De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 31 januari pagina 2

31 januari 1931 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

No. 2800 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 JANUARI 1931 : i' ! C * i 1 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 JANUARI 1931 No, 2800 IN MEMORIAM ANNA PAWLOWA door J. W. F. Werumeus Bunijig OVER het tragische van dit sterven is thans genoeg gezegd, en te over. Er rest ons reken schap te geven hoe groot het verlies is dat deze dood ons berokkende.En ik meen dat niets daarvan beter besef geeft dan een herinnering aan den algenieenen eersten indruk, die de tijding van Pawlowa's heengaan wakker riep: was het niet, een oogenblik, of de dans zelf, of alle dansen ter wereld gestorven waren, en reddeloos verloren? Of er een kunst ten einde ging, instee \an een kunstenaar? Het gevoel is redeloos: en toch trof het hier, als zoo vaak, den diepsten grond. Er blijft een danskunst leven, maar met Pawlowa's dood verdween daaruit het edelste dat onze tijd als dans heeft gekend: er verdween een kunst in haar hoogsten vorm. In een aloude tweespalt kent ook de dans altijd twee eerediensten, die van hemel en aaide; die van het dansen dat alle hartstocht en zinnen te boven gaat, dat ze niet ontkent, noch hun bezieling mist, maar ze opheft tot een heldere sfeer en daarnaast, daarmee gemengd en verwant, maar toch in wezen gescheiden staat een anders gericht , dansen: dat van de hartstochtelijke wereldsche vreugde, van de eerlijke, zuivere zinnen, om huns zelfs wil beleden. De historie kent dat onderscheid in Tagüoni en Elssler; wij hebben het gekend in Pawlowa en Argentina. Pawlowa mag ons dansen hebben gegeven vol gratie en aardsche vreugde, Argentina's dans mag gestegen zijn tot een vurigen eenvoud, die de zinnen te boven gaat. nochtans is het onderscheid duidelijk voor ieder: Pawlowa danste onsterfelijke seconden, Argentina danst sterfelijke minuten en op het uurwerk der muren en der menschen tellen deze seconden meer, omdat zij voller van eeuwigheid zijn. Een droom der menschheid is in beiden beli chaamd, In Argentina die van de bloeiende licha melijke levenskracht: in Pawlowa die van het lichaamlooze, het boven mensch, aarde, en zwaar tekracht uit gaande, het zwevende, het vlie gende, : het hemelsche dansen. Men mag zulke onderschei dingen nimmer ten einde toe doortrekken: noch tans zijn er deze twee droomen der danskunst, die van do dansende zinnen, en die van de dansende ziel. Dat zij, in beide danseressen, soms op elkan ders gebied traden, is wederom pen oude historie, die beider verwantschap en samenhang bewijst, zoo het bewijs noodig ware.. En dit: het besef van liet verlies, het besef van deze hoogere droom die met Pawlowa haar be lichaming verloren heeft, is, bewust of onbewust. door ieder gevoeld wien de danskunst oenigermato ter harto ging: er is een kunst ten onder gegaan met haar, de hare; er rest niemand die deze kunst vervangen kan: de wereld van den dans blijft in bloei staan, maar de hemel is leeg geworden. Misschien heeft de Grieksch-Katholieke bis schop van Berlijn haar schoonste grafrede gespro ken, toen hij zeide dat de kerk niet vijandig staat tegenover zulk dansen, dat Anna Pawlowa haar god ook in den dans heeft gediend. De nuchtere negentiende eeuw heeft zich verwonderd over onze grootvaders, die Taglioni een religieuze danseres noemden, onze eeuw heeft zich verwonderd over Pawlowa, en het opnieuw beseft, hoe menschelijke harmonie de hoogere kan belichamen. De dans als alle kunsten, is tenslotte een geheim schrift, iedere dansbeweging is een hyroglief: de danser schrijft daarin, en geen schrijft vluchtiger dan de danser; en geen schrijft helderder voor hen die hem leerden verstaan, want hij schrijft van ouds met zijn bloed en zijn lichaam, zonder eenig ander instrument. Hij is de mensch zelf, sprakeloos, louter lichaam. En dat lichaam spreekt hier, in een taal als die van Pawlowa, het hoogste wat de ziel kan beseffen: het wordt niet ontkend, niet veracht, niet vernederd, maar ia vleesch en bloed aanvaard, tot harmonie gebracht, tot poëzie verheven. De beeldhouwwerken dei- voorvaderen, zeiden de Grieksche wijzen, zijn de leerschool der mensch heid: zij doen den mensch zien hoe edel de mensch zijn kan. Een dergelijk voorbeeld stelde ons Pawlo wa : haar dans, ge'schoold in de traditie der eeuwen, was een hoogste menschelijke harmonie, die niets ontkende, en alle elementen opvoerde tot in haar sfeer. , De waarachtig groote kunstenaar is inderdaad de waarachtige mensch: de wereld wordt helderder en grootscher door hem. Zijn heengaan is een ver dwijnen van licht, een duisterder worden van de wereld, een toenemen van het onbegrijpelijke. In Pawlówa heeft een van de idealen der mensch heid gedanst: de van alle zwaarte ontdane, ver voerde, bezielde mensch, die zijn harmonie heeft gevonden, en ons uit dien rijkdom van evenmaat en zuiverheid, te schen ken wist. De dans is haar een religie geweest, en zij heeft de eenig ware religie, de wereld-aan vaardende en de wereld te bovengaande, weder een dans geschonken: zij maakte de wereld van den dans grooter; zij maakte ze tot de waiv wereld, zij gaf haar een hemel weer. Dat alles, kort gezegd, is met haar verloven gegaan en het is beseft dat het verloren ging. Boven scholeu en richtingen, box'en kunst en dans uit, gaat dit besef: zij allen zijn slechts middelen, wisselend en veranderlijk om ons te belichamen en voor oogeu te stellen wat zij belichaamde en ons zichtbaaimaakte: de dansende mensch, in zijn edelsUgedaante, vanouds den goden verwant. Er rest geen danser die haar zoo verwant was; wij missen voortaan, als bij elk voorbeeldig groot kunstenaar, de maatstaf om den groei van al wat kleiner is te meten, wij missen een voorbeeld. waarin de menschheid zichzelf in de kunst tot hot ideaal verheven zag. , Nieuwe Uitgaven Bij de N.V. Uitgeversmaatschappij v/h. (i. Delwel te Den Haag is verschenen: Mr. H. D. M* Knol, Beginselen van het Privaat recht. > L. F. van Meeuwen, Algemeene Handelskenniti. Grondslag voor de studie der handélsvakken, met medewerking van W. F. Zuurdeeg, 15e drub. A. B. A. van Ketel en L. van Horssen, H ff boekhouden op ome examens, een verzameling op gaven, ontleend aan verschillende examens, naaitypen gerangschikt en van aanteekeningen voor zien. 10e bijgewerkte druk. Bij D, A. Daamen's Uitgevers Maatschappij N.V. te Den Haag is verschenen: J. M. C. Juursema en Gilbert de Zilwa, Practical Commercial Engliah, Deel II Concise Grammar?Kleine Gram matica (Met oefeningen) t » ,ï' QARDE-MEUBLES DEN HAAQ BATENBURG & FOLMER AR K 22, T11. 11080 Ing Q«r«ntl SPREEKZAAL Wij spelen trammetje.... DE verontwaardiging over de organisatie van het Amsterdamsche trambedrijf. die in de laatste weken aardig tot het .kookpunt komt, is niet plotseling bij het invoeren van de overstapjes gewekt, doch bestaat reeds lang bij eiken Amsterdammer, die in de ongunstige om standigheden verkeert dagelijks tram of bus te moeten gebruiken. Al heel lang neemt de directie van het bedrijf het verkeerde standpunt in, dat de belastingbetaler er is voor de tram. Het tegendeel is echter juUt: de tram ia er voor het publiek. Het nieuwe overstapsysteem is een proefneming, «Ühet een onverstandige proefneming. Daar zullen ?wij nu niet teveel van zeggen, alleen da t het systeem f n die proef nctniny naar niets lijken. Misschien komt het trambeheer over eenige maanden, wanneer wij allemaal fietsen of loopen, ook tot die conclusie. Naar verluidt heeft men in het buitenland zijn licht opgestoken, want wij kunnen nu eenmaal niet nalaten naar het buitenland te zien, terwijl men dichtbij toch ook van die soort overstapsystemen toepast, die echter veel practischer zijn. Maar dat is Ncderlandsch fabrikaat, en dat staat nu eenmaal in het'zwarte boek. En wat valt er op ?een studiereis in het binnenland ook te beleven ! Arnhem zou Amsterdam echter iets kunnen leeren: daar koopt men een kaartje, waarin het uur en de lijn geknipt worden en binnen een zekeren tijd mag men op iedere andere lijn van datzelfde kaartje gebruik maken; de zoogenaamde retour bestaat dus niet. Het is wel wat erg een voudig ! » * * Maar <»r zijn andere kwalen: men heeft het namelijk bestaan de gemakkelijke bussen (voor het publiek en het verkeer dan) zooveel mogelijk naar den buitenkant, der stad te dirigéeren, inplaats van ze dieper de binnenstad in te sturen. Zoo zou het bijv. (altijd nog beschouwd van den zonder lingen kant van het publiek) een bijzonder practische oplossing zijn, wanneer er van het Leidsche plein een bus komt te rijden naar l>ct Centraal .Station langs de tegenwoordige route van lijn l en 2. en wanneer lijn l en 2 voor de rest werden onder gebracht in n kringlijn (dus in beide richtingen loopende) die vftn den A'mstelveenschen weg langs de route van lijn 2 naar het Leidschcboschjc en vandaar langs den 'Overtoom naar den Amstelve.ensch.Mi weg rijdt. I>t? bewoners aan den uitloop van l kunnen dan daarvoor in de plaats lijn (S krijgen. Met een o verstapje komt .num dan vlug en goed (tenminste als de rijtijden wat beter op elkaar volgen) atin het ('.S. en hot verkeer in de Leidsche straat zou er mede gebaat zijn: wanneer de trambaan uit die straat verdwijnt, blijft er op de bruggen .voldoende ruimte voor stopplaatsen. Een gelijke'ontlasting zou men krijgen in de , voor het verkeer nog slechter gebouwde straten: Haarlemmerdijk en Haarlemmerstraat, wanneer het gedeelte van lijn 5 van het Station naar de -Spaarndanunerdijk, en het gedeelte van lijn 12 van het Station naar Sloterdijk eveneens in bustractie werden omgezet. Misschien verdient het zelfs aanbeveling, van de geheele lijn 12 n goede, i buslijn te maken en lijn 13 van het C.S. naar de Czaar Peterstraat te'laten vervallen. De levens gevaarlijke Prins Hendrikkade kan dan «en nor male verkeersweg worden. Wanneer de bushalte op het Stationsplein voor het Victoria-hotel wordt geplaatst en de volgende tegenover de brug van de Oostzijde C.S., komt da»rbij nog het voordeel, dat de bestuurder dan, <»mdat hy aan geen vast spoor gebonden is, al naar gelang een van de twee bruggen, die voor. V.KOSSEM; OteesreVARinAS Gandhi in vrijheid Teekening voor de Groene Amsterdammer" doorjohan Braakensiek C'.S. Oost of die over het Damrak. voor de scheepvaart geo pend is, zijn route of langs het Station of langs de Nicolaaskerk kan nemen. Trouwens, die bruggenkwestie heeft de tramleidjng ook &1 heel slecht onder de knie, waardoor een kwartier op een tram wachten, (wanneer het een tram- of bus lijn betreft die over klap'bruggen of spoorwegovergangen loopt, en er zijn er vele) tot de gewoon ten behoort. En er wordt niets tegen ge daan l En het kan toch anders! Zoo begint lijn 17 zijn route op het Surinameplein, gaat langs Hoofd- enPostjesweg de Kinker straat in en passeert een van de beroerd ste bruggen over een drukken scheepvaartweg, nml. die aan het einde van de Kinkerstraat. Wan neer lijn 17 haar eindpunt krijgt aan denPostjeswegbij de Kinkei straatbrug. vervolgens via Post jes- en Hoofdweg langs Overtoom en J. P. Heyestraat de K i n k e r s t ra a t in draait, dan zal haar rijtijd wel is waar iets langer worden, maar de voordeolen zijn ten eerste: dat ook de bewoners van de J. P. Heyesti'BBt en Overtoom in de route __________________ van lijn 17 worden opgenomen, zonder dat een enkele ingezetene dupeerd wordt, want byide halten van lijn Gandhi tot' Macdonald: Maar dit is niet de vrijheid, die ik bedoel!" 17 (Postjesweg en Kinkerstraat hoek .T.P. Heyostraat)' blijven bestaan en ten tweede, dat deze lijn oen van de modernste en snelste bruggen dit» flan liet. einde van den Overtoom.?- inplaats van n tijdroovendi' brug in haar traject krijgt. Herhaaldelijk staan voor een brug of voor spoorhekken trams of autobussen te \\achtetu soms drie of' vier echter, elkaar. Wannér het oponthoud is geëindigd, vervolgt elke tramof bus. leeg of .vol, 'haar .afgebakende routen, Voorschrift is, dat iedere trp.ni netjes op zijn volgnummer het eindpunt bereikt, en of nu langs de geheele lijn soms ook drie of vier lijnen alle passa giers een kwartier of twintig minuten moeten wachten, laat de tramdm-ctie volmaakt koud. Berekent u ook eens hét strooiuverlies van leege trams of bussen, die. hoeveel over tijd ook, per sc haar eindpunt moeten aandoen. De tramdirecti durft dan nog te klagen dat de uitkomsten zoo slecht zijn, terwijl diezelfde directie op deze manier toch de menschen dwingt oni te gaan loopen, en het bedrijf opzettelijk op onnoodige kosten jaagt. Bij zulk een opstopping immers kan de tweede en derde wagen, zoo noodig, zijn passagiers aan den eersten wagen overgeven en het traject van de lijn teruggaan. Op die manier worden alle onge duldige passagiers opgevangen, en het tramverkeer heeft geen vertraging. Maar, ja de nummering is dan in de war en het systeem zou teveel voor bustra ;tie pleiten, en dan die trambestuurders Neen wij gelooven eerder, dat die bestuurders beter inzicht in de nooden van het bedrijf hebben, dan de directie en commissie voor de bedrijven to samen J ?«» ? Het is natuurlijk noodig, om daarvoor hier en daar stukjes rails of wissels te leggen \ niet noodig 'is het als men modern durft te zijn en bussen aan schaft op do lijnen met moeilijke bruggen. Op sommige plaatsen is zelfs geen extra werk 'noodig. Op den Overtoom bijv. (nieuwe traject 17) is het rondetjo Overtoom?Zocherstmat on middellijk te bonutt-m: linde Kinkerstraat de oude kringliju van lijn 1!>. En wanneer lijn 12 en l.'5 jït-bust worden, zal op deze wijze v«-cl bruggenmisere verdwijnen. En dm de. eenmanswagen .. .. IV/e i'ischt aï/onderlyke IH t*\>ivking: het. onderwerp is te omvtui^rijk om in oen artikel. nift'amleiv ondeidfelen HUICU, te. behandelen. .). F. d- Hu'. IN ONZE ETALAGES WAGENSTRAAT DEN HAAG DAMAST IN COMBINATIE MET BEHANGSELS NIÉUWE DESSINS INDANTHREN DAMAST (BREED 130) VAWAF F L. 2.20 PER METER '«l J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl