De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 14 februari pagina 10

14 februari 1931 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 FEBRUARI 1931 No. 2802 ?i Radio en Grammofoon Haus des Rundfunks" door L. J. van Looi Ken prachtig gebouw voor rtcn l>uitschen Omroep AAN do Masurenallee, vlak bij den Funkturm en de tentoonstellings"hallen, heeft de Duitsche omroep een gebouw neer laten zetten, waarin alle bureuux van de Keiehsrundfunkgesollschaft, de Deutsche Welle eu de Funkstunde zijn ondergebracht, terwijl het gebouw tevens de zendrunnen van deze zendmaatschappijen bevat. Ken dergelijk gebouw bestaat in Europa nog niet buiten Berlijn en het groote gebouw, dat de Engelsche omroep bouwt is technisch minder belangrijk. De Duitschers zijn met hun oude zorgvuldigheid aan liet napluizen en aan het rekenen gegaan en het zou mij niets verwonderen, als ik op een vraag, waarom de portier rood haar heeft, ten antwoord kreeg, dat dat de kwaliteit van de uitgezonden muziek ten goede komt. Natuurlijk zou daar dan onmiddellijk een wetenschap pelijke uiteenzetting op volgen, waar uit zonneklaar bleek, dat rood haar na, een aantal metingen volgens de principes van Oberingenieur zoo en zoo, uitgevoerd door Oberprüfer die en die, onder leiding van Ministerialrat prof. dr. dr. h. c. hier en daar gebleken was enzoovoorts, enzoovoorts. Ondertusschen zij hebben het toch «vaar klaar gespeeld om een gebouw neer te zetten, dat inderdaad ,.klinkt als een klok", namelijk: zuiver. Zooals op de foto dtiidelijk te zien is, heeft men het gebouw een eenigszins hart vormig model gegeven, teneinde in den gordelbouw de kantoorlokalen van de -zendmaatschappijen onder te kunnen Abonnementsprijs van DE GROENE" per jaar: Nederland. . . . . f 10. Indi'é(Zeepost) 10. (mail). Argentini Belgi Duitschland Egypte Frankrijk Griekenland Oostenrijk Spanje Tsjecho Slowakije Zuid-Afrika Denemarken Itali Noorwegen Zweden Engeland Zwitserland . Amerika Australi Azi 13.50 l J 4> l 4> f 11.50 f13.50 brengen. Die gordelbouw dient tevens als een geluids-afschorming voor het straatrumoer. De zendzalen zijn bin nen in dien gordel gebouwd op aparte fundeeringen, zoodat zij geen kontakt met den gordelbouw hebben en ook niet door contructtrillingen geluid in de zendzalen kan wordon overge bracht. D<? groote concertzaal, die in het midden van het gebouw .ligt is 40 M. lang en gemiddeld 22 M. breed bij een hoogte van 12 M. Hond de zaal loopt een gang en het dak van de gang vormt een galerij in de zaal. Deze zaal. die nog niet klaar is, zal als openbare concertzaal worden ge bruikt. Van hieruit zullen dus con certen worden verbreid, waarbij pu bliek aanwezig is en de regeeringskommissaris voor den omroep von Bredow. deelde in zijn openingsrede mee. dat men van plan is om die con certen voor werkloozen te geven. Een nogal gevaarlijk experiment, wanneer daarbij niet een zorgvuldige schifting wordt gehouden, want de Berlijnsche werkloozen zijn voor een groot deel bereid om een uitzending te verstoren, als zij n keer de kans krijgen om ,,leve Sovjet-Kusland" dooi den microfoon te schreeuwen. Naast de groote zaal liggen twee kleinere zalen, die 24 meter lang en ongeveer 12 meter breed zijn. Daarboven liggen weer andere zendlokalen, waar bij men er uiterst pijnlijk op gepast heeft, dat nergens de zendruimten onmiddellijk contact met elkaar heb ben. Overal ligt een dikke laag geluiddempend materiaal tusschén en zelfs de binten zijn niet onmiddellijk aan elkaar verbonden. De zalen hebben allen een conisehen vorm. Dat is met opzet gedaan, omdat de metingen bewezen hebben, dat men op deze wijze het best het zgn. naklinken van de geluiden kan be dwingen. Het orkest speelt aan de smalle zijde van de zaal voor een marnierwand, die het geluid stevig de zaal inkaatst. Bij het breeder worden van de zaal vloeit het geluid als het ware uit elkaar, wordt zwakker van kracht en heeft aan het einde der zaal zooveel kracht verloren, dat het naklinken niet hinderlijk meer is. Bovendien heeft men in deze zalen nog allerlei middelen om de accoustiek te veranderen. Een der zalen bijv. heeft zoo op het oog een prach tige eiken betimmering. Met het eiken plafond en 'den parketvloer lijkt de zaal het meest op een klankdoosje en inderdaad blijkt er naklank in te zitten van niet minder dan ruim twee seconden. Dat beteekent natuurlijk, dat de muziek, die er in gespeeld zou worden hopeloos door elkaar zou loopen. Maar wanneer, zooals op den openings-avond het geyai was, ongeveer 250 man publiek in de zaal zit, is de naklank gedempt tot' een juiste waarde. Speelt nu echter het orkest alleen in deze zaal, dan draait men in een ommezien de eiken paneelen om en rnen verkrijgt een wand van geper foreerd celotex, die zeer absorbeerend werkt. Dan is de aecoustiek weer precies <goed. En als er nu eens 50 toehoorders zitten? Welnu, dan kan men op een tabel lezen, hoeveel van de paneelen omgeklapt' moeten worden! De andere zaal is met verschuif bare gordijnen uitgerust en daarin is ihen met de op metingen be zig. Natuurlijk bevatten de zalen orgels. Achter in de zaal is "een kamer voor den regisseur, die door een geluiddicht raam kan zien wat er in de studio gebeurt en tevens door een luidspreker beluisteren kan, hoe de uitzending overkomt. De technische inrichting van het gebouw, waarmee ik de versterkers en de ligging der microfoonlijnen, benevens het laboi-atorium bedoel, is voorbeeldig. Er gebeurt tijdens een uitzending niets, dat men u niet te voren op een papiertje voorrekenen kan, er is geen enkel onderdeel, waarvan men niet de levensloop in voor den. ingenieur belangrijke cijfers en curven bijhoudt, er is geen micro foon of men kent zijn voordeelen en gebreken. Kortom, als uit dat nieuwe gebouw van den Duitschen omroep geen goede uitzendingen gegeven worden, dan ligt het stellig niet aan de nauwkeurigheid en de wetenschap pelijke methoden, waarmede het is opgericht. Dan ligt het doodeenvoudig aan het feit, dat de techniek nog niet zoorer is volmaakt, dat wij in staat zijn om ideale uitzendingen te doen. En daaraan dacht ik, toen ik het ope ningsconcert in de studio zelf bij woonde, liet Berlijnsche omroep orkest heeft, hoewel de bezetting niet normaal is en voor den omroep is veranderd, een veel fijnere klank, dan men thuis, zelfs bij gebruik van het allerbeste toestel en luidspreker zou zeggen. Er zijn technische moei lijkheden, waartegen zelfs Duitsche professoren niet óp kunnen ! Radiocritiek DAAR de geboorte- en sterfdagen der groote en (vooral) der min der gi'oote componisten voor de eenigszins beklagenswaardige radiopro gramma-samenstellers welkome aan leiding geven tot een schoon herdenkingsconcert, zijn we menigmaal instaat door de uitzendingen van de voornaamste Europeesche stations ons een zeer goed beeld te vormen van het geheele oeuvre van een voor ette lijke jaren geboren eventueel gestorven belangrijk of minder belangrijk com ponist. Zoo weten we letterlijk alles af van Offehbach, en van Beethoven, zoo beleven we in dezen tijd Mozart's honderd vijf en zeventigsten verjaar dag, en kunnen we voor de zooveelste maal vaststellen hoe begenadigd deze jonggestorven wondermensch was, en hoe veelzijdig. Hooren we uit Duitschland geleerde betoogen over hem en perfecte uit voeringen van zijn kamermuziek, ginfonieën en opera's. Brengt elk omroeporkest zijn Mozart-stukje, al of niet in gezelschap van mindere kost, die echter destemeer radiokost" is. Kortom, Mozart veraange naamt onze luistertijd, doet een frissche wind waaien door de muffe programrna-atmosfeer, vestigt zeer zeker de belangstelling op zich, van dezulken die hem te Voren niet gaarne 'mochtén, en leeft op die manier honderd vijf en zeventig en meer jaren na zijn ge boorte'. In de afgeloopan weken kwamen de interessante uitzendingen ditmaal niet uit Holland maar uit het buitenland, gelyk iedere luisteraar zal hebben kunnen vaststellen. Van Duitschland een populaire verhandeling over de ontwikkeling van de wals, die van Gaillarde ge werd tot Boston. Van Engeland over de liederen der Amerikaansche negers. En daar we hierover reeds veel wetenswaardigs van diverse muziekgeleerden uit Holland en overig Europa ver namen, kon zeker ieder aandachtig luisteraar zijn meening hieromtrent vormen. De gevoelvolle Engelsche heer, die van'New-York ging naar New Orleans, en dien we in de puffende trein moe sten volgen, de suikerzoete dame die ,,good bye" zeide ten afscheid, en het stroopzachte koor dat het zeepdoos-Engeland van Sketch" e.d. in klanken omzette, zij maakten er het hunne van. Zoo verzwommen de eenvoudig-geroelige negerliederen, en werden doodgewone Engelsche sentimenteele Songs. Doch wanneer de liederen moeilijk waren, zette de heer in den trein een plaat op de grammo foon, en kwamen daar even de goede negers zelfs om het hoekje gluren. En hoorden we toch nog iets goeds dien avond. Engeland onvoldoende voor deze beurt! Wanda Landowska moest er met haar clavecymbel en den dirigent Ansermet voor de rehabilitatie zorgen. En .zij deden dit o.a. met Poulenc's Concert champètre. Zoo maakten deze niet-Engelschende negerwandaad goed, en moest ons weer van het hart, dat men in Engeland .van huis uit toch niet zóó muzikaal is.... Daarom willen we de komende we ken eens teruggaan naar eigen land, en kijken of men het hier niet van Engeland kan winnen, dat met ge leende veeren pronkt, om eigen ar moede te bedekken. Men leent er echter met onderscheidingsvermogen en toont bijtijden de eigen schamelbeid zoo voordeelig mogelijk. Hetgeen we tot nu toe vatn Holland niet konden zeggen.... De Falla's opera La vida breve" leerden we uit München kennen, als een voor de radio zeer geschikt stuk. Het was voor de gelegenheid bewerkt, en werd. ook tijdens de opvoering besproken. Een zeer aanbevelens waardige manier om opera's geniet baar te maken. Htrawinsky's Histoire du Soldat" zal zich zeker een blijvende plaats op de radioprogramma's veroveren. Ieder moet het hooren, wanneer het hier of daar wordt aangekondigd. Het heeft er overigens veel van dat Strawinsky's macht en faam bij het buitenland sche radio-publiek grooter is dan onder do concertbezoekers. Naar verhouding speelt men voor de microfoon vaker zijn muziek dan in de concertzaal. Strawinsky die dergelijke dingen weet te apprecieeren, is dan ook verre van afkeerig van de radio. PH. No. 2802 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 FEBRUARI 1931 19 t UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Groquante Groquetjes door Alida Zevenboom ALS een mensch wat zwak aan zijn zenuwen wordt, moet hij geen kranten meer lezen, want dan windt je je maar op en het geeft toch niets. Zoo heb ik me nog al boos ge maakt over dien mooien zanger dien wij daar in Saksen hadden het nietsontziend acteurtje noemt hem al ,,onze Saksische kanarie", maar ik vind het een erg knappe jongen en die zoo prachtig zingt dat hij al de Saksische dames het hoofd op hol brengt en als de regeering hem de grens over gezet heeft, dan weet ik wel waarom. Ben ik zelf niet bijna drie weken ziek geweest, toen ik meneer Tauber voor het eerst gehoord heb en dat was nog iriaar op een gramofoonplaat I Ik sliep geen oogenblik meer gerust, want dan hoorde ik hem weer kwinkeleeren en u zal er om lachen maar op een nacht het woei net nog al erg?is hij in m^jn kamer geweest en heb ik hem voor mijn bed zien zitten en hij zong dat mooie lied over mijn oogen. Ik begrijp best dat de Saksische heereri er wat op gezocht hebbeu om zoo'n gevaarlijken jongen man kwijt te raken en nu staan de kranten'vol over de behandeling van een Nederland echen zanger in het buitenland, maar hoe behandelen wij onze Nederland sche zangers in hét binnenland? Ik weet nog heel goed dat de inwendige zendeling me vertélde dat hij eigenlijk voor den zang was opgeleid, omdat hij zoo'n prachtige, diepe bas had, maar dat hij nergens in de gelegenheid gesteld werd om te zingen, zoodat hij het over een andere boeg moest gooien en met zijn zwaar geluid den mensch begon te bekeeren. Wat een geluk, dat hij niet gezongen heeft, wie weet hoeveel slachtoffers hij gemaakt zou hebben, want hij heeft wel eens voor me gezongen en dan raakte ik altijd een tikje van mezelf. Maar voor het te laat was, kwam ik altijd weer bij, gelukkig. En wij mogen de Saksische heeren wel bedanken in plaats dat wij op ze schelden, want zonder hen zouden wij nooit geweten hebben wat een beroemdheid wy daar in Dresden hadden. Mevrouw van de voor-suite-twee-hoog, die ,ook in de kunst geweest is wat eigenlijk precies weet ik niet maar die haalt haar schouders op en zei vanmorgen nog tegen me: als het maar geen reclame voor dien zanger is, want tegenwoordig hoort er wat toe om de aandacht op je te vestigen. De heeren impressario's weten niets meer te be denken, vooral als hét mannelijke artisten betreft. Heeft u wel eens opgelet hoeveel film-sterren er schei den? Niets dan reclame. Er zijn er bij, die nooit getrouwd zijn geweest. En hoeveel worden er niet jaarlijks van hun paarlencollier beroofd en er zijn er onder die op zich laten schieten, mis natuurlijk, en herinnert u zich niet hoe onlangs meneer Carpentier de bokser, met zijn dame ontvoerd werd door bandieten? Reclame, roevrouw, en als een van onze vaderlandsche impressario's de truc bedacht héft om meneer Thoenis uit Saksen te laten zetten, dan mijn compliment aan meneer Frits Hirsch die hem direct geëngageerd heeft om te komen zingen. Wedden dat het storm zal loopen om onze Saksische kanarie de bakkersgezel uit IJmulden had, wel eens de klok hooren luiden ? . maar de stakker wist niet waar men de klepel liet want van d'uitkQk had hij nooit hooren verlulden. te hooren kweelen?" Als xi zoo hoort spreken door een dame die in de kunst geweest is, dan moet je wel tot de overtuiging komen hoe slecht de wereld eigenlijk wel is en wie en wat moet je dan nog gelooven? En nu is meneer Jan C. ook al dood. Och, och, wat gaat het hard dit jaar. Ik zag hem graag spelen, want hij was zoo echt, maar ik heb toch meermalen in angst gezeten, omdat ik bang was, dat hij zou blijven steken en dan kon hij zoo nijdig brommen en hoesten en kuchen en over het tooneel dribbe len op zoek naar een woord dat hij niet kon vinden en ik heb hem eens erg boos gezien in het CentraalTheater, waar meneer Lobo hem op het tooneel nadeed en hij maar zat te mopperen: zoo beroerd spreek ik niet. dat is mijn stem niet" en onderwijl zat het publiek te schateren, omdat het zoo mooi en natuurgetrouw na werd gedaan en ik weet ook nog óp zijn laatste jubileum in den Stadssschouwburg, toen hij hartelijk gehuldigd werd en de kransen onv hem heen werden gestapeld, dat hij midden onder een erg mooie speech van ik weet niet meer welken heer, een trap tegen al die kransen gaf en bromde je kon het tot achter in de parterre hooren waar ik zat met den zendeling : het lijkt wel een begrafenis". En hij was eigenlijk de eerste geletter de die tooneel ging spelen, terwijl tegenwoordig zoowat iedere acteur geletterd en journalist is en daarom is het ook dat onze tooneelcritiek zoo zegt ons acteurtje tenminste zoo weinig meer te zeggen heeft, omdat al de acteurs het minstens even goed weten en het zeker zoo goed kunnen schrijven. Het kan allemaal wel waar zijn wat hij zegt, maar ik wou maar dat er ook wat van onze tooneelspélers uit Saksen gezet werden, misschien dat ons publiek dan ook in eens naar een schouwburg ging hollen om ze te zien. Want ik hoor dat het 'treurig gesteld moet , zijn met het tooneel en het acteurtje is al vier maanden achter met de huur in het boekje en het zal nog zoo worden dat ik maar eens naar meneer Eduard Polak ga om verhaal te halen, want waarom moet ik het slachtoffer worden van de kunst? En nu moet ik naar de keuken, want mijn trommelkoek staat op het gas en ik ruik wat. , TELEFOON door Cel 2 Spreek ik met het hoofd van het normale Nederlandsche gezin? Juist, meneer, en wat ik u zeg gen wilde, kan ik in twee woorden doen: wist u dat u per jaar met uw normale gezin voor twee en dertig gulden sigaretten rookt? Geen klets, meneer, geen klets. Het is de statistiek die het zegt en al gaat u op uw hoofd staan: u rookt met uw gezin voor twee en dertig gulden op, alleen aan sigaretten en wat er dan nog bij komt aan sigaren, pijpen en pruimen! Precies en daarom zeg ik u; let op uw joncste dochter. Als u een dikte achter haar wang ontdekt, neem het haar aM Maar dat is het rnooie van de belastingen vau de Geer. Het sigaretten-rooken is zulk een gewoonte geworden dat zoodra een werkman een uur loon ontvangt, hij onmiddel lijk een sigaret opsteekt, zooals men vroeger een borrel nam om zijn vreug de te uiten. Heeft u dat ook opgemerkt? Dat in dit land elk pleziertje belast wordt? Als u een huiselijk man is en u schaft u een biljart aan om niet in de café's te behoeven te loopen, extra belasting. Als u zomers de stof fige stad ontvlucht en in een wherrie in het riet gaat liggen: extra belasting. ,L' voelt het in uw aderen koken en bezoekt Zondags Ajax?Z.F.C.: extra belasting. Natuurlijk! '*üw ziel en uw gemoed snakken naar kunst, kunst van het gesproken of gezongen woord of van de camera: extra belasting. ... r U haalt de woorden uit, mijn mond: u wilt u per two-seater of fiets afzonderen: extra belasting, Stil, stü! Want als hU hoort dat er in dit land 400.000 onbelaste radiotoestellen zijn, dan.... 1« ?£'< i ?i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl