Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 MAART 1931
No. 2806
No. 2806
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 MAART 1931
Is verlaging der loonen geboden ?
door F. van Meurs
Ken bijdrage ter beantwoording
«lezer vraag.
D K redactie van dit weekblad heeft mij de
vraag voorgelegd of naar mijn oordeel ver
laging der loonen op dit oogenblik geboden is."
De Kngelsehe Minister van Financiën, Snowden,
welke nog al eens sarcastisch tut den hoek kan
komen, heeft eens in het Kngelsche Tarleinent.
toen men hem een heel lastige vraag deed. deze
beantwoord met de wedervraag: Kunt u mij niet
iets anders vragen?
De diepere zin van deze Wedervraag moet wel
van tweeledigen aard zijn geweest: namelijk den
vrager te verstaan te geven, dat vragen, waarop
hij zelf ook geen antwoord vermocht te geven.
ook niet' aan anderen voorgelegd dienen te
worden, blijkbaar met het oogmerk om lu-n
daarmede in moeilijkheden te brengen. Ten
tweede wilde hij. naar het ons wil voorkomen.,
er mede gelegd hebben: op alle vragen, welke
er gesteld kunnen worden, is niet altijd xonder
meer een antwoord te geven.
Zoo is het naav mijn gevoelen ook liet geval
met de door de redactie van dit orgaan gestelde
vraag.
liet opmerkelijke ten op/achte van het onder
havige vraagpunt in deze crisis is wel, dat vrijwel
iederen dag een nieuwe mogelijkheid aan de
hand wordt gedaan tot har.' oplus«ing. Kr zijn
er. die de loonen willen verlagen; den werktijd
willen verlengen; de sociale maatregelen
wenschen te besnoeien en. voorzooverre er dan nog
werkloosheid is. de uitkeeringen zoo laag moge
lijk en hun duur zoo kort mogelijk willen stellen.
om een permanenten prikkel te hebben voor het
aanvaarden van arbeid op elke voorwaarde.
Anderen wenschen precies tegenovergestelde
maatregelen als in de bovengenoemde punten is
aangegeven, waarvan zij op hun beurt weer een
spoedigen opbloei van de voortbrenging verwach
ten. Voorts wordt in plaats van sparen het doen
van uitgaven aanbevolen; iedere twee kwartjes in
de kous gehouden, beteekent de werkloosheid
verlengen, want als de vraag naar artikelen toe
neemt, is de noodzakelijkheid om ze voort te
brengen er vanzelf. En verder moeten de prijzen
in den kleinhandel naar beneden; zij zijn de enorme
daling van de prijzen in den groothandel eindelijk
achterna gehinkt.
Kortom het aantal theorieën neemt met den
dag toe en de werkloosheid bovendien. Dat niemand
gelijk zou hebben, is niet aan te nemen, evenmin.
dat n dit voor de volle 'honderd procent zou.
hebben.
Er zijn wel menschen. zelfs economisten, die
met het antwoord op de door de redactie van dit
weekblad gestelde vraag in den zak loopcn en
natuurlijk een antwoord in bevestigendeh zin.
Voor ons is de gestelde vraag een teeken des
tijds en zij teekent tevens dezen tijd.
weging uit. De meeste ondernemingen hebben
zelfs geen behoorlijke kostprijsberekeningen. In
welke mate de afzetmogelijkheid toeneemt bij een
bepaalde verlaging, weet men in den regel niet.
'Men gaat eenvoudig uit van deze redeneering:
als men zijn kosten verlaagt en men kan tot het
maken van een lageren prijs komen, dan heeft
men eerder kans tot afzet van liet product.
De laagst mogelijke kosten bieden de grootst
mogelijke kans tot afzet.
Als de arbeiders niet van hun loon behoefden
te leven, dan zou het heele crisis-geval akelig
eenvoudig zijn. Zelfs, wanneer er een behoorlijke
marge zou bestaan tussehen de kosten van het
strikt noodzakelijke levensonderhoud en het
werkelijke inkomen, dan zou het crisisvraagstuk
bij de huidige voortbrengingswijze nog een ander
aanschijn kunnen hebben.
Maar dit is niet het geval. De arbeidersklasse
klimt zeer moeizaam, langzaam aan, naar een
beetje dragelijk levensbestaan. Er af kan er nog
niets; er bij nog zeer veel om het op alle levens
gebieden voldoende te doen zijn.
Maar ook indien dit alles al beter was, dan zou
nog niet uitsluitend daar de moeilijkheid liggen,
om een positief antwoord te kunnen geven op de
gestelde vraag.
75j ligt voornamelijk elders.
* *
Een teeken des tijds is het, dat het slecht gaat in
handel en nijverheid en dan is er altijd maar n
roep: De loonen moeten omlaag. De domste en
achterlijkste ondernemer maakt nog een goed
zelfs een wetenschappelijk" < figuur, indien hij
maar mede zingt in het kqor, dat dezen roep uit
galmt. Hij kan nu toch de schuld van den slechten
gang van zaken op anderen schuiven.
Maar het is ook een teeken des tijds. dat men
in benarde oogenblikken alleen maar ziet naai
de kosten, welke de arbeider medebrengt. Dien
kan men aan; dat hoopt men althans en dan
is de zaak weer spoedig gezond.
De vraag, in welke mate de kosten per arbeider
van invloed zijn op de totaal-kosten per eenljeid
van product, maakt nauwelijks een punt van
overTENTOONSTELLING
WAGCNSTRAAT
OEN HAAG
SAMENVOEGBARE
MEUBELS
PROFESSOR
P R A N Z
SCHUSTER
* *
j ueiucewEs ii-i?1
^Opgrhcmdcn naar maat
Bij ons verkrijgbaar N.R.V. MONTA SCHOENEN
Er is crisis in een bepaalde, de huidige,
voortbrengingswijze, welke peiiodiek en met steeds
kortere tusschenpoozen in den knoei geraakt.
lederen keer weten de voorstanders van deze
voortbrengingswijze op welke manier men uit de
moeilijkheden kan komen. Zij weten het heel
precies, zeggen het althans met groote stelligheid.
Het wordt eindelijk tijd, zoo mag men toch gaan
verlangen, dat zij ook zullen weten, hoe een crisis
kan worden voorkomen. Dan zou er veel leed
worden vermeden en de moeilijkheden, waarmede
men nu periodiek tobt, zouden aanzienlijk geringer
zijn. Maar op dit stuk hebben wij nog nimmer van
dien kant een advies gelezen. Wel een geruststel
lende verklaring, namelijk deze: dat de crisis
inhaerent is aan de tegenwoordige voortbrengings*
wijze en dat zij moet worden aanvaard als een
groote schoonmaak; een periodieke gezondmaking
van ons huidige voortbrengingstelsel.Zooals, volgens
de opvatting van sommigen, een periodiek
terugkeerende adembenemende verkoudheid voor het
menschelijk organisme zoo heilzaam moet zijn.
Indien men nu op góéde gronden niet overtuigd
is van de onafwendbaarheid van het periodiek
crisisverschijnsel en men vooral waarde hecht
aan het treffen van maatregelen in de periode.
waarin geen crisis heerscht, dan komt men anders
te staan tegenover de eveneens periodiek
weerkeerende vraag, of lojnsvei laging noodzakelijk is.
Want er staan, dan twee groepen tegenover
elkaar met volkomen tegenovergestelde opvat
tingen, welke uiteraard ook weinig vertrouwen in
elkander kunnen hebben.
Als de eene groep steeds maar weer op zien
komen speelt en dan, als zij in moeilijkheden
verkeert, bij de andere, de arbeidersklasse, aan de
deur klopt oïn toegelaten te worden, teneinde te
kunnen spreken over loonsverlaging, dan is het
toch duidelijk, dat de andere groep geen thuis
geeft. Althans niet eerder dan nadat ?jj uit eigen
overtuiging, uit een door haar zelf erkende nood
zaak, het oogenblik daarvóór gekomen, acht,
Het geval wordt wel steeds heel simpel gesteld.
namelijk, dat eerst bij dalende loonkosten de
mogelijkheid er is om het bedrijfsleven weer op
gang te krijgen, maar men vergeet hier bij, dat
ten eerste, zooals zooeven is opgemerkt, er .van
het wekelijksch inkomen al niets af kan, en ten
tweede,.dat als de crisis voorbij is geen werkgever
het in zijn hoofd haalt het loon uit eigen beweging
weer op het oude peil terug tébrengen.
Strijd en nog eens strijd moet er door de
georganiseerde arbeidersklasse worden gevoerd,
waarbij dikwijls zeer /.ware moreele en
financieele offers door haar moeten worden gebracht
om het in crisistijd afgenomene terug te krijgen.
Zoo en niet anders is in het algemeen de gang
van zaken. En onder de vraag, of loonsverlaging
noodzakelijk is, zit tevens nog een andere vraag.
welke zich ter beantwoording opdringt, namelijk
deze, of de arbeidersklasse bij elke crisis een onder
mijning van haar bestaansniveau moet riskeeren.
M.a.w. of zij haar historische taak het karakter
wil geven van sisyphus-arbeid.
* *
*
Uit dezen gezichtshoek de gestelde vraag
bezien, zal het waarschijnlijk wat gemakkelijkei*
worden begrepen, dat de voor verschillende groe
pen zoo voor de hand liggende oplossing: crisis
werkloosheid dus loonsverlaging vermindering
der werkloosheid, opbloei van het economisch leven.
voor de arbeidersklasse niet zonder meer kan
worden aanvaard.
Hiermede wil dit gezegd zijn, dat, ook al zou
men de werkloosheid door loonsverlaging op een
bepaald oogenblik volledig kunnen opheffen, dan
is het nog voor de arbeidersklasse een gebod van
zelfbehoud voor nu en de toekomst, hieraan niet
zonder meer mede te werken.
Er zit zooveel rek en ruimte in de voortbren
ging van strikt economischen kant. gezien en ook
in het maatschappelijk vermogen en het inkomen.
dat dévoortbrenging gemeenlijk wel door het
ziekteproces heen kan komen, zonder dat tot
loonsverlaging behoeft te worden overgegaan.
indien maar die maatregelen op het gebied van de
productie en distributie worden getroffen, welke
de voortbrengingskosten kunnen verlagen en als
gevolg daarvan ook de prijzen der producten en
diensten.
Het uitsluitend instellen op den maatregel
van loonsverlaging beteekent bij de huidige samen-.
stelling van onze maatschappij een eenzijdige
handeling ten gunste van de bezittende klasse
welke onvermijdelijk tot gevolg moet hebben:
een bevorderen en in stand houden van een zoo
laag mogclijken levensstandaard der arbeiders
klasse. Hieraan mede te werken, kan niet van de
arbeidersklasse worden verwacht. Eerst dienen
alle andere mogelijkheden om de voortbrenging
weer op dreef te helpen, te zijn uitgeput, voor
en aleer aan loonsverlaging mag worden gedacht.
De vraag of loonsverlaging op dit oogenblik
, noodzakelijk is, moet bij een zoo algemeen
fornuiléering naar mijn opvatting ontkennend wor
den beantwoord. ?
De vraag zou slechts discutabel zijn, indien zij
, op een bepaald geval betrekking heef t en om dan
tot een oordeel te kunnen komen, zullen de belang
hebbende partijen ronrl de tafel hebben te zitten,
met de boeken er op en open.
GARCE-WEUBLES DEN HAAG
BATENBURG & FOLNIER
HUIJOCNftPAItK 22, TKIU 11O»0
? Illllk* T«rU»«n«V«rKoriln» Oarantl»
SPREEKZAAL
Pro-Kloos, Anti-Greshoff.
IN het ..Uaagsch Maandblad" van Februari heb
ik een artikel geplaatst, waarin o.a. betoogd
werd, dat de historicus, die na verloop van jaren
v>ver onzen tijd zal schrijven, het in menig opzicht
kwalijk buiten de dagbladen stellen kan, die
nochtans volgens verschillende deskundigen na
betrekkelijk korten tijd half vergaan en verteerd
zullen zijn.
Ik heb in het licht trachten te stellen, dat de
dagbladen o.a. voor de geschiedschrijvers van
gewicht zijn, wijl zij de kentering in de publieke
opinie weerspiegelen. In dit verband heb ik o.a.
gerept van den teyenwooritiijen Willem Klous. die
..in zijn jeugd een groot dichter en stylist is
geweest." Ik heb geconstateerd, dat in de druk
werken, die tengevolge van hun materiale samen
stelling wel van vrij langen levensduur zijn,
betrekkelijk weinig aan den dag komt van de
nochtans overheerschende hieening, dat het latere
werk van Willem Kloos sinds jaar eri dag niet meer
au serieus kan worden genomen, maar dat in
verschillende dagbladen hierom geen doekjes ge
wonden' worden. Ik heb in dit verband llenri
Borel (Vaderland) genoemd; ik had ook den be
gaafden letterkundige J. Slaxierhoff kunnen noe
men, die in de .,Nieuwe Arnhemsche Courant"
(den heer Greshoff wel bekend) op 23 Aug. 1930
over De Niéuwe Gids" o.a. het volgende schreef:
Dit periodiek is in de 45 jaar van zijn bestaan van
een baanbreker eener nieuwe litteratuur veranderd in een
soort familie-tijdschrift. Valt een fusie met de Haagsche
Dameskroniek niet ernstig te overwegen?
Óók verder blijft hij (Kloos) zichzelf getrouw, begint als
gewoonlijk iijn litteraire kroniek door uit zijn allerdiepste
zelf vele wijze woorden te putten, en zich in
Binnengedachten" in dat zelfde zelf te vermeien.
In een annonce In deze aflevering wordt Kloos de
alweter" genoemd. Lastige toestand. Ach ware hij nog de
eeuwig onbewuste, de hartstochtelijke mensen van Nederland.
' De eenige ievenden zijn Ralpri Springer en Wagenvoort.
Aldus dit tijdschrift, het beste in Nederland, omdat de
beste Nederlandsche letterkundigen er aan meewerken."
De heer Greshoff vindt dat het neerschrijven
van dergelijke meeningen den auteur stempelt
tot. ... nu ja, tot een creatuur, op wien de
kleineerende qualificaties toepasselijk zijn,. die men
op zijn grofste oogenblikken weieens bezigt ter
kenschetsing van die verachtelijke soort van
menschen, die merkwaardigerwijze onlangs door den
heer Greshoff met warmte verdedigd werden: ..de
beroeps-pornograf en."
De heer JSlauerhoff, van wien ik niet alles aan
haalde,, heef t zich scherper en ironischer over ,.De
.Nieuwe Gids" uitgelaten dan ikzelf. Bovendien
heeft de heer Slauerhoff zijn critiek geschreven
om de critiek, terwijl ik van het geval Kloos slechts
melding maakte om eenerzijds te doen uitkomen.
dat naar Maurois' Woord menigmaal de gansche
persoonlijkheid met den leeftijd verandert,, en
anderzijds in het licht te stellen, dat ettelijke scep
tische uitspraken in de dagbladen over het tegen
woordige werk van den tcgemvoordigen Kloos
(uitspraken, die de toekomstige geschied-schrijver
wellicht niet zal kunnen terugvinden) ten zeerste
contrasteeren met den eigen lof, welken men keer
op keer in ..De Nieuwe Gids" aantreft en met ver
bluffende aanhalingen uit buiterilandsche werken
gelijk men er een op pag. 127 van het Haagsch
Maandblad" kan vinden.
Het spreekt vanzelf, dat ik in geen enkel opzicht
een ongunstig oordeel heb uitgesproken over het
vroegere, door mij ten zeerste bewonderde, werk
van Willen» Kloos en dat de heer G. zich aan dwaze
Don Quichotterie , minus de ridderlijkheid van
i,den vSpaanschen romanheld" schuldig maakt
en ettelijke open deuren intrapt, als hij te keer
gaat gelijk hij in De Groene Amsterdammer" van
28 Februari doet.
3 Maart Mr. J. J. VAN BOLHUIS
'De Wereldgeschiedenis en haar )3criticus"
HET zijn de slechtste vruchten niet, waaraan
de wespen knagen, en we zouden het, ter
beantwoording van den minderwaardigen aanval
'op de Nieuwe (Jeïllustreerde Wereldgeschiedenis"
in De Groene" van verleden week, bij de her
innering aan dit spreekwoord kunnen laten,
wanneer daarin niet tevens de goede naam werd
aangetast van den uitgever, die,kosten noch moeite
gespaard heeft ,om dit werk tot iets bijzondere
te maken en van enkele medewerkers, wier
?competentie volkomen onaanvechtbaar is.
Daarom eerst een enkel woord over het uiterlijk. De cri
ticus" die zijn lezers naar het origineel verwijst, heeft dat
origineel niet gezien, andere zou hij weten, dat illustraties,
Weingartner in Frankrijk geweerd
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Het verstoorde concert
papier en band in het origineel niet beter, maar minder goed
zijn. Dit is zóó waar, dat de Enfeelsche uitgever nog bij leder
deel, dat hij tot nog toe van de Hollandsche editie Ontvangen
heeft, expressclijk zijn waardeering betuigd heeft en zelf de
verklaring gegeven heeft, waarom de Hollandsche Illustratie
ook beter kon zijn dan de Engelsche, omdat deze laatste n.l.
op de rotatie-pers gedrukt is, die zich, voor reproductie
doeleinden minder leent. De vergelijking met Ullstein's
Weltgeschlchte" is daarom al zoo kinderachtig, omdat die
per deel (voor den oorlog !) 30 mark kostte, terwijl men voor
een deel van de N.G.W. ? 8 a ? 9 betaalt.
Over verminking van de illustratie te spraken,
is dan ook eenvoudig laster.
Op hetzelfde peil ongeveer staat da beoordeeling
van den tekst.
De heer Straat heeft dien zoo onnauwlettend
bekeken, dat het hem blijkbaar ontgaan is. dat
elk hoofdstuk met de initialen van den bewerker
gesigneerd is. Had hij dit wel gedaan en daarbij,
zooals het behoord had, de pagina's opgegeven,
dan zou hij en ieder ander hebben kunnen
constateeren, dat vrijwel alle werkelijke fouten, die hij
opnoemt en in het algemeen de slecht-gebouwde
en duistere zinnen, die er inderdaad in staan ?
niemand betreurt dat meer dan wij ? afkomstig
zijn van een medewerker, die slechts in anderhalf
deel van de acht voorkomt. Wanneer men de
redactie in dezen iets verwijten kan, dan is het,
dat zij tegenover dien eenen medewerker te
lankmoedig geweest is, in de ijdele hoop op beter
schap. Nochtans wenschen wij ook nu nog in deze
houding te volharden door zijn naam niet te noe
men en zelfs, tot op zekere hoogte, clementie voor
hem te pleiten. We. zijn er nml. van overtuigd,
dat de heer Straat niet de flauwste notie heeft
van de moeilijkheden, die er, met name wat de
eerste deelen. betreft, aan de bewerking van dit
boek vast .zaten. Zelfs Dr. Popma, die alleen aan
de latere deelen heeft meegewerkt, die in het
Engelsch gepromoveerd is en bovendien bevoegd
heid voor geschiedenis heeft en wiens competentie
dus ook de heer Straat wel niet zal bestrijden,
heeft meer dan eens een bewerkt hoofdstuk met
een zucht bij de redactie ingeleverd : ook in Engeland
is niet iedere autoriteit in staat, zijn gedachten
steeds klaar uit te drukken. Over menige passage
is een briefwisseling .gevoerd, hetzij met N
derlandsche geleerden, hetzij zelfs niet den auteur, die
eindigdemet,.er zal wel dit bedoeld zijn" en iedereen,
die geen volslagen leek is, weet dat zulke dingen
bij een werk van dezen omvang onvermijdelijk
zijn. Maar de zin,,, dat de bewerkers te slecht
Engelsch kennen om eenvoudig proza correct te
vertalen" behoort tot dezelfde rubriek als het
geen over het uiterlijk gezegd is: het is laster en
anders niet.
Willen wij daarmee zeggen, dat er, afgezien van'
de bijdragen van den bedoelden medewerker
die overigens ook M.O.-geschiedenis heeft en op
wiens naam menige goede en zelfs enkele zeer goede
vertalingen staan, zoodat wij van te voren, niet
konden weten, dat hij in déze taak zou falen
in dit werk geen fouten staan? Natuurlijk niet.
De copy voor dit werk we hebben het voor deze
gelegenheid eens geschat beslaat een stapel
ter hoogte ran l J meter , blocnoot-papier en
iedereen, b^halv.e de heer Straat blijkbaar, begrijpt,
dat dan ondanks alle zorg, fouten in blijven staan,
Hotel Duin en Daal'' - Bloemendaal
Str, kond en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS - LIFT ~ Telefoon 22223
die in een tweede druk verbeterd kunnen worden.
Wat van ons geëischt werd, was het leveren van
een standaardwerk van over de 10000 kolommen
in weekblad-tempo elke 10 dagen 100 kolommen.
Dat beide eischen wel eens met elkaar in botsing
zijn gekomen, begrijpt iedereen, die niet elk recht
op een ooi-deel in dezen mist.
Misschien zal ook Mr. Straat het begrijpen, als we hem aan
de weet schikken, dat er in de 2 kolom, die we ooit van hem
laïen. al een fout zit, die voor tien telt. Onze criticus, die in
De Groene" van de vorige week. zoo hoog te paard zit, schreef
in de voor-vorige en wie zich nog iets herinnert van h*t duel
tussehen Karel V en Frans l, van Gouden-Sporenslag en Sacco
di Roma". Inderdaad herinneren wij ons nog en ieder school
kind zou het hem ook kunnen vertellen, dat de beroemde
Gouden-Sporenslag plaats had in 1302 en dus meer" Am twee
eeuwen vóór den tijd, waar hij zoo kwasi-dlepzmntg over
keuvelt.
We meenen ten slotte, dat de redactie beter gedaan had, drt
historische werk ter beoordeeling te geven aan een historici»
en serieuze boeken te sparen, niet voor critiek, maar wel-voor
ongefundeerde aantijgingen van onbevoegden.
Dr. JAN HOMEIN
Dr. J. SUYS
. Het is niet gebruikelijk dat een uitgever zijn uitgave tegen
een slechte critiek verdedigt. Maar waar hier geen sprake is
van critiek, doch van een volkomen valsche voorstelling,
moge mij een uitzondering toegestaan zijn.
Daargelaten dat het een criticus m.i. niet past in zijn be
spreking van een geschiedwerk, alles wat geschiedenis betreft,
onbesproken te laten en alleen maar op jacht te gaan naar ver
moedelijke vertallngsfouten, hij is al zeer onvoorzichtig,
wanneer hij gaat spreken over de oorzaken van naar zijn
meerling voorkomende verminkingen in de illustraties. Vooral
wanneer hij dan zooals in dit geval de plank zoo heerlijk mis
slaat.
Want..,. iedereen kan het constateeren.... in het geheele
werk is er van de 8000 illustraties tot dusverre geen enkele
verminkt,
De Heer Straat wil ze vergelijken met de illustraties uit
Ullstein's Weltgeschlchte, waarom eigenlijk niet met de schil
derijen van Rembrandty
En dit alles omdat de bewerkers in hun voorwoord spraken
van de technisch volmaakte reproducties". Niet alleen toont
deze criticus met zijn opmerking over drukprocédéen papier,
dat hij hiervan niets afweet, hij toont tevens geen Hollandsen
te kunnen lezen en begrijpen. Want de bewerkers hebben gezegd
....?Deze verrijking komt misschien nog het treffendst tot
uiting in de weergaloos overdadige illustraties, die den inhoud
op den voet volgen en uitbeelden. Maar ook hier niet meer de
onwetenschappelijke fantasieteekenirig van vroeger, doch de
wetenschappelijk verantwoorde, technisch volmaakte
repro' duet ie naar het origineel uit de archieven en musea en de over
heel de wereld verspreide overblijfselen zelf".
En al zouden n» door drukprocédéen papier inderdaad
verminkingen in de illustraties ontstaan zijn, (wat niet het
geval is) aan nog zouden de illustraties in de Nieuwe Geïllu
streerde Wereldgeschiedenis de technisch volmaakte repro
ducties zijn, in tegenstelling met de fantasieteekening van
vroeger.
Het is waarlijk niet ieders werk .... (de Heer Straat schrijft:
ieder'swerk) een behoorlijke critiek te schrijven. Maar het is
ongehoord brutaal anderen te verwijten, dat ze geen Engelsch
kennen, omdat zij iets verkeerd zouden hebben vertaald,
wanneer men zelf nog niet eens in staat is een vertaling voor.
het woord: ,.headline" te vinden. ,
W. L. SALM.
, dir. N.V. Seyffardt's Boek-en Muziekhandel.
Nederlandsche Munt
~ HoBaad't bate 10 «at* afgaat :