De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 28 maart pagina 2

28 maart 1931 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

^ DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 MAART 1931 No. 280$ No. 2808 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 MAART 1931 ?'i f * «i Uit mijne aanteekeningen. Vil Huwelijksnood en pauselijk rondschrijven door Dr. Th. H. van de Velde DE op 31 December door Paus Pius XI uitgevaardigde Encyclica Cast-i connubii" zal de in menig huwelyk bestaande nood tot een crisis doen stijgen, omdat zij aan talrijke geloovige Katholieken de mogelijkheid ontneemt, een eenigermate begaanbaren uitweg te vinden uit de impasse, welke door den muur van het kerkelijke verbod der ontvangenis-verhoedende maatregelen eenerzijds, dien van een eventueel medisch verbod van zwangerschap anderszijds, met de onmogelijkheid van volledige echtelijke onthouding als afsluiting, gevormd wordt. Naar ik in De vruchtbaarheid van het huwelijk en haar opzettelijke beïnvloeding" (Leidsche Uit geversmaatschappij, 1030) heb uiteengezet, heeft men den uitweg uit deze impasse wanneer men de doorbreking van den eenen muur, door breuk met de Kerk, of die van den anderen, door het op zich nemen van het in de bedoelde gevallen met zwangerschap verbonden levensgevaar, niet riskeeren wilde en de algeheele onthouding van den echtelijken omgang niet volhouden kon sedert tal van jaren op twee wijzen trachten te vinden. Sommigen, bepaaldelijk de strenggeloovige artsen, die den echtelieden raad hadden te geven, beproefden periodiek terugkeerende tijdperken te ontdekken, gedurende welke eene conceptie als uitgesloten beschouwd zou mogen worden. De resultaten van die pogingen zijn niet zeer be moedigend geweest, en indien zulke pogingen in den laatsten tijd weer op den voorgrond zijn ge treden, dan moet dit naar alle waarschijnlijkheid meer worden toegeschreven aan de tengevolge van de naderende reactie ontstane dringende be hoefte aan dezen uitweg dan aan de overtuigings kracht van het wetenschappelijke betoog, dat in die richting schijnt te wijzen. Anderen brach ten met of zonder overleg het il y a des accommodements, mêtne avec Ie ciel" in toepassing door tot zich zelf te zeggen, dat zij de overtreding van het kerkelijke verbod van anticonceptioneele maatregelen niet als zonde beschouwden of voelden, en dus die overtreding ook niet biechtten. En menige biechtvader vertegenwoordiger van de andere partij bij deze stilzwijgende overeenkomst meende goed te doen, van zijn kant geen vragen van dien aard te stellen. Hij kon zich daarbij op raadgevers steunen, wier uitspraken men als beslissend mocht opvatten. De apostolische Poenitentiaria had immers door een totinden jongsten tijd niet herroepen oordeel de aanvrage van den Bisschop van Le Mans, of de wijze van doen van die biechtvaders goedgekeurd mag worden, die om de echtelieden niet te beleedigen, er van af zien, hun naar de wijze, waarop zij van hunne echtelijke; rechten gebruik maken, te vragen?" volgenderwijze beantwoord: Na er op te hebben gewezen, dat de biechtvader het spreekwoord in gedachten moet houden, volgens hetwelk heilige dingen op heilige .wijze behandeld moeten worden" gaat zij voort: Ook moge hij de woorden van den heiligen Alphonsus de Liguori overwegen, van dien geleerden en in deze dingen zeer ervaren man, die in zijn Praxis Confessionarii IV, No. 41 zegt: ,Wat de zonden der echtgenooten met betrekking tot den huwelijkschen plicht betreft, zoo is in den regel de biechtvader niet gehouden, daarover te beginnen, noch past het hem, aan de vrouwen te vragen of zij dezen plicht vervuld hebben; hij kan alleen zoo bescheiden mogelijk informeeren, of zij hunnen mannen in alles ter wille zijn geweest. Over al het andere spreke hij niet, tenzij hij er naar gevraagd worde.' "En ook in de laatste, pas voor een paar'jaar verschenen editie der handleiding, die Noldin voor de biechtNederlandsche Munt Holland'i beste 10 cents sigaar praxis op dit gebied gegeven heeft, staat nog te lezen: In die streken waar de ondeugd van het onanismel) wijd verbreid is, kan de biechtvader redelijkerwijze bijna altijd veronderstellen, dat de biechteling deze zonde met opzet verzwijgt. Niettemin moet hij zich onthouden van bijzondere bevragingen: (bijv.) of zij. .. de bevruchting.... hebben verhinderd enz". Zoo kon ik dus in mijn hierboven genoemde boek de desbetreffende uiteenzettingen in de navolgende woorden tezamen vatten: Het is duidelijk, dat het van het geweten der echt genooten afhangt, wat zij in de biecht omtrent den echtelijken omgang meenen te moeten mededeelen, en van dat van den biechtvader, wat hjj meent te moeten of te mogen vragen". Nu waren er stellig talrijke echtelieden, die niet tot de bovenbedoelde stilzwijgende overeenkomst wilden of durfden over te gaan, en niet minder stellig zijn er ook steeds heel wat biechtvaders geweest, die er niet toe hebben kunnen besluiten, over deze dingen te zwijgen. Desondanks geloof ik mij niet te vergissen, wanneer ik het er voor houd, dat vele echtparen dezen uitweg uit de fatale impasse vonden en dat menig biechtvader opgelucht was, als hij zich niet verplicht gevoelde, hun dien uitweg te versperren. Daar komt, weliswaar niet geheel onverwacht want de voorteekenen eener reactie waren den oordeelkundigen niet ontgaan de pauselijke vermaning; de B.K.Kerk verheft luid haar stem en verkondigt opnieuw: Elk gebruik van het huwelijk, bij welks uitvoering de daad door de willekeur der menschen van hare natuurlijke kracht tot verwekking van nieuw leven wordt beroofd, is strijdig met de door God en de natuur 1 gestelde wet, en zij die zulks doen bevlekken hun geweten met zware schuld. Krachtens Onze hoogste autoriteit en wegens de op Ons rustende zorg voor het heil aller zielen vermanen wij derhalve de biechtvaders en de andere zieleherders, de aan hun zorgen toever trouwde geloovigen niet in dwaling omtrent deze hen zeer ernstige verplichtende goddelijke wet te laten, en veel meer nog, zich zelf van dergelijke verkeerde meeningen vrij te houden en niet uit , zwakte daaraan toe te geven. Indien echter een biechtvader of zieleherder, wat God verhoede, zelf de aan hem toevertrouwde geJoovigen tot zulke dwalingen brengen, of hen door zijn toe stemming of door kwaadwillig zwijgen daarin ster ken zoude, zoo wete hij, dat hij eens voor God den hoogsten Rechter strenge rekenschap zal moeten af leggen'over dit misbruik van zijn ambt". 2) ; Daarmede is de besproken uitweg voor ernstige Katholieken afgesloten hetgeen al diegenen leed moet doen, die, ook al behooren zij zelf niet tot deze Kerk, haar in hare eigenschappen als cultuurdraagster en als staatsbehoudende macht van den eersten rang sympathiek gezind zijn en haar wegens het gelukkig makende gevoel der veilige geborgenheid en rustgevende verzekerdheid, hetwelk zij aan zoo vele menschen schenkt, een goed hart toedragen. Het aantal dezer menschen toch zal, wanneer deze pauselijke vermaning streng in acht wordt genomen, aanzienlijk kleiner worden; want er zijn, behalve onder de oudere, betrekke lijk slechts heel weinig paren, .die in voort durende echtelijke onthouding vermógen te leven zonder in den diepsten huwelijksnood te geraken. terwijl zij zich van den anderen kant tegenover gewetensangst of angst voov een zwangerschap, die zy niet meer verantwoorden kunnen, geplaatst zien. Dat ook dit niet dan bij groote uitzondering zonder hoogst bedenkelyke gevolgen voor de echte lijke verhouding en voor elk der daaraan deel hebbenden kan afloopen, zal een ieder, die eenig , psychologisch inzicht bezit, onmiddellijk begrijpen. 1) De uitdrukking die de moraaltheologie voor de toepassing fan<anticonceptioncele ntaatregelen bezigt. 2) Daar ik den officieèlen Nederlandschen tekst niet tot mijn beschikking heb, vertaalde ik, zoo goed het mij mogelijk was, zelf. PER M ETER M.. 2 .2 O STALEN FRANCO Boekbespreking Rein Valkhof/, 't Zonnehuis. Een boekvoor oudere jongens en meisjes. Am sterdam z.j. Van Holkema en Warendorf. Rein Valhoff is met dit boek niet gelukkig ge weest. Het heeft wel zekere kwaliteiten, het is nietslecht geschreven, er zit een overtuiging in, een. idealisme, waarvoor men zeker het noodige respect moet hebben, en dat heb ik ook, zeker, maar het boek kon daar niet door gered worden en ik zou het voor opgroeiende menschen, zoo van zestien tot achttien jaar want daar is het voor bestemd liever niet aanbevelen. Peter, de.jeugdige hoofdpersoon van dit boek. is veel te veel abstractie gebleven. Er zit geen leven in dat jonge mensch, het is een dood diendertje, bij het begin van het Verhaal al, maar hij wordt in den loop van de geschiedenis hoe langer hoe dooier. En dat komt, doordat er in het verhaal hoe langer hoe meer wordt getheoretiseerd. Be schrijver heeft zich namelijk ten doel gesteld,. jongen menschen sympathie bij te brengen voorde vredesgedachte. Dat is een schoon doel en die poging verdient waardeering. Maar de in verhaal vorm opgezette middelen, waarmee in dit boek wordt gewerkt, zijn te vaag, te winderig, te op pervlakkig. Het is zeer duidelijk, dat het beter is. om geen oorlog te voeren, dan wel, maar aan dat vraagstuk zit nog iets meer vast. En in dit verhaal wordt er eigenlijk niet veel meer van behandeld, dan dat herhaaldelijk, in verschillende toonaarden nooit meer oorlog J" wordt verkondigd. Het heeft geen zin, om hier te gaan strijden over de vraag,. of de vredesgedachte" eigenlijk wel levensvatbaaris, maar als zij een toekomst hebben zal, dan mo tzij gebasseerd worden op andere beginselen dan. de vooze grondslagen, die hier worden gelegd. Aan het idealisme, dat in dit boek wordt aangekweekt,. heeft de wereld heel weinig. Daarvoor is het namelijk niet practisch genoeg. Het loopt de werkelijke moeilijkheden te veel uit den weg, het berust niet op degelijk historisch onderzoek, het houdt geen rekening met economische factoren,. het is oppervlakkig. En nu moet men niet zeggen t ja, maar de heer Valkhoff heeft een verhaél willen schrijven; geen roman. Want daar verandert dezaak niets door. Wie een idee propageert, mo thet goed doen, en wie een verhaal schrijft, mo thet ook goed doen. GARDE-MEUBLES DEN HAAG BATENBURG & FOLME* HUUOENSPARK 22, TEL. 11080 Billijk» Terlavgn-V«r«orqIng Qarantle \ Benjamin-af! door H. G. Cannegieter WANNEER een jongen in een worsteling tusschen scholieren het aflegt tegen een overmachtigen kameraad, wordt hij vuil". Dan schopt hij en trapt hij en bijt hij desnoods. Een door machtelooze drift tot het uiterste gebrachte over wonnene is gevaarlijk als een kat in benauwdheid. Het activisme is een uiting van wraak over machtsverlies. Jongens uit ontwrichte gezinnen, jongens die op school niet kunnen meekomen en blijven zitten, terwijl hun jongere makkers overgaan, zijn een gemakkelijke prooi voor Hitler en zijn trawanten. In physiek opzicht zich de meerderen voelend, ook in maatschappelijke standing" boven hun makkers bevoorrecht, gewend aan luxe en vrijheid, moeten z\j zich laten gedoogen, in intellectueel opzicht de mindere te zijn. Dit wekt gevoelens van wrok jegens een maatschappij, waarvan de school met haar meedoogenlooze diploma's het. zinne beeld is. Door uiterlijk lef" trachten deze jongelie den hun gemis aan intellectueel overwicht te ver goeden. Zoo wordt het type van den opschepper" geboren, die zich door uiterlijke hoedanigheden een positie verovert, waarop zijn geestelijk ge halte nimmer aanspraak zou kunnen maken. Dit type jongmensch is gemoedelijk, goedig en bruikbaar, zoolang men hem naar de hem welge vallige maatstaven meet. Maar doet men een beroep op hetgeen boven zijn bevatting gaat, dan wordt hij vuil". Hij kan bet niet zetten, dat burgerjongens studeeren en smaalt op de populariseering van de wetenschap onder het plebs. Het is niet toevallig, dat het fascisme warme aanhangers vindt op de kostscholen en dril-instituten. De strij dleuze:, ,tegen de Joden en de Marxisten!'' is in baar argelooze duidelijkheid leerzaam. In de democratische maatschappij hebben stand en kaste, althans in beginsel, hun voorrechten verloren. Het rijkeluiszoontje, de jonker, de student en de officier zijn Benjamin-af. En dit kunnen de eertijds zoo verwende jongeheeren moeilijk verkroppen. De Jood is hun het symbool van het economisch machtsverlies hunner familie; de sociaal-democraat het symbool van hun politieke debacle. Het mercantilisme, dat het vernuft en de nijverheid beloont en het feodale agrariërdom overvleugeld heeft, praalt in het warenhuis, en het is een wel zeer doorzichtig symptoom, dat juist bij Wertheim Hitlers helden het eerst de glazen ingooide». Deze simplistische oplossing vau den economischen machtsstrijd heeft een even waardigen tegenhanger in den gecostumeerden optocht der Hitlerianen binnen het gebouw van den rijksdag, tweede mikpunt van hun heroïsch verzet. De Jood en de Marxist zijn de twee groote jongens, die den kleinen schreeuwer bij de polsen vasthouden en hem door hun overmachtige kalmte tarten tot vuil" worden. Het fascisme is niet alleen een reactie, maar ook duidelijk een regressie-verschijnsel. Alle ele mentaire instincten doen zich gelden, zoodra de normale ontwikkeling wordt gestuit. Tot het archaïstisch studenten- en officieren-terrorisme neemt Benjamin in zijn wanhoop zijn toevlucht, nu hij in de geestelijke weermiddelen van de moderne samenleving te kort blijkt te schieten. Merkwaardig is het aandeel van de militairen in de fascistische propaganda. Het aanzien van den militairen stand heeft na den oorlog geleden. Hier vooral schreeuwt het machtsverlies om wraak. Wie zijn het, die in de standjes de leiding nemen? Niet de gemeene soldaten, die den oorlog mee heb ben beleefd; ook niet de oude vuurvreters, die zich voor de debacle verantwoordelijk voelen. Maar de piepjonge luitenants; van wie de meesten nog geen kruit hebben geroken. Of do gelukzoekers, wier bizondcre eigenschappen hen in het krijgsbedrijf PIANO'S-ORGEL LAAN VAN IMEEPDERVOOD 100 TELEF.: yöc7 naar voren heb ben geschoven, Holland-Belgiëdoor de K.R.O. en de Mattheus-Passion door de A V.R D,uitgezonden Teekeningvoor i3de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek den achtergrond blijven. De oorlogs* boeken en -flzns hebben ondanks den afschuw, welke zjj tegen de realiteit van het moderne slagveld hebben ingeboezemd, toch ook weer de jeugd onder den indruk van den krijgsheld ge bracht. De jong ste generatie ia jaloersch op de frontsoldaten en verlangt in hun oogen eveneens heldhaftig te schijnen, wes halve zij zich gaarne metveldgrijs en gasmas kers tooit en gaarne een man moedig woord in den mond naemt. Dit zijn begrijpelijkerwyze geen mannen voor de demo cratie. Zij voelen voor dictatuur, natuurlijk met dien verstande, dat zij het zijn, die dicteeren. ' " ?- = Van kinder lijk zelfbedrog getuigt de meening, door der gelijke recalcitranten gekoesterd, als zouden zij de vaderlanders bij uitnemendheid zijn. Zij zijn de ware Duitschers, Oostenrijkers, Italianen, Finnen, Polen of Nederlanders. Zij noemen zich volksch" en spreken zelfs van de nat ionaalsocialistische arbeid ers"partij. Hoe weinig hun streven met vaderland en volk heeft te maken, bewijst een eerbiedwaardige en inderdaad krachtige figuur als die van president Hindenburg, die terwille van vaderland en volk toch heel Avat van zijn persoonlijke opvattingen en ambities aan de zaal* van het gemeenebest heeft moeten ten offer bren gen. Terwijl op het kritieke oogenblik na de nationaal-sociaUstische overwinning de bejaarde offi cieren, die hun brevet in het oude leger kregen, zich zonder cenige reserve en zonder een moment te aarzelen achter de grondwettelijke republiek hebben geschaard, plegen de jongeren onder hun collega's terwille van volk en vaderland sabotage. De samenstelling van de nationaal-socialistische groep in den Rijksdag toont trouwens overduidelijk aan, in hoever deze groep recht heeft, zich een ar beiderspartij te noemen. Er blijken 41 ambtenaren en officieren, 3 letterkundigen, 11 agrariërs, onder wie enkele groote grondeigenaars met adelijke namen, O industrieclen, 11 partij-functionarissen en maar 2 arbeiders, en dat nog veldarbeiders, van deel uit te maken ! In een heusche arbeiderspartij zouden de zich door de democratie miskend en achterafgeze£ voelende jongeheeren zich ook niet thuis voelen. Het extremisme, als uitlaat voor wraak over onmacht, is gesplitst in een proletarische en een aristocratische fractie. De arbeider, die in het normale leven op de een of andere wijze belemmerd is, zich voldoende to laten gelden en die nu tot het abnormale zijn toevlucht neemt, zoekt troost bij het communisme gelijk de zich miskend voelende aristocraat bij het fascisme terecht komt. Juist deze splitsing verhoogt de aantrekkelijkheid van laatstgenoemde beweging voor jongelieden van netten huize. Al kunnen communist en fascist door hun gelijksoortig doel, hun gelijksoortige methode en hun gelijksoortige mentaliteit op kritioke oogenblikkcn elkander soms vinden, het mooie van het fascisme is juist, (lat de man van standing" zich voor vaderland n volk kan op- . winden zonder dat hij zich, gelijk in een burger lijke politieke partij, behoeft te encanailleeren. Het volk" is voor hem gelijk, het vaderland" Voetbalt nu Mattheus of mattheust nu de Voetballer ?' en de nog altijd in petto gehouden vorst" een af spiegeling van de oudenvetsche patriottische schoolboekjes-romantiek. Gelijk trouwens geheel dit heroïsch fanatisme schoolboekjesTomantiek is, waarvoor ook al weer de oudere generatie met haar speciaal soort vaderlandsche geschiedenis" verantwoordelijk staat. Ook de malaise wekt het voor het fascisme nood zakelijke wraakgevoel. Want door de economische ontwrichting tijdens en na den oorlog zijn naast de nieuwe rijken de nieuwe armen ontstaan, wier aantal door de crisis van thans opnieuw is ver meerderd. Hoeveel jongens van goeden huize hebben hun ouders zien lijden onder de gevolgen van revolutie ! Hoevelen zijn in hun standstrots gekrenkt, in hun maatschappelijke positie gefnuikt, in hun gezins liefde gewond ! Uit de gedeclasseerde, gefailleerde of wanhopig het hoofd boven water houdende gezinnen stammen de felste recruten uit de fascis tenlegers. Aan de democratie, inzonderheid aan de sociaal-democratie, schrijven zij het verval hun ner familie toe en ze haten de afgevaardigden, en de kiezers, en ze vervloeken de wetten, welke hen uit hun veilig huisje hebben verstooten en de gemeenteraden, welke, door den netten stand op hooge belasting te jagen, voor de arbeiders, gelijk in het socialistische Weenen, paleizen bouwen en scholen en volksbaden en andere heerlijkheden, waarop van ouds uitsluitend menschen van goeden huize recht hebben gehad. De geschiedenis wreekt zich op hare wijze. Toen onlangs een troep van de Stahlhehn te Frankfort door communisten werd aangevallen, vluchtte de antisemietische horde... een synagoge binnen. De geminachte Joden verborgen dévluch telingen, totdat de politie te hunner bescherming was aangerukt. Is dit beroep op de menschelijkheid niet de welsprekendste knieval voor een gezag, hoogor dan het geweld ? Kunstzaal van Lier Rokitt 126 ' Amsterdam. Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude en Modarne schilderijen en plastieken fe Negerkuntt ft Ethnographica

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl