Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 FEBRUARI 193*
No. 2804
No. 2804
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 FEBRUARI 1931
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
Croquante Croquetjes
door Alida Zevenboom
Radiocritiek
IK heb de heele week op het Rokin
in een haringkraampje gestaan en
\i zal zeggen: ..maar, Alida, hoe kom
je daair toe:'" en ik hoor al een ander
zeggen: ..dat verwondert me niets.
want men doet nu eenmaal niet
ongestraft aan de journalistiek" en
misschien is er wel hier of daar een
die een bod doet op mijn pension met
inboedel en gasten, maar zoover is het
gelukkig nog niet met Alida, al zijn
de tijden er slecht genoeg voor en
weten de mensehen, die je betalen
moeten, bijna niet meer wat voor uit
vluchten /ij moeten bedenken. Neen,
ik heb bij den ..Wereldbond voor
Vrouwonbelangen en gelijk staats-'
burgerschap" ia het haringkraampje
gestaan op hun voorjaarsmarkt in de
zalen van Arti" en u zal me wel be
grijpen dat ik eerst verkeerd ben
gereden met de taxi en de chauffeur
mij bij Artis" bracht waar een aar
dige meneer met bakkebaardjes, op
mijn vraag waar ik de staatsburge
ressen kon vinden, mij zei: ,,ik geloof
op zij van de apen" maar dat bleek
een vergissing en ik kwam terecht
bij de olifanten, tot dat bij de Nijl
paarden een dame me xiit de knoop
hielp en begreep dat ik in Arti"
bij de schilders op het Rokin moest zijn,
maar dat moet een mensch maar weten.
TT mag op onze voorjaarsmarkt
niet ontbreken," hadden de dames
gezegd en daar meneer Btanislafski
naar Parijs is en. de dame van de
voorsuite, die in de kunst is geweest,
noodig naar Londen moest een
mensch mag in het algemeen van zijn
medemenschen geen kwaad denken
en vooral niet als zij bij hem inwonen,
anders zou ik denken dat het wel
heel toevallig is dat zij net allebei op
reis moesten en tegelijk n,og wel
ik zeg dat de dames met alle geweld
mij in het haringkraampje wilden
hebben en ik ben gezwicht, want
waarom zou ik dat ook niet eens mee
maken? En zoo zag ik al de beroemd
heden van vandaag en morgen langs
mijn inmaakflesschen passeeren en
als u mij nu eerlijk, vraagt of ik wat
aan de dames gemerkt heb dat zij in
iets achter stonden bij de mannen wat
staatsburgerschap betreft, dan zou ik
, moeten jokken. Ik vond zelfs dat er bij
de dames enkele waren die best voor
man k'onden doorgaan, zoo resoluut
waren ze in hun optreden en zóó
konden ze,praten.
En wat heb ik 's avonds niet, een
heeren voor mijn kraampje gehad !
Eerst kreeg ik meneer Vissering van
de Nederlandsche Bank, die een
moot je wou hebben en ik kon de
zondige gedachte maar niet kwijt
raken: Aal, als hij je maar niet
met een millioen of wat betaalt", wat
e<m klein kunstje moet zijn voor een
man, die al onze gouden tientjes
zoo secuur bewaart dat ik van de
mijne nog geen enkele terug heb
ge/Jen. En de tweede was onze Bur
gemeester, die een gefileerde haring
wilde hebben en toen ik hem vroeg of
ik er soms een Indisch uitje bij wou
doen om vast aan de tropen te wennen,
toen lachte hij en zei hij dat het nog
wat vroeg in den avond was en toen
een van de heeren van de Pers mij
vroeg wat de Burgemeester mij ge
zegd had ,en ik het hem precies zoo
oververtelde, keek hij me aan en
holde toen meteen weg met de woor
den.: ,,l)ari gaat ie !" En in zijn haast
vergat hij de zoute bom te betalen,
die hij in zijn mond had. Ik voor mij
vind dat onze Burgemeester e&n heel
mooi figuur in Indiëzou maken. IJ ij
is trouwens net als meneer Elout van
het Handelsblad, wiens naam ik nog
nergens heb hooren noemen als
candidaat voor het
Goeverneur-generaalschap, wat ik eigenlijk niet netjes
vind ik zeg dat hij net zoo'n In
dische specialiteit is, want heeft hij
ook niet een paar jaar geleden een
reis door Java en Sumatra gemaakt?
Ik wist dat ook allemaal niet, maar het
was dr. Abrahams die het me vertelde
en toen ik hem vroeg wie dan burge
meester moest worden als meneer de
Vlugt heen ging, toen keek hij me
een oogenblik aan en beet de top
van zijn zure augurk af en hij zei
zoo ergens in de lucht: nou, ik geloof
niet dat ze in dat geval ver hebben te
zoeken'" Ja, waarom ook niet?
Waarom zouden wij aan het hoofd
van zoo'n door en door gezonde stad
als Amsterdam, niet een dokter
hebben? n meneer Ketelaar, die
een oogenblik later bij mijn kraampje
kwam en een heele haring netjes
door zijn keelgat liet glijden, zonder
dat je het eigenlijk merkte, zei me
dat het hem niets zou verwonderen,
want de dokter is bovendien een
getapte-jongen" ik herhaal net
wat hij zei bij den Raad- Meneer
Douwes, die nu wethouder voor de
werkeloozen is, wou met alle geweld
mosselen in het zuur hebben en ik
, vond dat hij er slecht uitzag. Je
moet het maar i tref f en, zei hij tegen
me, jaren lang hebben wij zoo goed
als geen werkeloozen gehad en nu' ik
wethouder ben, staat het zwart van
ze voor mijn deur en vindt u ook dat
ik veel op meneer Snowden ga lij ken?
Dat zegt meneer Jurrema tenminste"
en toen ik hem goed aankeek, schrok
ik een beetje want hij kon een tweeling
broer zijn van dat kleine mannetje
uit Londen. Ik heb die heeren
sociaaldemocratische wethouders erg gemist,
want die geven eigenlijk gezegd,
tegenDE afgeloopen weken trachtten wij
eens extra veel belangstelling aan
den dag te leggen voor de Hollandsche
stations. Daar constateerden we dat
het Avro-órkest eerlijk z'n best doet
een echt" groot omroeporkest te
worden, dat buitenlandsuhésolisten
van naam inviteert, .en op zijn pro
gramma de werken der groote klas
sieken neemt. De llollandsche om
roeporkesten toch zullen zich er zeker
van bewust zijn, dat het voor de
minder excellente orkesten in de
toekomst een heele toer zal zijn zich te
handhaven, of zelfs maar hun b
staanshoodzaak aan te toonen.
De nuizickontvangst wordt allengs
beter, de keuze en het 'onderschei
dingsvermogen grooter, en waar men
heeft te kiezen uit tien of twintig min
of meer interessante, programma's van
evenzooveel zeer ongelijke orkesten,
zal niemand de minder goede op den
duur aandacht schenken. ,
Wie zal het ons kwalijk nemen
wanneer wij uit den overvloed datgene
zoeken wat ons het aanlokkelijkst
voorkomt.... Zoo dachten wij ook op
Vastenavond, en bleven toen niet in
Holland, maar luisterden naar
Stuttgart. dat zich wel het meest scheen te
hebben ingespannen om een prettig
carnaval te vieren.
Daar toch traden op het Disharmo
nische Orchester Tripstrill", de
Jammermusik-Vereinigung Atonal", hot
Rochel Chor", het
GewimmerBlaser Quintett" en het
KeuchTrio", die vanzelfsprekend geheel
anders musiceerden dan de
muziekvereenigingen, koren, quintetten,
trio's etc., welke gewoonlijk voor de
radio hun serieuze klanken voort
brengen.
Het sprookjesspel Groenkapje"
bracht een groote verrassing, daar er
zoowaar dezelfde wolf een hoofdrol
in speelde, die eens Roodkapje ver
slond. Ter afwisseling met het Vrou
wenuurtje" was er op dezen leutigen
dag een mannenuurtje, dat het vol
gende leerzame onderwerp behandelde:
Hoe stop ik zelf mijn kousen". Toen
we aldus hadden kunnen vaststellen
dat de Duitsche humor nog leefde, en
ons dat volk van een geenszins kwaden
kant liet. kennen, mochten wij nog
luisteren naar Rhythmischpakustisch
dynamische Blaserweihfestspiele" die
in staat bleken ons moed te geven om
uiterst toegeeflijk te staan tegenover
een komend jaar Duitsche
muziekgeleerdheid per radio....
En de 3/frkur/pper ,,Das N acht
lager der weiszen Dame im Ticfland
bei Herrn Sachs, dem munteren
1 Seifensieder" was een vroolijke en
unieke aanvulling op de degelijke
kennis die wij ons onlangs omtrent de
opera hadden eigengemaakt door Prof.
Bie's verhandeling over/,.Die
Wandhmgen des Opernstils".
De eerste avond van deze serie
bracht veel belangrijks in zeer goede
uitvoering. Wij hoorden over de oude
zangspelen van (!ay, Favart en lliller,
over Orazin Vecchi's Madrigaal-opera
Aniiparnasso". Monteverdi's Qrfoo",
(iluck's ..Armide", muziek die vuor
leeken in de meeste gevallen geheel
nieuw en onvermoed zal zijn geweest.
en die vooral voor
muziekstudeerenden een zeer welkome illustratie
bracht en een verheldering en ver
dieping van veel boekenwijsheid.
Ditzelfde valt op te merken omtrent
een Duitsche uiteenzetting over cem
balo en clavichord.
Eigenaardig dat wij ondanks het
goede voornemen om in eigen land te
blijven, tóch telkens verder afdwaal
den. We deden toch werkelijk on*
best. Booze tongen mompelen dat
de Hollandsche uitzendingen, voor
zoover het taalverschil een rol speelt,
alleen nog maar door de
onontwikkelden worden gevolgd. Dit is natuurlijk
overdreven, want de voorlichtingen
over muziek, literatuur, filmkunst
enz. zijn menigmaal interessant.
Toch zal de werkman, wanneer hij
de vreemde talen van de Vara heeft
geleerd door het ijverig volgen
deilessen, niet aarzelen óók voortaan in
het buitenland zijn wijsheid te gaan
zoeken, en hij zal natuurlijk meer op
steken van Professor Bie dan van
Piet Tiggers. Bij wien hij
ondertusschen een goede kleuterschool zal
hebben doórloopen....
Somtijds zingen de Engelsen en zeer
schoon hun psalmen. Deze gezangen
hebben zuiver muzikaal geen goede
naam, daar zij aan sentimenteel e
dames veelal aanleiding geven eens
extra lijzig te' zingen. Doch er is in
Engeland een voortreffelijk koor, dat
de psalmen eenvoudig doch kleurig
geharmoniseerd, zonder eenige week
heid doch met een onmiskenbare
wijding zingt. Zoowel de vromen als
de aestheten zullen hierdoor be
vredigd worden!
PU.
woordig nog een beetje kleur aan der
gelijke febsten en ik had graag meneer
de Miranda een haring verkocht met
een bom. om hem eens terdege het
verschil te laten proeven tusschen
een gemeente-haring en een parti
culiere. Ik heb het ondertusschen erg
MISSCHIEN komt het doordat
ik bijziende ben. Maar wanneer
ik zoo vlak naast haar lig. neemt ze
altijd gcdrochtelijke afmetingen aan.
JI et hoofd naast mij op het kussen
zie ik als een monsterachtig
vergroote. Ievcnlooze klomp. Het lichaam
valt uiteen in massale, onafzienbare <
onderdeelen, die allen afzonderlijke
objecten worden en geen levend geheel
meer vormen. Een doffe verbazing
blijft over: ik tracht gewelddadig mijn
vroegeren, normalen kijk terug te
vinden. Ik spring het bed uit, ren
drie keer als een dolle hond de kamer
door en herneem daarna bedaard
mijn oude plaats.
De golven des gemoeds hebben
zich wederom gelegd," constateert
Zizi dan sententieus. Het kind moet
die mooie zin uit een stuiversroman
onthouden hebben, maar deze toe
passing is in elk geval oorspronkelijk.
Ze reikt lui naar een sigaret. Door die
beweging is de booze bötoovering
verbroken: ze is weer kinderlijk ge
proportioneerd, rank en klein, en soepel
als een katje, en het hoofd is wér een
schoolmeisjeskopje. Waarin alleen de
twee wonderlijk ernstige, groote, grijze
oogeh rijp en volwassen vrouwelijk
zijn.
Charles heeft na uitdrukkelijk klop
pen, en herhaalde aanmoedigingen
onzerzijds, de deur geopend. Zij
gichelt om zijn' blijkbare verlegenheid
als hij strak, langs haar rose imper
tinentie heen, in de leegte naast het
'bed turend, zich de kamer weer uit
haast. Hij heeft thee gebracht en ge
boterde, toast en ham en roereieren.
Terwijl Zizi de kopjes yolschenkt,
zie ik mezelf in den spiegel van den
toilettafel. Mijn bleeke lippen zijn
scheef om den half open mond ge
trokken, ik ben op dit uur niet op
z'n voordeeligst. Achter de schild
padden uilenranden van mijn bril
knipperen mijn oogen zwak in den
nuchteren ochtend. Mijn met zorg
gekozen geel zijden pyama lijkt me
daarin belachelijk. Een clownspak.
Wanneer zij aan haar toilet begint,
dringt reeds vaag de muziek door
yan het strijkje, dat tegen lunch-tij d
in het restaurant speelt. Charme van
het syncopische cymbalum, gedempt,
en het slaperig suizen der centrale
verwarming in de badkamer als
ach, tergrond van haar lusteloozen glim
lach. Amants, heureux amants.."
En toch is Larbaud een snob en ademt
dit jarenlange hotelleven een trieste,
doodelijko verveling. Maar wat anders ?
Het is te laat om, gelijk de fraze luidt.
tot de natuur terug te koeren. Dit
schrale spel van cerebrale nuance's:
reisindrukken, is het eenige vertrouw
de gebleven. En, helaas, Zizi, die
meer een verontrustende orchidee dan
een overzichtelijke boterbloem
nabijkomt. Maar waarom zoo peinzen?
Ik dommel nog half. . ..
* *
Een bekend klopje. Tweemaal,
eenmaal, driemaal. Kik komt binnen,
en wordt voorgesteld. Hij buigt, en
buigend presenteert hij het echec ecner
in streng ebbehhout gevouwen schei
ding, uitmondend op het goejig rose
pleintje van zijn kruin. Aangenaam.
Hoogst aangenaam. Officiersdoch
tertje, nietwaar? Meen al eens de eer
gehad te hebben, op een bal in de
Kursaal.... Papa gewond aan de
Marne. .. Ja ja, al vroeg de ernst
des levens .... Oorlog overal zijn
leed gezaaid... ? Scheveningeh? neen
neen in Genève bedoelde ik, weet u
niet meer, met de Berthólet's en 'n
stuk of acht andere lui,.... na afloop
soupertje bij Longjumeau
U was toch in '17 bij het Roode
Kruis?.... En al die Hollandsche
meisjes die alleen maar aan pretjes
denken ! Kranig ! Holland staat
wél geïsoleerd buiten het Europeesche
leven!...."
Hij is vandaag onuitstaanbaar,
met zijn tactlooze gemeenplaatsen;
ik zou hem kunnen slaan. Goddank
houdt hij eindelijk op, het is eigenlijk
al te veel. Zizi heeft zich geërgerd
afgewend en poedert zich, ofschoon
hier wel vier groote spiegels hangen,
voor een minuscuul zakspiegeltje. Ik
verdenk Kik, met zijn onhebbelijke
uitweiding een onedelmoedig expe
riment genomen^ te hebben: hij'ver
moedt ongetwijfeld dat zijn inlich
tingen van '17 niet kloppen met mijn
gegevens van thans. Maar hij vergist
zich, de speculatie is mislukt; alles
stemt overeen. Pas bete, Zizi. Trou
wens, wie weet of niet de'heele historie
waar is. Ze spreekt Hollandsen met
een allerliefst/en verkeerden klemtoon.
En het vloeiendste Fransch dat zich
denken laat, al lijkt dit eerder in de
schaduw der Butte,dan in den sfeer
der oud-St. Cyréens zijn oorsprong
gevonden te hebben. Maar voor de
tegenwoordige jeugd bewijst dat niets.
Kik's wagen wacht buiten; we gaan
lunchen op de boulevard, en een uur
later loopen we met zijn drieën op het
strand. Gelukkig maar, dat hij haar
van vroeger schijnt te kennen, anders
zou ik telkens mijn hart vasthouden
bij haar vrijmoedige aardigheidjes.
Figurez-vous, ce pauvre prince de
Ligne n'a trouvó rien demieux que
de publier un bouquin sur des
sculptures en bois du M oy en-A ge. De ces
machins, quoi, qu'on trouve des fois
dans des niches de vieilles óglises.
Estce assez réusssi? Vous voyez d'ici
la bobine du type de la librairie,
quand on lui dit: Montrez-moi ce
livre sur ces.... sur ces vieux
nichons; c'est pas cartonnéque je
désire l'avoir, Monsieur, maïs en
peau de cochon!"
Ineens bemerk ik, dat ik uit mijn
humeur ben, en dat het ellendige,
arrogante paars van Kik's overhemd
me ergert. Kik is allersympathiekat:
'n heel oud vrind, 'n discreet vrind,
'n beproefd en betrouwbaar vrind, en
bovendien iemand niet allerlei hoog
gestemde idealen en den besten wijn
kelder van Den Haag. Maar waarom
is het noodig dat ze nu, uithoofde
van een of andere vage en proble
matische kennismaking van jaren
geleden, samen stijf gearmd loopen,
terwijl ik er een beetje onbenullig
omheen bungel, alsof ik er niet bij hoor ?.
Bekrompen ben ik niet; ik vlei me,
breede opvattingen te hebben, zooals
dat heet. i!aar dit is niet kiesch. . . .
Een machtig gebouwde kerel met
een roode doek om zijn hals geknoopt,
een vrachtrijder of ecu havenwerker,
de zware gespierde armen bloot uit
de veelkleurig gelapte kiel,, stapt
plotseling op hen af. Hij posteert zich
vóór hen en begint in onvervalscht
plat-Rotterdamsch Kik te bedreigen.
Smerige sallemander, wat mot jij
van m'n dochter? zal je d'r loslate,
snotneus, fijne meneer, ik sla je je
fijne facie kapot! Kom maar op.
ploert, salonkerel, ik lus jou, ik zal je
leere meissies te yerleije, met je nette
maniere, schaam je je niet...."
Gegil van Zizi, overstemmend de bleek
geprevelde protesten van Kik: ....
pardon.... heusch 'nmisverstand....
even kalm luisteren...." Pats I daar
heeft hij den eersten slag al beet, ik
zie zijn oog rood en paars opzwellen,
paars als zijn overhemd, en dan dicht
gaan als een fuchsia die zich tegen
de nachtlücht sluit..., Kik geeft
geen kik meer.
Ik sta even, n 'oogenblik aan den
grond genageld van beduusdheid.
Maar dan spring ik ertusschen om
mijn, voor mij in de plaats aangevallen,
vriend te ontzetten. Nog nooit heb
ik mij zoo solidair met hem gevoeld,.
als nu hij en ik samen broederlijk
door Zizi" (maar ze zal wel Neeltje
heeten!) om den tuin geleid zijn. In
mijn woede over haar bedrog mengt
zich onwillekeurig toch ook iets van
genoegdoening, dat de al te vertrou
welijke- manier van hun wandelen nu
zoo wreedaardig door de eruit voort
gekomen persoonsverwisseling gewro
ken werd.
Je hebt de verkeerde voor, ouwe
heer," roep ik. zonder er aan te denken*
dat ik met dit laatste woord de pas.
ontdekte familieverhouding accen*
tucer. Op hetzelfde oogenblik reeds
krijg ik een hevigen stomp pal op
mijn voorhoofd, die me verdoofd
achterover in het zand doet tuimelen.
Het is of de zee op mij toe komt rollen
als een kwikballetje in een puzzle,
koetsjes en stoelen draaien en zwen
ken, het zonlicht wordt bleek en grauw
en verdonkert. Ik verlies het bewust
zijn, maar ik lig niet zoo slecht op
datwarme zand....
.... en word wakker, nog steeds in
bed. Het is Zizi, die mij met een zacht,
bedeesd klopje op mijn voorhoofd
gewekt heeft. Kom langslaper".
zegt ze, word eens wakker, ik ben al
klaar en je bad is al vol; het is bij
twaalven, anders wordt het weer zoo
heel erg laat."
* *
Maar als dit eens tot de
..waarschuwingsdroomen" van Jung hoorde, en
die bootwerker de waarheid gespro
ken had? Ik kijk haar lang en sprake
loos aan, en iets van mijn ziekelijk, on
overwinnelijk wantrouwen moet ze
wel in mijn blik gelezen hebben, want
haar lief gezichtje wordt ernstiger, en
ze vraagt: Wat is er? waarom kijk
je zoo?"
Kindje," zeg ik, wil je me een
gróót plezier doen ? geef me dan die
brief nog eens even aan, die je ver
leden week van 30 moeder uit Rouen
gekregen hebt. Ik sta zoo dadelijk op."
Febr. '25 VICTOR E. VAN VB.
Nieuwe uitgaven
Victor E. .van Friesland
verzorgde de uitstekende vertaling
van het boekje van M. Schwob*
De Kindsrkntistocht. Uitgave van
A. A. M. Stols, Brussel en Maastricht.