen, van ridders en edelvrouwen,
' hoffeesten met kaarsenkronen, waaronder, in
fantastisch lichtschijnsel,' de heerenmet kuitbroek
degens, en wit-zijden kousen en dames me o
hooge kapsels en slepen verkeeren.
De gobelin daarenboven verbergt den muur, de
eerlijke dagelvjkschheid ! verheft deze niet, als
vanzelf, organisch tot hooger peil, van schoonheid,'
maar heeft voor ons, steeds iets Van een plecht
statige buitennissigheid, voor de feestelijke gelegen
heid opgehangen. En ik spreek nu nog niet van een
techniek die aan tijd en arbeid, voor ons ge
voel, ongerechtvaardigde quantiteiten vergt, nog
niot van hygiëne, van duurzaamheid en zoo
meer....
Renée Sintenik Masker
(Huize valt Hasselt,
Rotter iam)
een of andere werk dan ook was uitgevallen.
Nu ik echter in de Amsterdamsche ateliers voor
Binnenhuiskunst (Westeinde 25) de wandtapijten
zag van Wanda Bibrowicz en prof
Max Wislicenus vervaardigd in
hun Werkstatten für
Bildwerkerei" te Sceloss Pünitz, door de
Saksische regeering ten deele te
hunnen behoeve afgestaan, moet
ik bekennen van mijne sceptis
ten dezen eenigszins los te komen
en het probleem" als echt te
gaan erkennen.
Deze twee kunstenaars grepen
niet, zooals andere moderne ont
werpers tot nu toe meestal wel
deden, naar renaissancistische go
belin-voorbeelden terug, maar
compositorisch naar het
Uothische.
* *
Van dezen grondslag zijn zij
langzamerhand gekomen tot een
moderne, decoratieve vlakmeting
van het tapijt die sterke, sobere
statigheid van het moderne mo
numentale kunstbewustzijn bezit
en van een groot, en in vele
gevallen grootsch rhythme ge
tuigt.
Vooral datgene wat Wanda
Bibrowicz met haar
dier-vormenvompositie bereikt doet gelooven
dat hier inderdaad een nieuwen
weg geopend werd die voert tot
het wederom tosaambrengen van
het moderne wandtapijt en den modernen muur
Geheel zonder twijfel is tenslotte dit geloof"
niet! Ook, naar ik meen, hy haar zelf niet,
want waarom geeft zij anders ook nog (hier eveneens
' geëxposeerde) proeven te zien van op weefsel
geschilderde werken, die den nchijn, alhoewel
i dan den schoonen schijn wekken van
muurbedoeling van- den schrijver
een psychologischen roman te
geven, hij wil een jongensboek
schrijven en begaat de fout
maar" een jongensboek te
willen schrijven. Hij wil Alf van zijn kwaal genezen,
maar de remedie, die hij bedenkt, is erger dan de
kwaal zelve.
Een geheimzinnige Raad van Zeven wordt ge
construeerd, op instigatie van Henk Meursink, een
20-jarigen jongeman met een goede positie, een
schitterend inkomen, en voortreffelijke, sportieve
en society-kwaliteiten.
Dit onweerstaanbaar specimen van het mannelijk
geslacht is blijkbaar het ideaal van den schrijver,
diéhem den bij uitstek geschikten paedagoog
acht, om Alf Land ook in een ideaal te
metamorfoReeren. Zoo wordt Ah* beschermd, geholpen,
verRenée Sintenis Jonge Stier
(Huize van Hasselt, Rotterdam)
volgd. waar hij gaat en staat door dezen uiterst
geheimzihnigen Raad van Zeven, die aan het eind
van het boek blijkt te bestaan uit Alf s eigen vader,
zijn onderwijzer, zijn zuster en een viertal kame
raden. In den aanvang echter verschijnt de
Raad met alle geheimzinnige attributen, welke
bij Klu Klux Klan opgeld zouden doen. maar waar
tegen de zenuwen van een gewoon mensen, laat
staan die van een jongen met minderwaardigheids
gevoel, slecht bestand zouden zijn. Wonder boven
wonder, doorstaat Alf de vuurproeven,
't Is jammer, dat het onderwerp den schrijver
boven het hoof d is gegroeid. RO VAN OVEN
'1
\
N. {
lij
.?» i
? -'J
Ij Zoo stelt deze tentoonstelling, naast de ver-.
i! heuging die zij wekt aan fraaie stala van een oude,
, herboren ambachtskunst en de eerbied voor twee
i groote decoratieve talenten, vele vragen, duidelijker
!(en principieeler dan op dit gebied tot nu toe
; geschiedde. En dat alleen al maakt haar uiterst
.interessant. A. E. VAN DEN TOL
ft Nieuwe Uitgaven
Dick Laan. De Raad van Zeven. Anist.
N. V. Kolonwle Boekcentrale. Geïll.
'i Het begon-zoo goed. Alf Land lijdt, met vele
lotgenooten, aan een minderwaardigheidsgevoel. ,
dat hem tot den zondebok van de. klasse maakt.
Hij is overtuigd, dat hij niets kan. Uitstekend ont
leedt Dick Laan dit minderwaardigheidsgevoel en
l de gevolgen ervan, al wordt 't ons niet duidelijk,
waar 't zijn oorsprong] vond. Maar't is niet do
Max Wislicenus . Madonna met kind
(Amsterdamsche Ateliers voor Binnenhuiskunst) ,