Historisch Archief 1877-1940
.
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 MAART 1931
No. 2807
No. 2807
GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 MAART 1931
',?'
HOTEL NAEFF"
VELP (G.)
B E K E M> R E S T A U U A X T
Appartementen met .privébadkamer
Teleplt. interc. 32132 en 32153
B. BEIJEH
BIOSCOPY
door L. J. Jordaan
Kantteekeningen
EKX film. die het veel betei zal doen bij het
publiek p m wezen echter veel minder
waard is, dan Sternberg's Marokko". Niet alleen
vanwege het makkelijker te volgen Duitsch (bij
Tuschinski van een schier vlekkelooze duidelijk
heid in de reproductie'.), maar door nog twee
andere oorzaken. Daar is primo de ..muzikale illus
tratie", wier hartbrekende portamenti in aandoen
lijke situaties nog altijd den burger deugd doen
waar het even kan zelfs uitgebreid tot volle
dige oabaretnummers (scènes in de Zigeunevkroëg).
In de tweede plaats, door de óp sommige plaatsen
buitengewoon geslaagde ..zwijgende" montage.
Vooral bij hen. die ? ietwat post festum
eindelijk zijn toegekomen aan het begrip en de
waardeering dezer karakteristieke verdienste der
zwijgende film. van grooten invloed.
Tntusschen meen ik. dat beide omstandigheden
,,Karamazof'' als kxmstzinnig experiment aan
zienlijk beneden het peil van ..Marokko" doen
dalen, evenals beneden dat van ..Menschen ira
Kafig". Over de ..muzikale illustratie" zullen wij
het waarschijnlijk spoedig eens zijn. Het plotse
ling optreden van een dierbare muziek ..from
nowhere", welke bovendien nog van een
irriteerende opdringerigheid is. behoort tot die
goedkoope aanvulüngsmiddeltjes. welkewij lang teboveu
zijn. In de twee-dimensionale schaduwwereld der
zwijgende film. was de begeleidende muziek als
parallelloopende continuïteit aanvaardbaar in
de klankfilm is zij (tenzij door het beeld
verant; woord) een stijllooshevd en een absurditeit. Veel
vuldige muzikale uitbarstingen wijzen bij de
klankfilm onverbiddelijk op zwakheid en tweeslachtig
heid en van die tweeslachtigheid is Ozep's ..Kara
mazof" een opmerkelijk voorbeeld.
De. groote verdienste van Menschen im Kafig",
maar vooral van ..Marokko", was de moed.
waarmee de consequenties van het materiaal
werden aanvaard. Gegeven: een filmcamera en
een, bijna voortdurend synchroon ingeschakelde,
microfoon. Vraag: welke resultaten worden bereikt.
zonder de moeilijkheden hieraan verbonden, uit
den weg te gaan? Zoowel Dupont als Sternberg
hebben het probleem, met versmaden van kunst
grepen en omwegen, ruiterlijk geattaqueerd en
hebben onder anderen het onvermijdelijk optreden
van de atHtc niet gevreesd. Vooral Sternberg heeft
daarbij bewezen, dat de stilte geen hiaat, maar
veeleer een hoogtepunt beteekent in de
goedgecomponeerde klankfilm. Ozep. die pas een effectvolle
zwijgende-montagetechniek onder de knie begint
te krijgen, nu haar toepassing geen constructieven
zin meer heeft is daaraan nog lang niet toe.
Hij is doodsbang voor iedere seconde, waarin wij
niet door het gesproken woord dan wel een of
anderen* vorm van gerucht worden beziggehouden
en roept deswege buiten, in stroomenden regen,
: liever de muziek van een spook-orkest op, dan
o, horror vacui! ,?de verschrikkelijke stilte te
riskeeren.
Deze stijl- en smakeloosheid wordt door een
veelvuldige toepassing nog geaccentueerd en hier
mee kom ik aan Ozep's evidente tweeslachtigheid.
De eigenaardige conceptievoorwaarden van de
klankfilm laten een veel geringere bewegelijkheid
van de camera toe en daarmee slechts een zeer
beperkte montage. Van iedere acene (shot) zijn ge
woonlij k niet meer dan twee, hoogstens drie
varieerende instellingen te maken, opgenomen door even
veel vaststaande apparaten van een verschillende
lensoptiek voorzien. Bij de zwijgende film was de
camera aan geen vaste plaats gebonden en kon
n enkel toestel een oneindig aantal instellin
gen ten opzichte van het object innemen.
Bovendien was het mogelijk daar men
met geen vaste klankcontinuïteit rekening had
te houden ieder ander fragment, van welke
willekeurige shot ook. in te laaschen. Dit
alles is nu onmogelijk geworden en men kan die
verarming der montage betreuren men heeft
haar, als karakteristieke eigenschap van het mate
riaal, te aanvaarden. De klankfilmkunstenaar heeft
met doze typische stugheid rekening te houden.
door zich in te stellen op de nieuwe suggesties, dooi
den aard van het veranderde materiaal geboden
en het is alweer Sternberg, die bewezen heeft
bij een uiterst sobere montage een rijke, boeiende
film te scheppen.
Ozep daarentegen redt /Ach uit de moeilijkheid,
door terug te grijpen naar de zwijgende film.
Niet in staat zijnde de dialogen spanning, geladen
heid en diepte te verleenen. als bij de prachtige
voorbeelden in ..Marokko" het geval was, neemt
hij zijn toevlucht tot montage-intermezzo's. Hij
breekt eenvoudig de klankfilm af en lascht een
fragment zwijgende film, met al den rijkdom
der beeldvariatie in. Een half jaar geleden zouden
wij deze vrijmoedigheid hebben toegejuicht
thans, nu de klankfilm zulke verrassende grepen
naar een eigen, autonomen expressievorm deed,
ondervinden wij het als een machteloosheid en
gebrek aan stijl. Wij nemen er eenvoudig geen
genoegen meer mee, Dimitri-Kortner naeenheftige
scène met Gruschenka, vergezeld van alle natura
listische geluiden als kreten, glasgerinkel, slaan van
deuren enz. te zien naar buiten treden in een
spookachtig, twee-dimensionaal schimmenrijk, waar
een fantoom-ox-kest de drukkende stilte moet ver
breken.
Alles saamgenomen, schijnt deze
ver-germaniseerde Kus sterk achter de ontwikkeling der techniek
aan te komen. In het poque der zwijgende film,
maakte hij zwak, on-filmisch werk (,,Gele Pas
poort". ..Levende Lijk") en nu hij een pakkende
montage meester is. blijkt de klankfilm hem alweer
een eind vooruit.
Maar de afscheidskus-met-vrouwenkoor en de
smachtende viool-soli zullen zonder twijfel met
smaak genoten worden.
Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal
_ - . ... ._*-_ _._ _1I* tr ««!»*?
11UU5JL *»1SI»U1 VU *ri**» ~_
Str, kond en warm water op alle kamera
..,«s n.rxu-KiraDQ _ r.lFT Telefoon 23223
Str. kond en warm waier uji au* MUUV*»
PRIVÉBADKAMERS - LIFT - Telefoon 23223
?ttMllllf&v ?» ? v
Een ander uiterste: gevoelerigheid en
Zondagschool-verbeedering bij de vleet. Een Christus van
de bidprentjes engelen', koraalzangen (mit
Brummstimme!) en booze hoogepriesters a
discrétion. Leonardo, Hoffmann, Munkaczy en Holly
wood in kakelbonte afwisseling een smakelooze,
suffe, schijnheilige prentenkraam.
Men vraagt zich af, hoe het mogelijk was, dat
wij zes jaar geleden nog moesten vechten om
het pendant van deze verregaande kitsch, ,,De
Tien Geboden", weg te honen. Nu zwerft De Mille's
illegitieme Koning der Koningen" reeds drie
jaar qver de wereld en niemand had in Holland
totnogtoe den moed, zich over het monstrum te
ontfermen. Zeker teeken, dat het publiek eraan
ontgroeide.
Zouden wij dan toch.... ?
Arthur Robtson ,,Het Proces
MaryDugan". Roxy
Ziehier een film, die uitsluitend boeit bij de
gratie van het verhaal. Als experiment, zij het in
averechtsche richting, interessant. Want hier werd
iedere cinegrafische tendenz, sonoor of zwijgend,
over boord geworpen en het gelijknamig»';
tooneelstuk op den voet gevolgd. Op den aanhef na (moord
vertrek, gerechtsgebouw) speelt het geheele drama
zich in dezelfde rechtzaal af zonder noemens
waardige wijziging in camerainstelling. Resultaat:
het gefilmde tooneelstuk in optima forma en
voor het eerst! prefereer ik de tooneelbewerking
boven de film. Ondanks de verdienstelijke bezet
ting der ,.rollen" (Openbaar Ministerie'.) .Inder
daad - voor deze eene keer".... was het spel
goed (meesterlijk, pwifc)"
Tentoonstellingen
AMATEUR-KINO- UITRUSTING
FOTO-SCHAAP & Go.
DAM
Kls«m*itrin ..Tien tlagen". De Vltkljk
Buitengewoon belangwekkend, dit evenement
uit vroeger dagen weer eens terug te zien. Op
het stuk van virtuoze montage-techniek, werd in
deze film van den forraidabelen Eisenstein Ayel
het laatste woord gesproken. Niettemin moet ik bij
mijn oordeel over de première, twee of drie jaar
geleden, blijven: ondanks het volmaakte meester
schap on de verbluffende beheersching der tech
niek, een koud, uiterlijk werk zonder inspiratie,
zonder hartstocht. Wél blijkt het moeilijk, een
massa-conflict -?revolutie of wat dan ook als
dramatische eenheid te geven, zonder de reflexen
der centrale menschelijke psyche of een toegespitst
bijzonder conflict. Wat .,Tien Dagen" betreft, is
Eisenstein hierin, meen ik, stellig niet geslaagd.
De aanhef is overdonderend adembeklemmend
en de beroemde scène van de open draaibrug met
het boven den afgrond bengelend paardenlijk, van
een huiveringwekkende grootschheid. Maar dan
voelen \vij de vraag rijzen: waarheen dit alles?
Waartoe ? En het blijkt alras, dat diéheen en Weer
rennende menigten, wier impulsen ons per saldo
volkomen vreemd blijven, onze belangstelling niet
vermogen vast te houden. Wij raken in de war,
bij al die oreerende en dravende anonymi en weten
op het laatst niet meer, of wij vriend" of vijand"
voor hebben.
Het slot is, dat het ons niet mér schelen kan
en al dat schieten, vechten, vergaderen en
stormloopen ons vermoeit. Eisenstein's supreme
minachting voor het gevoels- en kunsf'-element
in de film wreekt zich hier wel zeer nadrukkelijk:
dit pompeuze, blikkerende, knappe werk laat per
slot van rekening iederen toeschouwer koud, die
niet bij het versohijnen-alleen van Lenin reeds in
zwijmvalt.
j. wv w«».. _
Kunstzaal van Lier. Werk van de pottenbakster
Nel Houtman. Tot 28 Maart (9?18 uur).
Arti et Amicitiae te Amsterdam. Werken van
Lizzy Ansingh, G. van Nifterik, Coba Ritsema en
Georgina Schwartze. Tot 28 Maart (10?17 uur).
Kunstzaal Willem Brok, Hilversum.
Schildetijen door Peter van der Brake. Tot 31 Maart.
Kunstzaal Vecht, Amsterdam. Werk van
Conrad Kickert. Tot l April.
. Kunsthandel van Meurs, Amsterdam. Werk
van Steinlen. Tot l April.
Kunstzaal Schelfhout, Amsterdam. Schetsen en
teekeningen door Jan Toorop. Tot i April.
Stedelijk Museum, Amsterdam. ItaUaansche
Kunstnijverheid. Tot l April.
Kunstzaal Eeeker, Haarlem. Schilderijen van
Jac. P. v. d. Bosch en Georges A. M. Gussenhoven.
Tot l April.
Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen
van Van Hasselt. Tot 3 April (9?18 uur).
Kunst- en antiekhandel Sena, den Haag. Schil
derijen van Herman Coxirtens. Tot 5 April (10?17
uur)
Huize van Hasselt, Rotterdam. Wrerk van A.
Stahl, Chris Lanooy. Tot O April (10?17 uur)
H. Pander te 's-Gravenhage- Tentoonstelling
van eenvoudige interieurs van prof. Franz
Schuster. Tot 10 April.
Rijksmuseum (Ingang Hobbemastraat), ? Am
sterdam. Tentoonstelling Het Hollandsche Inte
rieur in de XVIIIe eeuw. Tot 3 Mei.
Maatschappij,, Arti et Amicitiae" te Amsterdam
houdt een wedstrijd op het gebied der schilder
kunst, door haar uitgeschreven ter voldoening
aan de beschikking van wijlen den heer W. P.
Willink van Collen. Het programma van dezen
wedstrijd wordt door het bestuur der Maatschappij
ter beschikking van belangstellenden gesteld.
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER "ERUNGS HAARLEM
Hildo Krop
Schilderkunst
door A. Plasschaert
Kleine Figuren en Dieren
van H. Krop
De kleine figuren en dieren van
'H, Krop zijn om meer dan ne
hoedanigheid merkwaardig. Ten eerste
zijn het kleine specimina van vrij
beeldhouwwerk. Ten tweede, en ge
kunt dat zeer duidelijk er aan ervaren,
worden zij in een vrijheid des geestes
gemaakt; er is geen enkle dwang, die
dwingt, zooals dat toch voor kan
komen bij besteld werk; zij worden
in een oogenblik van plastische lust
gemodelleerd en dan in de kleine
oven van het atelier gebakken. Het
zijn, door dit spontane ontstaan,
zoo goed als alle unica. Maar daarom
zijn zij voor mij nog niet het meest
merkwaardig. Onv iets anders zijn zij
dat. Ge kunt zeggen, dat ieder kuns
tenaar, die geen slaafsch Akademikus
is, maar "én, die iets nieuws wil geven,
in zijn jonge jaren meer eenzijdig is
dan later. Dat spreekt van zelf; de
gespannen persoonlijkheid wil zich
uiten in een zeer bepaalde richting.
en verwerpt of onderdrukt alles wat
dan zou hinderen zelfs al zijn het
eigenschappen, die, zwakker, toch ook
deel van de persoonlijkheid uitmaken.
Maar dan komt een leeftijd, waarop
de persoonlijkheid zich in die ne
richting volkomen gewis gevoelt. Daar
door ontstaat een bepaald
vrijheidsgevoel, zelfs een bepaalde mildheid.
De verdrukte eigenschappen krijgen
een kans, en openbaren zich. Zóó
vertoont zich dan een ongewone kant
van den kunstenaar. Dat is thans het
geval bij H. Krop. Vooral de kleine
dieren van Krop doen dat. En deze
verdrukte eigenschap is de zin voor
het komische, voor het koddige. Dat
was vóór lien iets niets gewoons bij
Krop, maar deze hoedanigheid (het
komische element) wie kan ont
kennen, dat het in deze baksels, die
geen misbaksels zijn, onmiskenbaar is
aanwezig? ,'.
Fernhout. Handen (193O) bij
Van Hasselt, R'dam
De jonge Fernhout is een zoon
van Charley Toorop. Het is mis
schien daardoor niet onjuist van een
derde generatie van de Toorop's te
spreken, al is daardoor niet bruutweg
uitgesloten, dat er in dit wezen ook
invloeden van 's vaders zijde nog ge
constateerd kunnen Worden; iedereen
toch, die een psychologische kritiek
schrijft, weet hoe subtiel mengingen
van geestes-eigenschappen en van
andere hoedanigheden kunnen zijn.
Maar wanneer wij ons nu verder
bepalen tot het schilderijtje Handen"
van den jongen Fernhout, welke
handen de handen zijn van
eenschilderende (én houdt het penseel
tegen het doek, de andere houdt het
palet vast), dan kan hiervan toch
gezegd worden, dat, niettegenstaande
de fleschjes etc., die achter het palet
op een tafel staan, dit schilderij t j'e
toch meer dan een stilleven is, hoewel
het met de nauwkeurende liefde van
een stillevenschilder is geschilderd.
En met voorbedachten rade spreek
ik hier niet van geduld, maar van
liefde jgeduld ontaardt natuurlijkerwijs
tot een mechanisch herhalen; liefde is.
in zulke gevallen, bewogen, en ge
roerde aandachtigheid < Maar het is
ook niet enkel stilleven i daarvoor is het
psychisch spel der schilderende handen
te wel verstaan. En door deze eigen
schap is het verwant aan het werk
der Toorop's, al is het door den jongen,
nog niet volledig eigen vorm daarvan
misschien voor velen te zeer geschei
den. De Toorop's zijn toch de schilders
met den nadruk op het psychisphe
en dat is hier, aandachtigerwijs. ook
het geval.
Pcrmeke hij Kieskamp
Permeke (ik heb het meer geschre
ven) nauw-verbonden met de grootste
uitingen van het Vlaamsche ras is
vol van een nieuw eigenzinnig leven;
hij is, ik meen het niet zuiverder uit
te kunnen drukken dan ik soms het
deed, de nieuwe schilder van de Aarde.
Hij heeft een steeds ongestoord ver
band met den diepen ademtocht van
deez Aarde; haar eigen bloed gaat
om onophoudelijk door Permeke's
werk. Dat is de eerste moeilijkheid voor
de meesten; zij zijn dezen directen
bloedstroom ontwend, soms zijn zij er
van vervreemd. Zij zijn van de
rhythmen van de natuur de onge
voelige ondergaanders. Een tweede
moeilijkheid voor de meesten is,
dat zij, altijd ten achter, pas zich
(te laat natuurlijk !) een uitdrukkings
vorm hebben aangewend van een
schilderschool, laten wij zeggen in
het achtergebleven den Haag, die
van de Haagsche School; dat zij dus
m.a.w. de natuur ervaren als de
Hagenaars" dat deden. En nu plots
is er de breedgeschouderde vorm van
Permeke, die met vermijding van alle
détail, in een groot volume al die
bizonderheden oploste. De achter
geblevenen staan dus plotseling voor
een nieuw handschrift" en om
zichzelf te handhaven tegenover zich
zelf in d'eigen voortreffelijkheid (dat
is een soort zelf-verdediging!) ont
kennen zij den nieuwen vorm, en
wenschen dien niet te aanvaarden.
Natuurlijk zijn bij Permeke. die een
realist is, een colorist. vorm en kleur
n als .steeds. Maar zijn kleur.
zwaar dikwijls als zijn vorm, Permeke
ziet nu eenmaal groot, zwaar, traag,
is hun evenmin tot een gewoonte
geworden; ook daar verwerpen zij.
Toch is die kleur, wanneer zij haar
zonder voorbehoud konden zien, min
der ongewoon dan zij, door Permeke's
vorm verdwaald van den hun
gekenden weg, meenen, en is in een
colloristisch-gezind Land als Holland de
kleur een geschikt begin ter erken
ning. Dan is er nog de diepste trek
van Permeke's wezen. Daar kunne,n
de meesten natuurlijk niet bij, want
Permeke is de schilder der groote
daaglijkschheen, herkend als ceutcig, en
gekeurd op hun eeuwigheid. Ik vrees,
dat zij daar de napraters zullen
moeten blijven; de meeste roem toch
Kleine figuren en dieren
is tweeërlei: erkenning van hen, die in
staat zijn te begrijpen, en 2°. onkundig
meepraten met deze door een einde
lijk geloovig, toeschietelijk geworden
massa. Dit is dan ook de roem,
waartoe Permeke in Holland als
elders ns zal reiken....
De verzameling bij Kleykamp is,
naar mij toeschijnt, zeer geschikt
mee te helpen tot wat mijn wensch is.
De groote, overweldigende schilde
rijen zijn er allicht niet, maar werken
als de zee (wie schildert de zee grooter
dan Permeke), de wilgen met de
graanschelven er achter; de grijze
nacht der, maan; de boerderij met het
uitgespannen sjeesje vóór het wit
van de muur; de boomgaard en de ?
kop van den vent voor den avend,
de boerderij met de koe, het zijn
werken, die toch allerlei
karaktetistieke eigenschappen van Permeke
bezitten, zouden daarom door een
maximum van kracht of van geheimen
dwang het verstaan door willigen
al te zwaar te maken. Ge moet
daarom niet meenen plotseling, zóó
is uw hoogmoed, dat zulke werken
niet belangrijk zijn. Ook in deze
zee» die diepte heeft en leven achter
den einder, ook in dezen maannacht,
die stilte is en zwaarte van de aarde;
ook in de twee wilgen, waarachter
de graanschelven rijzen in het groot
eenvoudig handschrift van den schil
der, vindt ge den Permeke, dien wij,
den zeldzame, hooger schatten dan
zeer velen, want in hem werd het een
voudige \yeer beteekenisvol, eeuwig;
in hem kreeg het dagelijksche d'eigen
spraak terug, vrij van subtiliteit, haast
loom door wat het aan innerlijks
bevat....
A. Hendriks, bij Kleykamp,
Den Haag
Misschien zijn wij meer een
minnaar van het lang geduld dan de
meesten ons zouden toedichten. Mis
schien zijn wij meer vasthoudend
dan plotselinge speelschheid van een
gaarne-toegelaten yroolijkheid onzen
Vrienden en onzen vijanden ons zou
doen lijken. Maar wij moeten eeji be
perking daaraan toevoegen, wij zijn
de minnaars van hét edel geduld,
dat alles anders is dan een mecha
nisch herhalen, zonder spanning.
Wanneer ge dit dus weet, dan zult ge
begrijpen, dat wij allerlei tegen hebben
op het werk van Hendriks, dat meer,
een niet keurend, mechanisch ge
duld is, dan verlangzaamde vaart
omhoog of betoomde drachtige span
ning. Het geduld Van Hendriks
(soms kan hij, is hij anders) is alleen
het mechanisch geduld. Ge kunt dat
het best erkennen, wanneer ge nagaat
hoe onverschillig hij feitelijk is tegen
over de uitdrukking der stof. Er
is geen stofuitdrukking. En waar is
het begrip van het geheel tegenover
de doelen? Een gezicht is geen
mozaïek van stukjes yleesch-?het
is grooter.... door eeneenheid!
f
i
\
|! '
V.' ?:
!*:'?!
M : '
Ui
J|i
a