De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 7 februari pagina 9

7 februari 1931 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 FEBRUARI 1931 No. 2801 Mozart-Feest door Constant van Wessem TT OOKTZETT1NU van het vorigen DonderdagV avond begonnen Mozart-feest: een kamermuziekavond door het Calvet-kwartet, een tweede orkest-concert in het Concertgebouw en de op voering van Die Zauberflötc" in den Stadsschxmwburg. . Inderdaad, er was veel Mozart. Kregen we te veel van het goede? Ik heb me verheugd veel Mozart te hooren, want ik houd van Mozart, juist omdat hij niet van onzen tijd is, en musiceert in heel an dere regionen dan die van onze aardsche zorgen. Maar ik kreeg een beetje te veel een Mozart van Bruno Walter te hooren, een Mozart a la Kogencavalier, een \Vee,nsche, teedere, verliefde Mozart. wel iets te veel van onzen tijd gemaakt, waar hij soms herinneringen wekte aan rythmen uit de l ledermaus". Mij klinkt het te groote apparaat van het Concertgebouw bij zulk een kleine vlugge symphonie als in D-dur iets te zwaar, iets te mate rieel in de ooren. En op den duur, wanneer men het een heelen middag hoort, vermoeit het nadrukkelijkspeelsche, nadrukkelijk-zingende van zulk een te zwaar bezet orkest, waarin alle lijnen worden aan gedikt zonder te verfijnen (want tien violen, ook al spelen zij hetzelfde, klinken minder geschakeerd en soepel dan n viool). In de Symphonie concer tante voor viool en alt bijv. werden de twee solis tische partijen door het begeleidend apparaat doodgedrukt en de beide stemmen (van Helmann en Denayer) leken al bijzonder dun te klinken temidden van dit geheel. Het ballet ..Les petits riens" wekte herinneringen aan de opvoeringen in de \Veensche redoute-zaal, een soort Carnaval-muziek met aar dige costuums en versieringen, maar ook alweer iets te veel voor wat het als muziek was. Met de symphonie in Es was men ten slotte weer op het symphonie-concert aangeland en dezen Mozart, die nieuwe toekomstige ontwikkelingen gaat aan wijzen,, kon men heter verstaan. Met dit alles wil ik niet zeggen, dat er op dit concert niet vele verrukke lijke en bewonderenswaardige oogenblikken waren, echte hoogtepunten, vooral in het Andante en het Menuet-trio van de D-dur symphonie: maar de gejaagde speelschheid der finales, waartoe Walter maar al te graag uitbarst maakte hét gevoel van een zwaren orkestklank telkens weer opnieuw voelbaar. Daarentegen was het orkest in de opvoering van Die Zauberflöte", die de Wagnervereeniging in den Stadsschouwburg organiseerde, onder Bruno Walter's leiding meer dan bewonderenswaardig, beter, dunkt me dan het Duitsch-trage zang ensemble op de planken en vooral beter dan de mise-en-scene Van het geheel, die van een on-eenvoudigheid was, waartegen ik uitdrukkelijk be zwaren heb en die voor mij veel van de stemming bedierf. De scènische inhoud van do Zauberflöte" is te naief om eigenlijk recht te realiseeren en met de vroegere naieve verbeelding" van dit echt 18e eeuwsch-fantastisch sprookjesspel vol kinderlijke symboliek, die betrekking heeft op het vrymetselaarschap, waartoe Mozart zich in zijn laatste levensjaren bekeerde, was de geest van het geheel, ook muzikaal, veel beter' getroffen geweest. Nu zagen wij van Strnad decors en costuums, die meer aan sombere schilderijen van Böcklin en trappen huizen van moderne architectuur deden denken dan aan het sprookjes- kijkstuk dat wij ver wachtten. Aankleeding en muziek detoneerden uu erg enmenhad voortdurend het gevoel, dat jn dit. gewaad Mozart's werk zich al zeer vermoderniseerd voelde. Neen, dan zie ik deze opera nog liever als Schmiére" gemonteerd. Doch, zooals gezegd. naar het orkest luisterde men in n verrukking het grootere klankapparaat, in den concertzaal te zwaar klinkend, deed het in den schouwburg en als scène-muziek veel beter. Walter dirigeerde met veel entrain, pittigheid en noblesse en con centreerde onze aandacht op het orkest, al hoorde men op de planken ook zeer fraaie stemmen, vooral de Pamina van Lotte Schone werd een lust voor het oor. Ook de Papageno wefd door Kehremper uit stekend gezongen. Tamino had in Patzak een wel goed zingende, maar wat matte vertolker en Luise Szabo, als Koningin der Nacht, probeerde ons te veel te intimideeren met verbluffende koptoontjes, die te leeg-virtuoos aandeden. Ook de stem van Portretten van de Fransche Week Voor <fe Groene Amsterdammer" geteekend door M. A. Jacobson r «&? w -Wïfc'tf1..'1 .-ff Albert Thibaudet r V-.. J ??»??"** *?#&?. * /\ ^' W: Vn l ., ? ? ?- - ?, .«-,,<*' Béatrice Dussane No. 2801 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 FEBRUARI 1931 Auguste Perret Gustave Cohen AndrêBellessort Ivanhoe Rambeson Knmianuel List als .Sarasres viel tegen: zwaar maar traag. Op de planken heerschte inderdaad een te logge Duitsche geest, die niet heelemaal in harmonie wilde komen met Walter's speelschere opvatting in het orkest. Derhalve: naast zeer veel goeds ook veel minder goeds. . Tentoonstellingen Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen van Henri v. d. Velde. Tot 11 Februari. J. A. Sp ij er en Zoon, Amsterdam. Schilderijen van Johan de Vries. Tot 15 Februari. Buffa & Zoon, Amsterdam. Werk'van Wenceslas d'Erceville. Tot 15 Februari. Jac. Niekerk & Co., 's Gravenhage. Aquarellen door Mevr. voh Ilsemann. Tot 15 Februari. .. ? ? ? M . ' ? J. H. de Bois. Haarlem. Werk van Armand R&ssenfosse. Tot l Maart. Kunstzaal Schelfhout, Amsterdam. Werk van Albert Servaes en Lodewijk Schelfhout. Tot 22 Februari. Amersfoortsche' Kunstkring, Amersfoort. Werk van Renóe Sintenis. Tot 22 Februari. Kunsthandel Aalderink, Amsterdam. Tentoon stelling van kralenwerk uit verschillende Merolddeeleiï. Tot 22 Februari. Kunsthandel Fetter, Amsterdam. Werk van Mevr. de Balbian?-Verator?Boldenhey. Tot 22 Februari. Stedelijk Museum, Amsterdam. Werk van Alfml Lob. Tot 20 Februari. Stedelijk Museum, Amsterdam. Werk van Matth. Wiegman. Tot 20 Februari. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Teekeningt-n en bronzen van John Radecker. Tot l Maart. Le Cointro's meubileerinrichting, Den Haag. Teekeningen en schilderijen van Jan van Heel. Tot l Maart. Stedelijk Museum., Amsterdam. Werken van leden van den Hollandschen Kunstenaarskring.. Tot l Maart. OP ZOEK NAAR MUZIEK IN AMSTERDAM Amsterdamsche cafés: Bordelaise, Trianon t De Kroon door Constant van Wessem Teekmingen doof Henri van de Velde 'i r s. iBordelaise" Bordelalse" HIER vindt men een Russische kapel, een balalaïka-orkest aan het woord. Zes Russische jongens in hun lichte, blauwe blouses en broeken met roode bies zitten droomerig te tokkelen op hun ronde Russische guitaren op een groote driehoekige bas-guitaar en op een mandoline. Met half dichte oogen staren zij op hun muziekbladen, verdiept in een geluid, dat nu eens fluisterend ruischt dan weer daverend als een windstoot aanzwelt om opnieuw in een zacht tokkelen te verzinken. Dtt Balala kaorkest onder aanvoering van Wassili Schablonski, is hoogst bekorend om naar te luisteren; er klinkt in dit spel een Russische wee moed en een Russische na eviteit zooals men zich die maar kan wenschen; inder daad, onder de café-muziek neemt het ensemble een aparte plaats in. Trianon*' Onzen tocht, met het Carlton-Hotel begonnen, voortzettend, betreden wij thans, op het Leidscheplein aangekomen, Tria non", een der oudste van onze mondaine thee- en ' diner-gelegenheden met muziek. , ,Trianon" kent de muziek een groote plaats toe: van .4?O speelt in de theezaal een klassiek" trio: viool, cello en piano, en in de dancing-zaal de Harmony Six". En als deze zwijgen, dus tusschen ft en 9 een Hollandsch Trio, onder het diner. Men be hoeft derhalve niet bang binnen te komen zonder met muziek te worden verwelkomd! i De band The Harmony Six", een Belgisch en semble, grootendeels bestaande uit Luikenaars en aangevoerd door Daeleman, is het luisteren overwaard. Als een muzikale batterij zitten de zes spelers te midden van een leger van instrumenten, saxophonen in alle maten, klarinetten, trompetten, trombones, een viool, een piano, en de drummer beheert een heele winkel van slagwerk en zingt door een loud-speaker, die aan zijn stem een me talig karakter geeft. Midden onder het stuk worden déinstrumenten verwisseld, wordt met allerlei timbres !"van geluid gegooiheld en men verkrijgt zoo een onderhouden klankgeheel, virtuoselijk tot stand gebracht en virtuoselijk levend" ge houden. Een uitstekend ensemble, dat waarlijk meer danslustige beenen op den dansvloer behoorde te trekken dan de te weinigen, die men hier tusschen vier en zes aanwezig vindt... . Danst Amsterdam niet meer op de thee in Trianon? De Kroon" In ,,De Kroon" op het Rembrandtplein speelt de Hongaarsche kapel van Bonzo Olah, een samen stelling van vier man, afwisselend rondom den eersten violist-aanvoerder musiceerend op een piano, een tweede viool, een contrabas, slagwerk en op dat symbalum, dat met een pittig en snel geroffel der twee paukstokjes het eigenaardige gonzende geluid voortbrengt, dat aan het ensemble den Hongaarschen toon"'geeft. De kapel speelt geen specifiek Hongaarsche muziek, tenminste, ik te zijn Trianon'' Trianon" ? i , . ? . hoorde die niet tijdens het thee-uur, waarin ik toe hoorder was en geeft bijv. een fantasie op melo dieën uit ,,Rose?Marie", walsen n society-mu ziek. Overigens een virtuoos en onderhoudend samenspel, waarnaar men met genoegen luistert... Nieuwe uitgaven Mauriia de Vries. De man zonder moraal. Rotterdam 1930. W. L. en J. Srusse. Van'den heer Maurits de Vries heb ik verschil lende boeken gelezen en ik heb daar nooit veel' in kunnen waardeeren. Ik vond in hem altijd een te kort aan scheppingsvermogen, dat te scherper .De Kroon' opviel door de bijzondere onderwerpen, die de schrij ver koos. Zijn bedoeling was altijd duidelijk genoeg.. Maurits de Vries ziet de maatschappij aan met pessimistisch-blikkende oogen, en laat in zijn romans de een of andere individualist reageen-n op de ethisch-destructief werkende machten, die xl* kapitalistische samenleving beheerschen. Zoolang het niet aankwam op zuiver artistiek beoordeeleii ging ik steeds een heel eind met den auteur mee, maar dat heeft met de beoordeeling van een kunst werk niets te maken. Mijn grief was. dat de schrij ver zijn onderwerpen niet . beheerschte, dat hij . zijn sujetten, in hun reactie op de verregaande onvolko menheden van de vigeerende maatschappelijktconventies en uitbuitend* methoden, niet levend wist voor te stellen. Ik nam dit nieuwe boek van den heer de Vries dan ook nog al sceptisch ter hand, ondanks de felle, tot lezen opwekkende, omslagteekening van Nola Hatterman. De eerste bladzij » den deden mij denken, dat dit werk evenmin als zijn voorgangers, veel bijzon ders zou zijn. en ik vond dit vooral doordat de stijl zich voordeed op een stippeltjes-manier, die aan het ongelooflijke grenst. Het begint zoo: Er was iets vreemd in .... iets zeer vreemde.. ? ? -:-.?.,?-: ,-.--- . . iets.... tja.... iets.... geheimzinnigs.... iets dat .... geen daglicht verdra gen kon!.... Ha, ha, ha. ha.... hij mocht dat wel .... Zóó, dus dat kleine ding had haar geheimzinnigheidjes." «.*? Zoo gaat het 't heele boek door. Ik heb volstrekt niet kunnen inzien, dat deze buiten-issige werkwijze nu juist noodzakelijk was. Maar overigens is deze roman van Maurits de Vries beter dan zijn vorige. n zelfs belangrijk beter. De schrijver teekent hier een mensch, die, doordrongen van de ploertigheid der maatschappij, er toe komt, die maatschappij met haar eigen wapens te bestrijden, d.w.z. er eenzelfde kwantum ploertigheid tegenover te stel* len. De teekening van* dezen man is goed. H. M. » -9 ff m

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl