De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 7 maart pagina 9

7 maart 1931 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MAART 1931 No. Taalschut door Dr. G. F. Haje XXXII. verslechteren - ver slechtering DIT zijn voortbrengsels van onze sociaal-democratische pers: verstechlering van het kiesrecht, van arbeidstoestanden. Ze waren haar weer ingegeven door de bladen der groote Duitsche partij, hare voor beelden. In onderwijzerskringen zijn ze daarop vertroeteld en zwaar ge voed: tegen de verslechtering van het onderwijs! De levende taal heeft zich bij instinct van hen afgekeerd. Het zijn en blijven onvervalschte, gemeene germanismen. Vooreerst druischt hun vorming tegen ons taaieigen in. Onze taal en het Duitsch beide maken werkwoorden van ad jectieven door afleiding met ver Maar het groote, teekenende verschil hierbij is, dat het Nederlandsen het adjectief ongewijzigd bewaart: fijn ver/ynen; groot?vergrooten; klein verkleinen] fraai?verfraaien; zuur verzuren', waar het Duitsch het adjec tief bij voorkeur in den vergroot end en trap brengt: fein?vcrfcinern; gross vergröasern; klein?verkleinern; schön -VQVSchönern; sauer?versauern. Op dien grond hadden de Duitschslokkers, zoo ze nog een sprankel taaigevoel bewaard hadden, verslechten moeten nemen. Zich vergewissen lijkt al evenmin zuiver Nederlandsen op de graat, maar gesteld dat dit over genomen is, men bejegende toen het Nederland sch toch niet zóó onbe schaamd,dat men van sich vergeic issern dorst maken: zich vevgewisseren. Alleen van die adjectieven, welke een onregelmatige comparatie hebben, heeft het Nederlandsen in zulke afgeleide werkwoorden den vergrootenden trap toegelaten. Veel?meer: vermeeren; vermeerderen met dubbele comparatie. Weinig nrinfler: ver minderen. Go?d b?ter: verbeteren. Kwaad?erger: verergeren. Tot deze soort is ook verwijderen te bren gen, daar wijder hier het comparatieve begrip van ver is: iemand of iets verder zetten. Wijd:?wijder levert verwijden volgens den straks genoemden regel. Maar verluieren dan, hier zit toch wel de comparatief, ofschoon luier bij lui regelmatig is. Daar verluien bij onze oude schrijvers wel voorkomt, o.m. bij Bredero in de Spaense Bra bander, zou men kunnen denken, dat verluieren een minder zuivere bijvorm ervan geworden was. Het is echter Waarschijnlijker, dat verluieren een verzwakking is van verluiaarden: zyn tijd verluieren staat dan voor: zijn tijd als een luiaard doorbrengen. Er zou dan in deze afleiding geen adjectief aanwezig zijn. Verouderen doet zich wel als on zuiver kennen Vroeger luidde het verotwfen. Men moest het weer in dien goeden vorm zien te herstellen. Met genoegen ontmoette ik verouden (een teeken van verouden)' dezer dagen bij den bekwamen Uteratuurverzorger J. H. van den Bosch in zijn aanteekeningen op Potgieters Jan, Jannetje. '\ ALTIJD WELKOM De groei der Droste-fabrieken, als gevolg van de steeds toe nemende vraag, is oorzaak, dat ?ik er een collega bij heb ge kregen. - Mag ik hem aan U voorstellen, hij zal uitsluitend de belangen van de vermaarde Droste Pastilles behartigen. Verpakt in kokertjes van 40 cent en in de bekende ronde doozen. Vier smaken. Overal verkrijgbaar. ROSTE PASTILLES ABONNEERT U op de Groene"?waartoe U slechts de coupon op pag. 3 van het omslag heeft in te vullen en te verzenden Voor alte doeleinden Ch«a Koldewey 6 Corbière Leidschestraat 30 - Amsterdam SPECIALITEIT IN: Slaapkamermeubelen Matrassen Dekens r^ i l Voornaamste Kleedinqinrichtin op elk gebied i 2805 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MAART 1931 Radio en Grammofoon Gay-Pepusch en Brecht- Weill door Lou Lichtveld Ultrapboon-platea m USSCHEN de oude BeggarsI opera van Gay en Pepusch en «Ie Dreigroschen-oper van Brecht en Weill liggen juist twee eeuwen. De première van het eerste stuk vond plaats einde Januari 1728, het tweede stuk dateertvan 1929.1n dien tiisschentijd is er ntet erg veel gebeurd. Alleen de grammofoon is inmiddels ontstaan, zoodat wij wel allerlei platen van de Dreigroschen-oper hebben, maar niet van de Beggars-opera. En dat is heel jammer. Want de oude Engelsche ballad-opera waarmede Gay en' Pe pusch met zooveel succes de Italiaansoho opera bestreden (precies zulke minderwaardige, zesdehandsche ItaBEGGAR'S OPERA. ACT r, SCÈNE Pcuhum'i /?«/>? tKi,ixitl mlsrii Etik tfjantti Itfm Hm, AIR I. An otd vomin elojthcd in CTWiOUGH tU iti imf'vmn,, ,? t,f, ?*? £.».* ttifttur iltjei ti, t,nktr; . M jrefej/inil h rifir ft **e'i:r. Ttr Pn.ft i ft!) tl, Lti.}?« ,kMI> 'Ttt Lawyir tr.tjMtn il, Oivittf JuJ Itt Siilrfma». H?,ft k,,', ?, t thiil tu triJt ti buu/t n miu. Atl»r«f liaansche opera's als die waarmede wij in Holland blij moeten zijn) heeft werkelijk zooveel kwaliteiten, dat ook de toehoorders van thans dit werk nog best en bijna in zij n'geheel zouden kunnen genieten. Pepusch, die de muziek samen» stolde (alleen de ouverture was heelemaal zijn eigen schepping), was een Duitscher en Weill is zijn geestelijke nazaat. Evenals Pepusch verzamelde wat er aan aardige en pakkende volks deuntjes op dat oogenblik in zwang was, heeft ook Weill een muziek ge schreven die feitelijk pasticcïo is van Hctueele muzikale gemeenplaatsen, zoowel op het gebied van de jazz als <>p dat der romantische lyriek. Heider muziek kon het zoo goed doen omdat ?ze dingen samenvatte die afzonderlijk lang reeds populair waren. Wat tekst en dramatische inhoud betreft, Bert Brecht heeft meer aan den Engelschman John Gay te dan ken, dan hij zelf graag zal willen be kennen. De heele opzet en vooral die prachtige ideologie zonder welke 5500wel liet oude als het nieuwe stuk allo waarde zou verliezen, zijn aan Gay te danken. Hij was ook niet de eerste de beste. Van huis uit een serieus librettist die by voorbeeld voor Handel den tekst dichtte van zijn Acis and Galathea". Toen er een literaire animositeit ont stond tegen de Italiaansche vuilnis, Swift in Gullivers travels" en Pope in zijn Dunciade tegen hen van leer trokken, koos de literair weibegaafde ? Gay hun partij en zette hij zich aan het dichten van de Beggars-opera, daarin alle bekende situaties en librettisten-cliché's uitbuitend. Hij liet het voorkomen, alaof de opera door een bedelaar geschreven was, en hij liet deze in een proloog mededeelen dat het een bruiloftsstuk was voor twee voortreffelijke straat zangers. Alle dingen die in uw gevierde opera's te vinden zün, zegt de bedelaar, heb ik ook in de mijne: de zwaluwen, de bijen, het schip, de bloemen, en wat dies meer zij. Ook heb ik een kerkerscène die voor dames nog altijd aoo heerlijk pathetisch pleegt te zijn. Wat de rollen betreft, heb ik tegenover onze beide prhnadonna's een zoo schoone onpartydigheid in acht genomen, dat tegenstand van een van hen is uitgesloten. Ik hoop, en het moge mij vergeven wor den, dat ik mijn opera niet zoo on natuurlijk heb opgezet als de gang bare, want bij mij ontbreekt het reci tatief; afgezien hiervan moet men mij echter toogeven dat hot een wer kelijke opera is, die noch begin noch einde heeft". Overigens heeft Gay den bedelaar verzen laten schrijven die heusch niet slecht z\jn. Direct bij het begin, in Peachum's huis, wordt het eerste lied gezongen: ,.Throu?h all the employfments of liJe Each nelgltbour abuses hls brotlier; Whore and Rogufh tey ca.l hufban^ and wife All professions be-rogue one another. .The Priest calls the Lawyer ,a cheat, The Lawyer be-knaves the Divine; And the Statesman, because iie's sögreat, Thinks hls trade as honest as mine". De melodie is die van een tocnmanls welbekend liedje, getiteld An okl woman cloathed in gray", en de menschkundige woorden worden ge zongen door Peachum, terwijl hij met y/ijn fraaie boekhouding bezig is. De dramatische opzet is net zoo door Brecht overgenomen, en tot zelfs in de scandeeriug der Duitsche verzen herkent men de ontleening. Gay'» held is een rooverhoofdman, die van straatroof leeft en tegelijkertijd vijf vrouwen heeft eu tevens in dienst staat van de politie, en die'tenslotte moet gehangen worden. Het aardige van het geval was, dat allerlei bestaande personen de hei*kenbare prototypes waren van John (jay's schepselen. Een bekende boef, Jonathan Wild, die ondanks al zijn wandaden zelf meer dan ;:.estig collega's der politie in handen speelde, werd het voorbeeld voor Peachum, wiens dochter Polly in het stuk gehuwd is met den aartsschurk Macheath. Getrouw aan zijn vreemdsoortige roeping verraadt Peachum ook zijn schoonzoon, die op zijn beurt meteen Polly aan de dijk zet. Tenslotte wordt Macheath toch niet gehangen, 'omdat do bedelaar niets voelt voor de gangbare operatragiek, en tusschen zijn boeven en snollen een betere en juistere kijk op het leven krijgt, dan de Italianen mét hun klatergoud. ? . . ? *. * '? Men heeft de Beggars-opera altijd alleen willen voorstellen als een paro die van de opera scria. Maar ik geloof achteraf dat Pepusch misschien, en Gay in ieder geval, nog iets meer bedoelden. Dit werk is geboren uit dezelfde mentaliteit als die van Pope en Swift; een scherp-critischo menRechtszaalscène uit de Beggars-Opera (Teekening van Hogarth). taliteit, vol afkeer van de bestaande hypocriete maatschappij; een 18deeeuwsch relativiteitsgevoel dat niet terugschrok voor de meest barre consequenties 'en de radicaalste her zieningen. De giftige gevoeligheid van Swift, zijn verbeten weemoed die hem de grofste dingen liet zeggen om dat hij niets zoozeer verafschuwde als de tranenrijke huichelarij, datzelfde heeft ook het aanzijn gegeven aan den dieperen inhoud van de Beggarsopera. Het is een geest welke ten nauwste verwant is met die van Hogarth 's beeldende kunst. ? En wanneer de 69 nummers waar uit Gay 's werk bestond in de twintigstc-eeuwsche bewerking sterk zijn gecomprimeerd, dan vinden wij niet temin dezelfde atmosfeer en bedoeling behouden. En het is deze Swiftsche geest die maakt dat de Dreigroschenoper meer is dan een geslaagde en. aardige imitatie alleen. De oude mu ziek bestond uit dansen, marschen en straatliedjes ; de nieuwe heeft songs, naar de gangbare mode geschreven. Om van dat vroegere maar eeu enkel voorbeeld te nemen, de bekend»* melodie: dat zij in de grijze mist van vroe gere eeuwen ontstond en op eenmaal in haar klare en volgroeide gestalte voor ons kwam te staan; zij is integen deel het product van een zeer voor bijgaande en vrij zwakzinnige mode: hetgeen nog 'niet zeggen wil dat zij jn bepaalde omstandigheden niet ge* * * slaagd kan wezen. Maar toch, bij het beluisteren van de vier Ultraphoonplaten (A 152?155) waarop bijna al de muziek uit de Dreigi'oschenoper werd samengedrongen, krijgt men lang niet zooveel muzikaals te hoóren als bij het door spelen van de melodieën der Beggarsopera. Fltraphoon heeft er een soort van Kurzoper van gemaakt,1 en hooft de muzikale scènes telkens met gebroken woorden welfce.de situatie mcdèdeelen door Kuit G erf on doen toelichten. En zoo krijgen wij ach tereenvolgens het liefdeslied en het kanonnenlit'd. de ballade van het aangename leven, de finale's, do zangscöne van zeeroover-Jenny. df BarLara-song. het jalouzie-duet, het lied van de ontoereikendheid van het menschelijke U*ven. en het slotkoxiaal te hooren.. Alles duidelijk opgenomen, LS h N J v'j j «J1 j r -M j p is er een uit de Beygars-opera. hoewel wij haar reeds iu een dansboek van het jaar 1052 aantreffen. IJay scln-eof er de sindsdien populair geworden woorden bij: If the hcart of a man is deprest \vith cares The mist is dlspell'd wtien a woman appears Like Ihe ? otesof afiddlesheswtetly, sweetly, Raiscs the spirits and charms our eais." De melodie heeft toen nog een heele reeks avonturen te beleven gehad, werd opgenomen in The Lancer's Quadrille" van Joseph Harth uit het jaar 1819, die later weer op het con tinent terecht kwam in een bewerking van Camille Schubert, de bij onze oudtantes beroemde Lanciers". Zul ke melodieën pasten volkomen bij de Peachum's en de Macheath's, omdat ze dezelfde soort avonturen. onder gingen. Of dat met de muziek van Kuit Weill ook het geval zal zijn, betwijfel ik. Ze is geen. volksmuziek in deze zin, «?u met de noodige somi-valschheid gezongen.-. door hotte Lenja. Erika 'l.lelntke en Ei-ich Ponto, die evenals* \Villy Trenk-Trebitisch met veel kunst hun zangtechniek.... wisten te ver donkeremanen, gelijk hier de bedoe ling is. Zij worden goed begeleid door de Lewis Kuth-band. Kwalitatief zijn het intusschen niet de mooiste Dreigroschenoper-platen; maar deze serie heeft het voordeel het volledigst te zijn, en door de gespro ken inleiding te winnen aan beteekenis voor hen die het géheele werk niet kennen. Maar.... 'wie brengt ons eens goede opnamen uit de oude Beggars-opera? ' Het zouden opnamen van dubbele waarde wezen, omdat, gelijk gezegd, dit werk minstens even .mooi is als de herschepping, en het bovendien een belangrijk, historisch document is: de eerste van meer dan honderd van zulke Ballad-opera's.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl