Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MAART 1931
No. 2805
No. 280$
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MAART 1931
7.
Fransche boeken
AYMERIS
Aymeris l) liet boek van Jaeques
Emile Blanche dat thans in eene
definitieve editie wordt gepubliceerd,
heeft, naar de voorrede van A.
Maurois ons leert, een avontuurlijk
verleden. Het was'geschreven toen in
1014 de oorlog uitbrak en zou ver
schijnen in het tijdschrift La Xouvelle
Revue Franc,aisf. Op aanraden van
AndréGide verdaagde de auteur de
publicatie ervan en begou hij het
oorlogsdagboek dat verscheen onder
den titel Cahiers d'un urfistc en waar
van het eerste deel althans een der
merkwaardigste geschriften is. die
door den oorlog werden geïnspireerd.
Na den oorlog werd Aymeris uit
gegeven door eene jonge firma die in
financieel» moeilijkheden geraakte
toen het boek net van de pers kwam.
Het was. naar liet schijnt, eene nogal
merkwaardige, door den auteur
geillustreerde uitgave, waarvan de
meeste exemplaren op geheimzinnige
wijze zijn verdwenen. Zoodat het
thans eene zeldzaamheid is.
Die bibliografische avonturen van
Aymeris zouden niet .interessant zijn,
indien uit het belang dat men er aan
hecht niet bleek dat de vrienden van
den auteur het zoekgeraakte boek
voor een belangrijk geschrift hielden.
En belangrijk is het inderdaad. In de
eerste plaats omdat het een boek is
van J. E. Blanche, een der meest
bevoegde getuigen van het artistieke
leven in Frankrijk in de jaren 1870??
1914; in de tweede plaats, omdat
laatstgenoemde periode, na het E
omantisme. d** meest curieuze is van
uu negentiende eeuw.
Men weet dat J. fi. Blanche een
schilder is die eene eervolle plaats
inneemt in de post-impressionistische
groep, naast Amah-Joan, Cottet,
Lucien Simon en anderen. Het ligt
buiten mijn bevoegdheid zijn schilder
werk te beoordeelen, maar wat ik
daarvan heb gezien l }jkt me dezelfde
hoedanigheden en gebreken te
vertoonen als zijn literair werk: een
knappe techniek, eene scherpe, maar
eentonige visie van de wereld, zonder
eenig Jycisme, en altijd eene groote
distinctie, die wel eens
geaffecteerdengelsch aandoet. Zijne, maatschap
pelijke en artistieke positie bracht hem
in kennis met de meest vooraanstaan
de personen uit de jaren 1880?1014;
hij kende Verlaine en Rinibaud,
Mallarméen nagenoeg alle symbo
listen, Oscar Wilde en G. Moore en
verder Barrès, Proust en allen die in
de kunstenaarswereld maar eenigen
naam hadden. Hij leefde als kind in
de ultürie schittering van het Tweede
Keizerrijk, hij beleefde den oorlog van
1870, de Commune, Boulanger, de
Dreyfus-zaak. Van de generaties die
groeiden en leefden tusschen twee
oorlogen is hij werkelijk een der meest
representatieve figuren.
* *
In Aymeris geeft de auteur twee
dingen: een tableau van de groot
burgerlijke maatschappij uit de jaren
1870?1014 en het portret van een
typisch vertegenwoordiger van die
generaties, Oeorges Aymeris, een kind
van het overwonnen Tweede Keizer
rijk, zooals de held uit Les Confesaions
d'uit enfant du Siècle ecu kind was van
de romantische generatie der
over1) Jacquea Emile Blanrhe, Aymeris.
Paris, Librairie Pion.
wonnenen van \Vaterloo. Maar het
geval van Aymeris is misschien nog
gecompliceerder. De zware herediteit
die hij draagt wordt nog verzwaard
door de tijdsomstandigheden en door
do karakteristieke eigenschappen van
zijne natuur: eene halsflachtigheid,
eene angstvalligheid, iets vrouwelijks
dat ook weer niet geheel vrouwelijk is,
een teederheid die naar liefde verlangt
en niet den moed heeft zelf haar
liefde te kiezen.
Zoo zien wij den kleinen Oeorges
opgroeien als late spruit van twee
verwante echtgenooten, teer naar
lichaam en geest, willoos, speelbal van
alle omstandigheden en grillen. En zoo
zal hij blijven. Van zijn jeugd tot zijn
laatste levensjaar is er in zijn leven
geen enkele lijn. Hij doolt en zoekt,
keert op zijn stappen terug, ontvlucht
zichzelf en vindt zich altijd weer.
even onvoldaan en even arm/a'ig. ?
Achtereenvolgens bemint hij of
meent te beminnen: Jessie, de zuster
der etigelsche gouvernante 5 Lucia, de
vreemde, onwerkelijke prinses;
Rosemary de teedere gedeclasseerde vrouw,
naar het engelsch model; ten slotte
('ynthia. met wie hij trouwt. Met geen
enkele is hij gelukkig. De liefde is
trouwens voor hem geen ernstige zaak;
en zelfs niet het leven, noch de kunst.
Als hij schildert doet hij dit niet met
de hooghartige liefde die hem zou
kunnen bevrijden van dit gevoel van
vergankelijkheid en nutteloosheid dat
hem aldoor kwelt. En als hij aan 't
einde zelfmoord pleegt, doet hij dit
nog schijnbaar zonder reden. Is hij
eenvoudig meegeleefd? Hij weet het
natuurlijk niet. Wel weet hij dat zijn
gansche leven een mislukking is en
ook dat hij niét werd overwonnen,
want 1) ij heeft niet eens gestreden. Maar
nooit heeft hij n oogenblik het
gevoel gehad der vrijheid, omdat hij
het eenige wat hem van zichzelf had
kunnen bevrijden: een beetje wils
kracht, niet heeft bezeten. Er is in de
figuur van Georges Aymeris nog iets
troosteloozer dan in de meest wan
hopige romantici. In hem ziet men
werkelijk een generatie uitbloeien in
een dor dilettantisme en meer dan
eens heeft Aymeris me doen denken
aan den held uit Bang's foffnunglose
Geslaechter.
Wat de waarde van Aymeris als
kunstwerk betreft, die is niet zoo
gemakkelijk te bepalen, noch de
plaats die dit boek eenmaal in de
literaire geschiedenis zal innemen.
Henri de Régnier beweert dat'Aymeris
zich situeert tusschen Adolphe en
Volputc, niet zoo ver van Les
Confeasions d'un enfant du Siècle en
Domlniquc. Ik kan die meening, die
me erg gewaagd lijkt, niet deelen. Als
roman héft het boek van J. E.
Blanche vele gebreken. Naast zeer
aardige scènes uit het leven in Parijs
en Londen, naast typische bladzijden
over het fransche familieleven, bevat
het heel wat overtollige beschrijvingen
en vervelend gepraat. Maar wat voor
treffelijk is weergegeven, met een
kunst die dadelijk naar het hart
grijpt in zijn eenvoudige, schrijnende
bekentenis, dat is de beschrijving van
Aymeris' jeugdjaren. Dit zijn mees
terlijke bladzijden. Goed beschouwd,
is Aymeriêeen der meest eigenaardige
boeken uit de laatste jaren, een
literair-geschiedkundig documen,t dat,
ik ben ervan overtuigd, met de jaren
aan belangrijkheid zal winnen.
J. VAX NIJLEN
Naar eigen
ontwerpen in onze
werkplaatsen te
Oosterbeek
vervaardigd
EU&ELEN
STEUNZOLEN
SYST. PROF. HOFFA/
NAAR MAAT'
FA J.A.MASSING corin.vEm
O.Z.VOORBURGWAL 334
V* TIET BlfUICnCASTHUIS
PAASCH
EITJES
van Droste zijn iets
bijzonders. In diverse
exquise smaken, o.a.:
GIANDUJA-EITJES,
een vulling van vloeiba
re Gianduja-chocolade
Ziet toe, dat ge
Droste's krijgt.
//ALTIJD WELKOM*
Sea-fft
orse
Moui^jn Jenever
M.P.POLLEN & ZOON ROTTERDAM
Spoor's
Mosterd
W. A, Spoor Jr., Cukmborg1.
Zee/3/ %Len bij
^T*. f ? J-» T
?6,j hef
457
3286
tz Schoot of
prospectus.
G J. DE KONING 6 ZOON
Keizersgracht 447,
Opgericht Ao. 1739
Warmwatervoorziening.
Gebruik room van OUD-BUSSEM.
Het is een lekkernij
AUG. KAUPMANN
P. C. Hooftstraat 113, Amsterdam Z., Telefoon 23308
SPECIALE AANBIEDING
BED-, TAFEL- EN HUISHOUDLINNEN
Zuiver Linnen Handdoeken 55 et.
Zuiver Linnen Droogdoeken 55 et.
Restanten Lingeries Tricotages - Zakdoeken
Ktchtzcndtno; franco.
een croupier in da k u r zaal van knocke
wilde zelfs xljn schoenen vergokken.
dan wil ik nog zien," ?
wat me d'ultkljk" kan bién!"
nweg mijn schoenen! nou dan ga ik op sokken!'
'l.
A\
Geïllustreerde Wereldgeschiedenis
Boekbespreking door Mr. E. Straat
Nieuwe Geïllustreerde Wereldgeschiedenis.
Nederlandsche bewerking onder leiding
van Dr. Jan Eoniein. N. V. Seyffardt's
Boek- en Muziekhandel. Amsterdam.
i IV. Oude Geschiedenis.
WIE zich een oordeel wil vormen over de
waarde van deze nieuwe wereldgeschiedenis,
«al zich, indien men mag afgaan op de eerste
vier deelen der Hollandsche bewerking het
Engelsche origineel moeten aanschaffen.
Harmsworth's Universal History of the World",
product van de samenwerking van honderdvijf tig
Britsche geleerden, zal wel nimmer als een model
van geschiedschrijving gelden. Het werk lijdt aan
zelfoverschatting. Het wil eenerzijds alle
cultuuraspecten van alle volken in alle tijden beschrijven
-en verklaren, en niet slechts politieke en
sociaaleconomische geschiedenis geven, maar ook de
religieuze, philosophische, juridische, litteraire n
.artistieke historie van de heele wereld omvatten.
Het behelst zelfs uitvoerige linguïstische studies
en een kapittel over het rhythme van het
Ciceroniaansche proza. Het wil aan den anderen kant
?door en door populair zijn en eenvoudige" ver
klaringen geven van dingen als de Orphische
beweging, Caesar's conflict met Pompeius, de
Gnosis, de Enneaden van Plotinus en het
Roniein:sche recht, complexen, die ook de beste speci
alisten wel nooit in vollen omvang zullen
belvcerschen. Wat heeft het voor zin, een zoo heikle
3ache" als de Gnosis in een paar bladzijden te
verklaren" voor leeken, die alle voorbereiding
voor dergelijke uiterst ingewikkelde zaken missen?
Dat is het ergerlijke van populaire geschiedschrij
ving: de moeilijkste kwesties worden behandeld
als gold het simpele, voor iederen leek zonder veel
moeite te begrijpen problemen.
Maar Harmsworth's History is bij al zijn ge
breken een door conceptie, geschiedbeschouwing
«n methode van arbeidsverdeeling merkwaardig
Werk, een experiment, waarvan iedei,- historicus met
belangstelling kan kennis nemen. Het verwerkt een
eerbiedwekkende hoeveelheid nieuw materiaal,
telt vele voortreffelijk geschreven hoofdstukken
en is met zorg n smaak uitgegeven.
Wat echter door Seyffardt's Boek- en
Muziekh'andel sedert 1929 als Nederlandsche bewerking
aan de markt wordt gebracht, heeft mijns inziens
-alle waarde verloren door de meer dan slordige
manier, waarop de bewerkers, Dr. Jan Romein,
Drs. J. Suys, S. van Praag en H. J. Smeding met
.het origineel zijn omgesprongen. Wie er nog aan
mocht twijfelen, vindt in deze vier deelen oude
geschiedenis het bewijs, dat ook een eenvoudige,
volstrekt niet litteraire" tekst door onbevoegde
vertalers zoodanig kan worden verhaspeld, dat
het niet meer mogelijk is, tot zijn inhoud door te
?dringen.
* * *
Reeds bij een eerste kennismaking ontdekt de
-weetgrage lezer ontstellende zaken. Een van
reclame druipende inleiding der bewerkers gewaagt
met trots van de, .weergaloos overdadige illustraties,
?de technisch volmaakte reproducties", waarmede
de tekst is verlucht. Dat het slecht gedrukte
plaatjes blijken te zijn, niet te vergelijken met de
keurige afbeeldingen, waarmede bijvoorbeeld
Ullstein's Weltgeschichte reeds twintig jaar geleden
werd uitgedoscht, is aan den uitgever te wijten,
?die een papier en een reproductie-procédége
bruikte, dat ook de mooiste foto's en teekeningen
moest verminken. Maar de onder die plaatjes afge
drukte, verklarende beschrijvingen zijn vrijwel
zonder uitzondering in zoo'n erbarmelijk slectit
Hollandsen gesteld en bereiken herhaaldelijk een
dergelijken graad van onzinnigheid, dat van een
onbevangen appreciatie geen sprake meer is en
men nog slechts in lachen kan uitbarsten of nijdig
worden. Het is waarlijk niet ieder's werk, pakkende
headlines" te maken, laat staan ze gelijkwaardig
te vertalen; voor wat hier geleverd werd, zou
?echter elke prijscourant zich scham» Ik zal mij
tot twee voorbeelden bepalen, blim. iu>. gekozen
uit een voorraad van honderder Ziehier een
karakteristiek van Akhnaton:
Akhnaton wijdde zich voornamelijk aan gods
dienstige hervormingen en aan philosophie, zoodat
>de Egyptische vasallen in Palestina en Syri
onafhankelijk werden. Op deze portretten ziet hij
er weliswaar intelligent uit, maar hij schijnt in
werkelijkheid zeer weinig practischen zin te hebben
gehad."
En Cicero, die Briand der Oudheid, krijgt het
volgende zinnetje onder zijn portret:
? Na Pompeius' nederlaag bij Pharsalus zwoer
hij de politiek, waar hij inderdaad geen held in
was, af, om zichzelf uitsluitend aan de litteratuur
te wijden...."
Commentaar lijkt mij overbodig.
Tot den eigenlijken tekst overgaande, vindt de
argwanend geworden lezer de bevestiging van
zijn bij het plaatjos-kijken opgekomen vermoeden:
dat de bewerkers te slecht Engelsch kennen om een
voudig proza correct te vertalen. Deze duizenden
kolommen wemelen van de gekste, grofste
vertaaiblunders. Geen bladzijde zonder blunder" schijnt
het parool te zyn geweest. Het is ondoenlijk ook
maar 10 pCt. van den rijken oogst te citeeren.
Enkele van de amusantste wil ik niet weglaten.
Men wil ons doen gelooven, dat Carlyle van
den historicus zou hebben verlangd, dat hij ,,de
illusie van den tijd zou u-egzweepen" Zoo
heftig was Carlyle niet: hij had het over sweep
away". Wat is ,.een kabbelvormig mes"? Een
cobble-knife of cobbler's knife, waarde lezer,
of te wel een schoenmakersmes. Wat is
bewustzijnsvrijheid"? Freedom of conscience, is gelijk
gewetensvrijheid. Dat ..godsdienst een emotioneel
reliff geeft" is een mededeeling, die velen onbe
grijpelijk zal blijven, zoo lang zij niet weten, dat
men emotional relief" (d.w.z. steun, hulp, ver
lichting enz.) heeft.... willen vertalen. Wie to
mean" altijd botweg met beteekenen" weergeeft,
komt tot enormiteiten als de volgende: ..De her
vorming beteekende, dat landjonkers en koop
lieden, boeren en ketellappers zich op de lectuur
van de heilige boeken der Joden wierpen". Wat
beteekent HoffelijkheM van prof. Langden"
onder een plaatje? Is By courtesy of ...."
dan zoo moeilijk in het Hollandscb weer te geven?
Sociale oorlog" in plaats van bondgenooten
oorlog" is lichtelijk misleidend.
Tijdgenootschappelijk inzicht" is niet erg mooi. maar een gekaarte
aardbol" lijkt mij onzin. Dat priesters zongen
onder begeleiding van de ijle tonen van harp
en trom" weiger ik te gelooven. En wie van de
bewerkers schreef in een hoofdstuk over het oude
Ilomeinsche huwelijk de volgende dwaze zinsnede
neer: Twee andere, minder belangrijke vormen,
een symbolische verkoop van de vrouw (coemptio)
en een uitoefening van een niet onderbroken bijslaap
gedurende een jaar (usus) waren ook geldig"?
Waarschijnlijk dezelfde, die mededeelt, dat de
godsdienst een intrigeercnd bestanddeel van d
sociale en politieke organisatie" bij een of ander
volk was.
Embarras du choix en gebrek aan ruimte nopen
mij, het hierbij te laten; wie er plezier in heeft,
kan vrijwel op elke pagina soortgelijke flaters van
de eerste grootte vinden.
Daaromheen schaart zioh een bonte rij van de
schoonste Charivaria. Met alle grammaticale be
grippen, van naamvallen en preposities tot
tempora en modi,1 liggen de bewerkers onverzoenbaar
overhoop. Zich omringen door schandknapen",
studies in de praehistorie", dat zijn kleinigheden
vergeleken bij de nauwelijks te ontwarren kluwens
van zinnen, die zich als poliepen traag en slijmerig
over de pagina's kronkelen. Dat wij dit volk
weer levend hebben kunnen maken voor onzen
geest, danken wij uitsluitend aan de lagen, die de
overblijfselen ervan, bewaard hebben en die nog
onder andere beschavingen liggen en den tijd waar
in het leefde weten wij uit het niveau waarop die
overblijfselen gevonden zijn met betrekking t/ot
den Nijl". Oef! Ook indien dergelijke
stunteligheden uitzondering waren, zou de recensent de
plicht hebben ze te signaleeren; nu zij bladzijde
na bladzijde overwoekeren en onherkenbaar maken,
moet worden geconstateerd, dat wat een waardevol
boek had kunnen zijn, onder de handen van
kennelijk onbevoegde.grenzeloosslordige bewerkers
onleesbaar papier is geworden, waarop Catullus'
onbarmhartige qualificatie van cacata charta"
ten volle toepasselijk is.
HÖTEl-CAFÉ-RESTAURANT
HtTGOUDEM HOOPD
REMBRANDTPlEIN 37-39 -TEL 34I5O
De Bonbonnière van het Rembrandtpleln
Couvert f 2.50.
Restaurant Ier tage.
KRONIEK
I) e zaak-La DB
HET is haast niet twijfelachtig of de ,,ver
dachte v. O.", gelijk het kieschheidshalve
in de rechtsverslagen heet zal nu wel definitief
veroordeeld worden. Xoemenswaard nieuws is
tijdens de behandeling van het proces voor het
Bossche Hof niet gebleken, en men kan zich moei
lijk onttrekken aan den indruk, dat de Justitie de
zaak een beetje moe is en er nu mee gedaan wil
hebben. Zoo is het met menschen zoowel als
corporaties: ook de belangrijkste rechtspuzzles
vervelen hen op den duur. Xa de veroordeeling
zal er dan een mensch uit de maatschappij ver
dwijnen, die misschien wel den moord bedreven
heeft. Of misschien ook niet.... Er bestaat een
bepaalde mate %-an waarschijnlijkheid, maar die
lang geen zekerheid is. En daar gaat het toch
eigenlijk juist om. Wie het sluitend betoog van
den advokaat-gcneraal las, voelde zich diep over
tuigd tot hij het niet minder redelijk betoog
van den verdediger las. Daarna wist de eenvoudige
leek en lezer niet meer wat te denken. Maar wie
wel eens van het Romeinsche recht gehoord had,
meende, dat hier nu zich de gelegenheid \ oordeed
het in dubio pro reo (in onze moerstaal: .twijfel
strekt tot voordeel van den beschuldigde) toe
te passen. Immers, het komt minder er op aan of
die beschuldigde feitelijk de daad bedreef, als wel
of het O.M. het bewijs heeft geleverd, dat deze man
die daad bedreef, en daar ontbrak nogal aan, gelijk
de verdediger, zonder veel overdrijving of drog
reden, heeft uitgewezen. Innerlijke overtuiging
van de schuld, gelijk die bij den advokaat-generaal
ongetwijfeld aanwezig was, kan het gemis aan
evidentie niet goedmaken, en men had zelfs de
demonstratie dier zielsovertuiging zonder schade
kunnen missen. De verdediger complimenteerde
het O.M. over zijn beschuldigingsrede zonder
animositeit. Zou dat ironie geweest zijn? Wie de
rede las, vond, tenminste aan het slot, niet anders
dan hartstochtelijkheid, een geweldigen toorn, die
den beschuldigde maar wat benauwd maakte.
Eens zult gij u schuldig bekennen!" besloot,
zeer op den man af, deze Titanisch donderende
strafprediking, en niemand zal gewis betwijfelen,
of dit prima rhetoriek is. mooi, maar zonder zin.
Want indien de verdachte V. O." tot 15 of 20
jaar gevangenis wordt veroordeeld, kan hij zich
tenminste de weelde veroorloven nooit meer iets
te bekennen. Hij gaat so wie so" achter slot.
Dit was dus van het O.M. meer een theatraal
effekt, dat men overigens vaker ziet bij O.M.'s.
Het komt, geloof ik, wijl deze O.M's zich dan te
zeer au serieux nemen, als waren zij zelf de beli
chaamde Justitie, de Gerechtigheid in eigen persoon.
die het Booze slaat en uitdrijft. Dat is op zich zelf
een indrukwekkend schouwspel, maar, ongelukkig,
zelden van pas. Immers, zuiver bezien, heeft de
eene mensch tegenover den anderen nooit een toon
van zedelijke meerderheid en verontwaardiging
aan te slaan. Wij zijn allen gelijk zondaars voor
het Oog des Heeren. En het feit, dat de maatschap
pij, tot haar zér egoïste zelfbehoud, sommigen
belast met de wering der ergste, gevaarlijkste
onmaatschappelijkheden. is waarlijk nog geen
reden hoogmoedig te zijn op of in dat nederig,
ofschoon nuttig werk. Want het geldt hier een
bloote nuttigheidsmaatregel. Het is net als de
Stadsreiniging.
F. C.
Voor allen die Sukkelen
met Verstopping of moeilijken, tragen en
onregelmatigen Stoelgang zijn
Mijnhardt's Laxeertabletten
onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn.
Bij Apothekers en Drogisten. Doos 60 et.