Historisch Archief 1877-1940
No. 2799
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 JANUARI 1931
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 JANUARI 1931
No. 2799
DE SLAVERNIJ IN LIBERIA
De Pasfoor in Monrovia
VOOR alles moet mij van het hart, dat de gepu
bliceerde toestanden in Liberia niet erger" zijn
dan elders in Afrika; waarmede geenszins gezegd
wil zijn dat ze niet onwaardig en afkeurenswaard
zouden wezen. Doch slavernij heerscht overal in
Afrika, zij het in min of meer verkapten vorm.
Zij heerscht evengoed in de koloniën en in de
protectoraten, als in de twee onafhankelijke staten,
Abessininiëen Liberia, welke het continent rijk is.
De algemeene opvatting is. dat de zoogenaamde
huisslavernij" in Oost-Afrika het meest voorkomt,
waar nog elke familie die zich respecteert haar
verkoopbare, onvrije huisdienaars heeft en haar
verhandelbare haremdames. Zelfs in Noord-Afrika
komt nog, ofschoon slechts clandestien, een op zeer
beperkte schaal gedreven, slavenhandel, en dus ook
noodwendig slavenvangst en slavenexport voor.
De blaam die Amerika dus terecht werpt op-de
negerrepubliek, die de slavernij zooal niet
sanctionneert dan toch oogluikend toelaat, valt ook op de
groote Europeesche mogendheden, die evenmin
in staat geweest zijn in de aan hen
onderhoorige gebieden de slavernij afdoende te on
derdrukken en geheel tegen te gaan. En
dat ondanks de veel gunstiger econo
mische voorwaarden, waarin de
meeste dier koloniën en protectoraten
verkeeren, ondanks het grootere pres
tige eh de krachtdadiger middelen
waarover de blanke kolonisatoren
beschikken. Dit wijst er wel op, hoe
moeilijk het in Afrika'is de slavernij
geheel onmogelijk te maken.
Voor Liberia nu gelden nog zeer speciale
omstandigheden. De republiek is in menig opzicht
erfelijk belast ter wereld gekomen. De
cultuurbrengers daar waren bevrijde slaven en
nakotue' lingen van slaven; in zoo hevige mate
gederacineerden, dat zij in de oude moederbodem niet dan
op den langen duur en mét de grootste moeite
wortel kunnen schieten. Hoe goed de bedoelingen
zijn geweest van de blanke ex-slavenhouders die
de stichting van een vrije Afrikaansche republiek
inspireerden, hun medewerking daartoe hield
tevens in het verzaken aan een dure plicht.
Monroe's leer dat Amerika voor de Amerikanen'
moest zijn, werd al te gemakzuchtig omgekeerd
tot de leer dat de Amerikaansche vrijgelaten
slaven dus maar weer een goed heenkomen moesten
zoeken in Afrika. In de toegespitste aandacht op
de materieele en politieke zijde van het geval heeft
men den geestelijken kant geheel uit het oog verlo
ren. Men rooft een Amerikaansch negervolk niet on
gestraft bij elkaar, men laat niet ongestraft
gedurende eenige eeuwen zulk een volk het
degeneratie-proces van een slavernij, bruter van vorm
dan ze bij eenigarisch volk werd gekend, onder
gaan, zonder dat men daarbij de boeteschuld en
de dure plicht op zich laadt, dit alles ongedaan
ie maken.
Met andere woorden: de abolitie was niet meer
dan de eerste fase van het herstel der onmenschelijkr
ste ongerechtigheid, die de nieuwere geschiedenis
ken*t. De geleidelijke reclasseering der negers, de
systematische opbouw der volle menschqlijkhuid,
waarop, zij aanspraak maken, en die hun thans
dan óók niet meer bestreden wordt, was de
abolitioniston als noodzakelijk gevolg van hun inkeer
geboden; Maar wie heeft zich daarom bekommerd?
door Lou Lichtveld
Wat heeft, om de hand eens in eigen boezem
te steken. Nederland na de vrijlating der
WestIndische slaven voor hen gedaan;* Na 0011 tiental
overgangsjaren bleven zij van elk toezicht, elke
vaderlijke zorg, elke sociale opvoeding verstoken.
Dat zij het zelf niet wilden zegt even weinig als
de onwil van een kind om naar school te gaan.
Met het zoogenaamde repatrieeren van de negers
werd dan ook een al te goedkoopc oplossing van
het plotseling opgedoken zwarte probleem" nage
streefd. En het gevolg is dan ook een afgemeen
fiasco geworden, juist op die plaatsen waar de
nazaten der vroegere slaven geheel aan hun lot
werden overgelaten, zooals in de negerrepublieken
Haiti en Liberia. In beide staten neemt men waar:
de terugval der negers tot de zonden van hun
vroegere onderdrukkers. En dat is maar al te
menschelijk. De onderdrukte zal op zijn beurt
onderdrukker worden, wanneer hij daartoe de
macht heeft, > zoolang hij niet geleerd heeft dat de
ware vrijheid niet bestaat in het overheerschen,
maar in het dulden van anderer vrijheid.
Verschillende bizondere omstandigheden zijn
er nog, die het voortwoekeren van de slavernij in
Liberia in de hand werkten. Het land ligt in het
brandpunt van den vroegeren slavenhandel, die er
reeds was vóór de komst der Europeanen, maar die
door hen op zulk eeu schaal bevorderd werd, dat
zij voor de inlandsche hoofden en hunne staten
n gewichtige economische en politieke factor,
een ware levensfactor werd. En bovendien een
noodzakelijk gevolg van de feodale begrippen die
de West-Afrikaan huldigt en vooralsnog zal blijven
huldigen.
Juist tengevolge van deze feodale denkwijze is ?
het karakter van de slavernij, welke thans nog in
Afrika heerscht, dan ook een geheel andere als die
welke bij de Europeanen in zwang was. De bewoner
van de Ivoorkust gebruikt een spreekwoord:
De Président van Liberia: C. D. B. King en de ministers
F. Cooper (Financien), J. S. Dennis (Oorlog) en
W. Massaquoi (Posterijen en Spoorwegen).
Het is niet de mensch die den grond bezit, maar
de grond die den mensch bezit." Dit illustreert
eenigszins het begrip van onvrijheid" dat men
er heeft; de meester van den grond is de meester
van deszelf s bewoner en bewerker. De verhouding
van den zwarten meester tot zijn zwarten slaaf
kan men wellicht het beste vergelijken met de
verhouding van een middeleeuwschen heer" tot
zijn lij f eigenen. Dat was ook een wezenlijk andere;
en menschelijker verhouding dan die heerschte
tusschen een plantage-bezitter en diens
menschelijke eigendommen. '
Het laat zich dei-halve begrijpen, dat van de
negers zelf, zoowel vrijen als onderdrukten, zulk
een slavernij als iets min of meer vanzelfsprekends
wordt aanvaard, en de laatste categorie waarlijk
niet alleen door vrees is weerhouden tot krachtige
protesten. Toen de nieuwe heeren" in Liberia
kwamen, zijn de inboorlingen het na een korten weer
stand als een gangbare toestand gaan beschouwen
heloot te zijn, terwijl de nieuwe heeren zich in het
accepteeren en uitbuiten van dezen toestand even
eens inaa'r al te zeer neger hebben getoond.
Dat Amerika intusschen heeft'ingegrepen, is
juist en kan ook voor débij Afrika geïnteresseerde
Europeesche mogendheden niet zonder consequen
tie zijn. Maar het protest is voorloopig meer ge
richt tegen de corruptie van het bestuur, dat onder
het mom van een schijnbeschaving dezen wantoe
stand heeft uitgebuit tot het voordeel* van enkele
Liberische slaven
personen, en feodale toestanden, die onder bepaal
de omstandigheden 'niet geheel afwijsbaar had
den behoeven te zyn, zoozeer heeft laten ontaarden,
dat zij de algemeene ontevredenheid wekten.
Maar de slavernij zelve, zal ook door dit protest
niet wolden uitgeroeid.
Er is nog een punt dat nadere toelichting be
hoeft: het gedwongen transport van arbeiders
naar Fernando Po, -waaraan men zich in Liberia
eveneens schuldig heeft gemaakt. Ook hiervan
ligt de schuld, directer nog, bij de Europeesche
koloniale mogendheden. Daar is reeds zeventig
jaar geleden door een Nederlander op gewezen,
en wel door Robidévan der Aa, in zijn lezens
waardig boekje Koloniaal bezit en partikuliere
handel op Afrika's Westkust." Uitvoerig heeft hij
de eigenaardige toestanden op het eiland beschre
ven, en het wanbeheer waaraan Spanje zich schul
dig maakte, nadat déEngelschen die zich eveneens
voor Fernando Po interesseerden, door hen ver
dreven waren.
De rijkdommen van Fernando Po konden
volgens den Nederlandschen schrijver
slechtsproductief gemaakt worden door negers
die men, mm of meer gedwongen, zou
moeten overbrengen van de naburige
Noordelijke kust. Niemand heeft
erechter voor gezorgd.
Dat Liberia in haar econoniischeu
nood toen naar zulke nabije kansen
heeft gegrepen, is zooals niet vergeeflijk
om het gebezigde middel, dan toch voor de
hand liggend. Want de economische toe
stand van de negerrepubliek is verre van
rooskleurig; en hierin schuilt waarschijnlijk de
wortel van alle kwaad.
Van allélanden aan de kust; van Guiuea is
Liberia het achterlijkst; het bezit geen enkele
spoorweg, de hoofdstad Monrovia heeft slechts
zesduizend inwoners. Er zijn in 't geheel 12.000
ex-Amerikaansche cultuurbrengers" naast ander
half millioen inboorlingen. Dat is alles. Het zijn
feiten die stemmen tot clementie. Men behoeft
niet te aarzelen om te onderschrijven hetgeen de
geleerde Af ro-amerikaanBurghardt du Bots enkele
jaren geleden over Liberia opmerkte: It has
not yet succeeded, but its partial f allure is not
because the republic is black, but because the
world has failed in this same battle."
Inderdaad werd geen enkele staat in zeventig
jaar tijds gevormd. En volgens den grootsten
Liberiaan, dr. E. "W. Blijden, heeft zijn land
slechtsdrie dingen noodig: bevolking, geld en hersenen.
Ze zijn niet onvindbaar, maar evenmin niet een
handomdraai te bekomen.
Kon* Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
MM M DEN HAAG ?*?*??
AMSTERDAM - ARNHEM
.Verhuizingen per Auto^Trein
De ronde
TafelConferentie
door Dr. Jan Romein
Het rCHultaat hot werk van «Ie vornten
«Ie houd l UK «Ier vongregpartij nooit
leert vlieden
E H zal wel menig, zelfs ernstig krantenlezer
zijn, die half November, toen de begin dezer
?week geëindigde Ronde-Taf el-Conferentie begon.
aich plechtig voorgenomen heeft de verslagen
dit keer nu eens op den voet te volgen, maar
tenslotte, verward geraakt in de tientallen kolom
men, welke te veel van zijn kostbaren tijd gingen
verslinden, het weer heeft opgegeven, in de hoop
na afloop de resultaten wel eens ergens kort
saam#evat te vinden. Laat ik daarom, alvorens te
trachten de beteekenis van het verhandelde
eenigsyjns te doorgronden, beginnen met een poging.
dat in dit geval maar al te gerechtvaardigde ver
langen naar een overzicht van het bereikte te
bevredigen.
Want vooropgesteld moet worden, dat deze
?conferentie allerminst een mislukking geworden is.
y.ooals men in den loop ervan telkens, doch. naar
.achteraf blijkt, ten onrechte verwacht heeft.
Men. d.w.z. met name do voornaamste com
missie, die voor de federale structuur onder
voorzitterschap van den lord-kanselier Lord
Sankey is er gekomen tot een voorontwerp
constitutie voor een Indische federatie, waarin
zoowel het eigenlijke Britsch-lndië(d.w.z. de
?direct onder Engelsch bestuur staande provinciën)
als de Indische staten (d.w.z. de Staten, bestuurd
door met Engeland in verdragsverhouding staande
vorsten) vertegenwoordigd zullen zijn. Die fede
ratie zal zich. behoudens de hierna te noemen
voorbehouden, zelf besturen en wel in dezen vorm,:
Aan den top der regeering staat de onderkoning
i»f (Jouverneur-Cieneraal. bij wien de uitvoei'ende
macht berust, evenals voorheen te benoemen dooi
de Britsche Kroon. Hem ter zijde staat een d
ooihem benoemde raad vari ministers, die echter.
behoudens weer de te noemen uitzonderingen, naar
?constitutioneel gebruik zullen worden benoemd in
overeenstemming met de meerderheid uit de nieuw
"te scheppen Wetgevende Vergadering, welke zal
bestaan uit een lïooger Huis (Senaat) en een
Lagerhuis. Het eerste zal IUO a 150 leden tellen.
die gedeeltelijk benoemd zullen worden door de
Indische Staten, d.w.z. door de vorsten, gedeeltelijk
gekozen door de bestaande provinciale wetgevende
raden van Britsch-lndië. Het zal niet kunnen
worden ontbonden, maar wordt periodiek en gelei
delijk vernieuwd. Het Lagerhuis zal 250 leden
tellen, die voor vijf jaar zitten en de (,!.-(!. kan het
ontbinden. In die Kanier van 250 die, naar
JSederlandschc verhoudingen omgerekend, zou
neerkomen op een Tweede Kamer van 7 leden
-/uilen ook op de een of. andere, nog nader te regelen
wijze, de minderheden,.met name de.Mohamme
danen, vertegenwoordigd zijn.
Natuurlijk is het zelfs formeel niet zoo'mooi als
het er hier uit ziet. Er zal een ongelimiteerde
overgangsperiode zijn, tijdens welke de d',G. op de
tot dusver gebruikelijke wijze rechtstreeks verant
woordelijk zal zijn 1°. voor de verdediging, 2°. voor
?de buitenlandsche betrekkingen met ingebrip
van die niet Indische vorsten; 3°. in geval van
?onlusten zelfstandig zal kunnen ingrijpen en 4°. wa
ken zal over de financiën, ten bate Van het crediet
.van.'Indië.
Wanneer we nu overgaan tot een beschouwing
van het wezen don hier geschetste regeling, dan
treft al aanstonds, dat er onder den te benoemen
ministerraad dus minstens drie leden zijn:?die voor
Oorlog, Buiten!.- Zaken en' Financiën, de drie
voornaamste dus die aan de controle der
Wetgevende Vergadering zullen ontsnappen, om
dat het rechtstreeksche toezicht van den G.-.Cl.
op die departementen geen zin zou hebben,
indien de genoemden inplaats van koninklijke"
..parlementaire" ministers zouden zijn, en het zal
voor ieder, die ook maar iets weet van de geschie
denis van welk parlement ter wereld ook, duidelijk
zijn, dat een parlement, dat .over deze drie ministers,
«n met name over die van financiën, geen zeggen
schap heeft, geen parlement in den vollen zin des
ivoord genoemd kan worden.
Waarin schuilt dan de onmiskenbare beteekenis
van dit ontwerp, dat in
beginsel opgesteld schijnt
te zijn door Sir Tej
Bahadur Sapru? C).i. hierin,
dat de Indische vorsten
er door dit ontwerp
voorloopig in geslaagd zijn. het
oude bondgenootschap
met Engeland op een
nieuwe wijze te verster
ken. De
Ronde-TafelConferentie is in wezen
het werk der Indische
vorsten, die. _naar n
hunner ter conferentie ook
gezegd heeft, al eerder
voorstanders waren van
het. denkbeeld eener Indi
sche federatie, op voor
waarde echter, dat die
federatie zelfbesturend
zou zijn. m.a.w.. dat de
vorsten er werkelijk wat
in te zeggen zouden heb
ben. En Engeland beeft.
door de volksbeweging in
Indiëtot een wijziging in
zijn politiek gedwongen,
de toi'gestoken hand met
graagte
aangenomen.Macdonald's zoet gezicht
moet- er onnatuurlijk
roze hebben uitgezien.
toen op de plechtige slot
zitting plotseling alle
schijnwerpers opflitsen < «n
de persfotographen gele
genheid te geven, h
etmoment te vereeuwigen. .=
waarop de oude purperen
wijn der Indische autukratieën in de nieuwe
zakken van parlementarisme en zelfbestuur werden
gegoten.
En men kan niet anders zeggen, dan dat de
vorsten en de imperiale vegeeving van (j
rootBrittanniëde taak, waarvoor zij nu eenmaal staan.
buitengewoon knap hebben opgelost, als nien be
denkt, dat nog een w«-:-k vóór de conferentie
niet alleen de conservatie\ on. maar ook de liberalen
onvoorwaardelijk 'weigerden om n stap vorder
te gaan dan het Sinion-rapport. waaraan zelfs ook
do. .Arbeiderspartij gedeeltelijk gebonden was.
terwijl ten slotte eerst Lord lioading. de
oudonderkoning, namens de Liberalen en. vervolgens
Lord Poel, namens de conservatieven, feitelijk
hun zogen aan de nieuwe regeling gegeven hebben.
Alleen Churchill sputtert nog tegen, maar het is
desondanks zeer waarschijnlijk, ja zoo goed als
zeker.dat de op grond van het hier besproken ont
werp in te dienen nieuwe ..(tovernment of.
IndiaBill" in het Parlement aan de Thames een meer
derheid zal vinden. ..A valiant soldier for peace''
heeft Mr. Sastri in zijn slot-toespraak Macdonald.
genoemd en tegelijk deed hij een beroep op de
Indische vorsten om'van-de nieuwe situatie ge
bruikte maken, zich het lot van hun volken aan
te trekken, die voor hun verlossing op hen wacht
ten. Mr. Sastri is een Oostersch diplomaat, die in
of ondanks zijn bloemrijke tirade een schel licht
op het nieuwe verbond tusschen de Indische
vorsten en («root-Brittanniëheeft geworpen.
Op het nieuwe verbond, dat buiten de belangen
van het Indische volk omgaat en waarin niet eens
de Congres-partij, die de conferentie geboycot
heeft, gekend is. De verwaarloozing van deze
belangen is integendeel zoo ver gegaan en bijna zou
ik zeggen zoo openlijk gedemonstreerd, dat er
nog geen amnestie verleend is voor do duizenden
politieke gevangenen, die dan toch in den kerker
zitten, omdat zij gestreden hebben voor'eisenen,
welker rechtmatigheid nu op deze Conferentie.
blijkens den uitslag, door alle partijen is erkend
of feitelijk niet eens gestreden, doch slechts zich
lijdelijk verzet hebben tegen degenen, die het nu
erkende recht op onafhankelijkheid ontkenden.
Honderden zijn er gedood, duizenden zijn er ge
wond door de zware lathi's van de politie, wier
optreden de Manchester (Juardian" beest
achtig" genoemd heeft, maar inplaats van am
nestie is er met de jaarswisseling een lintjesregen
losgekomen en op de lyst prijken niet minder dan
82 hooge politie-ambtenaren, beloond voor hun
verdiensten in den strijd tegen de onafhankelijk
heid, die terzelfdertijd bp een conferentie in het
verre Londen als een onvermijdelijk en noodzake
lijke toekomst werd voorgesteld.
Wat zal er nu gebeuren? De rechten" van
De Engelsche Kroonprins
als Handelsreiziger
Teekening voor tide Groene Amsterdammer" Jch. Braakensiek
John Buil: Goeje zaken !"
T. B. BENNER 6 ZOON
PIANOHANDEL
| DEN HA A G 97 NOORDBINDE
Wiiiiiiiiiiiiiiiiüiiniiüiiiiiiii iiiiiniiiiiiiiiiiiiüiüiiiiiciiiiiriiiiiiiniiiniüMiniüiiiüiüiiiiit!
Engeland zijn voorloopig gewaarborgd. Niemand
zal het beletten den opstand in Birma niet verder
geweld te'onderdrukken, niemand zal liet tegen
houden, de N. W. grens met autostrada's en
pantserauto's tegen opstandige stammen te beveiligen
stammen, die -morgen /.ouden ophouden te plun
deren, indien men hun een ander middel van be
staan gaf. Niemand zal het verhinderen over
het crediet van Indië. d.w.z. over de belangen van
de City. te waken. De rechten der vorsten /.i j u ge
waarborgd en vermeerderd, want hun zeggenschap
/al zich nu ook door middel van hun vertegenwoor
digers in den Senaat uitstrekken over het eigen
lijke Brïtsch-Indië. waar zij.tot nog toe niets in te
brengen hadden. De rechten der minderheden
zijn gewaarborgd, niet alleen van de 70 millioen
Mohammedanen, naast de '.vorsten Engeland's
tweede traditioneele bondgenoot in Indië. maar
zelfs die van de 3£ millioen Sikhs, naar op c'e
conferentie gebleken is. omdat deze als soldaten
voor de Britsche heerschappij onmisbaar zijn.
Er is maar'én groep verwaarloosd, het 250
mi?lioonen volk zelf* welks nood door de nieuwe
regeling niet zal verminderen; althans wij zien niet
hoe de misstanden, waaromtrent Brailsfórd in de
X.K.Ct. nog onlangs zidk een welsprekend getuige
nis heeft gegeven, door de federale staatsinrichting
zullen' verdwijnen. , ? " . '
Maar nood is de.moeder van allen vooruitgang.
Engeland is uit nood tot, dezen,stap gebracht
die ondanks alles op den duur een vooruitgang
kan gaan beteekenen dat hangt van de houding
der Congres-partij af; neemt deze waar, dunkt
ons, kans op is, de nieuwe regeling aan, dan
wordt de betveging voor werkelijke onafhanke
lijkheid echter voor jaren geremd. Doch zooals
Engeland dit uit nood deed, zoo zal het Indische
volk uit zijn nood ook de kracht tot werkelijken voor
uitgang putten. De arend leert zijn jongen het
vliegen door ze te laten honger lijden.
CORRESPONDENTIE
V. H. t2 Rottirdtim. Een bespreking van
Eisenstein's Komance Sentimentele, dat de vorige
week in ht-t programma, van het theater
Tuschinski was opgent men, kan tot ons leedwezen,
door ziekte van den filmredacteur L. J. Jordaan
niet worden opgenomen.
?-?3L