De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 21 februari pagina 2

21 februari 1931 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

?l ' DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 FEBRUARI 1931 No, 280$ F.1 No. 2803 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 FEBRUARI 1931 Achter de schermen door Dr. Jan Romein «elil on Politiek In Italiëon VOOB wie er zich niet mot een paiir groote woorden wil afinaken, is het fascisme een van de moeilijkste sociologische' problemen. Bij scherper toezien, blijkt de moeilijkheid niet zoozeer in zijn oorsprong te liggeh, noch in zijn tegenwoordigen toestand, maar juist in den over gang tussehen beide. De oorsprong is betrekkelijk eenvoudig, liet fascisme is voortgekomen uit do organisaties van oud-strijders, die behalve Itali ook alle andere in den wereldoorlog betrokken landen gekend hebben en ten deele nog kennen. maar wier stemming in Italiëzooveel te verbitter der was, omdat dit land in de uitzonderlijke positie verkeerde, dat het. ofschoon tot de groep der overwinnaars behoorende, van de overwin ning slechts enkele > halfrijpe vruchten geplukt heeft. Bij de vorige crisis van '207*21 kwamen al deze lieden, voorzoover zij er al in geslaagd waren ?weer emplooi te vinden, op straat en het is onder die omstandigheden niets verwonderlijk, dat zij bereid waren een radicalen leider te volgen, die hun land en arbeid beloofde. Ook de tegenwoordige toestand is duidelijk: het fascisme is nu in het kort de heersch-vorm 'van de Italiaansche groot industrie en het grootgrondbezit. Maar daar tusschenin ligt de overgang van radicaal-halfproletarisch, half-kleinburgerlijke beweging tot instrument van de beide genoemde kapitaalsmachten, die destijds hun belangen ernstig be dreigd zagton door een streven naar onteigening in volkomen parlementaire vormen onder leiding van de socialistische kamerfractie, gesteund door die van de toen nauwelijks minder machtige katholieke boerenpartij. de Popolari. Hoe heeft iïh die overgang voltrokken? Het is juist daarover dat het boek van Lewinsohn, zoo al geen volledig, dan toch eenig uitsluitsel geeft, doordat het ons vertelt, wie de eerste geldschieters van de fascisten geweest zijn. Dat is noch het bankkapitaal, noch de industrie geweest, die beiden n. o -sten vreezen met de partij der revolutionnaire orde- stichters van den regen in den drup te komen. Veeleer waren dat de grondbezitters. Reeds in het voorjaar van '22 hebben zij onder hun boeren vrij kaartjes op de sporen uitgedeeld, opdat zij aan de groote fascis« tische parade in Milaan zouden kunnen deelnemen. Zij ook zijn het geweest, die het blad van Mussolini, de Popoio d'Italia" want een partij was er nog niet financieel gesteund hebben en zeer vermoedelyk in de hoop, daarmee het hun van het fascisme zelf dreigende gevaar te keeren, door het finan cieel van zich afhankelijk te maken. En inderdaad schijnen zij er in geslaagd te zijn op die manier het fascisme zijn anti-kapitalistische tanden uit te breken en toen het eenmaal zoover was, volgde, zij het nos schoorvoetend, ook de industrie. Zij leende de Popoio d'Italia geld op toekomstige advertenties, zooals de officieuze biografie van Mussolini, Margherita G. Sarfatti, trouwens zelf in haar levensgeschiedenis van den Duce vertelt. Op den duur bleef het bij die bescheiden bijdragen niet. Bij gelegenheid van een beursschandaal in Milaan beroemde de textielfabrikant en grootspeculant Brusadellüer zich openlijk op, dat hij in de kas der fascistische parjtij 12 millioen lire gestort had. Het moge dan waar zijn, wat Mussolini eens gezegd moet hebben, dat de zwarthemden naakt aan de macht" gekomen zijn, het is niet minder waar, dat zij zeer kort daarop in de kleeren gestoken zijn en dat hun oorspronkelijk wel vaag, maar toch anti-kapitalistisch program bij die kleed partij onder de tafel geraakt is. De eigenaardige weifeling tusschen zijn revolutionnair en reactionnair karakter, de tweespalt tusschen zijn pretenties van cultureele en ideologische ver nieuwing eenzerzijds en de normaal kapitalistisch» imperialistische werkelijkheid anderszijds, die beide -?weifeling en tweespalt tot de meest typische kenmerken van het fascisme behooren, laten zich slechts uit dien overgangstijd verklaren en zijn in laatste instantie terug te voeren op de rol, die het geld ook in deze beweging gespeeld heeft. De va-banque-politiek van de Noord-Italiaansche grootgrondbezitters uit het jaar '22 is er in laatste instantie verantwoordelijk voor. Natuurlijk is met het aanduiden van de rol, die het geld bij de wordingsgeschiedenis van het fascisme gespeeld heeft, het laatste woord erover niet gezegd. Naarmate het fascisme meer en meer n werd met den staat, uit welks na-oorlogscrisis het werd geboren, werd het ook minder afhankelijk van binnenlandsche particuliere geldschieters en kon het zich een ruimere taak opleggen. Juist bij een onprincipieele beweging als het fascisme met zijn weifelend klasse-karakter is het onmogelijk om te voorspellen. Het is meer vorm dan inhoud en als vorm kan het meer dan n inhoud hebben, zooals het reeds meer dan n inhoud gehad heeft. * * * Ci.ansch anders zijn, juist ten opzichte van de rol van het geld in de politiek, de omstandigheden in de Sowjet-Unie. Men is vaak al te geneigd, vooral onder den indruk van de opzichzelf onmiskenbare buitenlandsch-politieke toenadering tusschen de Sowjet-Unie en Italiëen een zekere oppervlakkige gelykenis van methoden gelijkenis, die dan nog slechts voortkomt uit het feit, dat in beide landen de staat primair en het individu' secundair is de principieele tegenstelling tusschen fascisme en bolsjewisme over het hoofd te zien. Tegenstelling, die vooral hierin 'bestaat, dat het bolsjewisme nooit die weifeling in klasse-karakter gekend heeft, die naar we zoo even zagen kenmerkend is voor het fascisme. Het kenmerkende ? van het Sowjetsysteem met betrekking tot ons onderwerp is juist, dat geld er niet in macht kan worden omgezet. Wie geld heeft in de So*vjet-Unie kart er allerlei koopen, slechts geen macht, dat wil zeggen geen beschik. kingsrecht over andere rnenschen en eerst recht geen politieke macht. Geld, in Rusland, declas seert. En het einde van den geldman of rijken boer is geen commissarispost of eer, maar het gevangenkamp. Men kan het een pauperokratie noemen, als men van vreemde woorden houdt en ze niet misverstaat. Dit anti-kapitalistisch karakter van den staat wil echter volstrekt niet zeggen, dat het geld in de Sowjet-Unie geen rol meer speelt. Er is integendeel, sinds de noodgedwongen poging uit de jaren van het zgn. oorlogscommunismo, om het geld door inflatie zijn eigen dood te laten sterven, mislukt is, geen staat welks begrooting duizelingwekkender cijfers vertoont dan juist de Sowjet-Unie, om de eenvoudige reden, dat de Sowjetstaat behalve staat ook groot-ondernemer is. Maar behalve dus, dat het geld en het gebrek eraan een beslissende rol speelt bij den economischen opbouw van het land, speelt het ook in de Sowjet-politiek in engeren zin een rol en ook daar een zeer groote. De Sowjet-Unie heeft het nooit verheeld, dat zij meer wil zijn dan de stichster van een socialistische maat schappij -orde in Rusland. Zij wil niet anders dan de eerste stap zijn voor diezelfde orde over de heele wereld. Daarvoor is propaganda noodig en pro paganda kost geld. Ongetwijfeld heef t men de door Moskou voor propaganda-doeleinden en steun aan de buitenlandsche communistische partijen uit getrokken sommen tot in het fantastische over dreven, ongetwijfeld heeft men j als onlangs nog bij de zgn. dumping-kwestie, ook economische < maatregelen voor door de politiek geïnspireerd versleten, die alleen uit credietnood zijn voortge komen, maar het is even zeker als begrijpelijk, dat Moskeu getracht heeft door geldelij ken steun bewe gingen te stijven, waarvan het op zijn beurt steun van propagandistischen of politieken aard ver wachtte. VveSAUTIER ETFILS EPERNAY Carte Blanche demi sec Cbampagne del i ca t Seuls . Agent s; Gebr. BOER VLAARDINGEN En tenslotte is er nog een zeer gewichtig punt, dat we hier slechts kunnen aanstippen, waarop het geld een rol speelt met betrekking tot de Sowjet-Unie, dat is bij de pogingen tot het ont ketenen van een anti-Sowjet-beweging. Lewin sohn berekent, dat alleen de Fransche subsidie gelden voor admiraal Koltsjak, in 1019 dus, 5O millioen-francs per maand bedragen hebben, - francs die destijds nog ongeveer hun volle goud waarde hadden, afgezien van het geleverde oorlogsmateriaal, dat hij op een maandelijksch bedrag van 18 millioen francs begroot heeft. Tezamen moet het óng. een half milliard geweest zijn, toen men eindelijk te Parijs tot de ontdekking kwam, dat hét avontuur te duur betaald was en men Koltsjak heeft laten schieten. Londen. Parijs, Rome en Washington hebben aan de mislukte expeditie in Noord-llusland 200 millioen roebel ten. koste gelegd de roebel tegen 40 in het pond sterling terwijl Joedenitsj in het Oostzee-gebied het met 900.000 pond sterling heeft moeten rooien. De grootste oorlogsleverancier voor het witte Leger is echter Japan geweest. Alleen de bestel lingen van de z.g. Siberische regeering bedroegen 30 millioen yen en 30 millioen dollar. Tegenover deze klinkende bedragen maken de door de Sowjete betaalde buitenlandsche subsidies een droevig figuur. De grootste bedragen, die genoemd worden zijn 5 millioen dollar, die in de jaren '22 tot '25de Sowjet-propaganda op den Balkan gekost zou. hebben (aldus Bessedowsky), 100.000 dollar een tijd lang maandelijks voor de Poolsche kommunistischepartij endezelfde som per jaar voor de, zusterpartij in Amerika. Terwijl de Sowjet-subsidies echter van jaar tot jaar schaarscher geworden. zijn, sedert de groeiende industrie het weinige geld, dat er was, opzoog als water, is het goud, ook na de interventie-oorlogen, in Amerika en WestEuropa ruim blijven vloeien, als het om antibolsjewistische propaganda te doen was, al ging ook hier het fantastische ervan af, naarmate de> pogingen tot omverwerping van de Sowjetmacht ijdeler bleken. Misschien niet de ijverigste, maarwel de gulste anti-sowjet-propagandist bleef Deterding met zijn Koyal-Dutch, Wiens belangen, dan. ook wel het meest bij de nationalise'ering van de Russische industrie geschaad zijn. Doch over het algemeen kan men zeggen, dat nog steeds geen. verzekeringspremie het kapitaal te hoog schijnttegen het gevaar, dat het van Moskou uit bedreigt^ Ook in dit opzicht dus speelt het geld in de politiek. nog steeds een groote rol. Met die rol van het geld in. de politiek te betreuren komt men niet verder, met haar te negeeren, zooals gewoonlijk gebeurt, echter nog minder ver. Daarom is een boek als dat van. Lewinsohn, behalve in hooge mate interessant.. ook zoo buitengewoon nuttig, ja noodzakelijk. Het eerste artikel: <j»eld en Politiek verscheen' in het nummer van 17 Januari j.1. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER . Co. ^^.^ DEN HAAG AMSTERDAM ^- ARNHEM Ven* van Tentoonstellinggoederen *,. De Tribune verboden Teekening door Joh. Braakensiek De Kampioen van het Vrije Woord Het verbod van do Tribune en de vrijheid van bet woord "TT ERSCHILLENDE directeuren van openbare V leeszalen in Nederland hebben het abonnement van hun leeszaal op de Tribune, het of f icieele dag blad der Communistische Partij Holland, opgezegd, zoodat dit blad niet langer in hun leeszaal ter lezing ligt. De onmiddellijke aanleiding tot deze handelwijze waren een artikel over Kerstmis, dat in December in de Tribune is. verschenen, en een caricatuur opgenomen in het nummer van 10 Januari 1931, dat op de zeer grove wijze de ge voelens van elk geloovige kwetst. Men beweert bovendien, dat de inspecteur der openbare leeszalen er op heeft aangedrongen, dat de abonnementen op de Tribune zouden worden opgezegd en dat hij namens de regeering gedreigd zou hebben met de intrekking van het subsidie van het Kijk, wanneer aan dien wensen geen gevolg zou worden gegeven. . Wat daarvan aan is, is niet precies bekend. Vast staat echter, dat enkele directeuren van openbare leeszalen de beslissing tot wering van de Tribune reeds uit eigen initiatief hadden genomen, vóórdat de i-egeering eenigen invloed had uitgeoefend. De Communistische Partij Holland bezet twee zetels in onze Tweede Kamer. In den gemeenteraad van Amsterdam is haar invloed naar verhouding nog veel grooter. Om die reden alleen reeds moet ieder, die dat wenscht, in onze openbare leeszalen het officieel orgaan van die partij ter inzage kunnen krijgen. Evengoed als niemand krachtens het beginsel der drukpersvrijheid voorafgaand verlof noodig heeft om door middel van de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, moet elk, die dat wenscht, de voornaamste organen der voornaamste politieke partijen in de openbare leeszalen kunnen raadplegen. De Tribune mag in geen geval, omdat zij het orgaan van een'bepaalde politieke partij is, uit de openbare leeszalen worden geweerd; integendeel, zij behoort om die reden daar een plaats te vinden. Men moet echter het recht er kennen van eiken directeur van een openbare leeszaal om bepaalde publicaties, die naar zijn over tuiging de godsdienstige of zede lijke gevoelens van de bezoekers ernstig zouden kwetsen, niet voor elk bezoeker openlijk ter lezing te leggen, doch die publicaties slechts ter inzage te geven aan die bezoekers, die daarom uit drukkelijk vragen. Het doet belachelijk aan, den heer L. L, II. de Visser, die de instructies van de regeering te Moskou heeft op te volgen, w&ar de drukpersvrijheid en de vrij heid van het woord niet bestaan, hier te lande met zulk een felheid voor de vrijheid, om in het open baar zijn meening te uiten, te zien opkomen. Wonderlijk is ook in het betoog van den heer de Y Sser, dat hij, die zoo sterk afkeurt, dat de regeering jnet het intrek ken van subsidies zou dieigen, indien haar wensch niet wordt opgevolgd, zelf van het ge meentebestuur van Den .Haag verlangt, dat htt zijn-subsidie aan de openbare leeszaal een particuliere insttli'g zal ge bruiken, als middel om het be stuur van die instelling te dwin gen de wenschen van het ge meentebestuur in te willigen. Het is niet gewenscht, dat de openbare Icesftaltn hun abonne ment op de Tribune opzeggen. De directeuren dier letszalen moeten het recht hebben publica ties, die de bezoekers der lees zalen ernstig in hun godsdien stige en zedelijke gevoelens zouden kwetsen, niet m het openbaar ter inzage te leggen. Het is bedenkelijk, wanneer de organen van open baar bestuur aan de subsidies, die zij aan de open bare leeszalen verstrekken, de voorwaarde zouden verbinden, dat een bepaald blad, dat het officieele orgaan Js van een politieke partij, waaraan niemand eenige beteekenis zal kunnen ontzeggen, in de leeszaal openlijk ter inzage moet liggen of uit die leeszaal moet worden geweerd. A. C. JOSEPHUS JITTA .GORTEZ" HOTEL CAFÉ-RESTAURANT HETGOUDEH HOOFD REMBRANDTPIEW 37-39-TEL'34150 Lunch f 1.75. Diner f 2.50 en f 4,~. RESTAURANT léTAGE. Tentoonstelling van Ontwerpen voor Decors en Costumcs voor het Openluubtepel ,,Cortez" In de Studenten-Sociëteit te Utrecht werd een kleine tentoonstelling ingericht van ontwerpen voor decors en costumes voor het Openluchtspel en de Maskerade, welke tijdens het 59e Lustrum van het U.S.C, zullen plaats hebben. Het spel, naar historische gegevens geschreven door den heer Dhont is gebaseerd' op het conflict tusschen de 8paansche en de Aztekenbeschaving, tusschen ferdinand Coitez als veroveraar van Mexico en Montezuma, half-vorst en hoofdman der Azteken. half priester, Opgevoed in de tempels van het land, later door zijn tegenstander in gijzeling gesteld en gestorven bij' een poging tot bemiddeling tusschen de, Spanjaarden en Mexicanen, nadat een steenworp uit zijn eigen kamp hem doodelijk verwond had. In dit spel ligt tevens de tragiek besloten van de, dood te midden der vijanden van zijn volk.... Het decor, waarvan een verkleind model op de tentoonstelling te zien was, door twee corpsleden, de heercn Zeilstra en Harmsen in samenspraak met den regisseur van het spel Saalborn, ontworpen, en dat in werkelijkheid 00 nieter breedte beslaan zal, bij een diepte van 24 nieter en een hoogte van 10 meter, is opzettelijk uiterst eenvoudig gehouden en naar het mij toeschijnt, voor zoover op verkleinde schaal te beoordeelen, wat de verhoudingen en maten betreft, volkomen geslaagd kan hoeten. Het bestaat uit verschillende plans, flauw glooiende vlakken, met in hét midden als hoofd moment een ingangspoort, toegang gevend tot de stad Mexico, en leidend tot een b reed e trap welke naar het heiligdom, de tempel van de oorlogsgod Huitchlipoohtli voert. De vormen van deze tempel zijn op die van Mitla geïnspireerd. ? TOT 12 MAART TENTOONSTELLING NIEUWE WERKEN DOOR W. SCHUHMACHER KUNSTZAAL VAN LIER ROKIN 126 AMSTERDAM De groote deugd van het decor is eenvoud en het is te wenschen dat men bij definitieve uitvoe ring zich hieraan houden zal en zich niet zal laten verleiden tot een hinderlijk realisme. Trouwens, in wit, zooals de maquette, is het geheel iets ge worden dat een man als wijlen Appia zou hebben verheugd. Wat de costuums betreft kan men nu reeds, bij de gekleurde teekeningen van den ontwerper Boehm veronderstellen dat deze een rijke, fleurige indruk zullen maken (hoewel te weinig harmonisch), maar men vraagt zich toch af of hier wel de juiste weg gevolgd is bij het verstrekken van de opdracht aan een buitenlander via de costumiers. Laatstgenoemden (de firma Michels) was met Boehm bekend, de teekeningen welke door eenige studenten waren ingezonden vielen (ondanks het feit dat men gaarne alles in eigen kring hadde ge houden) daarbij af doch. . . . slechts dan als men Verkleind model van het decor ten onzent geen enkel kunstenaar had kunnen vinden, die minstens even knap en terzake kundig was geweest zou deze, thans gevolgde handelwijze gerechtvaardigd zijn. Wat Boehm geeft is vooral handig (de waterverf teekeningen zijn zeer habiel gedaan!), er is een tintje Bakst aan zonder diens genialiteit; er is vaak iets overladens in de kleuren zonder, in de overvloed, tot rijkdom te geraken. Soms vloekt de kleur, Eooals in twee groene tinten van het costuum van Montezuma en men vreest een over-versiering. Het best zijn die costuums waarin naar mér eenvoud en stijl is gezocht. Zoo ook bij de maskerade: dat men nu eensjin kan zien dat ook hierbij eenheid alles is. Het is een overigens goede gedachte geweest van de inrichters om boek- en plaatwerken betref fende het voor het spel gekozen onderwerp aan de tentoonstelling toe te voegen. T. ZEER UITGEBREIDE COLLECTIE LINOLEUM NIEUWE DESSINS EN KWALITEITEN BREED 183 CM. P B .R METER VANAF STALEN FRANCO A1OMEM J t\

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl