De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 24 januari pagina 6

24 januari 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

WESTE In de loopgraqf ..A 1'ouent rlen de nouveau". Krmltage Pa rit» HET leek aanvankelijk een dwaze en roekelooze onderneming. Kemarque's boek te ,.vevfilmen". Ook al omdat het voor velen een ont: heiliging moest beteekenen. Dit won derlijke geschrift toch. door enkelen op littéraire gronden aangevochten door een heele wereld op geen an deren grond, dan een onberedeneerde. spontane, brandende dankbaarheid, als een evangelie vereerd.... dit werk was wel het allerlaatste oorlogsboek. dat voor een succesvolle trans positie op het celluloid in aanmerking kwam. Niet het minst, omdat lm Westen nichts Neues" zijn diepste. navranste werking bereikt niet door een plastische, effectvolle schil dering van het oorlogsbedrijf. maar via de fijne, weemoedige reflexen eener jonge dichterziel, Het was dan met niet geringen weerzin en met den absoluut gebrek aan geloof in den uitslag, dat de nieesten onzer vernamen, hoe een jonge Amerikaan, Lewis Milestone. de zware verantwoordelijkheid op zich nam. het populairste en (sociaal ge sproken :) belangrijkste boek van onzen tijd te verfilmen. * . * Het toeval wilde, dat mijn eerste kennismaking met Milestone's film plaats moest vinden in de Paiijsche Champs-Elysées en van de drie ge zichtspunten, welke in den regel de beschouwingen over een dergelijk werk beheerst-hen te weten: het antioorlogsche. het filmische en het litte raire ? ontleenden althans de beide eerste aan den genus loei een zekere originaliteit. ? Immers over de tendenz van het werk kon ik oordeelen. temidden van een Fransch en (gezien de om geving) geenszins communistisch of socialistisch publiek. Op zijn filmische waarde moest ik wel een eigenaardigen kijk krijgen, waar de als film parlant" be doelde versie der Duitsche of Engelsche conceptie, terwille van het stupide analfabetisme der grande nation. door een zwijgende was vervangen met Fransche sous-titres. Ik heb in Frankrijk zelden tusschen een zoo ernstig-bewogen publiek ge zeten, als in de Ermitage" tijdens de voorstelling van .,A l'Ouest rien de nouveau l" Wij hadden het gebrui kelijke onderstreepende" applaus ge had, bij pakkende tiraden en ons een beetje geschaamd over deze mis plaatste luidruchtigheid. Xaar het eind toe. werd de zaal steeds stiller en toen het woord ,.Fin" op het doek verscheen, aanschouwde ik het onge looflijk spectakel van . een Parijsch. publiek, dat na beëindiging van een werk, niet in bijval, afkeuringen of discussies uitbarst -?maar diep-ontroerd en zoowaar doodstil bleef zitten. Zoo begint de zaak dan, met het beeld van de uitrukkende Duitsche troepen knap en met voortreffelijk effect, schoon misschien een beetje al te habiel opgelost door het geval te doen waarnemen binnen het kader van een poort of vensteropening. Er is opzichzelf niets nieuws aan dit uitrukken, noch aan het krahwinklige stadje, noch aan den voortreffe lijk getypeerden. want niet gechar geerd en. Schullehrer (den Kantorek uit het boek) die de opgewonden jongens tot dienstnemen aanzet. Maar deze frissché, vreugdige aanpak van de film. heeft dezelfde vitale meesleependheid. welke den aanhef van The Big Parade" kenmerkte. De jongens worden steeds meer op gezweept wij zien onder de stoiumisdadige hetzerei van den Herr Lehrer, ieder naar aard en karakter, de lachende toekomst voor zich. In voortreffelijke ..entre-parenthêses" knoopt de cineast dit aan de persoon lijke kennismaking van het publiek met de jeugdige helden dezer tragedie, vast. En terwijl ons, door middelvan ICHTS EUES film van Remarquè's Boek bij Tuschinski dwingende, psychologisch prachtiggedefinieerde close-up's, het beeld van de jonge vrijwilligers eens voor al wordt ingeprent, gaat mij de eerste vergelijkende gedachte met Pabst' Westfront 1918" door het hoofd. Een vergelijking, die feitelijk voor de beide films in hun geheel geldt! Het is mij mul. reeds nu duidelijk wat ik lateiherhaaldelijk bevestigd zal vinden ??dat de enorme verdienste van lm Westen" boven Westfront" wel in de eerste plaats is: zijn hel derheid en overzichtelijkheid ! Dat nxet die jongens, is eenvoudig het begin het nuttige, onmisbare begin, dat Pabst verzuimt. Door dit even stilstaan bij de indentiteit der sujetten door deze aandach tige, a.h.w. persoonlijke kennis making van filmfiguren en pu bliek, bereikt de cineast twee rlei : ten eerste leveuzijn BIOSCOPY door L. J. JORDAAN de hel van het front heen tel kens gunt ons de filmdichter oen korten huiveringwekkenden blik maar wij weten steeds: het is nog niet zoover, het uur heeft nog niet geslagen. Tot het oogenblik daar is en wij met absolute zekerheid en verlammende ontzetting voe len: »VM komt het .... en ons hoof d buigen voor de avalanche van schrik en ellende. De aankomst der knapen in de kazerne, hun gestoei, hun grootsprekery, de ontmoeting met den feldwebel-ex-brieïtrager Himmelstoss.... het is alles met een groote overwogenheid en bezon nenheid aangebracht. Men voelt bij iedere scène, dat onze kennis om trent de situatie wordt vermeer derd met iets noodzakelijks dat wij rijper worden gemaakt, om het groote doel van het werk ten en de Framchman Midden: het ledige bed. Rechts: pagina zijn alle van Croeze-Bosman UniverS( In het lazaret. De foto's op deze /, de importeurs van lm Westen nichts Neues" dramatis personae eens en voorgoed en behoeft hij hun karaktereigenschappen niet telkens later te onderstreepen eij te herhalen, maar vooral het schept or de en overzichtelijkheid het laat den cineast de handen vrij. voor de groote lijnen van zijn werk! Wij weten, dank zij dit korte inter mezzo, eens vooral, wie Kemmerich, wie Behm, wie Baumer is. Wij her kennen ze altijd en overal, zonder moeite zij staan in enkele vluch tige, maar rake lijnen levend voor ons on wij behoeven nimmer als bij Pabst onsxelf telkens gemelijk te onder breken met de. vraag; ..Wie duivel is dat nou toch ook weer? !"'Wie dit muggezifterij of kleinigheden noemt, beseft niet de pijnlijk nauwkeurige indeeling van de stof, welke een groot filmwerk, als trouwens iedere andere schepping van formaat, vereischt. Welnu deze opvatting, dit.. . . waarom zou* ik liet niet zeggen ?.... dit systeem, om de stof niet liefde volle aandacht on helderen blik te verdeelen, van alles slechts het essentïeele te geven en niet het minst dit essentieele in de juiste doses en volgor de.... dit systeem mankeert by Pabst totaal. Vandaar de ongerijmde dwaze onevenwichtigheid in de com positie der groote deelen vandaar de onverantwoordelijke lengte der ? (overigens opzichzelf reeds afgezaagde) kantonnements-vrijerij vandaar het bevreemdende, alles uit zijn ver band rukkende eindelooze front- thea ter-fragment. ... vandaar ook, het gebrek aan climax l Pabst heeft zijn fragmenten afzonderlijk mét al zijn kunnen en zekermet groote toewijding geconcipieerd. Omtrent hun onder linge Verhouding echter schijnt hij .zich geenerlei vraag te hebben gesteld. Hij ziet het kampjes aan, hoe de irriteerencle baialiteit van het eene de duldeloo :e lengte van het andere, de totale uitwerking vernietigen. Hoe het geheel erdoor wordt gemaakt, tot een sombere, verwarde, vermoeien de, maar vooral zin-looze chaos. Zijn werkwijze te zrk> men wil hori zontaal: hij legt de fragmenten naast elkaar, inplaats van ze als een waarachtig epicus op elkaar te Stapelen. Ik sta bij deze onderlinge vergelijjking van de beide belangrijkste oprjlogsfilnis der laatste jaren, wat uit voeriger stil, wijl niets de leemten in ons oordeel over de werken-afzond rilijk zoo zeer aanvult. Van deze horizontale werkwijze nu, ijs bij Milestone niets te bespeuren. Al les wat hij doet is overdacht en ver antwoord geen scène, die een anliere in den weg staat ??maar vooral Ijeen effect, dat niet de som is van alle Voorgaande effecten! Om maar iets ie noemen: de groote aanval, het uuv)H, het hoogtepunt in het werk, ordt voorbereid, van de eerste see, dat de jongens uniform dra gen. l Toch heeft de cineast nergens het Of f eet van dit fragment in gevaar Ifebracht door een ontijdig vooruitioopen.... wij 'draaien als het ware, in steeds enger wordende cirkels orn slotte te omvatten. Wij voelen ,ons niet, als bij Pabst, aan ons lot overgelaten temidden van elkaar vernietigende afzonderlijke gebeurj tenissen maar wij weten ons geleid, met vaste, doelbewuste hand. Wanneer een détail soms een moment lang een te nadrukkelijk accent schijnt te hebben (Kemmerich's zachte en fraaie laarzen!'?(wees er dan ver* zekerd van' dat u later zal blijken waarom dit geschiedde. Wat ons aan geweld van expressie en emotie, bij deaen methodischen jongen metteur-en-scene wacht, komt reeds aan den dag in de kazerne episode. ' Met betrekkelijk simpele middelen, bereikt- de film in dit nog kennelijk voorbereidende poque der historie, plotseling een wurgende, duivelsche kracht, die ons met ontstelte nis slaat. Da jongens moeten exerceeren Onder den wreeden Himmelstoss en het bekende spelletje bij het tii-ailleeren: Liggen ? opstaan, loop pas liggen'," bij voorkeur in den modder, gaat zijn gang. ponder al te veel nadruk zonder het eigenlijk als iets heel ergs te annoncee ren, laat Milestone,' de aardige kwieke soldaatjes met hun fris- ? sche montere snuiten onder de coquette pickelhauben, boven de keurig bedofte tunieken lang zamerhand veranderen in iets afgrijselijks, iets walgelijks, iets belachelijks ! Na iederen knieval voor den tyran, zien wij ze verrijzen: een nuance minder mensch een nuance mér slaaf. En als ze dan eindelijk daar staan, gebroken door afmatting, kreu nend onder de duldelooze vernedering .... onherkenbaar door modder en vuil, hun gezichten een gruwelijke parodie op de burleskespelers der vroegere films.... dan commandeert Himmelstoss; Zingen.... en rroolijk, asjeblieft!" Wat dan volgt, doet ons de oogen neer slaan en de ooren toe stoppen, uit ellende en schaamte. Langzamerhand worden de knapen in het oorlogshandwerk ingeleid en men ziet ze eindelijk naar het front afmarcheeren. Dit moment is onver getelijk. Dicht langs het toestel marcheeren de bataljons en de zware spijkerschoenen, de hooggepakte ran sels, de laken-overtrokken punthelmen trekken ons in monotone, einde looze rijen voorbij. Dan ziet men een soldaat omkijken - in een langen, tragische'o. blik.... het is Paul Bau mer. Eet; tweede werpt het hoofd om en ziet ons aan, met denzelfden zich vastzuigenden blik. welke niet van ? het verleden, het Leven, schijnt te kunnen scheiden.... het is Behm. Dan volgt Kemmerich, dan de ande ren '- allen voorbestemd oni niet meer terug te keerenl Het is een der schoonste en ontroerendste momenten. in de film, als de cineast aan het slot. wanneer allen gevallen zijn. deze generatie der verdoemden nog eens als schimmen over de eindelooze doude akkers laat trekken.... Aan het front ontmoeten de jon gens de landweermannen Katscynski en Tjaden Het mocht terecht een hachelijke opgave geacht worden, te zoeken naar een realisatie van twee Muller?Paul Baumer?Behm figuren, dermate levend voor millioenen lezers en reeds bijna klassiek ge worden. Het is Milestone niettemin gelukt. Beter nog dan de Katscynski" van Louis Wohlheim, lijkt mij de Tjaden" (Summerville). Deze lange, schrale, droge Noord-D uitscher, Wiens wonderlijke humor, soms zoo pijnlijk doet glimlachen, heeft een voortreffelijken vertolker gevonden. Na vijf minuten, is het ons, of wij Kat" en Tjaden uit Remarque's roman nooit anders gezien hebben, dan in deze beide gedaanten. MI Ik zeide reeds, hoe alles in de film opstuwt naar den grooten moorddadigen loopgraaf-aanval. Men voelt het naderen in de eerste bombarde menten in het - fourageeren in het unterstand-leven.... onvermij delijk, schrikkelijk en groot. Ik kan niet genoeg wijzen, op den voortreffelijken bouw op de uitnemende compositie van een werk, dat zoo zijn climax voelbaar weet te maken, de zenuwen te spannen, de gemoede ren voor te bereiden. En als het fluitsignaal weerklinkt, kunnen wij alleen nog maar snel bidden, dat de film niet zoo genadeloos-sterk zal blijken, als wij haar aanvoelen dat zij ten minste in dit moment zal tekort schieten. Helaas ! Wij hebben gevechten van allerlei aard. van allerlei formaat, van allerlei heftigheid op de film leereii kennen. Zoo gruwelijk-suggestief, zoo meesleepend, zoo meedoogenloos als deze stormaanval van Milestone, heb'ik nog nimmer iets gezien. En toch is het geen oogen blik herofck. geen oogenblik gvootsclu zelfs geen oogenblik spannend.... het is alleen maar afschuwelijk ! C) een'wonder., dat alles, wat aan beide zijden van den Hijn. belang heeft bij het oorlogs-automatisme, deze film weert en vervloekt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl