Historisch Archief 1877-1940
BEEL
UWE
Schuhmacher en John Raedecker bij van Lier; Joep Nicolas
i
?>
in Pictura; Anton van Zeegen bij Spijer & Zoon
'$..
i.
i-V '
t
Raedecker
W. Schnhmacttor, bij Van Ijler
te Amsterdam
De vrouwenfiguur in het
Corsicaansche landschap is zeker als figuur
het belangrijkste schilderij van deze
groep werken van Schuhmacher,. Het
is een schildering naar de vrouw van
den schilder, en'zij zit, in een bruinen
mantel over de witte japon of liever
over het witte kleed, tegen een berg
helling, waar
distels rijzen.
De beenen van
de vrouw zün
bloot; natuur
lijk de handen
ook* en tevens
het hoofd. Dit
schilderij ver
toont van
S'c h u h m
ac h e r' s werk
allerlei hoe
danigheden op
zijn best en
hef bewijst
tovens, en dat
is de
genoegelijke ervaring.
die wij bij van
Lier opdoen,
dat
Schuhmachers werk
jaar na jaar,
tentoonstel
ling na ten
toonstelling,
eenvooruitgang
Iaat zien, die nooit geforceerd is, nooit
gehaast. Ik heb u reeds een anderen
keer geschreven, dat er in het werk
van dezen schilder een kentering
moest komen naar het Hart toe;
met andere woorden, dat hy al groei
ende, zondor zijn vorm te plotseling
te dwingen, het teeder rijzen en dalen
van het gevoel er in moest openbaren.
Zeker is het, wanneer wij dit werk
Naakt
W. Schuhmacher
Plein
,**
DOOR A. PLASSCHApRT EN A. E. v. D. TOL
?wel bezien, dat er die innigheid reeds
in kwam, zonder dat daarom Schuh
macher de nauwkeurigheid van den
vorm (en die ia bij hem essentieel,
die nauwkeurigheid) maar
ookeenigszins buiten haar norm verwrikte. Ge
ziet in deze vrouw in . het,
Corsicaansche landschap, het behagen der
terughouding; ge ziet, dat het Schuh
macher ten eenenmale vreemd is, en
?wel zal blijven, ooit het openbaar
gebaar van den hartstocht te schil
deren (zijn terughouden van zyn
gevoel is een der bekoringen) maar,
wanneer ge deze figuur zorgvuldig
nagaat, om wie de stekelige distels
kantig stijgen (is zoo'n distel niet
iets van een symbool van
Schuhmacher's uiterlijk handelen?) dan
moet ge schilderkunstig stekeblind
zijn om geen innigheid in de voor
dracht der handen te zien, in de vor
men dus der handen, te saam niet het
licht, dat ze omgeeft. Om allerlei
andere dingen is deze vrouw, die,
schilderkunstig, Schuhmacher geluk
schijnt te brengen, als schilderij nog
na te gaan. Ge ziet hier in werk, uit
1930 wel, dat het Schuhmacher mo
gelijk is, niettegenstaande al zijn be
hagen in détails en in propere koelheid
van kleur, een vorm groot te
modelleeren. De vormen dezer vrouw zijn
inderdaad robuust gemodelleerd, een
voudig en toch geschakeerd. Zijn lust
tot kantigheid kunt ge vinden in de
wijze, waarop, links, de steile plooien
van den mantel geschilderd zijn, waar
zij tegen de helling van de berg aan
liggen. Het geheel is, dient dit nu nog
herhaald ? een der beste portretten
van Schuhmacher in een landschap
door hem geschilderd, en allerlei ele
menten erin geven ons de zekerheid,
dat hij een goed porlrallist kan zijn,
en dat hem de kans gegeven moet
worden zich als zoodanig te verwer
kelijken. De stad Amsterdam, die velen
werk geeft in deze, kan Schuhmacher
ook hier wel eens een opdracht doen
aanvaarden. Het portret, dat hij
maakt, zal een typisch contrast zijn
met een door Jan Sluyters. Ge kunt
zeggen, dat Schuhmacher een za
kelijke'* is, een realist, maar dan
niet een dier nieuwe zakelijken, die
meenen dat verfijning en beschaving
de zakelijkheid" verzwakt. Dat is
n hunner koekebakkerstandpunten
(om een woord van Thprn Prikker in
eere te herstellen); het bewijst bij
hen een tekort aan begaafdheid alleen,
en honderd maal verkies ik Schuhma
cher's koele distinctie boven hun
burgerlijke, demonie"; deze
huisdemoontjes, wij kunnep hen gerust m
de burgerachterkamer laten....
Naast het drietal figuren, vindt ge
op deze tentoonstelling veel land
schap, en n stilleven. Het
visschestilleven is zonder twijfel eveneens
n van de schilderijen, die deze ver
zameling haar afzonderlijke bekoring
geven. Hét was te verwachten {Schuh
macher heeft al meer visschen ge
schilderd) dat de koele, heldere kleu
ren van het vel van deze visschen
een voorwerp mochten zijn van des
schilder's herscheppende aandacht.
Maar zelden heeft hij toch een stil
leven geschilderd, dat bij de sobere
maar toch frissche weergave
visschen zoo naïef of beter, zoo
vangen aandoet. Het is, ge inoogt
bij deze heldere koele kunst geen
zware woorden gebruiken, wezentlijk
een aangenaam werk. Het landschap
ge weet wat daar bij voorkeur
Schuhmacher maakt. Hij schildert
graag het berglandschap met op een
meene eigenschappen, n om wat
nieuw er was.
Joep Nicolas. In Pictura te
Dordrecht
Het schijnt mij nog te vroeg toe
om uitvoerig de pogingen van Nico
las in olieverf en als gouache te be
handelen. Hoewel daar een paar
werW. Schuhmacher
Vrouw in Corsicaansch landschap
.deel van den berg een zuidelijke
groepeer ing van zuidelijke huizen.
Daarover een lucht, die zelden de
diepte van een ademhaling heeft. Het
is of Schumacher dit zelfs als een
'?gebaar" ondervindt, maar ook daar
in is bij buien verandering. Het
berggezicht met de stad in het midden
ongeveer van het schilderij, heeft in
d'e lucht boven haar een zwaai, d v*
voor Schuhmacher reeds een groote
beweging is. Zij is ruimte en zij gee-'v
ruimte over en aan de voorstelling
verder; zij geeft het stille landschap
een adem. Bij deze besproken werken
zou ik om fijnheden of om détaiV-,
om de wijze, waarop hij een hoogtu
berg tegen de lucht schildert of om
de properheid, waarmee hij de huisjes
van de stadsgezichten formeert (zie
de No. 8, 9, 10, l en 2) nog enkele
opmerkingen kunnen voegen, maar
het schijnt mij toe, dat dit hier niet
noodig is. Zulke dingen kan iedereer.
zien; hier ging het om de meer
algfken te vinden bleken, die van een
vlotte begaafdheid de vlotte getuige
nissen zijn, en enkle, als een portret,
zeker meer goede hoedanigheden be
zitten, past het hier toch, en ten
eerste, Nicolas als glazenier, en niet
als houtsnijder, niet als schilder, te
behandelen. De glazenier Nicolas, ik
zal dat in het kort vaststellen, heeft
voor boven te vele andere glazeniers,
dat het vak in zijn familie is traditi
oneel. En dat beteekent niet weinig;
het wil toch met alleen zeggen, dat
hij daardoor gemakkelijk werkt, het
wil zeggen, dat hij onmiddellijk zijn
gedachte of, wilt ge, zijn ontroering
in glas kan verwerkelijken; Nicolaas
denkt onmiddellijk in glas, zooals ik
het eens geformuleerd heb. Hij kent
sommige belemmeringen niet; hij heeft
geen hulp noodig, hij wordt niet hulp
behoevend, als hij zich aan het werk'
zet. Hij is feitelijk geen willige of
goedleersche dilettant; hij is een doortrapt
varken" in de kunst van het
glasbranden. Hij weet, dat ook daar ,,het
ambacht niet alleen een dienaar, maar
ook een gezel van de schoonheid is,
om mijzelf te citeeren. Maar wan
neer wij zulken Nicolas als glazenier
bezien, dan moet er toch meer zijn,
dat hem van de overigen onder
scheidt. Het is niet alleen het dra
matische, dat zoo .treffend is in de
Asseltsche muurschildering (die hij
als zoodanig later zeker niet over
trof). Er zijn inderdaad elementen
in het werk van Nicolas, die wij bij
anderen niet aantreffen* en waarvan
we dus de vormen er evenmin vinden.
Ciëzoudt het optellenderwijs zóó
kunnen vaststellen: het aantal vormen
is bij Nicolas grooter, en het gebruik
ervan veel speelscher, dan de anderen
zich dat durven veroorloven. De ele
menten, die ge kunt onderkennen in
het werk van Nicolas clan. zijn niet
alleen het tragische, dat de zware
geheelen der zware kleuren of de
schrilten daartusschen moet mede
brengen, maar het is evenzeer het
komische en het ironische. Deze
twee laatsten zijn in de laatste glas
schilderkunst als de verrijkingen van
Nicolas te noemen.
.J. Raedecker's teekeningen bij
van Ijler, te Amsterdam
Raedecker teekent figuur te'Parijs.
Wat hij daar maakt, en hoe, is te zien
bjj van Lier. Het zijn kleine teekenin
gen haar een vrouw, naar een man
en een vrouw te saam, dingen, die ge
later als een' blad uit Raedecker's
schetsboek gepubliceerd zult vinden
in een werk, dat ik eens hoop te
schrijven, en dat over hem zal gaan
als over Kogan en nog enklen. Deze
kleine teekeningen bij van Lier zijn
zeer verschillend, ook naar de voor
dracht (vindt ge in een vrouwenmond
niet de Nerée's scherp-gedefinieerden,
toch lenigen vorm, en in een andere
teekening van een naakt niet een
Sarah Bernhardt, en profil tegen
den achtergrond). De teekeningen.
hoe verschillend ook, er is ook een
eer dramatische bij, hebben echter
alle n hoedanigheid gemeen. Deze
eigenschap zoudt ge moeten zeggen,
die Raedecker een zeer eigene tegen
woordig blijkt is dat hij de zinnelijk
heid in zijn werk zoo zeer kan ver
fijnen, dat zühaast tot een verteedering
van den geest wordt.
Adrlaan van Zeegen Jr. bij H.
J. Spijer en Zoon.
De antiquaires Spijer en Zoon
houden sedert kort hun bovenzaal
beschikbaar voor het tentoonstellen
van moderne kunst en ditmaal laten
zij er, ter gelegenheid van den SOsten
geboortedag van den schilder, een
aantal werken zien van Adriaan van
Zeegen Jr.
Ik heb eens iemand van Zeegen een
droomend kvmstnijvere" hooren noe
men en dat van Zeegen eendróomer
is büjkt niet alleen uit de benamingen
van veel van zyn werken maar
ook hieruit, dat hij meestal direct van '
de werkelijkheid af , zooals in de
portretten" van zijn moeder b.v. ,
in de verbeelding van het gevoel,
dat zijn onderwerp in een bepaalde
fase Jvan'leven
hem g e e f't,
overstapt (de
..zieke" moe
der; de moe
der als
weesm i s j e ? e
nbruid" enz.)
Alleen daar.
waar een
werk e l i j k h]e i d
reeds in eerste
instantie en
zonder meer
als
droomraan»
doet, en
waar geschiedt
dit sterker dan
in het geheim
zinnig aqua
rium-leven?
beeldt hij di
rect, en
fijnzinnig,den
zintuigelijken in
druk; hierb.v,
zijn pastels:
Zeekwal en
Zeepolype. En dat hij, neem t men h et
begrip ten minste niet al te principieel.
een kunstnijvere" van inborst is, valt
te besluiten uit de wijze waarop hij
steeds weer met allerlei nieuwe tech
nieken experimenteert.
Verder zijn er een aantal
potlooden houtskoolteekeningen en ook en
kele litho's die van Zeegen, evenals
zijn meer bekende aquarium-pastels
dat doen. leeren kennen als een
John Raedecker
Naakt
lyricus, die, zelfs in onderwerpen
(..Poel bij avond" b.v.) die epische en
dramatische elementen inhouden, een
teederen zang zoekt, die ergens ge
fluisterd wordt, vér weg van de
menschen, en dien hij wil opvangen
allereerst in verschemerde tinten en
tonen, in vloeiende overgangen, in
de spelingen van een even opkomende,
brooze kleur....
A. E. VAN DEN TOL
W. Schuhmacher
Gezicht op Kerk
JV
w
U'