De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 21 februari pagina 7

21 februari 1931 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

' i ft DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 FEBRUARI 1931 No. 2803 i l DRAMATISCHE KRONIEK door Henrik Scholte Carnaval NA weken van winterslaap en miezerig coulissen-gekonkel gin gen dan eindelijk de lampen weer aan voor het hooge feest van hettooneel. Op dezen week-end van carnaval kon men plotseling hop-heisa ! door regen en wind" van schouwburg tot schouw burg gaan. zonder achter de feestelijk verlichte poort iets anders te vinden dan het pijnlijke démasquévan ar moede, onmacht en boerenbedrog. Royaards' Driekoningenavond" her leefde in al zijn vreugdige en weldadige betoovering. Wegener speelde in den tot berstens toe ge vulden schouwburg zijn twee titanenrollen. Voor 't tooneel van zeldzaam frisch en jeugdig lan, juist door zün meegebrachte propaganda-doeken, zorgde ook de kwaad aardige maar fascineerende Momus Uilenspiegel", van het Nieuwe. Volkstooneel uit Gent. Dat al dit tooneel of uit vroegere eu blijkbaar betere dagen, óf uit het buitenland, of wel beide tezamen was .... laten wij het voor n keer om den schoenen schijn vergeten."?Want de regen, de regen, het regent iederen daz !" # . * In die twee somber on fel geladen stukken Totentanz" en Vater", die Strindberg met heel de patholo gische verschrikkelijkheid van zijn eenzijdig zelfbeklag de wereld inslingerde, vond Wegener de wereld terug, zooals zijn boersche en barbaarsche natuur die blijkbaar zoekt: een wereld van zware hartstochten in gedrukte atmosferen. Scandinavi sche intérieurs, waar gen zon door dringt en het hart in gemartelde verwording ten prooi valt aan de uitbarstende elementen, een wereld waarin Swedenborg's helsche vizioenen, rauw en flakkerend, uitschieten achter het verschrikkelijk geworden masker van kleine burgers en murw getrapte ambtenaren. Het is merkwaardig hoe Wegener zonder eigenlijke grootschheid en misschien zonder aangeboren genia liteit, maar met een ongelooflijke zorg voor het duizendmaal afgewogen en sterk bevonden détail, zoo'n rol langzaam, onverbiddelijk en met een satanisch genot om de werking op den toeschouwer, als een prisma uiteenschuift. Men gelooft elk detail, ook al gelooft men noch premisse noch conclusie. Door Wegener alleen gelooft men nog in Strindberg's verteekende situaties. Men vraagt zich niet meer af of dat nu allemaal wel zoo ver moest komen, of dat genéraliseeren van een egocentrischen zelfkweller" nog de waarde eener (zij het per soonlijke) overtuiging heeft. Men aan vaardt het in het onverbiddelijk ont hulde détail van den meester-analyticus: van het huwelijk blijven de vijandige ruggen van die twee menschen op twee stoelen, waarop zij na dat yergeefsche wrikken en schui ven weer precies als aan het begin neerzitten, van het vaderschap blijft Ruwe Handen de hulpelooze, kindsche blik van een afgebeulden en uit zgn onvast rijk ver jaagden man, in het dwangbuis van een krankzinnige. Jammer dat een, vooral wat de actri ces betreft, zwak ensemble hem geen partükon geven, terwy'l zoowel deze stukken als ook zijn bij alle fantastische virtuositeit op realis tisch ensemble en milieu" ingesteld Teekeningen door Karel van Seben Staf Bruggen (Vlaamsche Volkstooneel) spel om sterken weerklank van zijn medespeleuden en van zijn natuur lijke vganden" vraagt. Dat tegen spel was hier echter van het derde of vierde plan, een vage steun, die juist daarom aan de hoofdrol een 'afbreuk deed. In Der Vater" was het zelfs zoover te zoeken, dat de these van het stuk, die juist in de macht" van de vrouw gelegen is, eenvoudig zoek raakte. '*?'*. De sprong is groot, uit d en duisteren en droomen-doorwoelden nacht van Strindberg-Wegener naar het dagdroomen van Shakespeare, de milde zon van Illyrië's hof. Met zorgelooze hand wordt hier, ooftrijp e-n betooverd, de hoorn des overvloed» eener koninklijke verbeelding omhoog ge heven. Een wereld van geluk opent zich hier, misschien rijker en weergaloozer dan in welke andere Shakespeare-comedie ook.Hoe kunstig gevoegd is hier die twee-eenheid van melan cholisch zich vervelende grooten en de dronkenmansgrollen van hen, die in de kelders van het paleis hun scha terende gelagen zetten. Royaai ds' meesterhand schiep hier voor een innige en bewogen maskerade op Humperdinck's muziek, die een doorn in het oog der atonale kampvechters is. liet stille, lichte decor en de rijke costumes, waarmee het echtpaar Lensvelt-Bronger zooveel gelukkiger was dan b.v met den Gijsbreght", wat zegt zoo'n enkel straatje niet, waar Marvolio Viola den ring toewerpt, door zijn verloop op twee plans, de smalle poort met de felle, schuin-invaliende slagschaduw, of zoo'n. costuum van een zwijgende page f het heele schema van zqn regie, dat na zooveel passen en meten wel ongeveer vlekke loos geworden was, kon uit het ver leden opgeroepen worden. Zeldzame gebeurtenis voor het tooneel als de sterfelijkste aller kunsten, en even eervol voor een verleden als be schamend voor het heden, ware het niet, dat ook op de basis der repro ductie de spelers en de huidige leiding der K.V. het succes verdienden, dat zij met deze voorstelling oogstten. Negen-tiende konden hun oude rollen opnemen, Magda Janssens vooraan met haar sprankelende eu bekoorlijke Viola, Saalborn als Malvolio, beter nog in de blauwe dan in de gele hoozen, Tourniaire als die treurige idioot, bloedelooze schim in twee-dimensies, waarmee eens-en-vooral de oeroude adel" gehekeld is. Nieuw waren Verstraete, als jonker Tobias, minder een lachende buik tüsschen twee vette handen dan Laroche destijds en meer een toch wel rake menging van een goedbloed en een nijdas, en Laseur, als de hertog, die in houding had wat zijn voordracht nog miste. ? Maar.... if mus ie is the food of leve, play on". Daar raakt men in n koer niet aan uitgekeken ! Van het Vlaamsche Volkstooneel, dat men in tweedracht verdeeld en al zoo half en half ter ziele dacht, gaf de Gentsche groep onder Staf Bruggen een ongewoon bezielde vertooning van Ulenspiegel", honderd procent Vlaam sche volksgeest en Vlaamsche politiek, en toch blijkbaar een uitheemseh stuk, al zal er in den loop der vijftig voorstellingen wel de noodige onge schreven tekst aan toegevoegd zijn. Het is althans een stuk Zeittheater" geworden in den besten zin van het woord. Stuk en vertooning vanden weerklank in de zaal, met zuiver propagandistische maar ook met min der goedkoope middelen. (Het werd zelfs een roerige middag met volks liederen, vlagvertoon en iets, wat in zuidelijker landen ongetwijfeld op een straat-optocht uitgeloopen zou zijn). Eigenlijk sterke acteurs waren er behoudens Staf Bruggen (en ook deze overschatte wel eens zyn krach ten, ofschoon jeugd en lan den boven toon voerden) niet aan het woord. Er werden ook wel eens rare dingen vertoond als die Willem van. Oranje, die in de gedaante van Boer B raat, John Duvres (Vlaamsche Volkstooneel) een betoog hield namens het Nederlandsche volk, of andere carnavalsfiguur?: die Philips de Tweede met een wit-wollen staart stuk. Des te meer lof , , , " echter aan de frissche "~?" en boeiende regie, WMM waaruit alle intellec tualistische reminiscenzen aan de Meester's regime verdwenen schijnen. Op een too neel van schragen, drie verdiepingen op elkaar, werden de requisieten door de spe lers zelf meegenomen. Vondst na vondst overtuigde, dat er hier naar een vorm gezocht wordt, die het tooneel in zijn sterken, primitieven vorm herstellen wil, Copeau is er vermoedelijk' even vreemd aan als Meyerhold. Maar met dit tooneel, half uitbundige fantasie, half bittere werkelijkheid, hadden deze Vlamingen niet beter kunnen bereiken wat zij wilden: de Tijl der markten leefde, sprak en werd begrepen, boven het tooneel als stille broedplaats der litteratuur uit. Nadat dit geschreven was kwam er in deze veelzijdige tooneelweek toch nog een kleine verrassing van eigen bodem bij. De Verkadianen in her steld verband" gaven als eerste voorstelling het subtiele jeugdwerk van Sarment, wel verreweg zijn beste, want aan de beloften, die dit teer werkje van illusie en ontgooche ling gaf, heeft de sindsdien onder zijn succes bezweken schrjjver niet be antwoord. Pêcheur d'Ombres", dat helaas onder den titel Jeugdliefde" vertaald moest worden, is een stukje poëzie zonder al te sterke indrukken, maar met een zoo innige fijnheid uit geschreven, dat men er de charme smartelijk en toch zoo licht, dat zij bijna weer blijgeestig wordt van een reine jeugd uit geniet. In een vertooning, vol lichte, me lancholische atmosfeer heeft Johan de Meester, als regisseur, acteur en tevens als een kundige vertaler, daaruit een zeer ongewone, ook zeer on-Hollandsche delicatesse weten te maken. Op een voortreffelijk helder en eenvoudig tooneel kwamen ook de teederste nuancen van deze zelfbekentenis over. En het was een genot, de Meester en Nel Stants, die in dit soort werk steeds meer aan elkaar gewend raken, met Paul Huf als de rijke vertolker van een moeilijke en makkelijk te overdrijven rol, aan het werk te zien. Het geheel was een weinig te exclusief misschien, de litteratuur (van vijftien jaar geleden) sprak een hartig woordje mee. Maar zoolang de finesse zoo gaaf en bijna geraffineerd uit den vorm komt, late men ook deze uit gave in genummerde exemplaren" haar weg vinden. Ook inet het tooneel als luxe zyn wij toch niet zoo verwend, dat wij het niet gaarne zouden zoeken. En met n simpel overstapje is toch zelfs het Rika Hopper Theater niet te ver uit de buurt. Men oontinueere dus de carnavalsreeks nog een weinig. Wie volgt, masker? Nieuwe Uitgaven De Opbomv van de Soicjet-Unie, Het vijfjaarsplan als economisch offensief. Gëauthoriseerde vertaling, naar een overdruk uit The Eco nomist", Seyffardt's Boek- en Muziekhandel, Amsterdam. Oiot special* tfdMlIng Amateur-kinematografie stut ond«r leiding vin 10 RIS i VEN S. Vrtagt gratis boakja: Filmen kan iedereen" Catalogi «m. op unvragi 115 Kalverstr. A'dam C. 1 No. 2803 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 FEBRUARI 1931 De kleermaker Aanvang eerste acte BIOSGOPY door L. J. Jordaan JungtianiiM. .,So Ist dt»s Leben !" I»e Uitkijk NU de gelegenheid, om nieuwe, oorspronkelijke films in zwijgende versie te zien. met den dag schaarscher wordt, is een première als thans in ..De Uitkijk" gaat, een gebeurtenis. Hoe wij er over zouden oordeelen twee of drie jaar geleden blijft een andere zaak. Laten wij om te beginnen vaststellen, dat de beide zwijgende films, die kort na elkaar in het avant-garde," theater geloopen hebben - - respec tievelijk uitgaande A-an ..De Uitkijk" en de Film liga, voldoende bewezen hebben* dat de zwijgende film nog niets van haar suggestie en haar kracht heeft ingeboet. Naast de huidige combinatie van klank en beeld, handhaven beide voorbeelden: ..Mensehen am Honntag" zoowel als Macpherson's ..Borderline" zich als uitingen van een gesloten. conciezen expressievorm, die het in zekerheid van bouw en compositie alsnog stellig van de geluids film wint. , Ook dit werk van Junghanns doet zich als'zoó, danig kennen. De macht van het beeld, van came rainstelling en montage vormen een idioom, dat in zijn eenvoud, doelbewustheid en noodwendig heid, de weifelende experimenten der klankfilm nog verre achter zich laat. Gegeven het feit, dat de cineast zich hier tot opgave heeft gesteld de ver beelding van het benauwde, troostelooze leven der grootestadspaupers dan aanvaardt men zijn realisatie als simpel, juist en vaak treffend. En nu op de film zelf komend, zij allereerst vast gesteld, dat wij hier zeer evident te doen hebben met epigonenwerk ? zij het dan dikwijls knap en meestal boeiend epigonenwerk. So ist das Leben" pendelt heen en weer tüsschen Pudowkin en Feyder en vooral de groote Rus blijkt een gevaar lijke reminiscentie. Niet het minst in de hoofd figuur: De vrouw," door Baranovskaja voor gesteld. Meer dan ooit is het ons duidelijk, waarom Pudowkin na zijn twee meesterwerken De Moeder" en De Laatste Dagen van St. Peters burg" met dit voortreffelijke sujet gemaakt te hebben, van verdere samenwerking afzag omdat zij te veel wilde spelen". Junghanns laat haar steeds iets te veel vrijheid, waardoor het filmsujet actrice wordt. Inplaats van, als Pudowkin de essen tie van deze op zichzelf tragische persoonlijkheid GENERAAL. AGENTEN VOOR , AMATEUR-KÏXO-UITBÜSTIXG FOTO-SCHAAP & Co. SPUI 8 AMSTERDAM De dochter te vinden, door <le kern van haar wezen op te bou wen uit zorgvuldig gekozen fragmenten, geeft hij de .verbeelding van tle situatie en daarmee van haar karakter uit handen en laat op deze wijze de, creatie der figuur aau haar over. Het blijkt dan al heel spoedig, dat deze vrouw. met. haar prachtig eu gevoelig masker, nochtans de filmische intuïtie 7iüst, om ook zonder de leiding der regie zich te handhaven. Naast een Chaplin en een Asta Nielsen. die de waarde en de kracht van een gebaar, van een glimlach, van een blik beter kennen, dan. welke regisseur ook. wordt haar gestie tooneelspel. Dit -verplaatsen van het zwaartepunt der con ceptie van den cineast naar het ..pegeven" van acMer de lens" naar foor de lens"' kenmerkt het geheele middenstuk van de'film. Een typisch voor beeld, is de verjaarsfuif der vrouw. Dit fragment mangelt het stellig niet aan zorgvuldige selectie, aan juiste handeling, aan gelukkig gekozen typen. Maar de cineast durft niet iri te grijpen doordringt het filmische milieu niet met zijn peisoonlijkheid, door camerainstelling en montage. Hij blijft achter zijn apparaat n registreert het geval, als een bühne-scene van het Moskou er. Künstlertheater en men voelt, bij deze bedenkelijke opvatting de onmiskenbare superioritieit van een debutant als Macpherson, die zich toch een veel minder makke lijk aansprekend thema had gekozen. .Waar de film steunt op de Russen, schiet zij op pijnlijke wij/.e tekort. De scène bijv. waar de man de borden aan stukken slaat, wordt naast de heftige analoge uitbarsting met de vallende klok uit Pudowkin's Moeder" een uiterlijke, krachtelooze imitatie. Verreweg het beste slaagt zij in haar aan sluiting bij Feydor., De drukkende» trieste en tragi komische atmosfeer van het klein-burgerlijk milieu kennelijk geïnspireerd óp Thérèse Rafiuin", waaraan zelfs de .persoon van Wolfgang Zelzer ontleend is ! - wordt wel levend en aanvaardbaar en, afgezien van het gebrek aan oorspronkelijkheid, klemmend van visie. Zonder voorbehoud .voortreffelijk is het slot van de film: de begrafenis en het begrafenismaal. Dit is gezien met een humor en een wrangheid, die in zijn verbeelding van het onvermurwbare, domme leven, dat zijn rechten herneemt, bijwijlen het groote nadert. De niet téontwarren mengeling van eerlijk verdriet en van trek in Berlinerbollen, van Chopin's .,Mare ia Funebre" en van serafijntjes onder hooge hoeden, doet ons met een pijnlijken glimlach erkennen: Inderdaad ? So ist das Leben!" Al komt dit in deze film eerst tot zijn volle beteekenis na den dood.... SPREEKZAAL Het spoorwegongeluk bij Bier ik..,. In verschillende dagbladen wordt zonder meer de schuld van het spoorwegongeluk bij Blerik geschoven op de schouders van een vrouwelijke spoorwegwachter ??moeder van 1-1 kinderen. Haar taak was z.g. zeer eenvoudig, bestond name lijk in het reajreeren' op een klok*ignaal. M.i. ligt hier de schuld elders, en wel'in de appreciatie van reactiegevoelens bij de desbetreffende leiding van het instituut ...NederJantlsehe Spoorwegen." Het aantal kinderen der rampzalige vrouw, die thans volgens courantenberichten in een inrichtingvóór zemiwpatiënteu verpleegd wordt, speelt geen rol. Een moeder van slechts n kind zal op een noodkreet in haar gevoel nijpend gevaar beteekenend , bijv. door het verslikken in een korst brood, slechts n reactie kennen, nl. het redden van haar kind, en peen andere sthmilans, van welken aard ook. zal haar weerhouden van haar reddingspogingen Wie weet de zorgen of zorgjes voor haar kinderen die deze Moeder, door de Spoorwegen aangesteld als overwegbeveiligster, kwelden op het oogenblik van haar falen? Werkelijk het gewicht der verantwoordelijkheidsschaal onzer spoorwegen verdient ijking. G. R. DORDRECHT Correspondentie JV.JR.C*. Mag ik naar aanleiding van uw op merking in de Groene Amsterdammer van 14 dezer over een z.g. foutieve vertaling in de N.R.C., U er attent op maken dat U er een beetje zijt ingeloopen ? Er staat inderdaad in het origineel dinner I found to'be well over", en onze vertaling was dus volkomen juist. Ik mag zeker wel vertrouwen, dt.t U in de e.v. Groene uw vergissing herstelt, en doet uitkomen dat vertaling en vertaler van de N.R.C. volkomen vrij uitgaan. Antw. Zeker. Ik bied u gaarne mijn verontschul diging aan. Deze opmerking komt op de lange lijst mijner,journalistieke zonden te staan. CIIARIVARIUS POL ROG ER &C'^ IE CHAMPAGNE ENVOGUE JAGER GERLINGS HAARLEM i?. V f 'S* il' U:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl