Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MAART
Is helderziendheid bedrog?
door W. G. Burger
DEN laatsten tijd hebben twee helderzienden"
nml. de heeren Fred Mnrion en ErikHunuvsen
de aandacht van het Nederlandsche publiek ge
trokken door de merkwaardige wijze waarop zij
in staat bleken te zijn gedachten, gebeurtenissen
en karaktereigenschappen te zien, welke voor de
telepathen volkomen verborgen werden geacht.
Terecht werd in verschillende persverslagen de
opmerking gemaakt dat het alles heel bijzonder
was, maar dat niemand er een verklaring voor wist
te geven.
De opvatting, welke eenige decenniën geleden
nog algemeen in het Westen heerschte dat helder
ziendheid" een handig soort goochelarij was,
heeft men thans min of meer verlaten. In het
Oosten heeft deze opvatting nooit bestaan. Daar
is men door de inderdaad vee,l meer voorkomende
gevallen van helderziendheid, ook in het leven
van allendag zoo bekend met dit vermogen dat de
breede volksmassa het niet meer als een wonder
baarlijke gave beschouwt. Langzamerhand is men
dan ook in het Westen er toe gekomen alle ver
schijnselen in verband met helderziendheid op
wetenschappelijke wijze te bestudeeren. Het was
daarbij noodzakelijk uiterst nauwkeurig te werk
te gaan, daar er onder het geringe aantal helder
zienden, zeer weinigen waren, die dit ..zesde zin
tuig" zoodanig hadden ontwikkeld dat het weten
schappelijke waarde had voor het nemen van ex
perimenten onder scherpe controle. Wij wijzen
hierbij op het werk van de Vereeniging voor
Psychisch onderzoek, waaraan een aantal geleerden
en wetenschappelijk gevormde menschen zooals
Dr. W. H. C. Tenhaeff, Dr. F. A. Dietz, Prof. Drs.
D. van Hinloopen Labbeiion, Ir. Felix Órtt, Dr.
K. H. E. de Jong en anderen aan medewerken.
* *
Er zijn verschillende soorten van helderziend
heid. Er is die zgn. lagere helderziendheid, welke
opgewekt kan worden door het kristal staren",
waarbij men door intens op een lichtpunt in
kristallen van bepaalde vormen te turen een zekere
helderziendheid kan ontwikkelen. Maar deze
vorm kan slechts tot een geringe mate kunstmatig
opgewekt worden. Er is ook nog de gave. welke
sommige zeer sensitieve naturen van kinds af aan
bezitten, welke echter niet beheerscht wordt en
slechts af en toe, en dan vaak op uiterst verwarde
wijze optreedt. Er bestaat echter ook een hooger
soort van helderziendheid, welke degenen, die dit
vermogen bezitten geheel naar willekeur kunnen
gebruiken, zooals ieder normaal mensch zijn gewoon
gezichtsvermogen gebruikt. Deze gave kan niet
ontwikkeld worden door het simpele kristal- '
staren," doch de ontplooiing er van vereischt een
langdurige wetenschappelijke training.
Het zal weinig menschen bekend zijn dat de
wetenschap van het zienerschap'' op even nauw
keurige en experimenteele wijze is opgebouwd als
de meer orthodoxe en materialistische wetenschap
pen. Een merkwaardig boek, dat zeer zeker ver
diend te Worden bestudeerd, in de eerste plaats
door hen, die belangstellen in nietaphysica en
parapsychologie, is het werk van een Engelschman:
Geoffrey Hoilson: The Science of Seership, welk
boek verschenen is bij Rider en C'o te Londen.
Het doel van dit boek is oen critisch onderz'oek
in te stellen naar de mogelijkheden van
eenboven, normaal waarnemingsvermogen. De schrijver geeft
een' aantal voorbeelden uit zijn eigen ervaring.
Hij legt daarbij heel sterk den nadruk op het feit
dat deze helderziendheid niets te maken heeft
met de meer bekende toepassingen van den be
roepsziener", van den kaartlegster of planeetlezeres
of van het spiritistisch medium. Indien helderziend
heid inderdaad een bruikbaar vermogen is, kan
? men dit vermogen toepassen bij wetenschappelijke
onderzoekingen.
In de oudheid hadden de verschillende
philosofische scholen van Voor-Indiëhun systemen
van Yoga", een traininingsstelsel waardoor zij
in staat Avaren boven-normale vermogens te ont
wikkelen. De Chaldeeën en Babyloniërs hadden
hun inrichtingen voor de opleiding van astrologen
en droomuitleggers, die door hun visionaire gaven
vaak zelfs in belangrijke staatszaken van advies
dienden. De oude Israëlieten hadden, zooals wij
dat uit het Oude Testament weten, ook hun pro
feten en zieners.
In dezen tijd worden er wel eens kinderen
geboren met een bijzondere aanleg voor helder
ziendheid. Een bekende oogarts uit Madrid Dr.
Pedro Xiel heeft het vorig jaar een merkwaardig
geval daarover medegedeeld in een Spaansch blad,
waarvan een vertaling verschenen is in The
Medical World" van 10 Mei 1929. Dr. N iel had
gedurende een achttien-tal maanden een kind
onder observatie. Zijn vader, een dorpsschool
meester gaf den jongen, toen hij vier-en-een half
jaar oud was, les in lezen en schrijven. Op een dag
verbaasde het kind zijn vader door een geheim
zinnig vermogen, waardoor hij in staat was de
letters van het alphabet te lezen uit een gesloten
boek. De vader begon er proeven mee te nemen
en tot zijn verwondering moest hij constateeren
dat het kind door den dikken omslag heen las.
Eerst meende de man dat zijn zoon alles uit het hoofd
had geleerd, maar de zaak werd nog mysterieuser
toen zijn vader eens zocht 'naar een vestknoop.
De kleine Benito riep toen uit dat het voorwerp in
een tabaksdoos was, die de man in zijn vestjes-zak
droeg, hetgeen inderdaad zoo uitkwam. Toen de
JDngen er over ondervraagd werd, zei hij dat hij
de knoop in die doos yezien had en dat er bovendien
nog vier cigaretten in waren. De vader nam daarop
een proef en deed er thans drie cigaretten in.
Benito kon slechts tot vijf tellen en zeide prompt:
een, twee, drie.
Een maand later bracht de man hem naar Dr.
Niel om de oogen van den jongen te laten onder
zoeken, maar Dr. Kiel kon niets bijzonders aan
die oogen ontdekken. Hij hield daarop het kind
anderhalf jaar in observatie en nam voortdurend
proeven met hem, waarvan hij zeer nauwkeurig
aanteekening hield. Het bleek den oogarts dat de
jongen gemakkelijk door metalen doozen en zelfs
door drie- of viervoudige omslagen kon zien. Hij
kon zelfs heel duidelijk kleuren onderscheiden.
Het bleek echter dat de jongen niet door hout kon
zien. Het geheele geval, waarover Dr. Niel
mededeelingen heeft gedaan op een congres van oog
specialisten te Parijs, verwekte een groote sensatie
in medische kringen. Men kan nog steeds geen
verklaring geven van dit merkwaardige verschijnsel.
POLROGER&C*
LE CHAMPAGNE ENVOGUE
JAGER-GEPLINGS HAARLEM
Don Hnnn
fijnere waarnemings-instrumenten te construeeren;
om het in de onzichtbare werelden doordringend,
vernuft van den mensch te kunnen volgon, zou
men wellicht de veronderstelling kunnen maken
of deze wetenschappelijke soort van helderziend*
heid niet ten slotte aan den mensch de mogelijk
heid zal verschaffen om de grenzen van zijn onder
zoekingen nog oneindig veel verder te verzetten.
De wetenschap heeft haar hoogste punt nog niet
bereikt en.... de wonderen zijn de wereld nog niet
uit.
Geoffrey Hodson heeft proeven genomen met
wetenschappelijk-gevormde onderzoekers, die zijn
vermogen aan een strenge controle onderwierpen.
In flesschen met een kleurlooze vloeistof werden
buiten medeweten van Hodson verschillende ba
cillen gedaan, waarvan men met het bloote oog
niet de minste verschijnselen kon waarnemen.
? Degenen, die bij de proef aanwezig waren, wisten
ook niet welke stoffen er ia die verschillende
f lesschen gemengd waren, zoodat er geen sprake
kon zijn van gedachte-overbrenging of
gedachtenlei&en. De heer Hodson, die verschillende ziekten
en bacteriën reeds eerder helderziend had
waargenomen-en wist, welke verschijnselen zij voor zijn
geestes-oog" vertoonden, beschreef volkomen
nauwkeurig de verschillende radio-actieve eigen
schappen der bacillen, welke men in de f lesschen
had gedaan. De experimenten werden honderden
malen herhaald, soms met dezelfde bacteriën dan
weer met andere stoffen.
Zoo.werden tallpoze onderzoekingen gedaan op
bacteriologisch en scheikundig gebied en zelfs op
het terrein der sterrenkunde. Voorts bracht de;
heer Hodson zijn vermogen in toepassing bij het
stellen van diagnosen, waarbij hij in staat was
groote hulp te verieenen aan geneesheeren, die de
juiste oorzaak van een of andere ziekte niet konden
vinden.
Wanneer men ziet welk een snelle vorderingen
de wetenschap de laatste jaren maakt, waarbij
men zich afvraagt hoe het mogelijk zal zijn steeds
_
l ]. B. BENNER 6 ZOON
PIANOHANDEL S^SS I
| DEN HAAG 97 NOORDEINDE g
llllllllllllllllUlltllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllltlllllllllllllllIllllllllllllllllllllllllllllllllllll'lli
Tentoonstellingen
Pictura, Dordrecht. Werk van Joep Nicolas e»
Leo Franssen. Tot 9 Maart.
Kunstzaal Van Lier, Amsterdam. Schilderijen
door Wim Schuhmacber. Tot 12 Maart.
Rotterdamsche Kunstkring, Rotterdam. Werken
van A. Neuhuys en A. van der Plas. Tot 13 Maart
Kunsthandel Huinck en Scherjon, Amsterdam.
Nederlandsche Schilderkunst van omstreeks 1860
tot heden. Tot 15 Maart.
Kunsthandel D. G. Santee Landweer, Amster
dam. Prentkunst van Fransche Kunstenaars. Tot
15 Maart.
Kunsthandel Aalderink, Amsterdam. Japansche
Prenton. Tot 10 Maart.
Gebouw B.A.I. te Amsterdam. 29ste Beurs van
de Dameskroniek. Tot 10 Maart.
Kunstzaal van Lier. Werk van de pottenbakster
Nel Houtman. Tot 28 Maart.
Kunstzaal Willem Brok, Hilversum. Schilde
rijen door Peter van der Brake. Tot 31 Maart.
Kunstzaal Vecht, Amsterdam. Werk van
Conrad Kickert. Tot l April.
Kunsthandel van Meurs, Amsterdam. Werk
van Steinlen. Tot l April.
Kunstzaal Schelf hou t, Amsterdam. Schetsen en
teekeningen door Jan Toorop. Tot l April.
Stedelijk Museum, Amsterdam. Italiaansche
Kunstnijverheid. Tot l April.
SCHAKEL
'iGe>>i/eG 11-17-AMSTeQDA
Klccrmakcrii
Bij ons verkrijgbaar N.R.V MOJSTA SCHOENEN
t
«f
l
t
No. 2805
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MAART 1931
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
Groquante Croquetjes
door Alida Zevenboom
XK heb meneer Ford maar meteen
om een klein Fordje geschreven,
zoo een van twee-onder-de-kap, want
ik hoor dat hij in die dingen heel
aardig moet zijn en ook heb ik hem
om een betrekking voor neef uit de
Commelinstraat gevraagd en er bij
geschreven, dat als er soms heeren
van het kantoor een goed pension
zoeken, met goede bediening en huise
lijk verkeer, zij bij mij terecht kunnen
en heelemaal niet duur en twee eieren
bij het ontbijt en een glas melk. en
dan moet u weten, wat die dame
van schuin hierover, die met der zes
en dertig honden, durft te vragen voor
een tochtige kamer met ontbijt!
Het duizelt me nog van al de
cijfers die meneer Abrahams in de.
krant heeft laten zetten over zijn
handeltje met meneer Ford en ik heb
er meneer Stanislafski eens over
gesproken en die lachte. Nou, zei die,
als de gemeente eiken dag zoo
voordeelig was, zouden wij met zijn allen
gauw failliet zijn, want de grond kost
al meer dan meneer Ford er voor
betaalt en er komt nog een ton of
wat bij voor alles wat er gedaan
moet worden door de gemeente, en
aangezien wij nu wel weten hoe ge
meente-cijfers er meestal uit zien,
kunt u er staat opmaken dat er nog
minstens een ton zal bijkomen.
Ik moet u zeggen dat ik hem stond
aan te kijken, want ik dacht dat met
de komst van meneer Ford in Am
sterdam in ns al onze ellende uit
zou zijn.
Maar dat is nog niet alles, zei
meneer Stanislafski, want laten wij
eens aannemen dat er een duizend
werklieden zullen' werken, hoeft u
dan wel eens uitgerekend wat die
de gemeente gaan kosten aan allerlei
sociale maatregelen, en zooveel belas
ting kan de opvolger van meneer
Wibaut niet op het gas en de electriciteit
en het water en de tram leggen, dat
hij dat er uit slaat. En dan denk ik
maar wat burgemeester van Leeuwen
eens in den Raad zei: Wat moeten
wij hier doen met al die industrie
die ons maar geld kost aan zieken
huizen ert onderwijs, en de rest" en
als /ij gaan stemmen, dan stemmen
ze nog rood ook. hoewel hij dit laatste
er niet bij zei.
Och, och, wat is dat allemaal toch
' moeilijk om een stad te besturen, en
meneer Abrahams is er nog wel
erg trotsch op dat hij het Rotterdam
heeft afgesnoept, net als meneer de
Burgemeester zoo blij moet zijn met
hot, Paleis op den Dam, nu de rer
geering het wil ruilen voor een stad
huis op het Frederiksplein. Maar het
zal voor ons, oude Amsterdammers,
toch een vreemd gevoel zijn als wij
het Paleis kwijt zijn en dan zul je
zien dat ze de kleine steentjes"
direct weer in eere herstellen en dan
komt er misschien ook weer een
hoofdwacht" in, en ik weet nog heel
goed, dat wij r de inwendige zen
deling en ik van een avondje uit de
Nes bij meneer Wittkówer Gerzon
uit de Vic", vandaan kwamen en
de inwendige zendeling woorden kreeg
met een marinier, die wat tegen me
zei en het liep zoo hoog dat de hoofd
wacht voor ons in het geweer kwam
' en den zendeling en den marinier en
zijn vrienden en ik werden opge
bracht naar het Paleis, waar wij oen
uur gezeten hebben en toen mocht
ik alleen naar huis. En ik kan het
niet helpen, maar als ik Koningin was,
zou ik niet in dat leege Paleis op den
Dam willen logeeren, want ik heb
hooren vertellen dat er niet eens een
badkamer in is en in mijn pension
is op alle verdiepingen stroomend
warm en koud water en er moet ook
geen electra zijn. Neen, wij moesten
voor Hare Majesteit maar achter het
Museum, op de plek waar ze Lion
van Lier's Theater-Museum willen
bouwen, een mooi, geriefelijk Paleisje
zetten, met een vroolijken tuin, waar
Prins Hendrik nog eens uit kon blazen
van de vermoeienissen en wie weet
- als wij meneer Abrahams aan het
handelen laten gaan, wat voor
een voordeeligen koop hij dan nog
met het rijk doen kan.
Als ik het voor het zeggen had,
dan moest het Paleis op den Dam
weer een stuk Stadhuis worden, al
zou het alleen daarom zijn dat het
heelemaal omringd is door
kleerenmagazijnen en ik het geen omgeving
voor een vorstelijk verblijf vind,
ook al wordt er veel .vergoed door
het hoekraam van de Groote Club",
waar je tenminste nog de laatste
knappe mannen van Amsterdam ziet
zitten. En gelooft u ook niet dat de
de omgeving den mensch maakt en
zou de Raad zich niet veel waardiger
voelen als hij in het Paleis verga
derde dan in die verzameling daken
en gooten die op den Achterburgwal
Stadhuis" heeten? En wat een
genot' voor den burger als tijdens de
Begrootingsmaanden het Stadhuis opt
den Dam stralen zal van het licht en
hij weten zal dat daar de keur der
burgerij bezig is te waken over zijn
belangen! Zoo als men in Londen
gaat kijken naar het aflossen van de
\vacht voor het Paleis van den Koning,
zoo als het acteurtje me verteld heeft,
zoo zal men dan in Amsterdam gaan
kijken naar het aangaan van den
?Raad en als dat nu met een beetje
meer plechtigheid kon gebeuren dan
tegenwoordig, bijvoorbeeld met een
escadron van de Burgerwacht er bij,
zou er veel minder dan thans op den
Raad gehakt worden en werd het
misschien weer een eer er lid van te
zijn. En dan bij plechtige gelegenhe
den heel het college op het balcon.
En dat zou men ons willen atnenien 'r
Nieuwe uitgave
Brochure No. O van het weekblad
Handelsbelangen: Oneerlijke Con
currentie" door Mr. Dr. J. de Vrieze,
advocaat te Amsterdam. In deze
brochure wordt behandeld, wat onder
Oneerlijke Concurrentie" is te schik
ken, de verschillende middelen die
den koopman ten dienste staan om er
tegen op te treden, de verschillende
wettelijke voorschriften op dit gebied
en de toepassing er van door de
Rechtspraak.
t t
ONOVERTREFBAAR
^ *?rt