De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 21 maart pagina 10

21 maart 1931 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

\ DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 MAART 1931 No. 3807 No. 2807 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 MAART 1931 Vlucht uit Rusland door Iwan Tolstoi De kleinzoon, van Leo Tolstoi, l wan houdt thans lezingen over Rusland in ons land. Onderstaand artikel schroef hij voor de Groene Amsterdammer"'. Mijn vader, die de jongste zoon van Leo Tolstoi was, huwde vroeg en kocht kort daarop ccn landgoed van 800 H.A. in het district Toula. Mijne moeder leidde de huishou ding en van haar ontvingen wij ons eerste onderwijs. Mijn vader had groote landbouwbelangen en legde zich vooral toe op veeteelt, hij fokte rijpaarden en ook koeien en varkens en importeerde fokdieren uit Neder land en Engeland. Maar bovenal voelde hij een warme belangstelling voor het leven der boeren in onze streek en nadat hij in 11) l O tot ,,Zemsky natehalnik" werd benoemd door de Russische zemstvvos", gaf hij zich geheel aan het behartigen van hun belangen.' Ter verklaring van deze typisch Russische instelling moet ik hier eenige woorden inlussclien. Na de hervorming van 1801 waarbij de Russische boeren, tot dusver lijfeigenen, de vrijheid ver kregen, wierp zich het beste deel der intellectueelen en van den adel, die daarmee een lang gekoesterd ideaal verwezenlijkt zag, met vreugde op de nieuw daardoor voor hen geopende arbeidsvelden en trachtte met al zijn krachten den socialen opbouw van het volk te bevorderen. Het instituut der zemstwos" kwam daardoor tot stand. Het waren uit de grondeigenaars ge kozen raden, belast met het behar tigen der belangen van de boeren op sociaal en economisch gebied. ^Men trachtte het doel te bereiken door het stichten van scholen en ziekenhuizen, het oprichten van spaar- en credietbanken, enz. Op deze wijze ging ons leven rustig en vreedzaam voorbij, een groote gebeurtenis daarin waren de jaarlijks terugkeerende reizen naar Moskou, die gewoonlijk omstreeks Kerstmis plaats vonden. Wij logeerden dan bij de ouders mijner moeder, in wier ruime en gastvrije woning on/e geheele familie verzameld was; het gewoonlijk sombere en bijna verlaten huis werd nu opeens vol vroolijk leven. Ik vond vooral de tochten van ons buitenverblijf naar Moskou heerlijk. In een koude van dikwijls 30°ging men in een soort gesloten slede, getrokken door drie wegens de dikke sneeuw achter elkaar ge spannen paarden, naar het op 25 K.M. atetahd gelegen spoorwegstation. De winter in Centraal Rusland heeft een geheel eigen karakter: een koude die déwimpers doet bevriezen en de ademhaling belemmert, maar geen wind, absolute rust en stilte, daarbij een schitterend kleurengamma; de helderblauwe lucht overwelft de don kere denneboomen, de takken buigen zich onder den z waren witten last en de stammen werpen op het smetteloos sneeuwkleed violette en diepblauwe schaduwen. * * '?.?''.-? De oorlog komt over ons heen, mijn vader wordt gemobiliseerd en wij moeten ons in Moskou vestigen, waar ik op het lyceum word geplaatst. Het schoolleven, de kameraden brachten een groote verandering. Ik, begon mij onafhankelijk, een man te gevoelen en stelde 'groot belang in den oorlog waaraan immers mijn vader deelnam. Ik las de couranten en doorleefde met groote intensiteit alle overwinningen en nederlagen van ons leger. Geheel Rusland gloeide in dien tijd'van vaderlandsliefde en met fierheid werden de woorden herhaald van dtm czaar, die evenals Alexander I had gezegd: ik zal den oorlog niet beëindigen eer de laatste vijandelijke soldaat den Russischen bodem ver laten heeft. Onze geheele familie was werk zaam, hetzij in de staatshospitalen of in particuliere ambulances; mijne grootmoeder, mijn moeder en tantes gaven zich geheel aan dat werk en aan het organiseeren van hulpver leening aan gewonden en ongelukkigen. * * , In Februari 1017 kwam ik terug van het lyceum en ontmoette op weg naar huis vrachtautomobieleii met soldaten en gewapende lieden in burgerkleeren, die met roode vlaggen zwaaiden. Door een nauwe straat vluchtten politieagenten, die zich tegen de muren aandrukten. Thuis gekomen hoorde ik van de revolutie in Petersburg en de wanordelijkheden in Moskou. Geruchten liepen dat de l'zaar afstand van den troon had gedaan voor zichzelf en den Czarewitch; men verwachtte dat de Grootvorst Michael, broeder van Nicolaas II, tot Keizer geproclameerd zou worden. Een algemeene ontsteltenis ontstond, toen Grqotvoi'st Michael op zijn beurt afstand deed van zijn aanspraken op den troon. Toen kwam het voorloopig gou vernement met Iwoff en Kerensky. Van dit oogenblik af verergerde de toestand van dag tot dag, en mijn vader, die naar Moskou was terug gekeerd, achtte het raadzaam de famiiiekostbaarheden en waardevolle stukken aan de bank in bewaring te geven. Later werd dit alles gecont'iskeerd. Mijn vader besloot naar Kaukasis te gaan. In de Kaukasis was tot dusver alles rustig gebleven. daar de revolutie er nog niet was doorge drongen. Maar weinige maanden later, in October. volgde de algeheele over winning der Bolchewiki en na nog een paar maanden verschenen de opruiers in Piatigorzque, de hoofd plaats van het district, waar een sovjetbestuur werd ingesteld. Maar de bevolking van het Noordelijk deel . van den Kaukasis bestaat bijna uit sluitend uit Kozakken, die zich niet in de nieuwe orde van zaken konden voegen. Zij verlieten hun woningen en dorpen en zochten een toevlucht in de bergen, waar al degenen, wien het nieuwe regime niet aanstond, zich bij hen voegden. , Weldra was het geheele Zuidelijke deel van Rusland aangestoken door den oorlogsbrand. Met de -generaals Korniloff, Alexieff, Markoff en later Denikine aan het hoofd won de Witte beweging steeds meer , terrein. Het waren onvergetelijke dagen en de heldenmoed der onzen bereikte zijn toppunt. Men trok op naar Moskou; slechts 000 K.M. was men ervan verwijderd, toen door een foutieve manoeuvre een legercorps van het Witte leger werd omsingeld, de Bol chewiki wierpen op het daardoor ontstane zwakke punt hun beroemde cavalerie van Boudeny en een alge heele terugtocht was het gevolg. Ikzelf bevond mij op dat oogenblik op de militaire school te Theodissia In de Krim, en in die tragische dagen, toen men zich verloren achtte en de < laatste kaarten op 't spel zette, werd ook onze school evenals alles wat een geweer kon dragen in het vuur ge worpen, om de bolchewïstische invasie ONOER. VOORTDURENDE TÊRIOLOGI5CH6 CONTROLE CHEMISCHE EN BACVAN DR JAN SMIT / ' / 'J ' / /? f fZWEMONDERRICHT^ l iu-i-i«*j^*=m \ HAARDROGEN f f RIJWIELSTALLING l V IN ABON* PRIJS J EUASPSBOMMB: KOESTRAAT 53 AMSTE3RDAM te stuiten en te beletten in de Krim door te dringen. Een oogenblik scheen dit te gelukken. Toen werd het deel van ons leger (het overige had zich reeds te Noevorossysk ingescheept en Rusland verlaten) dat aan drie kanten op het schiereiland door water was ingesloten, door de veel sterkere macht van den vijand overmand en October 1020 evacueerde het geheele Russischeleger onder bevel van Wrangel Rus land en zette koers naar Konstantinopel. Men verliet zijn land ook ik was daarbij om er niet meer terug te keeren, alles achterlatend wat dierbaar was. UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE j&^ Croquante Groquetjes door Alida Zevenboom WAT maken de menschen zich tegenwoordig toch druk over al die Vergiftigde gassen, waarmee ze ons zullen bespuiten als het weer eens oorlog wordt, maar als die oorlog nog een beetje uitblijft, zal er niemand meer zijn om te vergiftigen, want dan zal zoowat iedereen overreden zijn door een auto en ik weet nog niet zoo heel zeker wat prettiger is. Telkens als ik in de krant die driemaandelijksche cijfers lees van de gesneuvelden in onze stad, staat mijn hart een oogenblik stil, want vandaag over komt het u en morgen mij en het had gisterenavond niet veel gescheeld of het was mijn avond geweest en enkel door dat Ami" mij in eens van het trottoir trok, omdat hij een zwak heeft voor ? een van de zeven en veertig mormels, die die dame van schuinhierover de kost geeft. En als ik dan lees van al die verkeersverbeteringen van meneer Abrahams o ver.... eenige jaren, want het kost maar geen geld \ , dan krijg ik het in mijn boenen bij de bloote gedachte dat ik alleen op straat moet. En wij laten ons maar kalm afmaken, eiken dag weer-aan. Ik zal niét gerust zijn voor dat wij voetgangers-wegen hebben over de daken, waar de auto's en de fietsen ons niet kunnen bereiken ea ik zie niet in dat dat zoo duur hoefde te zijn, nu ze overal liften hebben en je zoo boven bent. En de lucht zou daar in de hoogte ook zuiverder zijn, dan hier beneden met al die stinkwagens. * * * Toen ze jaren geleden er nog het Liernur-stelsel en het tonnen-stelsel op na hielden, waren er geen dokters genoeg om moord en brand te schreeu wen over de vervuiling van de lucht, die wij inademden, maai1 roept er nu iin dokter ach en wee over de gassen die hij' met zijn auto'tje ver spreidt a.s hij zijn patiënten bezoekt? Ik woon in een buurt, gelukkig, waar niet zoo heel veel verkeer gedurende den heelen dag' is, maar wil u wel gelooven dat een geraniumpje, dat ik op de vensterbank had staan, verleden. jaar, gewoonweg gestikt is door de' kolendamp van de auto's? En dan gaan de menschen straks op onze pleinen zitten om een luchtje te scheppen! Het luchtje well Maar. straks kunnen wij allemaal op kosten van de gemeente naar Zand voort, want het stond in de krant, dat de ,-, ONOVERTREFBAAR" stad met de spoor een overeenkomst zal aangaan, maar wat zal er van de frissche lucht aan het strand over blijven als daar op warme dagen zoo'n zes maal honderd duizend Amster dammers bij elkaar in het water liggen of zonnebaden nemen? Als het ooit zoo ver mocht komen, lust ik geen Noordzee-paling meer en geen bot of haring, dat weet ik wel. » * ? * ; . U moet al die dingen niet ge looven, zei meneer Stanislafski van de week nog tegen me, want de ver kiezingen zijn op til en dan worden al de heereu wethouders, en ook de raadsleden, erg ijverig, maar ik kan en wil niet gelooven dat al die nette heeren zoo onfatsoenlijk zouden zijn om ons met een doode musch blij te maken, hoewel als ik naga wat die laatste huisbezoeker bij de vorige verkiezingen me heeft wijsgemaakt, ik toch een tikje begin te twijfelen. T?En wat doen van 't zomer de Amsterdamsche vrouwen? vroeg mijn gast van twee-hoog-voor gisteren, aan ine, toen zij bij mij in de keuken zat waar ik bezig was te kokkerellen. Kortere rokken dragen, zei ik en ik mag die mode wel als je nog een paar kuiten en in de tram een paar knieën hebt, waar menig jongeman ter sluiks een oogje aan waagt, wat je als vrouw altijd goed doet, al kom je er niet royaal voor uit. , Dat bedoel ik niet, zei mevrouw. Ik meen loopen wij ,weer achter de mannen aan bij de verkiezingen of zullen wij eindelyk eens afzonderlijk optrekken en laten zien dat als er n partij in de stad een onbetwiste meer derheid heeft, het de vrouwen zijn. lïebbcn de, dames', die nu in den Raad zitten, al die jaren ooit een vrouwelijk woord gesproken? Weet-u wat voor soort vrouwen wij in den Raad moeten hebben? vroeg zij. Ik bleef met de schuimspaan in mijn hand naar haar staan kijken, want ze zei het op een toon, die mij deed opkijken. Nou ? Vroeg ik. Vrouwen als u ! zei ze en ik zag aan haar gezicht dat ze me niet voor den mat hield, vrouw.en, die echte vrouwen zijn en die haar breikous mee naar den Raad zouden ne men en vier averechts en twee rechts zouden blijven breien, ook al schreeuw de meneer Wijnkoop nog zoo hard en al timmerde de burgemeester nog zoo woedend met zijn hamer! . Het had niet veel gescheeld of mijn eten was aangebrand, omdat het ideedat ik lid van den Raad zou kunnen worden, mij wel aantrok, want is er eigenlijk niet groote behoefte aan werkelijke vrouwen op het Stadhuis, vrouwen die vrouwelijk denken en spreken en doen, zooals mevrouw van twee-hoog-voor zei en dan een vrouw als wethoudster, vooral nu de Stad haar eigen huis wil inrichten en aan het loven en bieden gaat met. het Rijk en ik verzeker u dat er geen een op de Nieuwmarkt is, die ooit van Aal n cent meer heeft losgekregen dan zij van plan was te be steden en deden B. en W. in hun antwoord aan de regeering niet net of ze op de Nieuwmarkt stonden: het kost meer ingekocht!".... Geloof me, meneer de Geer, HIJHHA B« Apotk p Drogi*M»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl