De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 14 februari pagina 4

14 februari 1931 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DJ? GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 FEBRUARI 1931 No, 2802 MUZIEK door Constant van Wessem Vlktorla und ibr Husar" DITMAAL is het geen luitenant bei den jHusaren". maar een ritmeester, een Hongaar (om de mooie uniform?) en Victoria, vrouw van den Amerikaanschen gezant, te Japan. die veel overgeplaatst wordt later zullen we zien, dat dit overplaatsen een scènische bt teekenis heeft , bemint haar huzaar sinds den schoonon tijd toen beiden nog in Hongarije waren. Het wreede leven bracht scheiding, maar rekende niet mot de liefde, dio niet laat scheiden wat zij eenmaal vereenigd heeft en zoo zien wij den braven Aimu-ikaanselion gezant don bons krijgen en Victoria ton slotte haar huzaar om den hals vallen. Dit is het motief waarop de operette is geborduurd. * * Een succes-operette, die eei-st een triomphale tocht door Duitschland maakte, vóór zij hier door het gezel schap van Fritz Hirsch voor het voet licht werd gebracht. Een succesoperette wat betreft de aankleeding, de monteering, de uitvoering, geheel in den geest der moderne' revue. gelijk het een operette past, die met haar tijd meegaat: kijkstuk nu-t bonte, kleurige, fantastisch belichte scènes, tafereelen met een afwisseling van fraaie nationale kostuums, met Japansche, Russische en Ilongaarsuhe kleederdrachten en feestelijkheden: een fleurig f eest voorde oogen. De muziek?' Natuurlijk is zij vlot en populair en om mee te zingen. N» haar gehoordte, hebben haast men zich een gramofoomvinkul binnen om een plaat met een succesnummer erop voor zijn gramofoon te koopen. (zulke-operettes brengen een goeden tijd voor den gramoföonplaten-handol). De muziek is van Paul Abraham. Ik zou ze echter niet graag op een goudschaaltje wegen. Zoo'n czardas, bijv. Is er wel n noot waarlijk van Paul Abraham? De imitatie is al te gelijkend. Maar verbazend handig is. dit maakwerk gecomponeerd en men is er voortdu rend door in een behagelijke stemming gebracht. Wat wil tnen meer? Wij zijn tegenover de lichtere" Muze nu eenmaal altijd geneigd minder veeleischend te zijn, dan bij de ernstige" Muze. Misschien ook omdat wij haar zelden au serieux nemen? Och, wij weten wél, dat Of f enbach slechts eenmaal geleefd heeft.... De troep van Fritz Hirsch zong en speelde de operette zeer góéd en daarmee verdiende zij ook haar succes. Wjj hadden wel is waar het gevoel, dat Hirsch zeil, die de rol van den f» F. SINEMUS Leidsohestraat 20-22 AMSTERDAM C. Overhemden naar maat vanaf f 9.50 PRIMA COUPE Eigen Atelier. edelaardigen Amerikaan moest ver tolken, zijn rol zonder zijn daverende grollen eu kwinkslagen wel een beetje een eorvee vond, maar zijn vrouwtje Victoria, zeer goed gezongen door llilde Harmat, dartelde en sprong des te uitgflatener over de planken totdat zij aan den hals van haar geliefden huzaar Stephan Koltay. somber en waardig vertolkt door Albert Mays, gelegenheid kroeg uit te rusten. Komisch was het tweotal O'raaf Ferry ou zijn would-be Japansche echtge noot-e (Weissbach en ' liut-h Uold) beiden zeer jolig en gymuastisch en vol soostdrift in hun rollen, die het lachsuecos van don avond nog moeston deelen met dien pracht van een half-nuchteren llougnarschen dorpsburgemeest-er van Waltor Triebel. En dat Friedel Dotza, die ditmaal, mot Paul Harden, de lagere stand van kamermcisje mot haar soldaat kreeg toegewezen, wederom het supperlatief van bekoorlijk, charmant, enz. was^ spreekt vanzelf. JJooals reeds gezegd, de opvoering was in alle opzichten uiterst ver zorgd en ik moet nog een apart com pliment maken aan don dirigent Hans Lichtenstein. die met een toewijding en een accuratesse en een muzikaliteit zijn taak vervulde, een betere muziek waardig. fnnrcrtsclioim; Edwin Fi»clier Do vermaarde Zwitsersche pianist Edwin Fiseher hoorden wij Zonde gmiddag in het Concertgebouw het 5de pianoconcert van Beethoven spelen. Fischer is ongetwijfeld een groot pia nist, maar in de vertolking van het pianoconcert van Beethoven werd hij mij wat al te zeer ouderwetschgoweklig volgons het bekende vroegere Duitsche type, dat. je weet wel, das Schicksal in den Raehen" gaat grij pen zoodra zij niet Beethoven te doen krijgen. Zoo werd xijn spel meer agres sief dan groot, meer pathetisch dan majestueus. Ik had mij het allemaal wat rustiger, wat minder explosief kunnen denken, meer waarlijk hero sch en beheerscht. Ook legde Monteux in het orkest wat al te veel het accent op de trommen van een zegevierenden .marsen, die men in hét eerste deel kan hooren, maakte dit deel wat al te militair", voor mijn gevoel. Overi gens ging ,het orkest zeer goed samen met den pianist en ik zag Monteux nog zelden zoo lyrisch in Beethoven, dien hij meestal met een zekere, alleen op de noten gerichte moderne, koelheid" dirigeert. Op hetzelfde concert ging in eerste uitvoering een stuk van een jong Hollandsen componist, Robert de Roos, van wien wij reeds vroeger veelbelovend werk elders hoorden. Het stuk Mouvement symphonique" geheeten, een voldoende neutrale titel, die er op wijst, dat de componist zijn schepping uitsluitend als muziek" opgevat wil hebben, had zeer inte ressante en geslaagde oogenblikken, wat betreft klank en bedoeling, doch .scheen mij, als geheel nog niet dui delijk tot stand te hebben gebracht, wa,t het zoekt uit te drukken en bleef ook ditmaal nog in het stadium van veelbelovend". Wij zien met be langstelling uit naar het volgend werk van den ongetwijfeld zeer begaafden en nog jeugdigen componist. STEUNZOLEN SYST. PROF. HOFFA/ «AAR MAAT' FA J.A.MASSING cowi.vEm O.Z.VOORBURGWAL334 ARttl */? HET BINNENGASTHUIS Sea-Horse ; de allerbeste MouirijnJei wever M.P.POLLEN 6- ZOON ROTTERDAM _MEUBILEEHIHGEN .BCTinnEDINGEN .5TDFFEEDIHGEN _VEP5IEPIMGEN TAPUTCN UTALDEIfi DUtNVR&G DD5TEPBEEK FILIALEN ~HDBBEHAKADE .AMSTERDAM STDCLODAAIEOSTII .EBDNINDEN KORTE HIEUW5TR .UTRECHT JANS 51N C C L .ARNHEM PLANTAGEWEE ROTTERDAM BAU'S OLIJF OLIE Onontbeerlijk bij de bereiding van slaatjes, <** mayonaises, enz. in blikken van l en 15 kilo Prijs voor particulieren f 2.- en ff 27.5O Voor H.H. Winkeliers ruime verdiensten IMPORTEURS: N.V. R006EWERFF, CHAOOT i VISSER'S WIINHANDEL OEN HAAG ROTTERDAM ARNHEM . ' t U ZULT VERMAGEREN op welk gedeelte van hè* lichaam U ook wenscbt sonde» gymnastiek, ?onder dier t. «onder geneesmiddelen In te nemen, zonder baden. Uit sluitend uitwendig gebruik. Het resultaat ia na den zesden, dag *|cbtbaar. Schrijft aan Mme COLENBRA.NBER, Overtoom 445 B, Amsterdam, die IJ gaarne gratis het eenvoudige en doeltreffende recept «al «enden, dat xlj «elf met veel succes beeft toegepast. . Rauwe melk van O U D-B U S S E M 1 bevat de noodzakelijke vitaminen VICTORIA-WATER Uitstekend te vermengen OBEIUANMSTEIH met wijn of vruchtensappen No. 2802 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 FEBRUARI 1931 JAN G. DE VOS door Top Naeff NEEN. Jan O. de Vos, dit zou ik toch niet graag verzuimd hebben, nu men mij nog eenmaal mijn oude plaats aanbood om u oen laatsten groet te brengen. Meer behoeft het ook niet te zijn. De gelegenheid te getuigen, nu eens de eene. dan de eendere facet vr?n uw mcoi talent te belichten, zoo goed en zoo kwaad als dat met woorden ging, heeft ons bij uw leven gelukkig nooit ontbroken; misverstanden, waarvan in den regel de dood den sleutel bewaart tot het uiterste uur, waren er tusscheh ons niet. En ook als mensch hebben wij het altijd goed samen kunnen koersen. Van den dag af, waarop gy bij Ije Gras en Haspels" mijn eerste stukje ten doop hield. Het was juist in deze Februaridagen tweeëndertig jaar geleden.... lang genoeg, hoop ik, om er hier in bescheidenheid van te mogen gewagen. En mij daarbij als den dag van gisteren te herinneren: hoe gij daar, ietwat tot onze ont steltenis, plotseling stond op den, kunstzinnig gesproken, nog' maagdelijken drempel van mijn ouderlijk huis, en mij de hand toestak.... Een handdruk, die het kind, dat ik toen was, als met den ridderslag tot een schrijfster" sloeg, en waarvan de spontane hartelijkheid mij wel het beste moest doen verwachten van het dramatisch paradijs, dat gij voor m'j ontsloot.... Uw brieven uit dien tooverachtigen tijd, zij, zouden zoo noodig nog voor u kunnen pleiten. Zooveel toewijding, zooveel kopzorg om het jeugdig gebroddel presentabel te maken tegenover den meedoogenloozen muil van den Rotterdamschen grooten Schouwburg! Welke debutante werd ooit zoo geestdriftig ter zijde gestaan, zóó overdreven, naar uw lieven aard. tegemoetgekomen in haar buitensporigete wenechen van rol verdeeling enz.,, zóó veiwend en bedorven als ik tóén door u .... Bij de latere onvermijdelijke ruzies zijn we op dezen dankbaren grondslag de beste maats gebleven. En nu gij zijt heengegaan, terwijl de tooneelgolven hoog stonden om uw sterfbed, nu gedenken wij dien gemoedelijken tijd, waarvan gij de ziel waart, nog des te liever, en zien wy er uw voorname kunstenaaiegestelte uit UYNENBURG MUYS oprijzen, onafscheidelijk van den hartelijken mensch, die voor zoovelen, tooneelspelers en schrij vers, een oprecht vriend is geweest. fc» Voor de kunst van Jan O. de Vos kon nv.m ge voelen zonder voorbehoud. Het was geen groote" kunst in den zin, dien onze tijd aan dit praedicaat verleent, zij was groot door diepte en innigheid, en het grootst in.. .. het détail. Hij speelde eigenlijk niet, hij weefde het onwerkelijke loven op het tooneel, dat ons zoo ,,echt" toescheen, dat de acteur er terstond in oploste; hij spon teere draden uit karige woorden en uit diepe stilten, hij deed het onnaspeurbaar, en feitelijk met niets. Voor het costuumstuk was hij de man niet, daarin gevoelde zijn van uiterlijk vertoon wel zeldzaam afkeerige natuur zich meestal onwennig, het gewoonste jasje bood z'n fantasie genoeg expansie. En noch tans geleek bij hem geen figuur op een andere, werd geen gebaar binnen deze beperking ooit cliché. Daar kwam aan zijn oogenschijnlijke simpele kunst geen enkel kunstbegineel te pa^, en de diverse stroomingen zouden ei- geen vat op hebben gekregen, ook al ware hij langer gezond en op het appel gebleven. Jan C. gaf, nviar drong niemand iets op. Zijn ,,Droomulus", waar zooveel van hem zelf in \va,s, de uit het Italiaansch ver taalde stukken, waar hij zooveel van hield: ..Allcluja", Droeve min", zijn prachtig doorwerkte? Ibsenrollen: Ken vijand des volks". John Gabriël Borkman." Hij was een geboren Ibsen-speler, maar het milieu waai in hij in zijn beste jaren optrad. stond te zelden op zijn niveau. Karaktervollen als in Brieux' ,,La robe r.ouge" zouden wij thans monumentaal" noemen. En welke ,,Tante van Charley" heeft ooit de zijne in glundere genoegcHjkheid overtroffen? Naar twee uitersten ging dit talent, naar den diepsten weemoed en naar een student ikooze zonnigheid. Van de satyi-e bleef hot ver. Hot kon hard zijn, maar niet scherp, het was wel bitter soms, maar nooit wrang. Het schreide zonder tranen, het was dikwijls ,.de bedroefdheid" zelve. Hoe langer hoc stiller, hoe langer hoe stroever.. Angstvallig verweerde zich de bewogen kunstenaar tegen het altijd dreigend gevoeïs-déraillemerit. Dan stokte hij maar liever heelemaal. Een drooge snik, een inéngebaldo zakdoek. Zooals Jan C'. zich afwendde naai^ een tooneelraam om de be schaming van het overvloeiend mem.chenleed to verbergen.... den grooten kunstenaar herkent men aan zijn rug. Maar als het voorbij is, valt er moeilijk meer van te spreken, men raakt er altijd mee in hetzelfde conflict. Want tooneelspel, dat ons tot dezen graad ontroert, daarvan grift zich de indruk zoo diep in ons, dat het naar wij meenen nauwelijks moeite zou kosten zulk een levend beeld van desnoods twintig jaren her in woorden weder op te roepen, scherp gedetailleerd, met alle onbegrijpelijk lang vastgehouden intonaties en met elk schier onster felijk helder gebaar. (Jan C', deed wonderen als hij bijv. een kind de hand op het hoofd legde). Maar tegelijkertijd beseffen wij het tekort, dat die woorden desondanks zouden laten tegenover een anderen tyd, die noch dezelfde herinneringen, n och dezelfde illusies kent. * * Tien jaar geleden heeft Jan C. de Vos voor het laatst gespeeld als de vader van het Wonderkind", het mooie stukje van Jan 'Feit-h. Het doodelijk vermoeiende van het kunstenaarsleven, op elk gebied, kwam erin tot uiting. Het lange ziekbed stond toen al voor hem gereed, en het was hem aan te zien met hoeveel inspanning ook hij Ktjn laatste partij op het groot-e schaakbord van den roem meespeelde. Maar toch was het nog, als altijd, fijn en teeder spel. Wij hebben den kunstenaar niet af zien takelen, de laatste jaren zijn voor zijn gezin geweest.' Maar onverflauwd heeft de genegenheid, de vereering, die allen voor hem gevoelden, oiu zijn stille wpning voortgeleefd. Rondom dit sterven klinkt nog de stem der onderscheiding, geldt nog de innerlijke maatstaf. (Jeen phrasen, geen pathos. Hartelijke erkentelijkheid. Hij zou ermee tevreden zijn geweest. Wellicht boven verwachting. Hooge aanspraken maakt de tooneel kunstenaar na den dood niet. Uit een brief van 1900, waarbij hij een portret voegde, haal ik de volgende kenschetsende woorden hier aan: MEn nu heb ik behoefte iets te doen, wat ik zoo goed als nooit 'doe: ik stuur u 'n portret. Ik laat die dingen, wel eens maken, 't Is het eeuige wat van ons rest." Misschien toch niet het eenige. KRONIEK IN Das Xeue Wiener Journal" stond dezer dagen een openbare brief te lezen van et n braven Oberst.... A. D. naar ik meen. Het waa een oproep an allen ehrlichen Soldaten aller Nationen" om zich toch te weer te stellen tegen den (Jiftgaskrieg", Dat men elkaar als soldaten op alle, ook de geraffineerdste, wijzen doodt, achtte deze ehrliche krijgsman heel behoorlijk en redelijk, maar dat de onschuldige burger" er aan zou moeten, de onnoozele Civiel in zün con-' fectiejasje, dat stuit hem tegen de breede krijgsmansborst. En toch.... indien alle teekenen niet bedriegen en waarom zouden zij dat ? zal in den volgen den grooten of ook'wel kleineren oorlog de burger bevolking allereerst het lootje leggen; vanwege de gas- en springbommen, die de bronnen" en .,-jentra" van het verzet aantasten en geen steen op den anderen en geen mensch meer levend zullen laten. Moeten wij dat duiden, roept de naïeve Oberst; is dat soldateneer of ridderlijkheid? Is dat een open, gerechtvaardigde strijd, een eerlijk gevecht, een heilige krijg voor Vaderland en Vorst ? En hij geeft te kennen, dat op zoo'n manier alle pleizier er af is en de'oorlog, die toch zoo weinig fleurigs en manmoedigg meer vertoont, aldus tot een gruwelijke, onpersoonlijk wreede ramp ver wordt, waar geen echte man, of braaf soldaat zich in thuis voeldt. Dus moesten alle eerlijke soldatcnharten der wereld daartegen in opstand komen, eenparigiijk eischend, als 't zoover kwam dat men hen om hals zou brengen en de schuldlooze zielige zielen der civielen sparen. Evenwel, indien wij. civielen, dat nu eens niet wenachten? Indien wij onze plicht als Vaderlan ders eens diep gevoelden en ook voor ons de eer des sheuvelens voor 't Vaderland opeisehten ? Staat datzelfde Vaderland de uniform nader dan het kantoorjasje of de kiel. heeft het ons minder noodig. en is het niet een miskenning van ons aandeel in zijn bescherming, als de vijand den eerst besten schutter of bejaarden l^andstónner meer Kriegfahig" acht dan ons.? Laat ze dan maar opkomen met hun bom bardeer vliegers! Wij zetten een benauwd gasmasker op en trekken juichend in onze \vijnkelders en willen stikkend nog triom feeren ! Heeft niet de Van Speyks-Helden-doodherdenking bewezen, dat nog lang niet alle Vaderlandsche geest vervluchtigd is en wij best tegen een bommetje of wat kunnen? En zou hier de geaardheid zoo anders zijn dan in het keizerlijk Duitschland. toen men de leerlingen tot den Ueldendood opvoedde door het maken van op stellen ? Inleiding: A. De Dood A'oor 't Vaderland in tegenstelling tot andere doodon. B. Hoofddeel. 1°. Men sterft met het gevoel het Vaderland een ..wederdienst" bewezen te hebben. 2°. Het ia meest een snelle dood. 3°. Het is een roemrijke dood, 4°. Men sterft gezellig tezamen, C. Slot. Z.io werden inderdaad die opstellen daar en toen vervaardigd en het zou aanbeveling verdienen ze hier ook op de leerprogramma's in te voegen. Wij allen, civielen. kunnen er mettertijd behoefte aan krijgen. Ik bedoel: een beetje routine, een weinig training in de llelderidoodsgedachte kan ons, tezamen met een geregelde oefening in hét dragen van gasmaskers, te pas komen als de plech tige ure slaat, dat ook wij onzen wederdienst" aan hot Vaderland moeten bewijzen. Er is geen twijfel aan of wij het allen gezamenlijk zullen doen. En roem vol is 't ook. Maar misschien niet zoo snel.... Per slot ontbrak nog n aanbeveling van den Heldendood in het geciteerde schema; dat wij namelijk toch allemaal eens dood moeten en van de eeuwigheid uit het er niemendal pp aan komt, of dat wat vroeger of wat later gebeurt. F. C'. l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl