De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 21 februari pagina 4

21 februari 1931 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

"' l DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 FEBRUARI 1931 No. 2803 Kantteekeningen bij de litteratuurgeschiedenis Mooi en leelijk TIJDENS en vooral na de oigentlijke beweging van tachtig lag de tornt mooi en goed schrijven in ieders mond bestorven. Men sprak bij alle mogelijke en onmogelijke gelegenhe den van de schoonheid, soms niet een kleine, meestal tnet een groote S. Tegenwoordig zijn alleen nog maai* aftandsche dames aan die schoonheid verslingerd; en geen mensch interes seert zich nog voor goed en slecht, voor mooi of leelijk schrijven. Wat ons interesseert, en dat bovenal, is de authenticiteit van een geschrift. Wan neer een stuk proza liet accent van een volkomen en hartstochtelijke waarachtigheid heeft, dan aanvaarden wij het, en wij bekommeren ons niet over de zuiverheid, nog minder over de sierlijkheid van de constructie der perioden. In den zin van tachtig schreef Stendhal slecht, heel slecht. Hetgeen niet weg neemt dat hij een van de belangrijkste, rijkste, indruk wekkendste schrijvers van de geheele internationale litteratuur is en blijft. Bovendien schrijft hij naar óns be grip niet-slecht. Hij schrijft misschien leelijk" (eenijdel, aesthetisch begrip), maar hij schrijft ook heel goed, d.w.z. precies zooals hij, zijnde als hij is. schrijven moet. De leelijkheid" wordt echter niet alleen over het hoofd gezien en ver geven, om der wille van.andere, essen tieeier eigenschappen. Neen, wij zien terecht het leelijke in tal van situaties als een deugd, als een aan trekkelijkheid. In de schilderkunst is de charme van het niet-mooie zoo indringend en zoo algemeen bekend, <dat er zelfs een formule voor bestaat. Die Schönheit haszlicher Bilder" is ielfs al tot gemeenplaats geworden. n onze omgeving is de schoonheid door de belachelijke en burgerlijke aesthetica Van ,,binnenhuiskunste naars"?onverdragelijk geworden en wij hunkeren naar de bekoring van een leelijk intérieur. En in de litteratuur hebben wij voorbeelden van de lieve lust van het leelijke voor het grijpen. Telkens wan neer ik lees dat Slauerhoff wel een aardig dichter zou kunnen worden als hij een beetje beter en zuiverder een beetje minder slordig" leerde schrijven, moet ik grinniken en vloeken tegelijk. Die schoonheidsfrikken be grijpen niet en zullen nooit leeren begrijpen, dat die slordigheid, dat slechte schrijven, juist mede de waarde en de beteekenis van Slauerhoff's po zie bepaalt. Zonder zijn kaduke strophen, zonder zijn foutieve constructies, zonder zijn onzuiverheden en smakeloosheden zou Slauerhoff Slauerhoff niet zijn. Nergens zoo sterk dan bij hem bespeurt men de diepe zin, de onschatbare waarde van alles wat de aesthetisch welopgevoede burgerman leelijk" noemt. Wanneer men Slau erhoff gaat corrigeeren verkracht men hem. Een opgepoetste Slauerhoff mist gour en kleur; erger nog, mist het beginsel van alle ware litteratuur: authenticiteit. Ik heb wel eens liooron zeggen: óls Slauerhoff, die een interessante jonk man is, nu ook nog eens goede" verzen schreef, dan zou hij een groot dichter zijn. Mispoes! Slauerhoff's verzen zijn juist goed naar mate ze niet goed zijn. Dat wil zeggen: ze zijn heel goed in hoogeren zin, zelfs wanneer ze volgens de ijdele regels van het litteraire spelletje defectueus zijn. Wanneer ik van een schilder hoor zeggen: hij kan niet schilderen, dan roep ik a priori al: goddank ! Want de schilderkunst" heeft veel belang rijke schilders gedood. En als ik ver neem dat een schrijver niet schrijven kan dan gil ik: hoera ! Want de hemel en ik weten welke ravages het goed en mooi schrijven al heeft aange richt. Behoorlijk, ja fraai schrijven kent tegenwoordig de eerste de beste litterator. Wat we hebben moeten zijn mannen met een hart en een wil en desnoods met een keukenmeidenstijl. Want aan het misselijke fabeltje dat ..mooie" gedachten en gevoelens vonzelf een mooie" vorm aannemen gelooft gelukkig niemand meer. Laten wij leelijk, maar met ons bloed schrijven.... En J. Slauerhoff schrijft een leelijk, maar een goed vers ! J. GRESHOFF Opening Nederlandsch* fabrikaten-huis te Utrecht J N een oud woonhuis aan de Oatharijnesingel, hoek Moreelsepark te Utrecht waarvan het binnenhuis onder leiding van H. Piec/e geheel werd verjongd, is Woensdag 1.1. het Nederlandsch-Fabrikaten-Huis voor het publiek opengesteld. Voordat daartoe echter werd overgegaan is in tegen woordigheid van vele genoodigden, vertegenwoordigsters van verschillen de afdeeHngen van de Ned. Verccniging van Huisvrouwen, de B.K. Vrouwenbond, talrijke industrieelen en belangstellenden in het JaarbeursKestaurant een korte inleiding ge-, geven omtrent het doel dat met de oprichting van het Huis wordt beoogd De lieer J. P. J. Born, Oud-Directeur van het Indanthren-Huis te Amster dam, is de leider hiervan. In hoofdzaak gaat het om de pro paganda voor vaderlandsch fabrikaat In dit opzicht beslaan de werkzaam heden dus eenzelfde gebied en zij hebben ook dezelfde strekking als die van de bekende Vereéniging Ne derlandsch Fabrikaat", waarmede ech ter het Nederlandsch^FabrikatenHuis" geen verband houdt. Doel is allereerst de voorlichting van het koopkrachtige publiek in zoo groot KIEST LOV OOS TER&EEK. voor uw WOMIMCIMUCHTfMC STEUNZOLEN SYST. PROF. HOFFA/ MAAR MAAT' FA J.A.M ASSING coHti.vnit O.Z.VOORBURGWAL 33* AflBtirtan Va HET BinnCIIGASTHUIS DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad vaor Nederland kost slechts f 2.70 per kwartaal (f 0.20 voor incassokosten) of fio.?f er jaar t>ij vooruitbetaling Sea-fforse de allerbeste n Jenever M.P.POUEN 6- ZOON ROTTERDAM KWATTA'S Manoeuvre - MELK EN PUUR z MEI GELDIGE KWAUA-SOIDAAIIES Slecht» n afdoende hulp: I»E AC'OI ST1CON t f* r Vraagt ons gratis 80 pp boek over dit onderwerp, RICAN ACOUSTICON - Nieuwe Plein 34 - ARNHEM N.V. AMERICA tKuia WilElom IY U SCOTS WHISKY VERTEGENWOORDIGERS: Ni HOOGEWERFF, CHABOT & VISSER's WIJNHANDEL DEN HAAG - ROTTERDAM - ARNHEM mogelijken kring; het scheppen van een gelegenheid tot het toonen van velerlei f abriekmatig verkregen voort brengselen van Nederlandschen oor sprong; het houden van tentoonstel lingen en voordrachten in verschillen de plaatsen van ons land. Het huis aan de Gatharijnesingel bevat ver schillende toonkamers, door Picck in gericht, die de, wanden met Celotex bekleedde en eenvoudige,' in rood spuitlak geverfde meubels en toontafels, alsmede een aardig bureau-ont werp, waarop vooral het mooie, glas werk van de fabriek Leerdam" zeer fraai uitkomt. ' Men ziet hier echter wat te veel kleuren bijeeni want roodémeubels met in de nabijheid een hard-eiergeel scherm, op blauw linoleum vloerbe dekking kan het tegendeel heeten van een neutralen tentoonstellingsachtergrond. Beperking zij hier aan bevolen, hetgeen ongetwijfeld aan de tentoongestelde voorwerpen ten goede zal komen. ; In een der vensterbanken zijn de vierkante G raniver-bloempotten "van Copier, aaneensluitend, toegepast; er is pottenbakkerswerk van de plateelbakkerij Zuid-H olland", er zijn ta pijten van de Kon-Vereenigde Tapijtfabrieken; allerlei geweven en ge drukte stoffen van verschillende her komst; moderne boekuitgaven, ma tras- en badhanddoekstoffen, heerenshirts, eau de cologneflesschen en tandpasta-tubes, blikjes verf enz. Dat men in zulk een verscheidenheid van artikelen tot eenheid zou geraken viel niet téverwachten, doch men heeft gedaan wat men kon en natuur lijk, er zijn naast veel goede, ook leelijke dingen.,.. Doch men talie niet dadelijk de uitslag, doch waardeere vooral het goede doel. ? O. v. T. Tegen roode handen: Crème Leodor ; De verkoelende en geneeskrachtige werking van de sneeuw-witle Crème Leodor komt vooral tot haar 'recht, wanneer de handen en het gezicht ten gevolge van de koude in den winter zeer rood geworden zijn. Ook wanneer de huid gevoelig is en openbarst, bewijst de crème voortreffelijke diensten tegen de zoo lastige jeükprikkeling en tevens als onderlaag voor poeder. Tube 35 cent en 60 cent, waarvan de werking nog verhoogd wordt door Leodor Edel-Zeep, 30 cent per sluk. Verkrijgbaar In alle zaken, welke Chlorodont verkoopen. ISfo, 2803 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 FEBRUARI 1931 Uit de Natuur: EENDENKOOIEN door F. Drijver IN Duitschland, Denemarken, Engeland en Belgiëworden nog steeds enkele eendenkooien -aangetroffen, doch het totale aantal moet ver onderdoen voor dat in Nederland. Een kleine 150 kooien zijn hier nog steeds in bedrijf, en dat, ^terwijl er reeds zoovele verdwenen zijn door ont watering, uitbreiding van de bevolking en nog -andere oorzaken. Ook Japan bezit nog vele eendenkooien, doch de inrichting en de vangwijze wijken daar zoo sterk ?af van die, welke in West-Europa in zwang zijn, ?dat beide soorten kooien vermoedelijk onafhanke lijk van elkaar zijn uitgevonden. Met zekerheid kan ook niet nagegaan worden, uit welken tijd het kooikersbedrij f stamt; zeker ia het, dat in het begin van de zeventiende eeuw vele eendenkooien, destijds vogelcoyen" genoemd, zijn opgericht. Dat die vanginrichtingen algemeen voorkwamen, blijkt nog wel uit vele familienamen, als Kopyman, Kooiker, van der Kooy, op allerlei ?wijzen geschreven. Veelal wordt gedacht dat een eendenkooi zoo iets s als een gewoon vogelkooitje of als een eendenkorf. In wekelijkheid evenwel beslaat zulk een kooi een groote oppervlakte, soms van n of ?enkele H.A., meermalen ook van 20 H.A. of nog meer. Er mogen kleine plaatselijke verschillen .zynteconstateeren, de inrichting is overal in hoofd zaak gelijk en is vermoedelijk nog net, als eenige ?eeuwen geleden. Wel een bewijs, met welk een .kennis van zaken de oude kooien zijn ontworpen.1 ledere eondenkooi bestaat uit een plas of wed", nu eens gegraven, dan weer uit een ouden poel ontstaan.. In het eerste geval is het wed vierkant of langwerpig, in hét andere veel grilliger van vorm. De plas ligt verscholen in houtgewas en is omlijst <loor rietschermen of aarden wallen. Uit den plas loopen gebogen slooten of pijpen" in verschillende richtingen; aanvankelijk zijn die breed, doch zij 'worden gaandeweg smaller. Deze pijpen zijn over vrijwel de volle lengte overdekt met netten of met ijzergaas; aan de beide oevers staan rietschermen, waarvan de afzonderlijke doelen eenigszins schuin ..geplaatst zijn n zooveel ruimte openlaten, dat een man er tussch endoor kan gaan. Alles ia zob ingericht, dat de vogels op het wed niet kunnen asien, wat er zich in hun nabijheid afspeelt. Tot de inventaris van een kooi behooren nog tamme lokeenden, terwijl een behoorlijk aantal inheemsche wilde eenden, de zg.n. staleenden, ook loninkl. Innkniklrq lilbilaina," Charles f an Oinnekenfr Zoon, Zondert, N.Br: Het van ouds gunstig bekende adres voor JDennen,ter bebossching (uitsluitend inheemsch zaad) ^.Exotische Dennen- en Sparrensoorten, Bosch- en Haagplantsoen, Boom'en en Heesters. Catalogi op aanvraag gratis en franco. , Tel. Interc.No. 1. Telegr.-Adr.: Wühelmina, Zundert onmisbaar zijn als lokkers. Veelal wordt ook van een hondje, wit of geelachtig van kleur, bij de vangst gebruik gemaakt. Een eendenkooi is pas dan als volwaardig te be schouwen als zij kooirecht" bezit, d.w.z. het recht om een cirkelvormig gebied af te palen. De grootte van dit gebied loopt nog al uiteen; in den regel bedraagt de straal van den cirkel 800?1500 M. De eigenaar kan zijn kooi ieder jaar laten registreeren en pas door deze formaliteit wordt het kooirecht van kracht. ledere vorm van jacht, met uitzondering van het kooien, is er, dan ver boden. Het oude recht heeft zich onverzwakt tot in onzen tijd weten staande te houden; worden in het gebied van een eendeukooi wegen aangelegd, kanalen gegraven,. enz. dan komt den eigenaar deswege schadevergoeding toe. * * Bij de opening der jacht houden de eenden zich verspreid op in de polders en op de plassen, doch nauwelijks knallen de eerste geweren, of zij zoeken het gebied der kooien op, waar niet ge schoten mag worden. Heel den dag vertoeven zij daar om tegen den avond hun fortuin te gaan zoeken op wei- en bouwland, of wel op zee. In de ochtendschemering vallen de eenden met gevulden krop weer bij de kooien neer. Het is om d ie o ver vliegende vogels, dat de jagers zich op den trek" begeven, in de hoop ,,een bout omlaag te kunnen halen." Natuurlijk is ook de kooiker er op uit zijn slag te slaan en vooral in den aanvang is de tol zwaar, welke voor een zekere mate van veiligheid en rust geheven wordt. Het is maar goed, dat eenden vele eieren uitbroeden; het zou er anders slecht voor hen uitzien l Voor hoe dom men de eend ook scheldt, zij is slim genoeg om het gevaar der kooien spoedig te leeren kennen en ook te ontgaan. Wat de wetenschap ook moge beweren over het slecht ontwikkelde reuk vermogen der eenden, de kooiker zweert bij zijn smeulende turf, welke d« nienschenluQht moet verdrijven. Met zoo'n turf in de eene hand en met den voerzak in de andere, gaat hij op weg, om achtereenvolgens alle pijpen &t te werken. Door een spleetje inde rietschermen neemt de een denvanger op, wat het wed herbergt en is er kans iets te vangen dan. begint hij zachtjes te fluiten. De lokeenden komen daar op af, wétende, dat een paar handen, vol voer huti loon zal zijn en de vilde eenden volgen. Zijn de vogels in het overdekte gedeelte van de pijp terechtgekomen, dan verschijnt de kooiker plotseling achter hen, tüsschen een paar rietscher men. Wat vliegen kan, fladdert op, weg van het gevaar, dus verder de pijp in. Aan het eind van ieder rietscherm wordt de kooiman weer zichtbaar en de vervolging gaat zoo snel, dat de eenden geen kans zien terug te vliegen. In enkele seconden is het smalle einde van de pijp bereikt, waar de riet matten door gewoon kippengaas vervangen zijn, zoodat de gevreesdejraensch geen oogenblik meer KRONIEK I>e liefde tot xljn Land VAN WEG K DE VAN SPEYK-herdenking is de Vaderlandsliefde in den laatsten tijd nogal over de tong gegaan, wat datzelve gevoel inhield, hoe het een deugd was voor wie het bezat en een laakbaar gebrek voor wie er van gespeend bleek, enz. enz. En bij die verklaringen en definities werd het duidelijk, hoe de natuur van het nationaliteitsgevoel (want zoo heet hut ook wel) nog lang niet algemeen werd ingezien door onze medeburgers. Hetgeen toch van groot, en zelfs nationaal, belang mag heeten, wijl de misverstanden ten deze gansch ? niet zonder gevaar zijn. Immers, wil men dat over 't algemeen als een ,.edel" gevoel beschouwen, zuiver" en onbaat zuchtig", essentieel on-egoïstisch, altruïstisch, hu manistisch en zeker verwant aan de universeele liefde, die van eenig beperkt zelf niet meer weet. Het is dan de liefde voor ,,de gemeenschap", die de natie is en waarvoor men goed en bloed",' leven en vrijheid" veil heeft. Gelijk Van Speijk en. de talrijke duizenden, tenminste in den aanvang van den oorlog, afdoend bewezen hebben. Helaas echter, is zelfs de dood ten deze geen afdoend argument, omdat de ervaring leert, hoe de mensch zich offeren kan voor allerlei ook de zonderlingste, wanen en men heel goed, gelijk de huiselijke term luidt, sneven kan in dienst van eigen brandkast." Nu is er, om te beginnen, een gehechtheid aan den geboortegrond, aan. de plek, waar men geboren en getogen" is, waar vrienden en magen wonen, die wel bijna ieder bezit als deel van het eigen leven, de eigen herinnering, en die geen sterveling daarom anders dan gewoon en on-verheven zal noemen. Daarover zijn wij 't eens. Die vaderlands liefde lijkt natuurlijk en onpretentieus. Züheeft niets met landsgrenzen en nationale eer te maken, zij gaat niet verder dan. het eigen nest en zal zich om verlies van nationaliteit zeker niet druk maken. Gelijk die andere, welke precies verwijde ik-liefde is. Alle familie-stam-nationaliteits-partij-gevoel be zit dat element, dat er misschien zelfs het grootste deel van is en dus vanzelf niet zonder ijdelheid en baatzucht. Haat tegen de andere stam of natie of partij, trots op de verrichtingen derstam-enz* genooten, exclusieve, onredelijke voorkeur voor het eigen complex, jaloezie en minachting voor de andere, maken de componenten dezer meest zeer rumoerige vaderlandsliefde, en er bestaat in 't minst geen reden daar iets verheven menscbelijks in te zien. Wel het tegendeel, n.l. het primitieve kuddegevoel van. mieren, bijen en bijv. schapen of andere gezellige en nuttige dieren. Wie dat ver heven noemen wil, forceert de term, en wie voor dit gevoel sneven wil, doet het voor zijn eigen zelf. En zoo hij bij geval 't doet voor anderen, bedoelt hij 't niet, want die en dezen zijn de gemeenschap". niet. Ofschoon zij doen alsof en hem het hoofd op hol brachten met zeer baatzuchtige bedoelingen; waarmee zij 'bij gelegenheid en ter eigen stichting, dan ook weer het vaderland identificeeren. F. C. onzichtbaar wordt. De vogels fladderen een soort van ren binnen; met behulp van een lang touw wordt een klep dicht getrokken en de laatste kans op ontsnapping is verkeken. Van heel het drama krijgen de eenden op den plas niets te zien, dank zij de sterk gebogen pijpen. Komen de eenden niet de pijp in, dan wordt het hondje aan het werk gezet. Een schuif je in een ' rietmat wordt opgetrokken; het goed gedresseerde dier loopt er door, komt aan het eind te voorschijn om direct weer door de opening te gaan. , Dat alles gebeurt, zonder dat de hond eenig geluid geeft, en zonder bijzondere aandacht aan de eenden te schenken. Het telkens verschijnen en verdwijnen van den kooihond prikkelt de nieuws gierigheid der eenden en allengs komen zij verder. Vooral talingen worden op die manier in het verderf gelokt. Zeist als Woonplaats, BOUWTERREIN TE KOOP In bet centrum van JE«lst, aan den verkeersweg UtrechtArnhem, in de onmiddellijke nabijheid van bet Raadhuis, d« Hotel» Hermitage en Figi en het Slot van Zetet. Prachtig opgaand geboomte, stofvrije wegen, vopraien van rloleering, gas, water en electricitelt. Nadere gegevens worden verstrekt door de N.V. PARK KERSBERGEtf, Montaubanatraat 4, Zeist. i.;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl