Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MAART 1931
No. 2805
$*¥?;:. ?->.?>:,"?
EEN HERINNERING AAN DE ZEILVAART
door J. Oderwald
WIJ hebben hot geluk'gehad de
eerste jaren van.onze loopbaan
op het zeilschip door te brengen on de
samenstelling van dit artikel brengt
naast het aangename* van de herinne
ringen, toch ook het weemoedige»
van de gedachte dat al dat mooie
nu zoo goed als verdwenen is. Wanneer
wij er hier iets over g.iati /eggen, dun
verdient het in de errste plaats op
merking, dat het zeilschip, als cul
tuurproduct, betrekkelijk ihodern be
schouwd kan worden. Wel zijn er,
volgens Egyptische inscripties van
meer dan OÜU jaren geleden bewijzen
van dat het Keil toen reeds als 'voort
stuwingsmiddel in gebruik was, ook
schijnt het bij de (Jiieken en'
Komeinen en in de Middeleeuwen reeds
in doelmatig gebruik te zijn geweest,
maar zekerheid van de uitvoering
van uitgestrekte reizen met zeilsche
pen dateert eerst uit de jaren van
de groote ontdekkingen, dus van
ongeveer 4 a 5 eeuwen geleden.
Vergelijkt men dit niet de tien
tallen eeuwen van het gebruik tier
riemen als voortstuwingsmiddel, dan
mag men zeggen dat de overgang van
riem naar zeil een vooruitgang van
recenten datum is.
? In die eeuwen der ontdekkingen,
tóen ieder jaar het gordijn voor
het onbekende steeds wat hooger
werd opgehaald en steeds weer nieuwe
landen met hunne schatten van edele
metalen of specerijen te voorschijn
kwamen, deed de zeeman vele onder
vindingen op, welke als van zelf
leidden tot veranderingen aan schip
en tuig, die echter niet altijd ver
beteringen bleken zooals dat bijv. het
geval was bij de schepen, die na de
eerste ontdekkingen kwamen. De
schepen, die door Vasco da Gama
en Columbus gebruikt zijn, zien er
van zeemansstandpunt beschouwd,
nog zoo onvoordeelig niet uit en het
verloop-'van de reis van Columbus
^eeft.ook niet den indruk dat er met
die schepen nipt te manoouvreeren
viel. .Maar toen. vasten voet verkregen.
werd in de ontdekte landen, moesten
er .troepen en emigranten' heen. ver
voerd worden, waarvoor op de schepen
ruimte moest worden gemaakt, om
die velu menschen' te huisvesten en
men vond «lat in de hoogc opbouwsels,
die de zee\vaardigheid en vooral het
nicinotnivreereh afbreuk moesten doen.
Spanje, als eerste koloniseerende mo
gendheid, ondervond daarvan de
nadeelige gevolgen, waar zij tegen
standers op zee ontmoette als de
Watergeuzen, waarvan de Armada
wel een groot voorbeeld was. Een
grondige verbetering vond slechts
langzaam plaats, want het moderne
zeilschip, zooals wij het van aan
schouwen kennen, vond zijn oorsprong
in den loop der vorige eeuw. nadat
de scheepsbouwer meer aandacht was
gaan schenken aan het bouwen van
vlugge schepen. Aan de Amerikaansche
bouwmeesters komt de eer toe, daar-'
bij de eerste te zijn geweest. Hunen
beroemdo ,,Baltimore-clippers" die
feitelijk reeds dateeren uit de dagen van
den Vrijheidsoorlog, waren wonderen
van bouwkunst. Vele van deze sche
pen werden als kaper uitgerust, meer
dere nog als slavenhaler en een aan
tal voer ook nog onder de gevreesde
vlag met het doodshoofd en de ge
kruiste knoken.
In het algemeen brachten zij,
herkenbaar als ze waren aan den
bijzonderen voitn van romp en tuig,
schrik aan bij den vreedzamen
koopvaardijman en zij waren een bron
van ergernis voor de op hen
jachtmakende oorlogsschepen, omdat de
brutale vrijbuiters dezen meestal te
vlug af waren.
Na dit soort snelzeilers kwamen
de .opium?clippers. Zormls de naam
aanduidt, wüS het doel Van deze
vaartuigen al niet veet eerlijker,
want men zal bcgrijpim, dat het
niet zoozeer betrof liet vervoer
.van het gevaarlijke hculsap, maar
het smokkelen daarvan op groote
schaal.
Toch hebben deze onverkwikke
lijke bedrijven een goede zijde gehad,
dat er een Tas van onverschrok
ken en kundige zeevaarders door
gekweekt is, dat noodig bleek voor
een beter bedrijf, hetwelk na deze
opiumsmokkelarij zou ontstaan. De
behoefte werd nml. gevoeld om thee
en andere kostbare producten zoo
vlug mogelijk over te voeren en zoo
verscheen ongeveer'in dé'helft der
vorige eeuw de laatste serie van deze
vlugge zeilschepen, de beroemde
thee-clippers. '
Dank zij deze snelle schepen en
vooral niet minder dank zij de be
kwame leiding en behandeling vond'
het vervoer plaats met een regel
maat en snelheid, die niet onder
deed voor die van de hedendaagsche
maüdiensten, vergelijkenderwijs ge
sproken.
Daarover een volgend maal meer.
No. 280$
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MAART 1931
OVER DE ROEPING
DER KRITIEK
door J. Greshoff
HET verval der letterkundige -/.eden kan een
aandachtig toeschouwer dagelijks aan kleine
feiten constateeren. Dezer dagen echter vond ik
op mijn zwerftochten door de achterbuurten, op
zoek naar het pittoreske, daarvan een zoo sprekend
staaltje, dat ik het belangstellende
litteratuurminnaars niet onthouden wil en mag.
Een korte uiteenzetting vooraf is noodig. Er
bestaat over de formuleering van een
advertentietext een klein verschil van meening tusschen den
uitgever Stols en n van zijn groote, machtige
collega's. Het is van geen enkel belang voor myn
doel om op de quaestie zélf nader in te gaan.
Alleen wil ik om de kans op misverstand geringer
te maken hier vermelden dat, naar mijn overtui
ging, mijn vriend Stols in deze aangelegenheid
te goeder trouw en tengevolge van een verkeerde
telephonische mededeeling, een foutje heeft begaan.
Hetgeen, hier volgt kan dus niet bedoeld zyn als
een verdediging.
Goed. Die quaestie bestaat dus. Maar dat is
en blijft een zaak tusschen twee kooplieden, een
controversie over handelsmethoden gelijk er in
de commercieele wereld dagelijks uitgevochten
moeten worden. En de beide partijen zijn oud en
wijs genoeg om dat varkentje samen te wasschen.
Hoe groot was nu mijn verbazing, hoe levendig
mijn verontwaardiging, toen ik in de Nieuwe
Botterdamsche Courant een krachtige aanval las op
Stols, niet geteekend door zijn tegenstander, maar
door een zoogenaamde criticus", door iemand die
zich het air geeft van litterator te zijn en zich
bezig te houden met de aangelegenheden des
geestes. De aanval kwam voor in.... men raadt
het nooit!... . in een verhandeling over poëzie.
Ik zou nu eenige vragen willen stellen aan
menschen met gezond verstand en in het gelukkig
bezit van wat dezen criticus ten eenenmale ont
breekt: een gevoel van rechtschapenheid en beta
melijkheid.
Vraag: Wat is de taak van een boekbespreker?
? Antw.: Het bespreken van boeken, met het doel
zijn meening over den inhoud daarvan, kenbaar
te maken en met de nevenbedoeling om de lezers
van zijn blad voor te lichten omtrent de litte
raire verdiensten van prozaschrijvers en dichters.
Vraag: Is het voor de wezentlijke waarde van
een boek van nig belang om te weten hoe dat
boek gelanceerd" wordt?
Antw.: Van geen enkel belang, hoe gering ook;
deze quaestie heeft niets met de literatuur van doen.
Vraag: Heeft dus een litterair criticus iets te
maken met de interne aangelegenheden van een
handelsonderneming, met een bepaalde wijze van
zaken-doen, of met een conflict tusschen twee
firma's, wanneer hij geroepen en betaald wordt
om zijn oordeel over poëzie kenbaar te maken ?
Antw.: Neen, neen, neen!
Vraag: Hoe noemt gij1 een litterair criticus, die
zich om de een of andere onnaspeurbare reden
gebruiken laat om ??in een critiek" over
poëzie ??een ander uitgever een hak te zetten ?
Antwoord: Een knecht! En overigens noem ik
hem gén litterair criticus.
Ten einde verdere verwarringen met werkelijke
critici te voorkomen vermeld ik, waarschuwend,
dat deze knecht van de N.B.C. Urbain van de
Voorde heet.
V Mevr. G. l BRINK
CORSETIÈRE
KEIlERSGRACHniUMSTERDAM
TELEF. 37181
ATELIERS VOOR REPARATIËN
IN DEN HAAG ELKEN VRIJDAG HOTEL CENTRAL
Het accoord met Gandhi
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
Goddank!
SPREEKZAAL
Reclame, "benzine en vaderlandsliefde
Sommige menechen kunnen toch wel een zonder
lingen gedachtengang hebben, en u neemt mij
niét kwalyk, Heer Wybo Meyer, dat ik u onder
deze sommige menschen" rangschik.
U vreest op welke gronden? dal/ de Ameri
can Petroleum Company zich niet zal ontzien ;>m
de mooie plaatsen, waarvoor ze belangstelling
vraagt, te ontsieren met hare reclame. Voortbor
durend op deze ongegronde vrees betuigt u uw
respect voor de handelwijze van een andere
maatschappij, en dan nog wel voor een handelwijze
die in het buitenland gevolgd wordt! O, logica I
Laat ik u gerust mogen stellen, en de vrees die
?u een ongemotiveerd stukje bladvulling deed
schrijven wegnemen.
Hebt u wel eens gehoord van een verordening
tegen het plaateen van ontsierende reclame in
omgevingen waar deze inderdaad niet thuisbehoórt ?
Zoo niet, informeert u daar dan eens naar, en
komt tot de overtuiging, dat zelfs al zou de ,,brave
Company" zoo graag ontsierende reclame plaatsen
op de door haar gepropageerde mooie plaatsen,
ze dit niet mag.
Dat hier en daar een bescheiden reclame is aan
gebracht ter verwijzing naar benzinepompen zal u
toch niet zóó pijnlijk getroffen hebben, dat dit u
het onlogische stukje in de pen gaf ?
Laat ik u hier nog iets bij raogen vertellen.!
Zelfs, van deze werkelijk bescheiden borden,
werden er op last van de autoriteiten eenige ver
wijderd, ohidat z"c ontsierend 'bleken voor de
land'lijkc omgeving.
D. G. SANTEE LANDWEER
KUNSTHANDEL Heerengracht 396, AMSTERDAM C.
TOT 14 MAART
TEN TOOK8TEL.L.IN O
PREISTKUXST
Indien de brave Company" hieraan maar wat
ruchtbaarheid had gege\en, en bijvoorbeeld pu
bliceerde, dat zij haar aanwijsborden verwijderde
op die plaatsen waar naar haar smaak geen reclame
thuis behoorde, ja dan hadden wij u misschien
veel vrees kunnen besparen.
Helaas, dit middeltje om ook in uw oogen popu
lair te worden was een tikje goedkoop, te goedkoop.
Overigens hoop ik, dat u zich in de toekomst
niet meer zoo door (ongemotiveerde) vrees zult
laten leiden. Kent u het versje, waar van' ik hier
onder het begin citeer? Er zit waarheid in, vindt
u niet:
De mensch, die lijdt het meest
Door het lijden, dat hij vreest
En dat niet op komt dagen....
, W. KÖNIG
Chef Afd. Publiciteit A.P.C.
V.ROSSEM
i: