De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 21 februari pagina 9

21 februari 1931 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

M f4 r f, t l - Y' 16 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 FEBRUARI No. 2803 Duitsche boeken Incident in Lohwinckel Bij den gelijknamigen roman van Vicki Baum door Anthonie Donker DE bekende Nederlandseho romanschrijver waartoe KOU ik U zijn naam noemen? U vindt dien in alle catalogi van leesbibliotheken, gevolgd door een rijtje van tien tot twaalf titels; zijn portret staat in de bloemlezingen, tegenwoordig ook op ansichtkaarten, in den boekhandel ver krijgbaar, on de biografische gegevens vermelden: vroeger leeraar in de geschiedenis te. B., wijdt zich thans geheel aan de letterkunde te C' de bekende Nederïandsche romanschrijver reist in een coup tweede klasse van de Nederlandsehe Staatsspoorwegen uit de vriendelijke kleinsteedschheid van do plaats zijner inwoning ingewijden herkennen het plaatsje in een half dozijn van zijn werken naar de hoofdstad der provincie, waar hij heden avond zal spreken voor den stedelijken kunstkring. De bekende romanschrijver heeft het zich ge makkelijk gemaakt en behaaglijk in de kussens leunend 'verdiept hij zich in zijn trcinlectuur. Af en toe namelijk koopt hij op reis van die geel gekafte Duitsche romannetjes, ongeveer zooals een geheel onthouder op oudejaarsavond een glas pojis dunkt of een rechtzinnig ouderling met vacant ie in Brussel op Zondag een tingeltangel bezoekt. Xooiets leest hij echter uitsluitend in den trein, tmtspanningslectuur is dat en in zijn lezingen pleegt hij de litteratuur wel met een aardige en zinrijke woord speling inspanningsleetuur te noemen. Eigenlijk. overpeinst hij. moest hij dergelijke boeken niet meer lezen. Deze Vicki Baum zulk geflodder moest hij niet. bevorderen. Maar nu ja. als amuse ment. Die mondaine, wereld, nietwaar; toch wt'l om hoofdschuddend pikant te vinden. Mensehen im Hotel ? sinds hij in zij u jongensjaren KarlMay las. is hij niet meet1 zoo geboeid; geweest. Van dien Kringelein. dit- op het laatst van zijn k-ven een formidabelen slipper maakt, heeft hij. eerlijk ge zegd, genoten, nu ja. als reiziger, niet al* schrijver van.... Waar zijn wij? drie stations verder dan hij ge dacht heeft. Hij leest als een schooljongen in Conan Doyle. Ja, verbazend vlot geschreven is het. Kn machtig aardige beelden hier en daar, dat moet hij erkennen. De Nederlandsehe romanschrijver is echter ook een bepinselvast criticus, die de regels der schoonheid uit het hoofd kent. De criticus komt in zijn volle waardigheid in hem boven. Hij gaat overeind ..zitten, legt het boek op eenigen af stand van zich neer. Denkt superieur en gereserveerd over deze Vicki Baum na. Dan schiet het hom te binnen, dat hij zijn post, in het laatste oogenblik meegenomen, nog niet gelezen heeft. Van het bundeltje brieven, dat hij te voorschijn brengt, opent hij er met welgevallen een, waarvan het handschrift hem goed bekend is. Hij is benieuwd wat zijn letterkundige pupil hem te schrijven heeft, die aardige, overmoedige jongen, van wien hij een kleine novelle naar een onzer waardigste tijdschriften heeft, geprotegeerd. Wat onbesuisd is de jongen wel, maar men moet ruim denkend wezen; en toegeeflijk voor de jeugd. Zoo echt Sturm und Drang, dat is' een lust om te zien, het herinnert je zoa typisch aan je ejgen jeugd. Wat heeft de jongen nu weer voor lange confi denties? Aardig toch, dat hij altijd weer bij hem terugkomt. Als ik hem van dienst kan zijn.... Hij begint welwillend te lezen. Die Vicki Baum, waar U laatst zoo op afgaf..." Wat l Begint hij nu ook al over die Vicki Baum. Iedereen vervolgt mij daar tegenwoordig mee. Het. moet nu toch miaar eens uit zijn. Zoolang men de kunst respecteert! , Bepaald belangrijk kan ik het > niet vinden, maar het is beter geschreven dan onze soliedste en secuurste romans. Wie kan er bij ons zoo yertellen? Zoo kwiek, zoo cadanseerend? U soms?" De bekende Nederlandsehe romanschrijver ver trouwt zijn oogen niet. H,ij wrijft zijn bril af. Leest de zin nogmaals over. Het staat er. Ik heb den jongen toch wat over het paard getild, vrees ik. Eén van uw vrouwelijke collega's zei mij on langs: 't is niets anders dan een erotisch ge schoolde Ammers-Kuiler. Maar het is. meen ik, toch nog wel iets anders, nu en dan. Ik weet, dat er veel goedkoop effect is in dit werk. Willfuer, Mensehen im Hotel vooral. Ook Lohwinckel l) is er lang niet vrij van. Dat Berlijnsche gezelschap fabrikant, filmster, bokser - dat daar bij Loh winckel met zijn auto tegen een boom optornt, is zwaar gechargeerd. Jammer, want het was niet noodig geweest. U behoeft maar naar St. Moritz te gaan om ze tegen te komen, die gebla seerde, door de wol geverfde, choquant-brutale, verbijsterend gevatte, beschaafd-verwilderde Hun nen met balschoenen aan. Er is ook geen enkele plausibele reden voor dat gezelschap om zoo lang in Lohwinckel te blijA'en hangen dan om Vicki Baum gelegenheid te verschaffen er een roman van te maken en een vlaag Bei-lijn in een Hessisch achter dorp te beschrijven. Zoo'n klein gat is trouwens wel vaker goed beschreven; dat is niet nieuw, al is het atmosferisch knap gedaan. Dio idéo van het absolute gezondht-idspunt. waarvan die dokter bezeten is, is wel een origineele vondst, maar waar schijnlijker wordt de man er niet door. Maar hebt U in een boek welcens zoo levendig do sfeer van een dokterspractijk teruggevonden, heeft ssiuh daar ooit een schrijver bij ons zoo grondig in ver diept? Kn dat auto-ongeluk, de sensaties ervoor en er na, is dat niet xiitmuntend geschreven? De dood van den chauffeur. Wou l* dat buiten de kunst sluiten 'f K n vergeet U die talrijke, kleine scherpe visies niet! Blijft U het beeld van die versloofde doktorsvromv, niet in de herinnering? Maar zonder zich rekenschap te geven van de qualiteiten van dit werk. komt U met heel L*\v the, orifënapparaat ertegen op en ziet vooral, sterk vergroot, de fouten ervan. Alles heel aardig, maar geen kunst /.egt u. geen Kunst, Heen kunst zooals .Uw drie en vie.rdoe.lige vorvo.lgrumans. bedoelt U. Wat isdankunst ?Eenberoemd schilderij ineengou den lijst, en er n beroemd gedicht in een even gouden lijst die sonnet heet. zijn het als zoodanig. Maar een film, een operette, een revue, gesteld dat daarvan cle nog latente mogelijkheden eens niet half maar tenvolle verwerkelijkt werden, zijn het als zoodanig niet? Maar kunst is toch elk nieuw, oorspronkelijk beeld, ontstaan door een suggestieve hergroepeering en intensiveering van 's levens gegevens. Een revue kan twee uur lang een wanproduct zijn van vulgair-uiige geesteloosheid,goedkoop maar duur lampjes- en loovertjesgeflonker, een fantasie even weinig gevarieerd, «ven arm en eentonig als het solitairespel maar geëxcuseerd door een ondub belzinnig vleeschelijk realisme; maar dan tien minuten achtereen een feecrieke lylcurenarabesk, een bekoorh'jke illusie, een aan de werkelijkheid vlinderend ontvlucht, midzomcrnachtelijk fee nspel. U moet het mij maar niet kwalijk nemen, als ik de teekenfilms van Fletcher, Viktoria imd ihr Husar, de Fratellini's en desnoods Watt en half Watt op sommige ©ogenblikken kunst acht, en jTJlaesar's beroemde maar slechte reportage of Uw verzamelde werken niet. Net als in revues vindt men in Vicki Baum's werk heel wat valsche schittering en sensueele tableaux onder handige belichting. Dat waardoor Vicki Baum succes heeft, is juist haar zwakheid, Dat pikante paradijs van de mondaine wereld imponeert iederen provinciaal, inaar het is ondiep, maar half of voor een kwart waar, een anti-artistieke, wat ordinaire speculatie op de lectuurbehoeften van den burgerman. En zoo zoudt haast nog gelijk krijgen, als zij niet een zeer goed schrijfster was in die passages, waar men waarschijnlijk over heen leest en waar zij, natuurlijk en scherp, blijk geeft van een bijzondere en zuivere menschenkennis. In Uw heele oeuvre weet ik geen passage zoo goed als de dood van chauffeur Fobianke. Waarom wilt U persébeter zijn dan deze Vicki Baum ? U schrijf t beiden dikwijls slecht, maar zij schrijft buitendien nog weieens goed. Haar fouten zijn haar ondeugden, de Uwe zijn Uw deugden, dat is hét verschil. Daarom heeft zij, ook waar Vicki Baum zij slecht schrijft, den voorsprong op U, dat zij niet vervelend wordt. Zooals al dat Hollandsoh-maagdrealisme, waarvan U een der aanstichters zijt." * * * Dat doordraven wordt toch te bar, meent de bekende romancier, terwijl hij niet nerveust' vingers groote ezelsooren in den brief legt. ,.\Veet U waaraan Uw 12 romans (of zijn hot er IS, of zijn het er 20?) mij doen denken? Aan even zooveel doorslagen van oenzelfden brief. Dr eerste is duidelijk, correct en regelmatig, dr.n wordt het steeds bleeker en de laatste is onleesbaar." De bekende romanschrijver wordt rood tot in de plooien van zijn hals. Wat bezielt dien kwa jongen ! Dat zegt men hem ! Hij, evengoed hofleve rancier als de bakkerij Do Kbrenschoof. Hij besluit niet verder te lezen, maar vliegt don brief haastig en geërgerd door. , U zult vragen waar ik het recht vandaan haal r. Ik die amper meerderjarig ben. Maar wat i? meerderjarigheid? De leeftijd, waarop men zich begint te respecteeren. Het moet eindelijk maar eens uit zijn, ik wil Uw bescherming niet langer. Ik walg van Uw vaderlijke welwillendheid. Uw schouderklopjes voel ik als een wece jicht in mijn rug. Uw baker achtige bezorgdheid voor mijn letterkundige ont wikkeling maakt mij razend; U hebt mij opge kweekt als de peultjes en de daliahs in Uw tuin. U bent Uvv levonlang nooit buiten Uw tuintje gekomen. Wat zijn Uw platteland «verhaaltje» anders dan aardappelpoten. Dan is Vicki Baum honderdmaal.... Lohwinckel ligt in Nederland. U woont in, Lohwinckel. ..." ' ? - . . * * .. , ? Maar met een booze vaart dwarrelen de snippers van den brief al door het raampje der coupó tweede klasse van de Nederlandsehe Staatsspoor wegen. De bekende Nederlandsehe romanschrijver ziet ze duister en dreigend na en neemt zich voor in zijn lezing vanavond enkele scherpe uitlatingen in te vlechten over de aanmatiging der jongeren en de toenemende verwildering der denkbeelden over kunst in ons vaderland. 1) DeDu'.t&che uitgave (Ülhtein-Vcrlag, Bzrlin) verscheen tegelyk nut de Hollandfche ?? verttilinif' (W. de Haan,' Utrecht). . VAM HELLES TABAK f No. 2803 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 FEBRUARI 1931 MUZIEK door Constant van Wessem «ij den dood van l>lrk Schttfvr O l' nog betrekkelijk jeugdigen leeftijd 50 jaar is onze grootste Nederlandsehe pianist Dirk Schafer gestorven. I Iet is haast ondenkbaar: Schafer is er niet meer. Hij staat ons nog zoo levend en actief voor den geest, wij zagen hem met eenige onderbrekingen, nog steeds zoo geregeld op het podium, hij had nog tot voor kort zijn lessen gegeven, een pianistencursus geleid, dat het moeilijk valt zich voor te stellen: wij zullen deze figuur in ons muziekleven voortaan moeten missen. Schater was ongetwijfeld populair, populair zoowel bij de kenners als bij de groote massa. Hij was populair, zonder de populariteit te zoeken; «order leek hij een eenzame, een, die zoodra het de muziek aanging buiten de wereld stond. Toch was hij de lieveling van ons publiek. Weinig Nederlandache uitvoerende musici hebben in eigen land zulk een populariteit weten te verwerven en dan waren het nog meestal zangeressen of zangers. In de inflatie" der concertan heden ten dage ontbrak op zijn concerten het publiek nimmer, vond hij er, wanneer hij het podium betrad, in de zaal altijd zijn driehonderd en meer toehoorders. En naar zijn muziek werd geluisterd zooals er naar muziek geluisterd moet worden: met aandacht, met overgave, met medeleven. Er ging een bijzondere suggestie van zijn spel zoowel als van zijn figuur uit. Bijna slaapwandelend kwam hy op, zette zich na zijn bekende stijve buiginkje aan het klavier en in het half befloerste licht, waarin bij de zaal liet hullen, speelde hij, zoodat er niets meer was dan de stem van zijn muziek, die open ging in de stilte, een stem, die groot, open en begrijpelijk sprak uit een spel van nobele en ernstige allure. Er heerschte wijding op zijn concerten, maar niet de wijding van het stemming-maken, maar van be wondering en liefde voor de muziek zelf. Een ('hopin-avond werd een f oost van alle klanken en nuancen van liet klavier, de lichtste, ijle, parelende passages wisselden met het dreunen en daveren van dt> grootsehe momenten, op een teedere ro mantische nocture volgde de zwaarddans van een grandioos gespeelde polonaise: onvergetelijke ont roeringen. Chopin en Beethoven speelde hij bij voorkeur, vooral de latere laatste. Zijn meest ge liefde meester schijnt Bach geweest te zijn. doch dezen speelde hij zelden in het openbaar. Ondanks ?jsijii volkomen klassiek gevormdtm smaak, die hem aioh fel deed verzetten tegen de anarchie der modernen," was hij met hart en ziel een romanticus, Zijn voordracht van Beethovens Appasionata bijv. 'verwekte bij zijn toehoorders steeds een enthou siaste echo van dien storm, dien hij over de toetsen had laten gaan. In Beethoven had Schfiler' vaak momenten, die huiveringwekkend van grootheid werden. Naast groot en geweldig kon hij ook , speelsch en teeder wezen, maar hij was nooit decadent, tegen al te geraffineerde verfijningen verzette hij zich instinctief, te instinctief misschien: in zijn Debussy was de kleur wel eens wat al t«j breed gepenseeld. Beter lag hem Kavel, wiens Caspa'rd de la Nuit"-stukken hij met een zekeren voorkeur speelde. Maar steeds keerde hij terug naar wat zijn grootste liefde had: Beethoven en Chopin en als voordrager van deze beiden zal hij het langst in onze herinnering blijven. Schafer was ook componist. Hij schreef enkele orkestwerken, een concert voor piano en orkest in Es, maar vooral kamermuziek, o.a. een mooi kwartet in cis-moll. Voor mijn gevoel heeft de componist echter nimmer den pianist overtroffen evenals wij in zijn klaviercomposities nog voort durend de sporen van don uitvoerenden pianist tc-rug vonden. Thans is het leven van Schfifer beëindigd en bij zijn uitvaart herdenken wij den man, wien wij de diepste, ontroeringen en de waarlijk grootsehe mo menten der muziek danken. * * Irene de Xoiret Yvette Ouilbert en haar in costuum zingen van volksliedjes heeft feitelijk nog maar weinig ge slaagde navolging gevonden op ons podium. Thans komt Irene de Noiret ons aan haar herinne ren. Wij moeten er even aan wennen, dat wij nu geen concertzangeres voor ons hebben, maar een voordraagster van het chanson, het volkslied, het cabaret-lied. Bovendien, ik persoonlijk vind deze Duitsche zangeres met haar Fransche (gekozen?) naam. meer dramatisch dan zangeres. Haar stem is me vaak te scherp, te schel, te weinig muzikaal gecultiveerd. Ik vind ook de kleine zaal Concertgebouw met haar bijna over gevoelige acoustiek voor dit soort voordragen minder geschikt. Men wordt te zeer gestoord door tekortkomingen van het zingen, die onverbiddelijk in het gehoor springen. Ik moet zelfs bekennen, 'dat ik me soms wrevelig voelde worden bij de her inneringen aan Y vette Guilbert, die beter haar ook niet volmaakt stemorgaan weet te beheerschen en bij al die verkleedpartijen, die wel dramatisch eenige beteckenis kunnen hebben, doch van een aardige cabaret-chanteuse met knappe trucjes en een wel gevoelig mezzo voce nog geen figuur voor onze kleine Zaal maken. In voordracht kunst gat' Irene de Noiret echter veel voortreffelijk». zi.j trof vaak de rauwe, volkseh»» toon, liet speelscho, nonchalante accent, het me lancholieke, dat op het sentimehtalc af is van den modernen song. Wij hoorden liederen uit vele landen en daarin was een interessante afwisseling. die ons aangenaam kon onderhouden en waarbij wij muzikaal vooral geboeid werden door liet voor treffelijke begeleiden van den pianist Wilhelm (.Jrosz, van wien ook een paar geslaagde moderne songs op het programma stonden. Carl Schuricht Wat in de eerste plaats aan Carl Schuricht, don Duitschen gastdirigent uit Wiesbaden, die het Donderdagavond-concert in het Concertgebouw dirigeerde, opvalt, zijn voor een Duitscher onge woon sobere gebaren. Hij had de zesde symphonie van Mahler to leiden en ieder weet hoe gemak kelijk Mahler gelegenheid, geeft voor overdaad van expressie in beweging en gebaar! Deze zesde symphonio, over welker inhoud reeds de menigte zware verhandelingen zijn geschreven, die sinds Beethoven iedere Duitsehe symphonie schijnt te moeten vergezellen, werd in de handen van Schuricht niets dan muziek. Het eerste deel marcheert ons voorbij op een star, bijna eentonig rythme, waartegen alle melodische bewegingen vaal en hopeloos gaan klinken, hot andante, dat door Schuricht als tweede deel in plaats van als derde deel wéri genomen, (ook Mahler zelf verwisselde de doelen) bleef zeer ingehouien en zacht van toon, uit het schsrzo werd niet dat demo nisch j opgeforceerd, dat d3 commentatoren er per so in willen hebban en zelf.s de finale was eerder triest dan vertwijfeld, en bracht alben in h3t eind een akkoord, dat als! een f alle kreet opstjjgt en in hot niet verzinkt. Inderdaad heeft Schuricht ons in deze Mahler-opvatting niet d;; sensaties gegeven, die wij onder Mengelberg gewjnd zijn, voor onzen tijd,' die na den oorlog minder bevattelijk voor hartverscheurende ver twijfelingen in muziek is gc-wjrden, was zijn opvatting, echter als alleen op de muziek" ge richt, aannemelijker. Teekening door B. van Vlijmen Dirk Schafer ICHAKCL Gtvx/EG Ti-17* AMSTEQOA Kleermakerij Bij ons verkrijgbaar N.R.V MONTA SJHOENEN Tentoonstellingen Kunst/.aal van Lier, Amsterdam. Teokeningen en bron/en van John Biidecker. Tot l Maart. Le 'Cointre's meubiloorinrichting. Den Haag. Teekenihgen en schilderijen van Jan van Heel. Tot l Maart, Stedelijk Museum, Amsterdam. Werken van leden van den Hollandsch^n Kunstenaarskring. Tot l Maart. . Kunstzaal KI »ykamp, den Haag. Schilderijen door C. Kloos. Tot l Maart. Kumtzaal Willem Brok, Hilversum. Schilderijen en teekeningen door A. L. Koster an Edzard Koning. Tot l Maart. J. A. Spijer en Zoon. Amsterdam. Schilderijen van Johan van Zeegen. Tot l Maart. Jac. Nickerk. Amsterdam. Werk van Fransche meesters. Tot l Maait. J. H. de Bois, Haarlem. Werk van Armand Bassenfosse. Tot l Maart. Kunsthandel Buffa en Zoon. Amsterdam. Schilderijen door Bosboom. Tot l Maart. IL Pander en zoon, 's-Gravenhage. Kunstnijver heid van De Trekvogels". Tot 3 Maart. iMctüra, Dordrecht. Werk van Joep Nicolas en Leo Franssen. Tot 9 Maart. Kunsthandel Huinck en Scherjon, Amsterdam. Nederlandsehe Schilderkunst van omstreeks 1850 tot heden. Tot 15 Maart. Kunsthandel I), . Saritee I/andweer, Amster dam. Prentkunst van Fransche Kunstenaars. Tot 15 Maart. Kunstzaal Van Lidr, Amsterdam. Schilderijen door Wim Schuhmacher. Tot 15 Maart. jiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ^ff iiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiwiiiimnti l J. B* BENNER 6 ZOON I s P1ZVNOHANDFT OKV*8TIfln ltn I 3 C 1/XlT v/l lr\i^i t~si-tLJ HorLKv KKAMCIKBS = P'DBN HAAG 97 N O O R D B I N D B

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl